[BIO] In de war met Hardy-Weinberg

[Starbucks-]

Ik ben nu bezig met even alle hoofdstukken samen te vatten en globaal door te nemen voor mijn SE alleen blijf ik maar steken bij deze ene vraag waar ik even niets van begrijp.

Er is een bron gegeven (zie foto) waarbij de vraag luidt:

Bereken het aandeel van het allel t bij opeenvolgende generaties (1, 2, 10, 20, en 50). Wat is het effect van deze selectie?



Wat ik er dus van begrijp (vrij weinig) is het volgende:

Met t bedoelen ze dus allel ''a'' - in de tekst is gegeven dat in de tweede generatie de frequentie van het allel van de eeste generatie (0.55) naar de tweede daalt naar (0.35).
Hoe bereken ik voor de 10, 20 en 50 generaties dan de allelfrequentie?

[Starbucks-]

Niemand?

[GezondVerstand]

Eerst de basis:

"

Dan de regels:



Ronde 0:


Bij de volgende ronde ga je alleen uit van , omdat niet voortplant.

Ronde 1:


*Ik ben even weg. Snap je dit, of heb je nog vragen?*

[Starbucks-]

Zou het niet willen toegeven maar ik begrijp er echt niets van

In de tekst staat ''geslachtscellen met het allel ''a'' kunnen alleen afkomstig zijn van individuen met Aa''. Als ik dus de frequentie van a wil weten moet ik dus de allelfrequentie van Aa gaan berekenen (alleen uit deze genotype kan ''a'' komen) in de komende jaren. Dus als ik een percentage van een populatie heb, bereken ik de allelfrequentie in de volgende generatie door de(afhankelijk of het dominant/recessief homo of heterozygoot is, in dit geval heterozygoot) eerst gegeven allerfrequentie te delen door het percentage van voorkomen. En ingeval van heterozygoot te delen door 1/2....?

Verder staat in de tekst staat ''de frequentie waarmee deze geslachtscellen worden gebruikt is gelijk aan het deel van de oorspronkelijke populatie met Aa''....

Dit volg ik even niet....

[GezondVerstand]

Je moet steeds kijken naar de frequentie van Aa op het totaal (dus van Aa + AA, want aa plant niet voort en valt dus af). Vervolgens deel je dat door 2, omdat maar één van de allelen van Aa ook werkelijk a is, en je wilt de frequentie van a weten.