|
Zwijgend zitten ze naast elkaar. Jesse en Jente. Ze hebben sinds kort een relatie, maar Jente heeft een paar dagen geleden te horen gekregen dat hij moet verhuizen. Helemaal naar Zuid-Amerika.. Zijn ouders hebben een bedrijf en willen ergens anders verder gaan, omdat het economisch niet goed meer gaat, in Nederland. Over een maand verhuist hij. Nog 34 dagen, om precies te zijn. Ze hebben nog 34 dagen om samen te zijn.. daarna zien ze elkaar tot de herfstvakantie niet. En dat duurt nog een half jaar!
"Hoe moet het dan verder, tussen ons bedoel ik?" vraagt Jesse ineens. Jente kijkt haar aan. Ze ziet de tranen in zijn ogen. "Ik zou het echt niet weten, Jess. Echt niet.. Het lijkt me op zich wel spannend, maar ik wil jou echt helemaal niet missen! En zeker niet zo lang," antwoordt hij. Jesse kijkt naar de grond, zodat Jente haar tranen niet zou zien. "Blijft onze relatie wel? Blijf je wel trouw aan mij? Oh god Jente! Ik wil je echt niet kwijt!" antwoordt ze, terwijl ze een snik onderdrukt. Hij pakt haar kin vast en dwingt haar om hem aan te kijken. "Ik zal je altijd trouw blijven, lieve Jesse. Er is gewoon zoveel gebeurd tussen ons. Teveel om dat zomaar even weg te gooien, omdat ik aan de andere kant van de wereld ga wonen. Ik wil jou ook niet kwijt, dus dat gebeurt dan ook niet. Ik zal wel proberen om zoveel mogelijk naar je toe te komen," fluistert hij. Nu laten ze zich allebei helemaal gaan. De tranen stromen over hun wangen en ze omhelzen elkaar.
Als ze eindelijk uit gehuild zijn, horen ze Jente's moeder naar boven roepen dat het eten klaar is.
"Heb je het haar al verteld, Jente?" vraagt Johan, Jente's vader. Jente kijkt naar zijn bord. Hij probeert de brok, die nu weer in zijn keel zit, weg te slikken. Langzaam knikt hij. "Ah en wat vind je ervan?" gaat Anja, zijn moeder, meteen verder. Zonder op haar zoon te letten. "Ja, vind je het niet leuk dat je vriendje naar die mooie, tropische landen verhuist?" vraagt Johan. Jesse kijkt even naar Jente. Ze heeft medelijden met hem, maar ook met zichzelf. "Ja, ik vind het heel erg leuk!" antwoordt ze en ze probeert één van haar gemaakte glimlachjes op te zetten. Johan en Anja glimlachen terug en beginnen haar van alles te vertellen over de landen, waar ze heen gaan. Maar ze luistert er niet echt naar. Ze denkt alleen aan hoe erg ze Jente zal gaan missen. Over een maand zou hij haar niet meer kunnen helpen met haar problemen. Hij is de enige waar ze zo goed mee kan praten. Ze heeft Tessa natuurlijk ook nog, maar daar kan ze toch niet zo goed mee praten, als met Jente. Hij is gewoon hartstikke lief, hij kan haar zo goed troosten en luistert zo goed naar haar. Ze voelt zich altijd op haar gemak bij hem. Hoe zou dat later nou allemaal moeten? Moet ze haar problemen maar bewaren tot ze hem weer ziet? Of iedere keer als ze een probleem heeft bellen? Ze kan het natuurlijk ook via internet doen, met e-mail of msn, maar dat is zo onpersoonlijk!
Ze schrikt op uit haar gedachten, door een hand die zachtjes op haar been neergelegd wordt. "Kom je, lieve Jess?" hoort ze Jente zachtjes vragen. Langzaam staat ze op en laat ze zich meetrekken door Jente. Als ze weer op zijn kamer zijn en Jesse weer de foto's ziet van haar en Jente samen, zo gelukkig en zo blij, begint ze weer te huilen. Zulke momenten zullen ze niet vaak meer hebben! Alleen nog maar in de vakanties en zelfs dan zullen ze niet zo heel veel samen zijn. In die landen waar Jente heen gaat, hebben ze niet zo heel veel vakanties. En al helemaal niet tegelijk met de vakanties uit Nederland.
"Naar welke landen ga je eigenlijk?" vraagt ze snikkend. "Heb je niet geluisterd naar mijn ouders?" vraagt Jente verbaasd, "We gaan naar Brazilië en Ecuador." Jesse knikt. Ze voelt Jente's armen, die om haar heen geslagen worden en haar dicht tegen hem aandrukken. Maar ze geniet er niet van, deze keer niet. Het kan haar deze keer niet troosten. "Lieverd, gaat het wel?" hoort ze Jente's stem vragen. Hij klinkt ver weg, terwijl zijn hoofd op haar krullende, bruine haren rust. Ze antwoordt niet. "Ik denk dat je beter naar huis kan gaan," zegt hij. Ze knikt langzaam. Naar huis gaan.. ja, dat is het beste. Gewoon even rustig nadenken over dat hij weggaat. Misschien gaat het wel een stuk beter als ze alleen is. Ze wordt zachtjes omhoog getrokken, door de sterke armen van Jente. Hij trekt haar mee naar de badkamer en maakt haar gezicht schoon met een nat, koud washandje. Ze voelt zich meteen iets beter. "Dank je," fluistert ze. Hij geeft haar een kusje op haar neus en neemt haar mee naar beneden. Hij probeert haar haar jas aan te doen, terwijl hij ondertussen lieve, kleine kusjes geeft. Ze glimlacht en loopt naar de deur. "Ik hou van je," fluistert ze. Jente glimlacht terug en antwoordt: "Ik hou ook van jou, Jess." Ze zwaaien even naar elkaar en Jesse trekt de deur achter zich dicht. Meteen voelt ze de frisse lentewind. Normaal genoot ze hier ook van. Nu niet. Ze kon het gewoon niet. Ze zou Jente over een maand niet meer zien! Dan ga je toch niet genieten van zo'n stomme, frisse lentewind?
Ze stopt. Ze is al bij haar huis. Nu al, na vijf minuten. Zo snel zal het niet meer kunnen. Niet over een maand. Niet over 34 dagen. Ze voelt de tranen weer over haar gezicht lopen. "Jesse! Wat is er, meisje?" vraagt Laureen, haar moeder. Ze loopt snel naar haar dochter en knuffelt haar. "Jente gaat weg.." is het enige dat Jesse zegt. Ze schudt haar moeder van zich af en loopt naar boven. "Wat? Waarheen dan?" vraagt Laureen nog, maar Jesse hoort het al niet meer. Ze laat zich op bed vallen en huilt zich in slaap. Met haar kleren aan.
-- Dag 1
"Jesse? Zal ik je ziek melden? Je was gisteren zó overstuur! Maar ik doe het alleen, als je mij vertelt wat er aan de hand is," zegt Laureen, als ze haar dochter wakker schudt. Jesse doet kreunend haar ogen open. Ze kijkt even verdwaasd naar haar moeder en knikt dan. "Vertel je het me?" vraagt Laureen voor de zekerheid. Jesse knikt weer en doet haar ogen weer dicht. Ze slaapt meteen verder. "Oké, ik zal je wel met rust laten," zegt Laureen en loopt dan Jesse's kamer uit.
Een paar uur later wordt Jesse weer wakker gemaakt, deze keer door een zacht geklopt. "Hey Jess, ben je wakker?" vraagt een zachte meisjesstem. Ze schiet meteen omhoog. "Tess! Wat ben ik blij dat je er bent, zeg," zegt Jesse. Het meisje, Tessa, Jesse's hartsvriendin, komt op de rand van het bed zitten. "Hey meisje, je was vandaag niet op school. Jente trouwens ook maar heel even, dus ik dacht dat het heel erg mis was tussen jullie. Hebben jullie ruzie?" vraagt Tessa. Jesse schudt langzaam met haar hoofd. Ze gaat naast Tessa zitten. De tranen schieten weer in haar ogen, als ze weer aan gisteren denkt.. En aan de 34 dagen.. nu zelfs nog maar 33 dagen! Tessa ziet het en slaat een arm om haar heen. "Lieverd, wat is er nou?" vraagt ze. "Jente gaat verhuizen naar Zuid-Amerika! Over 33 dagen al," probeert Jesse te zeggen. Tessa verstaat het niet goed, maar wel goed genoeg om te begrijpen wat Jesse zegt. "Wat rot voor je! Je kan toch zoveel mogelijk naar hem toe gaan? En ik zal er altijd voor je zijn! Ik weet wel dat hij speciaal voor je is, dat jij dingen bij hem kwijt kon die je bij niemand anders kwijt kan, maar dat kon bij mij ook hoor," zegt Tessa, het laatste op een bittere toon. "Ik kan niet vaak naar hem toe, we gaan deze vakantie al ergens anders heen en dan heeft hij geen vakantie. Als hij weg is, zie ik hem een half jaar niet meer!" antwoordt Jesse. Tessa knuffelt haar. "Ga je zo anders even opfrissen, dan gaan we kleren kopen! Dat leidt je misschien wel af," stelt ze voor. Jesse knikt traag en staat op. Ze wilt helemaal niet met Tessa naar de stad. Ze wilt naar Jente! Zeker als het net zo slecht gaat met hem, als met haar! Maar dat durft ze niet tegen Tessa te zeggen. Ze had de bittere toon echt wel gehoord, maar deed gewoon alsof ze het niet hoorde. Tessa is echt wel een goede vriendin, maar niet meer zo goed als Jente nu is. Sinds hij haar geholpen heeft met.. Nee! Ze moest het vergeten! Niet meer aan denken!
Ze verbergt haar gezicht, dat helemaal rood is, onder een dun laagje make-up. Niemand mag kunnen zien dat ze de hele tijd gehuild heeft. Tevreden bekijkt ze het resultaat in de spiegel aan de muur. Ze probeert een vrolijk lachje op te zetten en loopt terug naar haar kamer. "Gaan we?" vraagt ze aan Tessa, die ondertussen één van haar boeken gepakt heeft. Die springt meteen op van het bed en gooit het boek terug op het nachtkastje. "Ja! Je ziet er meteen een stuk beter uit! Kom meis, vergeet de verhuizing nou maar even. We gaan gezellig shoppen," zegt ze enthousiast en sleurt Jesse mee haar kamer uit, de trap af en naar buiten. Ze hoeft toch geen jas aan, het is al aardig warm.
"Jess! Wat vind je hiervan?" vraagt Tessa enthousiast. Ze heeft een truitje uit de rekken gepakt en houdt hem voor haar bovenlijf. "Leuk," mompelt Jesse. "Hé, je kijkt er niet eens naar! Wat is er nou? Waarom blijf je er nou aan denken? Je hebt toch nog 33 dagen? En daarna zie je hem vast nog wel," zegt Tessa beledigd. Jesse kijkt haar verontwaardigd aan. "Nog 33 dagen?! Weet je hoe weinig dat is? Na die 33 dagen zie ik hem bijna nooit meer, dus dan is het niet nog 33 dagen!" zegt ze. Ze kijkt om zich heen en ziet dat iedereen kijkt. Dan pas beseft ze dat ze schreeuwde, tegen Tessa! "Sorry," fluistert ze en ze rent de winkel uit. "Jesse!" hoort ze nog achter zich, maar ze stopt niet. Ze heeft tegen Tessa geschreeuwd. Tegen haar beste vriendin! Ze rent door het winkelcentrum. Verder. Verder. Steeds verder. Ze ziet de gezichten die haar aanstaren, maar het maakt haar niks uit. Ze mogen kijken wat ze willen, zeggen wat ze willen. Het maakt haar toch niks meer uit. Het enige dat nog uitmaakt is dat ze tegen Tessa geschreeuwd heeft. En dat Jente weggaat.
Ze hoort haar telefoon afgaan. Alsof hij ver van haar vandaan ligt. Hijgend staat ze stil en pakt ze de telefoon uit haar tasje. Ondertussen kijkt ze een beetje om zich heen. Ze staat in een buitenwijk, vol met bomen en grote huizen. Een grote, brede straat met veel grote bomen erlangs. Hier komt ze bijna nooit. Hier wonen alleen rijke mensen, geen vrienden van haar.
Ze ziet dat het Jente is die haar belt. Ze neemt op, maar kan even niks zeggen. "Jess? Lieverd? Gaat het? Tessa heeft mij net gebeld en heeft verteld over vanmiddag. Ze zei dat ze je een paar keer heeft gebeld, maar je nam niet op. Ze is bang dat je boos bent," hoort ze hem zeggen. "Nee, ik ben niet boos. Ik kom nu naar je toe," antwoordt ze en ze drukt hem weg. Ze ziet dat Tessa haar inderdaad al acht keer heeft geprobeerd te bellen. Als ze thuis is belt ze wel terug, nu niet, denkt ze. En ze begint aan de lange wandeling naar Jente's huis.
"Hallo Jesse, wat is er met jou gebeurd?" vraagt Johan, die opendoet als Jesse aangebeld heeft. Ze probeert net iets te verzinnen, als haar gedachten onderbroken worden. "Jess! Kom maar naar boven hoor," roept Jente, die bovenaan de trap staat. Johan haalt zuchtend zijn schouders op, doet de deur dicht en loopt weg. Jesse staart hem na. "Kom nou," hoort ze Jente roepen. Ze kijkt nog even naar de deur, waar Johan net doorheen gelopen is en draait haar hoofd dan naar de trap. Daar staat Jente haar ongeduldig te wenken. Langzaam loopt ze de trap op. Jente omhelst haar meteen als ze bovenkomt. Ze knuffelt losjes terug en geeft hem snel een kusje op zijn wang. Afwezig loopt ze meteen verder naar zijn kamer. Ze laat zich op bed vallen en staart voor zich uit. Na een paar minuten kijkt ze eindelijk op. Jente staat in de deuropening. Ze ziet de tranen langs zijn wangen rollen. "Waarom doe je zo tegen me? Ik heb jou toch niks gedaan? Wil je me nog wel?" vraagt hij snikkend, als hij ziet dat ze hem ook aankijkt. Ze slaat haar ogen neer. "Ik weet het niet," fluistert ze. Jente zakt neer op de grond. "Ze wilt me niet meer," fluistert hij, "Ze wilt me niet meer." De tranen stromen nu ook over haar wangen. Ze laat zich van het bed vallen en kruipt naar hem toe. Ze pakt zijn handen vast en knijpt er zacht in. "Ik wil je nog wel, Jente. Ik denk dat het is omdat je zo snel weggaat. Omdat ik je zo snel zal moeten missen," fluistert ze. Hij kijkt haar aan met zijn waterige ogen. "Ik hou van je," fluistert hij. "Ik hou ook heel veel van jou," antwoordt Jesse.
Zo blijven ze een hele tijd zitten. Het enige dat ze nog doen, is elkaar aankijken. Ze vergeten de hele wereld om hen heen. Dus ook de voetstappen, die langzaam de trap op komen. En ook de deur, die langzaam opengaat. Ze schrikken op van een zachte stem. "Jesse? We begrijpen nu pas dat jij en Jente elkaar heel erg zullen gaan missen. Het spijt ons echt heel erg dat we jullie nu uit elkaar trekken. Maar we wouden zo graag dat ons bedrijf goed zou worden, dat we helemaal niet aan jullie hebben gedacht! We kunnen het niet terugdraaien, daar is het te belangrijk voor en we hebben alles al voorbereid, maar we kunnen wel proberen om jullie laatste maand zo leuk mogelijk te maken. En wat vinden jullie ervan, als Jesse de laatste nacht hier komt slapen?" vraagt Anja. Jesse en Jente kijken elkaar verheugd aan. Eerst mochten ze nooit bij elkaar slapen en nu stelt zijn moeder het gewoon zelf voor! En als zij het goed vindt, vinden Jesse's ouders het automatisch ook goed. Een ouder heeft veel macht en kan een andere ouder zó overhalen. "Nou, wat vinden jullie ervan?" vraagt Anja twijfelend. Ze kijken haar aan. "Ik vind het echt een tof idee," roept Jente. Anja begint te lachen. "Oké, dan bel ik zo jouw ouders wel even en dan is het vanavond waarschijnlijk al geregeld. Kom je vanavond ook mee uit eten? We gaan naar de Mexicaan!" Jesse knikt. "Ja, is goed hoor. Wilt u het dan zo even vragen?" Anja beantwoordt haar met een knikje en loopt glimlachend weg. Jesse en Jente kijken elkaar aan en geven elkaar een kusje. "Je komt bij mij slapen!" roept Jente blij. Hij trekt haar omhoog en begint met haar te dansen. Jesse zakt lachend in elkaar. Jente trekt haar weer omhoog en slaat zijn armen om haar heen. "Gelukkig, je lacht weer," fluistert hij. Ze denkt meteen weer aan dat hij weg gaat. Meteen laat ze zich op bed zakken. "Ja en ik zou eigenlijk moeten proberen om het deze maand meer te doen. Ik wil onze maand niet verpesten met zielig doen, ik wil dat we hier allebei aan terug kunnen denken als jij daar bent en ik hier. Ik hoop echt dat het lukt, Jente, ik hoop echt dat ik blij kan zijn," zegt ze. Jente zakt naast haar op bed. "Ik hoop het ook. En ik hoop ook dat ik het zelf ook kan," antwoordt hij. Ze blijven een paar minuten zwijgend naast elkaar zitten, maar worden dan verstoord door Johan. "Je ouders vinden het een leuk idee, Jesse. En komen jullie naar beneden? We gaan eten," zegt hij en hij trekt de deur weer dicht. Zuchtend staat Jesse op. Ze trekt Jente omhoog en hand in hand lopen ze naar beneden.
--- Dag 2
Jesse loopt de school binnen. Het was gisteren echt heel gezellig. Het was best laat geworden en daarom heeft haar moeder naar school gebeld om te zeggen dat ze het eerste uur uit mag slapen. Rustig loopt ze naar de aula. Ze heeft nog een kwartier, voordat de bel gaat en ze naar de les moet. "Jess!" hoort ze. Ze kijkt om zich heen en ziet Jente staan. Ze loopt snel naar hem toe en geeft hem een kus. "Schatje! Mocht jij ook het eerste uur uitslapen?" vraagt ze. Jente knikt. "Ik ga even wat uit de automaat halen hoor. Kom je mee?" vraagt ze, terwijl ze hem al meesleurt. "Zal wel moeten hè," zegt hij lachend. Jesse steekt haar tong uit. Ze zijn al bij de automaat en Jesse gooit er geld in. "Wat zal ik nemen?" vraagt ze aan Jente. Jente wijst naar een zakje met kersensnoepjes. "Oké," mompelt Jesse en ze drukt op het knopje van de kersensnoepjes. Het zakje komt naar voren en valt in de bak onderin de automaat. Ze bukt en pakt het zakje eruit. Meteen pakt Jente het af. "Nu zijn ze van mij!" roept hij grijnzend. Jesse probeert het zakje te pakken, maar Jente rent weg. Ze rent er achteraan. Maar hij rent sneller dan haar. Veel sneller. Zodra ze ziet dat een paar meisjes uit de vijfde haar raar aankijken, stopt ze. Jente draait zich om en loopt rustig naar haar toe. "Sorry," fluistert hij, "Ik liet me even gaan." Hij geeft het zakje aan Jesse en drukt een kus op haar neus. Precies op dat moment gaat de bel en de gangen stromen meteen vol met leerlingen. Jesse pakt Jente's hand en ze lopen naar hun tassen. Nadat ze die gepakt hebben, lopen ze hand in hand naar het lokaal, waar ze als eerste van hun klas aankomen. Na twee minuten staat de hele klas er al, behalve het groepje arrogante meisjes. Iedereen vraagt waar Jesse en Jente gisteren en het eerste uur waren en wat er aan de hand is. Net als Jesse het probeert uit te leggen, wordt ze verstoord door een hard gegiechel. Ja hoor, daar zijn ze weer. Kim weer in haar korte rokje, pratend over alles wat ze met jongens gedaan heeft. Suzanne loopt een beetje sexy te doen, terwijl ze dik is en eruit ziet als een zwijn en Charlotte, weer even scheef als altijd. Jesse kijkt ze spottend aan. Kim ziet het en kijkt arrogant terug. "Wat kijk je nou, teef!" roept ze. Haar hele groepje begint weer te giechelen. Een grote, stoere jongen rukt zich uit de stroom leerlingen. "Houd je mond eens tegen dat lieve meisje! Ik zou maar eens een beetje meer respect tonen voor de meisjes die wél normaal zijn en die niet rondlopen in van die korte rokjes als ze zo'n dikke reet hebben als jij," zegt hij. Kim houdt meteen haar mond en trekt zich terug achter haar vriendinnen. "Zo," gaat de jongen verder tegen Jesse, "Die houdt haar mond wel even. Ik ben trouwens Jeroen," hij steekt zijn hand uit. Jesse pakt zijn hand aan en schudt hem. "Jesse," stelt ze zichzelf voor. "Ik moet nu naar mijn lokaal, anders kom ik te laat. Ik zie je nog wel," zegt hij, terwijl hij wegloopt. Jesse draait zich weer om naar Jente. Ze ziet nog net de jaloerse blik op zijn gezicht, maar als hij merkt dat ze kijkt, verandert zijn gezichtsuitdrukking in een lieve glimlach. De leraar komt aanlopen en iedereen gaat langzaam naar binnen.
Eindelijk, pauze. Jesse loopt met een paar vriendinnen de aula in. Ze vinden een plaatsje op de verwarming. Jesse pakt haar boterhammen en begint te eten. Na een paar happen ziet ze een groepje voor zich verschijnen. Charlotte, Suzanne, Kim en.. TESSA! Jesse kijkt haar met grote ogen aan. Ze ziet de waterige ogen van Tessa. Ze kijkt haar zielig aan. Jesse hoopt dat ze naar haar toekomt en bij haar komt zitten. Precies op het moment dat ze een stap naar voren wilt zetten, schuift Charlotte een arm door haar arm heen. Ze trekt haar mee. "Kom, Tess! Ze is je toch niet waard, de lelijke snol! Ze schreeuwt zomaar tegen je, dat wil je toch niet als vriendin?!" zegt ze hard. Tessa kijkt nog één keer om. Weer die zielige blik. Ze beweegt haar mond en het lijkt alsof ze sorry zegt. Jesse voelt een brok in haar keel. Ze is Tessa kwijt.. Tessa, kwijt! Haar beste vriendin! Ze had niet zo tegen haar moeten schreeuwen, dan was dit nu niet gebeurd. Nee, dan was dit niet gebeurd.. Het is allemaal haar eigen schuld! Layla slaat een arm om haar heen. "Gaat het wel meissie? Heb je ruzie met Tessa?" vraagt ze. Jesse knikt. "Denk het wel, gisteren zei ze iets over Jente en toen heb ik tegen haar geschreeuwd en daarna ben ik weggelopen," mompelt ze. Haar laatste woorden worden overstemd door de bel. Zuchtend staat ze op en hijst haar tas op haar rug. Als ze Jente ziet staan, loopt ze snel op hem af. Ze vertelt wat er net gebeurd is. Hij slaat zijn arm om haar heen en knuffelt met haar. "Het komt wel weer goed, schatje," stelt hij haar gerust, "Je weet toch dat die sletjes zo'n vriendin nooit lang houden? En je moet haar vanavond gewoon bellen. Als je niet durft, bel ik wel voor je." Jesse glimlacht en ze lopen weer naar hun lokaal.
Zuchtend zit ze met haar hand op de telefoon. Ze wilt Tessa wel bellen, maar ze durft helemaal niet. Ze is zo bang dat Tessa haar uit gaat lachen en dan tegen die meisjes gaat zeggen hoe zielig ze wel niet is. Bang om te horen dat ze haar vriendin niet meer zal zijn. Ineens pakt ze de telefoon op en voor ze het weet gaat hij al over. "Met Tessa de Jong," hoort ze aan de andere kant van de lijn. "Hoi.." fluistert Jesse. "Jesse? Wat moet je?" vraagt Tessa bot. Geschrokken van Tessa's reactie begint Jesse te huilen. "Sorry, het spijt me zo van gisteren, maar ik wil je helemaal niet kwijt. Ik wil zo graag dat jij mijn vriendin blijft!" zegt ze snikkend. Het blijft even stil. "Ik wil jou ook niet kwijt, Jesse. Ik kom je morgen wel ophalen, ik ga nu eten. Doei," antwoordt Tessa. Verbaasd kijkt Jesse naar de telefoon, die ze nog in haar hand heeft. Ze is Tessa niet kwijt! Opgelucht legt ze hem neer.
--- Dag 14
Jesse stopt de laatste plukjes haar op hun plaats. Ze hoort een luid getoeter van voor het huis komen. "Mam! Ze zijn er," roept ze naar haar moeder, die brood staat ze maken. Ze gaan met de twee gezinnen naar de Efteling. Ze hoort haar vader doortrekken en uit de wc komen. "Heb je Erikje z'n spulletjes ook bij, schat?" vraagt hij aan Laureen. Laureen knikt en geeft hem een kusje op zijn mond. Jesse staat er met een vies gezicht naar te kijken. "Kom nou," roept ze ongeduldig. "Ikke Jesje mee," murmelt Erik, haar kleine broertje. Hij huppelt naar haar toe en pakt haar hand, met zijn kleine handje. Jesse glimlacht en loopt met hem naar de voordeur. Ze doet hem open en Erik wilt meteen naar buiten rennen. "Stop! Erik! Hier blijven, anders ga je niet mee," roept ze boos naar hem. Erik kijkt met haar gekwetst aan en begint te huilen. Ze krijgt meteen medelijden en slaat haar armen om zijn kleine lijfje heen. "Sorry, ik bedoelde het niet zo," fluistert ze. Ze geeft hem een kusje op zijn wang en droogt zijn traantjes. Er wordt een autoportier opengedaan en enkele seconden later voelt ze twee stevige armen om haar lichaam. "Jente!" ze draait zich om en zoent hem. "Zo, komen jullie mee?" vraagt Paul, Jesse's vader. Ze zijn net aan komen lopen en hebben de deur al dicht gedaan. Laureen tilt Erikje op en loopt met hem naar de auto. Paul opent de auto. "Gaan jullie in deze auto of bij Johan en Anja?" vraagt hij aan Jesse. "We gaan wel in de andere auto, dan kan Emmely bij jullie." Emmely is de grote zus van Jente. Ze is pas achttien geworden en gek op kleine kinderen. Jente staat al bij de andere auto en Emmely klimt er al uit. "Hey, Jesse," begroet ze Jesse. Ze stapt meteen in de auto en bemoeit zich alleen nog maar met Erikje. Jesse en Jente stappen in de andere auto. "Zo, de reis kan beginnen!" roept Johan vrolijk uit. Hij zet de muziek meteen hard en Jesse laat zich tegen Jente aan hangen.
"Loop eens door joh! Ze gaan zo sluiten, hoor. Willen jullie echt persé nog een keer in de Vogelrock?" vraagt Johan. Tessa, Jesse en Jente knikken alledrie. Ze lopen allemaal wat sneller. Eindelijk zijn ze er. De Vogelrock. Het is de enige achtbaan in de Efteling, waar Tessa en Jesse in durven. Ze willen net samen naar binnen lopen, als ze worden tegengehouden. "Ho eens even, denken jullie soms dat jullie de enigen zijn die erin willen? Wij willen ook allemaal mee hoor!" buldert Johan. "We zijn hier niet voor niks helemaal heen gekomen!" Jesse kijkt Tessa spottend aan. "Durven jullie wel?" vraagt ze aan haar ouders. Ze knikken allemaal. Zó overtuigend, dat het net echt lijkt. "Ik blijf wel weer bij Erik," mompelt Emmely. De anderen lopen het gebouw in. "Ik ga wel alleen in een karretje hoor! Jullie mogen wel samen," zegt Tessa tegen Jesse. Die glimlacht naar haar. Ze hebben geluk, er staat bijna niemand binnen en ze kunnen meteen instappen. Jesse gaat voorin, samen met Jente. Ze pakt zijn hand vast en geeft hem snel een kusje. Dan beginnen ze te rijden. Meteen horen ze een angstig gegil. "Dat lijkt mijn moeder wel," roept ze tegen Jente. Hij kijkt haar aan, luistert even aandachtig en knikt dan. Ze beginnen te lachen.
Wankelend lopen de moeders de attractie uit. "Vonden jullie het een beetje eng?" vraagt Jente aan ze. Jesse pakt zijn arm en laat een spottend geluid horen. Ze wijst in de richting van hun vaders. Ze zijn helemaal wit en hun ogen zijn wijd opengesperd. Hij begint te lachen. "Het valt me nog mee dat jullie broeken niet nat zijn!" roept hij tegen ze. Er verschijnt een rode blos op Johan's wangen. "Ik was niet bang hoor. Ik heb volgens mij gewoon een griepje," probeert hij er nog onderuit te komen. Jesse lacht weer. "Tuurlijk," roept ze. De hele groep gaat naar de uitgang.
Jesse kan haar ogen amper open houden. Het was een geweldige dag! Onderweg had ze haar ouders auto uit het oog verloren, maar toen ze op de Efteling aankwamen, zagen ze hen alweer staan. Met Tessa erbij. Ze hadden Tessa dus voor haar meegenomen. 'Het moet een dag zijn om nooit te vergeten,' hadden ze tegen haar gezegd. Ze glimlacht bij de gedachte aan haar ouders trotse gezichten. Trots, omdat ze hun dochter een plezier wilden doen en zoiets hadden kunnen verzinnen. Nu zit Tessa links van haar. En Jente rechts. Als ze zijn kant op kijkt, ziet ze dat hij al slaapt. Ze aait even met haar hand door zijn haar. Dan draait ze zich om en kijkt naar Tessa. Die kijkt terug en glimlacht even. Jesse glimlacht terug en draait haar hoofd weer weg. Ze laat zich in de zachte bank zakken en laat haar ogen langzaam dichtvallen..
--- Dag 33
Jesse staat voor haar klerenkast. Ze probeert iets uit te zoeken dat ze vandaag aan zal doen. En wat ze mee gaat nemen. Uiteindelijk pakt ze een leuk minirokje met een leuk kort topje erbovenop. Ze kleedt zich aan en maakt zich op. Vrolijk loopt ze de trap af. "Jesse, ik heb frikadelbroodjes voor je opgewarmd," zegt haar moeder, zodra ze de keuken in komt. "Lekker!" roept Jesse uit. Ze loopt meteen naar het bordje met de broodjes en gaat zitten. "Ik spreek je vandaag niet meer, hè? Wil je me wel even bellen, om te vertellen hoe je rapport is?" vraagt Laureen. Jesse, die net haar mond vol heeft, knikt. "Ik ga nu Erikje even wakker maken. Veel plezier vanavond," zegt Laureen. Als ze voorbij Jesse loopt, plant ze nog even snel een kus op haar wang en dan is ze weg.
Zodra ze de broodjes op heeft, staat Jesse op en loopt naar boven. Zonder het bordje op te ruimen, wat ze normaal wel altijd zou doen. Ze is gewoon zenuwachtig. Zenuwachtig voor straks, haar rapport. Zenuwachtig voor vanmiddag en vanavond, ze wilt de avond zo fantastisch mogelijk maken. En natuurlijk zenuwachtig voor morgen, als Jente weggaat. Het vliegtuig instapt.. Ze hem voor het laatst vast kan houden.. Ze voelt weer een traan langs haar wang lopen. Geïrriteerd veegt ze hem weg. "Houd nou eens op met janken," fluistert ze tegen zichzelf. "Het wordt echt eens tijd dat je volwassen wordt, Jesse Havermans." Ze knijpt in haar arm. Geschrokken van de pijn, begint ze sneller te lopen. Ze is al bij haar kamer. Alle spullen die ze mee wilt nemen, liggen nog over haar bed verspreid. Haar tandenborstel, tandpasta, haar nieuwe nachtjapon, nieuwe kleren, ondergoed, een kaartje voor Jente, een fototoestel, een cd met romantische liedjes, schone sokken en een dvd. Ze loopt erop af en stopt alles in haar tas. Terwijl ze nadenkt of ze alles heeft, hijst ze haar tas op haar rug. "Dag Beer, ik ga afscheid nemen van Jente. Je zal hem een lange tijd niet meer zien," fluistert ze tegen haar beer. Soms praat ze ertegen. Hij is, na Jente, haar grootste steun. Ook al zegt hij niks terug. Trillerig loopt ze haar kamer uit. De trap af. Het huis uit. En ze springt op haar fiets. Met tegenzin trapt ze naar school. Iedere keer dat ze trapt, komt ze dichter bij morgen. Dichter bij het moment dat ze afscheid moeten nemen. Dichter bij het moment, waarop haar leven gaat veranderen..
Trillerig zet ze haar fiets in de fietsenstalling. Net als ze bukt om de sleutel uit het slot te halen, voelt ze twee armen om haar heen geslagen. "Lieverd, wat zie je er weer sexy uit!" fluistert Jente in haar oor. Ze staat op en draait zich om. Ze geeft hem een kusje en knuffelt even. Hij pakt haar hand en ze lopen naar het schoolgebouw. "Heb je alles bij je?" vraagt Jente aan haar. Ze knikt. Bijna iedereen die ze tegenkomen, begroet Jesse. Ze is behoorlijk populair. En vooral na vorig jaar kent bijna iedereen haar. Ze is erg geliefd bij de jongens. Eerst maakte ze daar altijd gebruik van, maar sinds vorig jaar niet meer. En zeker niet meer sinds ze Jente heeft. Hij is haar ware liefde, dat weet ze zeker. Vooral de minder populaire meisjes mogen haar. De meisjes zonder vriendinnen, of de meisjes die er minder of niet zo mooi uit zien. Ze blijft tegen iedereen even aardig. De enigen die haar niet echt mogen, zijn dus de arrogante meisjes. Zij zijn jaloers. Jaloers, omdat Jesse met niks doen al geliefd is bij iedereen. Jaloers, omdat zij er een grote bek voor moeten hebben. Omdat zij er goed in bed voor moeten kunnen zijn. Dat valt nu ook weer op. De paar groepjes arrogante meisjes, lopen meteen achterlijk te roddelen. Té duidelijk. Maar het is dan ook een feit dat de meeste meisjes niet eens kúnnen roddelen.
Ze lopen de school in. De aula stroomt al vol met leerlingen uit de vierde. De klas waar zij in zitten. Tessa komt met een groepje vriendinnen aanlopen. Ze begroeten Jesse en Jente allemaal. De hele groep wandelt ook naar de aula en iedereen gaat bij haar eigen klas zitten. Jente mag voor deze keer bij Jesse's klas komen zitten. Eigenlijk zit hij in een andere klas, maar ze willen hen zoveel mogelijk bij elkaar laten zijn. Zodra ze zitten, begint een heel verhaal over het afgelopen jaar. Jesse gaapt even en zakt tegen Jente aan. "Bereid je voor op de onzinnigheid," zegt ze zachtjes.
Eindelijk, het gedoe is afgelopen en iedereen wordt naar zijn of haar mentor gestuurd. "Hallo, Jente," begroet Jesse's mentrix Jente glimlachend. Ze moeten nog even mee, om hun rapport in ontvangst te nemen. En daarna zijn ze vrij. Eindelijk vakantie. Maar voor Jesse is er geen vrijheid, ze zal Jente moeten missen. Geen vreugde omdat het vakantie is. Meer verdriet.
Meteen als haar naam opgenoemd wordt, loopt ze naar voren, pakt ze haar rapport en loopt ze de klas uit. Op de gang leunt ze tegen de muur en laat ze zich langzaam op de grond zakken. Kort daarna komt Jente ook naar buiten. "Gaat het?" vraagt hij bezorgd. Jesse knikt. Ze heeft weer tranen in haar ogen. "Kutleven," fluistert ze. "Wat zei je?" vraagt Jente. "Niks," antwoordt Jesse. Gelukkig vraagt hij niet door. Jente steekt zijn hand uit en Jesse pakt hem aan. Hij trekt haar omhoog. "Kom, lieverd. We gaan een gezellige avond hebben," zegt hij tegen haar. Hij probeert haar te ondersteunen door zijn arm om haar heen te slaan. Zo lopen de de trappen af. De school uit en naar de fietsenstalling.
"Hey lieverd!" roept iemand vrolijk naar Jesse. Jesse kijkt om. Ze ziet Jeroen staan. Meteen begint ze te blozen. Ze mompelt een zachte hoi en loopt verder met Jente. "Waarom was dat?" vraagt Jente ineens. Jesse kijkt hem vragen aan. "Wat?" "Waarom noemde hij je lieverd, hij kent je toch amper? En waarom begon je te blozen?" vraagt hij verder. Jesse wordt nog roder. "Sorry, ik weet niet waarom ik rood word. Echt niet! Ik weet het echt niet!" probeert ze hem te overtuigen. "Yeah right," mompelt Jente verdrietig. Hij begint sneller te lopen en pakt zijn fiets. Een paar seconden later, rijdt hij al weg. "Hé! Waar ga je heen?" roept Jesse hem nog na. "Dag Jesse, ik zal je missen," roept hij terug. Verslagen blijft Jesse staan. Hij is gewoon zomaar weggereden! Zomaar! Zij kon er toch ook niks aan doen? Wat dacht hij wel niet! 'Hij vertrouwt me niet' schiet er door haar heen. Verdrietig zakt ze in elkaar. Zo op de grond. Het kan haar even helemaal niks schelen dat ze daar bij de fietsenstalling zit. Jente vertrouwt haar niet. En hij is nu weg, dat is veel belangrijker. Veel belangrijker dan zo raar in elkaar gezakt zitten. Veel belangrijker dan een paar vreemde blikken. Veel belangrijker dan alles, veel belangrijker.. Ze sluit haar ogen dicht en laat haar hoofd omlaag zakken. Hij komt met een bonk op de harde stenen, maar ze merkt het niet eens. Ze merkt niks meer..
"Jesse! Wordt wakker!" wordt er in haar oor geschreeuwd. Tegelijk met een glas water, dat over haar hoofd gegooid wordt. Geschrokken springt ze op. Ze voelt dat ze iemand hard wegduwt. "Wat is er gebeurd? Waarom ben je niet bij Jente?" vraagt Tessa. Jesse kijkt naar de grond en haalt haar schouders op. Tessa tilt haar hoofd weer op. "Je kan alles tegen me zeggen, dat weet je toch?" Jesse knikt. Ze kijkt achter zich, om te zien wie ze omgegooid heeft. Op de grond ligt een geschrokken Jeroen. "Sorry," fluistert Jesse. Ze steekt haar hand uit en helpt hem omhoog. Hij slaat zijn armen om haar heen. "Het is al goed joh. Waar hadden jullie ruzie over?" vraagt hij haar. Tessa kijkt haar geschrokken aan. "Ruzie? Jullie? Dan moet er wel iets ergs gebeurd zijn!" roept ze uit. Jesse kijkt weer naar de grond. "Laat maar," fluistert ze weer. Ze rukt zich los uit de armen, die nog steeds om haar heen geslagen zijn. Ze sprint naar haar fiets en springt er meteen op. Ze had hem eerst al van het slot gehaald. "Waar ga je heen?" vraagt Tessa. "Ik ga Jente opzoeken!" antwoordt Jesse. En ze racet er vandoor.
Enkele minuten later staat ze hijgend voor Jente's huis. Ze belt aan, terwijl ze ongeduldig staat te springen. Eindelijk wordt de deur open gedaan. Emmely staat in de opening. "Hai Jesse! Wat kom jij hier nou doen? Jij en Jente zouden toch naar de stad gaan?" vraagt ze verbaasd. Jesse kijkt haar raar aan. "Is hij hier niet dan?" vraagt ze. Emmely schudt met haar hoofd. "Nee, wat zou hij hier moeten doen, als hij bij jou zou zijn?" vraagt ze. Jesse haalt haar schouders op en springt alweer op haar fiets. Emmely haalt ook haar schouders op. "Dan niet," zegt ze en ze gooit de deur dicht. Jesse maakt het niks uit, die racet alweer verder.
Hijgend bereikt ze haar eigen straat. Naast haar buren is een klein parkje, daar hebben zij en Jente heel vaak gezeten. Dat was de enige plaats waar ze goed met elkaar over haar probleem konden praten. En de plaats waar ze voor de eerste keer zoenden. Waar hun relatie begonnen is. Daarom zou Jente er misschien kunnen zitten. Ze stapt af en gooit haar fiets in de heg, die om het parkje heen staat. Buiten adem probeert ze naar hun bankje te rennen. Eindelijk is ze er bijna. Het bankje. Hun bankje. Het bankje staat tegen een laag muurtje aan, verscholen onder een paar mooie bomen. Achter het bankje en eronder staan allemaal bloemen. Tussen de boombladeren, zie je ook heel veel mooie bloemen. Het is gewoon prachtig om daar te zitten, tussen de groene bladeren en de bloemen in alle kleuren. De meeste mensen die af en toe door het parkje lopen, weten niet eens dat daar een bankje staat. Het staat op een plaats waar bijna niemand komt en als er al iemand in de buurt komt, ziet diegene het bankje niet echt. Daarom is het bankje nog helemaal schoon. Eigenlijk is het er gewoon weggezet door Jesse en Jente. Toen ze er voor het eerst kwamen, zaten ze tussen de bloemen. Maar omdat het winter werd, hadden ze geen zin meer om op de koude grond te zitten. En zo maakten ze de bloemen kapot. Ze kochten een bankje en hebben het samen daar neergezet. Vanaf de plaats waar Jesse nu staat, kan ze het bankje ook niet zien. Ze zet nog een paar stappen vooruit. Ze komt eerst bij een soort muurtje. Ze zet een voet erop en hijst zich omhoog. Dan loopt ze tussen de bomen en struiken door. Eindelijk ziet ze het bankje. Ze ziet er een jongen opzitten. Hij zit met opgetrokken knieën en zijn handen voor zijn ogen. "Jente!" schreeuwt Jesse. Geschrokken haalt hij zijn handen weg. Ze ziet zijn betraande gezicht en rode ogen. Zo heeft ze hem nog nooit gezien. Snel loopt ze op hem af en gaat naast hem zitten. "Sorry, maar ik bloosde echt niet door hem hoor," begint Jesse. Ze twijfelt even. "Ik vind hem helemaal niet leuk," liegt ze nou of is het de waarheid, vraagt ze zich af. Jente slaat zijn armen om haar heen. "Het maakt niks uit, ik geloof je wel. Ik zou sorry moeten zeggen, ik had je moeten vertrouwen!" zegt hij snikkend. Jesse slaat haar armen ook om hem heen en geeft hem een kus. "Het geeft niet, schat. Gaan we zo nog naar jouw huis, om de films te kijken?" vraagt ze. Jente kijkt haar met stralende ogen aan. "Wil je dat nog?" vraagt hij. "Ja, natuurlijk! Ik wil onze laatste dag nog steeds zo leuk mogelijk maken," antwoordt ze. Ze kust zijn tranen weg en veegt dan zijn gezicht droog. Hij kijkt haar lachend aan. "Kom op," zegt ze en ze sleurt hem mee.
Met een verliefde blik legt Jente zijn hand op Jesse's hand. Ze zitten in een chic restaurant. Het was een verrassing van Jente, hij heeft al zijn euro's bij elkaar geveegd en daarvan heeft hij cadeautjes gekocht en hij heeft geld opzij gelegd om uit eten te kunnen gaan. Het restaurant ziet er erg romantisch uit. De meeste tafeltjes hebben maar twee stoelen, omdat normale gezinnen er meestal niet komen eten. Het is echt bestemd voor paartjes die goedkoop een romantisch diner willen. De muren hebben zwarte en rode vlekken, op de lampen ligt een rode doek en de stoelen zijn ook rood met zwart. Op ieder tafeltje staan rode geurkaarsen, een koeler meteen fles champagne erin en een vaasje rode met witte rozen. De vloerbedekking is zwart en lekker zacht. Er draait rustige, romantische muziek. Dus gewoon een romantisch sfeertje. "Het is echt zó lief dat je mij hier naar toe neemt," zegt Jesse enthousiast. Jente veegt de haren uit haar gezicht. "Zo hoort het toch? Ik vond gewoon dat ik mijn laatste geld aan jou uit moest geven. En een romantisch diner hoort er gewoon bij," antwoordt hij.
Als ze uitgegeten zijn, haalt de ober de borden weg en zet hij een schaaltje oesters voor ze neer. "Lust jij die?" vraagt Jente, een beetje vies kijkend naar de oesters. "Ik heb ze nog nooit gegeten, maar we kunnen het altijd proberen," zegt ze met een zwoele stem. Jente pakt er één op en voert hem aan Jesse. "En?" vraagt hij. "Zo vies zijn ze niet! Ik wil er nog één!" zegt Jesse. Ze voert Jente nu ook.
Giechelend en met een volle maag fietsen ze terug naar Jente's huis. Hij fietst zo door de poort de achtertuin in en gooit zijn fiets daar neer. Zijn ouders zijn nog weg, ze gingen naar zijn opa's en oma's om afscheid te nemen, die zouden morgen toch wel uit willen slapen, dus ze konden ze niet meer zien. Ze lopen naar binnen en gaan meteen de trap op. "Zo, zijn jullie eindelijk thuis?" vraagt Emmely, die net uit de badkamer komt lopen. "Ik ga meteen, ik heb over tien minuten afgesproken bij het park," zegt ze. "Je komt toch wel op tijd thuis, hè? Anders kan je morgen je bed niet uit komen en missen we het vliegtuig," zegt Jente. Zijn zus staat erom bekend, dat ze nooit haar bed uit kan komen. Zelfs op school gaven ze er al geen straf meer om, ze kwam toch bijna iedere ochtend te laat. En als ze haar om acht uur lieten melden, kwam ze dus niet en haar zo vaak na laten komen, vonden ze ook niet fijn voor haar. Veel van haar klasgenoten waren erg jaloers op haar.
Ze liggen allebei in pyama voor de televisie. Ze liggen samen op het matras waar Jesse eigenlijk op moet slapen, dicht tegen elkaar aan. Aan het eind van de film, liggen ze bovenop elkaar. Jesse friemelt een beetje aan Jente en Jente friemelt aan Jesse. Ondertussen zoenen ze de hele tijd. "Wacht," fluistert Jente hijgend. Hij duwt haar van zich af. Jesse kijkt hem verbaasd aan. "Wat is er?" vraagt ze met een trillende stem. Hij steekt alleen zijn hand op en duikt in zijn nachtkastje. Hij haalt er en doosje uit. Ze kijkt hem vragend aan. "Wat zit daarin?" vraagt ze. Hij steekt hem uit. "Kijk zelf maar," fluistert hij. Nerveus probeert ze het doosje open te peuteren. Eindelijk heeft ze hem open gekregen. Geschrokken kijkt ze van de inhoud naar Jente.
Ze blijft stil. Jente staart haar afwachtend aan. Als hij doorheeft dat ze niks gaat zeggen, begint hij maar te vertellen. "We zijn nu bijna twee maanden samen. Daarvoor waren we al onafscheidelijk. We zijn nu ongeveer een jaar vrienden en ik heb altijd voor je klaargestaan. Dat kwam, omdat ik al een paar jaar verliefd op je was. De eerste dag dat ik je de school binnen zag lopen, begon mijn hard al sneller te kloppen. Ik snapte er niks van, ik was nooit echt verliefd geweest en zeker niet op iemand die ik nog niet kende. Ik probeerde je te vergeten, maar het lukte niet. Ik bleef jouw mooie gezicht zien, ik bleef eraan denken. Iedere keer als ik je zag, werd ik helemaal warm van binnen. Ik durfde niks tegen je te zeggen en jij kwam nooit op mij af. Zo bleef het een hele tijd doorgaan, tot ik je huilend in de gang zag zitten. Je weet waarschijnlijk nog wel wat er is gebeurd, maar ik zal het nog even vertellen. Je zat daar zo zielig, tegen de muur gezakt. Met opgetrokken knieën en je armen er omheen. Ik kwam naast je zitten en vroeg wat er mis was, toen je niks zei, sloeg ik een arm om je heen. En jij zakte tegen me aan, ook al kon je mij niet. Ik troostte je en nam je mee, uit school. We hebben een hele tijd rondgelopen en hebben de hele tijd gepraat. Toen het middag was, liepen we naar jouw huis, maar je wilde niet naar binnen. We gingen dus naar het parkje naast je huis, daar hebben we ons hoekje gevonden. Het was echt fantastisch, het klikte zo goed." Hij slaat een arm om haar heen. "Sinds die dag, weet ik zeker dat je de ware bent," sluit hij zijn verhaal af. Hij kijkt haar aan. Ze heeft tranen in haar ogen. "Ja, die dag was geweldig. Maar niet de mooiste dag van mijn leven," zegt ze. Hij kijkt haar geschrokken aan. "Dat was de dag, dat we zoenden en toen we een relatie kregen," vervolgt ze. Hij kijkt meteen een stuk vrolijker. Dan denken ze weer aan het cadeautje. Jesse haalt de inhoud eruit en bekijkt hem. "Dit zal onze relatie een stuk sterker maken," fluistert Jente en hij zoent haar weer.
Jesse schuift de blinkende ring om haar vinger. "Hij is echt mooi! Maar volgens mij ook erg duur!" zegt ze bewonderend. "Ja, hij was zeker duur. Maar dat maakt niks uit, voor jou is niks te duur," fluistert hij. Jesse kijkt hem aan. "Kon je hem wel betalen dan?" vraagt ze. "Ja, ik heb hier veel gespaard, eerst had ik geen doel. Maar toen ik jou zag, wilde ik mijn geld uitgeven aan een cadeautje voor jou. En zeker toen je mijn vriendin werd. Maar nu ga ik weg, dus moest ik het wel snel uitgeven. Hij kostte trouwens maar tweehonderd euro," zegt hij. Jesse staart hem geschrokken aan. "Dat kan ik echt niet aannemen," fluistert ze, terwijl ze de ring weer van haar vinger haalt en terug in het doosje legt. "Alsjeblieft, Jesse. Neem hem alsjeblieft aan. Ik wil zo graag, dat jij mijn laatste geld, in de vorm van een ring, als mooiste, tastbare herinnering aan mij hebt," zegt Jente, met een smekend gezicht. "Oké, maar dan wil ik dat jij morgen op Schiphol iets duurs uitzoekt, dat ik aan jou kan geven," gaat Jesse akkoord. Ze pakt de ring weer uit het doosje en doet hem aan. "Ik ga even geld halen thuis, zodat ik je morgen je cadeau kan geven. Ik ben zo terug," zegt ze. Ze geeft Jente een kusje en loopt zijn kamer uit.
"Mama, waar is mijn bankpasje?" roept Jesse naar haar moeder. "Die zit toch in je portemonnee? In je tas volgens mij," antwoordt haar moeder, die haar kamer binnen komt lopen. "Wat heb je daar nou aan je vinger?" vraagt ze verbaasd. Jesse kijkt naar haar ring. "Oh, die heb ik van Jente gekregen. Lief hè?!" antwoordt ze. Ze bekijkt haar ring nog eens. Hij is van zilver, en op de bovenkant zitten drie lichtblauwe diamantjes, vlak naast elkaar. "Is hij echt?" vraagt haar moeder nieuwsgierig, terwijl ze haar vingers om de ring laat gaan. "Ja, je denkt toch niet dat Jente mij van die goedkope ringetjes geeft?" vraagt Jesse. Laureen schudt met haar hoofd. "Nee, dat is waar. Maar zo'n ring is toch veel te duur voor hem?" vraagt ze argwanend. Jesse knikt en legt het uit. Laureen knikt begrijpend en loopt ondertussen met haar dochter mee de trap af. "Nou, veel plezier nog," zegt ze en ze geeft haar dochter een kus. Jesse springt weer snel op haar fiets en rijdt rustig naar Jente toe. De deur staat al op een kier open. "Schat, waarom heb je de deur open gelaten?" roept ze naar boven. Ze krijgt geen antwoord. Ze begint een beetje bang te worden en loopt snel naar boven. Ze gooit meteen zijn deur open. Geschrokken slaat ze haar hand voor haar mond.
Op de grond ligt Jente. Bovenop een paar zachte, rode en roze ligkussens. Om hem heen staan allemaal rode kaarsjes te branden. Hij tilt zijn arm op, drukt op een knopje van een afstandsbediening en er klinkt meteen Enya uit zijn stereotoren. Hij legt de afstandsbediening opzij en spreidt zijn armen, als teken dat Jesse tegen hem aan moet komen zitten. Als verdoofd loopt ze op hem af. Ze stapt over de kring van kaarsjes heen en laat zich naast hem op de ligkussens zakken. Dan pas ziet ze alle rozenblaadjes liggen, tussen de kaarsencirkel, op de ligkussens en nog een paar door de rest van de kamer. Ze ruikt de wierook ook ineens. Ze voelt zijn sterke armen om haar heen geslagen worden en ze voelt zijn warme mond in haar nek komen. Na een zee van kusjes, trekt Jente ineens zijn blouse uit. Jesse streelt zijn buik. Zijn mooie, harde blokjesbuik. Ze begint er kusjes op te geven en ondertussen knoopt ze zijn broek los. Langzaam trekt ze hem een stukje naar beneden en ziet dat hij al hard is geworden..
Als ze klaar is, slikt ze alles door en gaat weer omhoog zitten. Jente zoent haar. Ze ziet verlangen in zijn ogen. Een hevig verlangen. Maar als ze het condoom tussen de kussens ziet liggen, schrikt ze. "Neeee!" gilt ze uit. "Lieverd, rustig nou maar. Ik zal het rustig aan doen. Ik zal je niet als hem behandelen, je mag alles zelf bepalen, schat," fluistert hij. Gelukkig wordt Jesse meteen rustiger. Ze geeft hem snel een kus en kleedt hem verder uit, hij doet hetzelfde bij haar en begint haar te strelen. Korte tijd later, pakt ze het condoom. Zenuwachtig scheurt ze hem open en doet ze hem om..
Uitgeput liggen ze tegen elkaar aan, op de zachte kussens. "Het was geweldig, Jesse," fluistert Jente. Hij streelt langs haar wang. Haar bezwete wang. "Eigenlijk zouden we nu een sigaret moeten roken," giechelt Jesse. "Alleen jammer dat we allebei niet roken," voegt ze er aan toe. In het licht van de flakkerende vlammetjes, ziet ze zijn grijns. Hij kust haar teder op haar wang. "Ik pak je pyama wel even. De mijne is al ingepakt, dus ik moet wel in boxershort slapen, vind je dat erg?" vraagt hij. "Nee!" zegt Jesse grinnikend. Jente geeft haar weer een kusje en staat op. Jesse hoort wat gerommel in haar tasje en even later komt Jente alweer terug, met haar pyama en een deken. Hij blaast alle kaarsjes uit en geeft de pyama aan Jesse. Die heeft hem meteen aan en laat zich weer op de kussens zakken. Jente legt de deken over haar heen en gaat ernaast liggen. Hij slaat zijn armen om haar heen en trekt haar dicht tegen zich aan. Ze geeft hem een kusje op haar neus en doet dan haar ogen dicht. "Slaap lekker, Jesse," fluistert Jente nog en dan valt ook hij in een diepe slaap.
"Romeo en Juliet! Wakker worden, we moeten de spullen inpakken!" brult een stem vanuit de deuropening. Moeizaam openen ze hun ogen. Emmely staat in de deuropening. "Haha, het zal vannacht wel gezellig zijn geweest, bij jullie," grinnikt ze. Jente gooit een kussen tegen haar hoofd. "Je zegt niks tegen pa en ma hoor," zegt hij slaperig. "Was ik ook niet van plan joh, agressievelingetje," antwoordt ze lachend. Ze loopt de gang weer in en sluit de deur. Jente draait zich om naar Jesse. "Zullen we maar opstaan? Dan kunnen we zo eerst even dit allemaal opruimen, daarna ontbijten en dan mijn spullen inpakken," stelt hij voor. Jesse knikt. Ze staat op en loopt naar de badkamer.
|