een onderbroek van de zeeman
die ik elke dag aantrekken kan.
nu zit daarin een bruine streep.
omdat ik erlangs ging met me chocoreep.
die verwacht je niet he.
een schaapje zegt beeh.
nu denk ik aan een blauw schaap.
net aan smurfen in een saab.
dat is een autowinkel.
dat wist je niet he boerenkinkel.
haha vind je mij dom.
het is een gedicht daar gaat het om.
ik ben heel slim vind je niet.
beter dan jou nu heb je verdriet.
ga lekker janken kutje
ik vind jou een dommm trutje
oeeh nu denk ik aan sap..
hah
|