Kan iemand mij helpen met het volgend gedicht te bespreken, ik moet volgende punten bespreken :
- rijmvorm
- metrum
- beeldspraak (en stijlfiguren)
- mening
Ik die bij de sterren sliep
---------------------------
Ik die bij sterren sterren sliep en 't haar der ruimte droeg
als zilveren gewei en 't stuifmeel der planeten
over den melkweg blies en in de zilveren maan gezeten
langs het grondeloze blauw der zomernachten voer.
Ik ben beroofd en leeg, mijn schepen zijn verbrand,
mijn stem verloor haar gloed en vindt geen weerklank meer in 't dode firmament niets dan de galm die keert
van 't sombere gewelf van mijn ontredderd hart.
Ik sta alleen, geen god of maatschappij,
die mijn bestaan betrekt in een bezield verband
geen horizon of zee, geen povere korrel zand
in 't naamloos wel en wee der brandende woestijn.
Ik voel de wat'ren stijgen in de nacht
angst rijst naar den mond, aan mijn lippen staan, vermoeienis en walg, ik heb mijn merg verdaan
in slaafse horigheid aan het roofzuchtig bloed.
Niets rest mij dan mijn val, laat mij te pletter slaan,
kermend als een meeuw in 't zwarte wier,
die eens als zon in 't zenit heeft gestaan,
zal bijten in het zand als een creperend dier.
Een gedicht van Hendrik Marsman ...
Ik hoop dat iemand me kan helpen, alvast bedankt