Deze column heeft geen titel. Dit komt omdat hij eigenlijk nergens over gaat. Je mag hem dus wel lezen, maar dan achteraf geen geklaag over (het gebrek aan) inhoud, goed?
Mooi zo.
Ik liep laatst over straat en ineens schoot mij te binnen dat ik vergeten was om een kaart te sturen naar mijn onlangs verjaarde ex-vriendin. Dit was niet zo erg, want ik had van haar ook geen kaartje gekregen. Toch bleef het in mijn hoofd hangen, omdat ik graag grossier in overdreven aardigheid.
Een goed voorbeeld hiervan is mijn ongebreidelde drang om beleefd te doen tegen volstrekt onbekenden. Zoals toen ik laatst over straat liep en iemand tegenkwam die naar iets leek te zoeken. De man die ik zag liep in kleine cirkels rond en keek steeds maar naar beneden. Dus ik spreek de man aan en zeg: “Goh, meneer, zoekt u iets?”. De man kijkt op, lacht vriendelijk en zegt dat hij inderdaad iets zoekt, waarna hij weer verder gaat met zijn speurwerk. “Wat zoekt u dan?” probeer ik. Deze keer kijkt hij niet op, maar antwoordt: “Ik ben hier jaren geleden weggegaan, dacht dat er niets meer was. Maar mijn hart moet hier nog ergens zijn.” De reactie op mijn gezicht moet minstens even lachwekkend zijn geweest als iets wat erg grappig was. Even ben ik uit het veld geslagen door dit ietwat vreemde antwoord en ik overweeg of de man misschien ontsnapt is uit een inrichting.
Een erg welvarend man heeft mij eens verteld dat het verschil tussen een excentriekeling en een gek ongeveer één miljoen euro is. Mijn volgende vraag is daarom zowel logisch als onverwacht. “Meneer, bent u erg rijk?” De man stopt nu plots met zijn vreemde dansje. Langzaam kijkt hij op en wijst hij naar een bankje “Zullen we daar even gaan zitten?” Ik twijfel nog, maar ik neig naar excentriek.
Als we zitten begint de man aan een verhaal waarvan ik vermoed dat het zijn levensverhaal is. Hij vertelt over zijn kinderjaren, waarin hij door het leven ging als een eenzame eenling. Zonder vrienden doorliep hij de basisschool en daarna de middelbare school. Als ik vraag of hij dan gepest werd, antwoordt hij van niet, hij had gewoon geen vrienden. Na de middelbare school ging hij studeren, maar bleef altijd thuis wonen. Hij had een economische studie gedaan. Zes lange jaren lang en nog steeds zonder dat iemand meer van hem wist dan zijn naam.
Wat hier amper een alinea duurt, nam daar op dat bankje al gauw een uur in beslag. Ik probeer op mijn horloge te kijken en zucht eens diep. Vriendelijkheid is goed, maar het moet niet te lang duren. Mijn gedachten dwalen af. Bijna ben ik vergeten dat ik op weg was naar de winkel om een kaartje voor mijn aanstaand jarige ex-vriendin te kopen. Dat lijkt nu een simpele gedachte zoals het hier staat en dat is het waarschijnlijk ook, maar ik kan er zonder moeite een aantal minuten over doen om zoiets te denken. Geen probleem voor mij. Oh ja, ik moet ook nog een horloge kopen.
De man vertelt en vertelt en ineens heeft hij mijn volle aandacht weer. Gek toch hoe dat ene woord altijd weer kan rekenen op mijn interesse. “En nu ben ik op zoek naar iemand om al mijn geld weg te geven.” Met gespitste oren luister ik verder. “Maar ja, mijn hart... ik ben het hier ergens verloren. Ik wil mijn hart volgen als ik mijn miljoenen weggeef.” Excentriek, ik wist het! “En het ergste nog van alles, is dat mijn hart niet eens gestolen is. Het is nooit gebroken, niet veroverd, zeer zelden beroerd of zelfs maar in lichte vervoering gebracht. Het is gewoon verloren en dat was het dan.” Rustig leg ik mijn hand op de man zijn schouder. Ik haal diep adem en zeg rustig: “Meneer... u bent zonder twijfel de meest interessante persoon die ik de afgelopen jaren gekend heb. Na uw enerverende verhaal gehoord te hebben, denk ik dat u het maar eens een tijdje rustig aan moet gaan doen.” Blij als een kind kijkt hij mij aan. Zijn ogen beginnen te stralen, hij staat op en geeft mij een hand. “Ik weet het! Ik weet het! Mijn hart is niet verloren, het is alleen maar verdwenen onder een dikke laag stof! Ik weet wat ik met mijn geld ga doen, het is allemaal voor jou!”
Met mijn handen in mijn zakken loop ik een half uurtje later richting verjaardagskaartengigant. Apart toch, hoe dat kan gaan. Die man is in een tijdsbestek van één banktransactie gek geworden.
Wat zeg je? Ik ben gek omdat ik een verjaardagskaart koop voor mijn ex-vriendin? Nee... niet gek. Hoogstens excentriek.
__________________
Assepoester, houd je muil!
Laatst gewijzigd op 07-08-2006 om 14:39.
|