In een staat van schandalig dronken zijn
met vervelende versprekingen en
het typen van zinnige tekstberichten,
deins ik door de menigte achteruit.
Vraag me niet hoe of wanneer,
waarom ik het me herinner.
Een stelletje, ingetogen gezichten,
ik dwaal, terwijl hij mijn ogen sluit.
Onder aan de trap zie ik lange treden
met stevige struikelblokken en
een dauw van berenburg dreigt
me te bedwelmen in zijn mond.
Enige ogen zijn op mij gericht
wanneer ik mijzelf ophemel
tot een sterke vrouw met invloed
op de staat van mij deze avond.
Want dát ben ik en zo voelt hij
mijn lippen verzinken in zijn adem.
Ik bijt de kantjes er vanaf
en schrik wakker op zijn bank.
De geur van Turkse garnalen en
whisky mengt zich in ons zweet.
Ik voel mijn ijzergehalte dalen en
weet, geen gevolg van algemeen drank.
Want zoet bloed maakt de vrouwtjes lustig
en schamen doe ik me hiervoor toch.
Hij zegt: “Ga je?”, ‘M’n voet slaapt al’
en ik denk hardop: ‘Nu ik nog’.
ik heb gevraagd om 'n opdracht in 't oefentopic, maar toen ik bezig was, kwam ik op 'n totaal ander gedicht, ik gá nog aan de slag met de opdracht
, maar wat denken jullie hiervan?