Schaduwkind
Alsof ze in het donker ligt de
harenwaaier als een sprei zo
ziet de maan haar liggen.
En wolven huilen naar haar gloed met
nieuwe stralen tegemoet hun rots zo
koud als wintertranen.
Grote zus zal haar niet vinden
(trots verblindt) en stookt met warmte-
dagen vormend tot haar komst.
Ze spreekt haar licht verbleekt mijn
schaduw doet de wereld weer ontwaken
keert haar rug terug naar jou.
Morgen weet niet wat ze is of wie
ze was alleen maar waar ze zich zal schuilen;
in het donker van de nacht.
Van Neko* en mij