Ik heb weinig op met driehoeken sinds ik ze een jaar lang tevergeefs heb moeten zoeken in barokke schilderijen. Dat waren geen rechthoekige, gelijkbenige, logicaloze of gelijkzijdige driehoeken, trouwens, het waren driehoeken die als enige overeenkomst met driehoeken hadden dat er een soort bovenkant was. Sindsdien ben ik wel goed in het zien van driehoekscomposities. Die zie ik dan ook overal. In architectuur ook altijd overal.
Verder draag ik ze niet op mijn shirt, want ik vind ze eruitzien als een obscuur fascistisch symbool. Of als iets met de heilige drie-eenheid en die, nouja, die hoef ik ook niet perse op mijn shirt. O, eigenlijk draag ik sowieso weinig shirts.