De ogen van een dode kat.
Jij bent behekst,
Jij met je doods blonde handen,
Met je haren van glas,
Met je zachte zee-groene ogen.
Je hebt me betoverd, mij veroverd
Terwijl het eigelijk helemaal niet mag.
Ik mag jou niet hebben
Ik mag jou niet zijn.
Ik heb tegen je gelogen,
Je ogen zijn van azijn.
Ik ben verliefd,
Vreselijk, misselijkmakend, suïcidaal verliefd.
Niet op jou,
Op je trouw, je miauw, je kou,
Van jou.
Je spookt door mijn hoofd.
Je hebt me van mijn haat gevoelens beroofd.
Ik maak je dood, rood.
Bloed maar, laat het gaan.
Het mes in je kop,
De rest verstopt,
Er boven op.
Je bent koud, vertrouwd, verbouwd, van hout.
Houden van je scherpe nagels in mijn rug.
Dat je stug
Tegenwerkt.
Dat ik merk
Dat je niet meewerkt.
Dat je lichaam bloedend in mijn armen ligt,
Met een verminkt gezicht.
Je ogen dicht.
Ik die de brand sticht.
Niemand heb in gelicht.
Het vuur dat de nacht verlicht.
Je haren, benen, tenen, hals, gezicht,
Je lange nagels.
Het bloed waar je in ligt.
Je dood rottende geur,
Je rode kleur,
De dichte deur.
Je ge treur, terreur, mineur.
Het suizende geluid van het mes in jou sleur!.
Dat ik naar je lach,
Terwijl duizenden druppels zacht, rood bloed in het rond spatten!
Dat ik je zag,
Terwijl je adem te weinig kracht in jou leven blaast!
Dat ik aan je dacht,
Terwijl je stikt, de vlammen likt, het leven niet langer meer vertikt.
Je lijk begraven.
Diep verscholen voor de ochtend zon.
Je gordijnen open geschoven,
Tegen je moeder gelogen,
Naar buiten gevlogen en uitgekeken naar de bult met aarde onder je slaapkamerraam.
Een traan,
Ik laat je gaan,
Voortaan…
Met een zucht is er een mot vergaan.
****************************************************
ik ben toen derde geworden met dit gedicht. (friesland)