ik heb een verhaal geschreven over een meisje van 19, die slaaf is, en brieven aan God schrijft, stiekem omdat ze niet mag geloven van haar meester......ik hoop dat jullie het leuk vinden!!
Lieve God,
Waarom vraag ik me af, waarom? Ben ik zo slecht, ben ik u niet trouw? Waaraan verdien ik dit leven, deze pijn en ellende? Een leven als zwarte, een leven als slavin. Ik ben als slaaf geboren, en zo is ook mijn lot bezegeld. Ik heb nooit vrijheid gekend, ik ben een slaaf, een bezit van mijn meester. Ik moet nu ongeveer achttien jaar zijn, ik weet het niet precies, ik kan niet tellen. Nee, ik kan niets, ik dien mijn meester zo goed als ik kan. Ik heb hem zes kinderen geschonken, twee zonen en vier dochters. Vier gezonde kinderen, en twee die het niet hebben gehaald, zijn gestorven, zonder mij te kennen. Ik mis ze zo, mijn lieve, dierbare kinderen. ik ben ze kwijt, allemaal, voorgoed. Ze zijn verkocht, aan een slavenhandelaar, voor veel geld. Ik ben blij voor mijn meester, maar ik mis mijn kinderen elke dag, met pijn in mijn hart. Ik ben trots, draag de kinderen van de meester. Ik en zes ander vrouwen, wij dienen hem met onze vruchtbaarheid, onze kinderen, zonen en dochters. ik weet niets van mijn kinderen, ik ken ze niet, ze hebben geen naam. Nee, ze werden van me weg genomen, na de geboorte, ik mocht ze geen naam geven van mijn meester. Het zijn slaven, vond hij, slaven hebben geen namen. Hij neemt mijn kinderen weg, ze huilen om hun moeder, om haar liefde en warmte.
Ik weet niet of ze in leven zijn, of het goed met ze gaat, niets. Hun leven ligt in u handen, God, ik weet dat u goed voor ze zult zorgen, ik vertrouw op u. Ze verdienen een leven in vrijheid, mijn lieve dierbare kinderen, in vrede. Oh, wat mis ik ze, met pijn in mijn hart. Ik ben nu zwanger, draag weer een kind van de meester, met zevende nu. Ik weet niet of ik het aankan, weer een kind te verliezen. Mijn hart voelt zo leeg, zo kil zonder hen. Ik moet mijn meester dienen, hem gezonde, sterke slaven bezorgen. Ik slaap in het huis van de meester, en voorrecht waar ik hem met heel mijn hart voor dank. Ik werk op de plantage, maar niet nu, als ik zwanger ben. Nee, dan niet. Ik ben nu zeven maanden zwanger, en ik lig op bed, en bedenk een naam voor mijn kind. Mijn meester mag het niet weten, nooit, mijn kinderen zijn slaven, die hebben geen naam. Nee, wij zwijgen, zijn onzichtbaar. Ik dien mijn meester goed, maar soms voel ik me zo eenzaam, zo ongelukkig. Ik heb rebelse gedachten, wil vrij zijn, en ik schaam me diep voor die hersenspinsels. Na alles wat mijn meester voor me doet, wil ik vrij zijn, hem in de steek laten. ik ben ondankbaar, u mag me straffen God, ik verdien het. Maar alstublieft, neem mij niet nog een kind af! Ik kan het niet aan, niet nog een keer. Ik smeek u God, laat mijn baby leven. Alstublieft, mijn baby, mijn kindje! Ik bid u voor een beter leven voor mijn kinderen. Ik moet nu stoppen lieve God, mijn meester komt er aan. Vergeef mij al mijn woorden, mijn slechte gedachten. Vergeef mij...