De drievoudige dood
Eerst sterven we in het vlees. Onder de grond
Valt ons lichaam langzaam uiteen. ’t Moet in de
Aarde allengs zich tot aarde weer ontbinden
Die zonder teken men niet wedervond.
Dan sterven we in het hart van wie ons minden.
Lang leefden we daar nog, maar als een wond.
’t Geneest, en eindelijk is het weer gezond:
Ook in dat hart zijn wij niet meer te vinden.
Ten slotte sterven wij in hun herdenken:
Het derde, laatste, koudste graf sluit dicht.
Soms, bij een afscheid, blijft nog even wenken
Een witte hand. Ver weg. Dan uit ’t gezicht.
Men ziet niet wat achter de wegbocht ligt-
Zo deinzen we uit hun blinde lege denken.
Ik heb van alles al, maar ik had een klein vraagje bij 'Ten slotte sterven wij in hun herdenken:' is 'slotte sterven' een alliteratie of niet? of hoort het woordje 'Ten' daarbij, en is het dan geen alliteratie?
En is er een metafoor, of een metonymia , want ik kan dat niet zo goed toepassenn.
Alvast bedanktt,
Lisa