Als een verlaten licht
scheen de dood in mijn ogen,
achter voelde gisteren
vol wanhoop en onmacht
vooruit was geen morgen,
geen seconde, minuut
dag of nacht
Hij verlichtte de omlijning
kleuren werden zichtbaar,
ik droeg de dood
op kussentjes en handen
alsof hij gister
en vandaag
mijn hand nog schudde
Nu het lichtje uit is gegaan,
is zijn dood als
een geschreven verhaal
en ook al ken ik het,
het boek is nimmer
door mij open geslagen,
geen bladzijde gelezen
Was het enkel de spiegel,
die mij bracht
waar ik in geloofde,
en nu ook zij gelogen heeft,
het boek verbrand
is morgen weer
en realiteit teruggekeerd
|