|
Bij gebrek aan verhalen plaats ik maar een opgeschreven droom. Alhoewel het misschien meer een nachtmerrie was.
- - -
Laat me u een droom vertellen.
Zonder enige aanleiding was ik samen met mijn ouders, mijn vriendin en haar jongere zusje in een kuststad in Amerika. Ik geloof dat het om een vakantie ging, maar ik weet het niet zeker. Tijdens een uitje naar de haven lieten wij ons als domme toeristen overhalen mee te doen aan een stunt. We zouden in een eivormig vaartuig van donkerblauw staal, niet veel groter dan een cabine van een reuzenrad, te water gelaten worden. Door een glazen ruit aan één van de zijden, konden we een mooi zicht krijgen van de onderwaterwereld van de Amerikaanse haven. Echter, toen onze tijd om was en wij weer terug aan de steiger moesten komen, was er iets mis met de aandrijving. In plaats van landinwaarts te gaan, dreven wij af naar de grote oceaan. We waren reddeloos verloren.
Ik weet niet wat wij aten of hoe wij ademenden in de benauwde cabine, zulke details vergeet men in dromen. Een onbepaalde tijd ging voorbij alsof ik sliep, maar ik herinner me nog hoe ik door de ruit keek en niets zag, en hoe de verveling met hartslagen op ons inbeukte. Uiteindelijk spoelden wij weer aan land in Nederland, waarschijnlijk ter hoogte van Utrecht. Ik weet niets meer van de ontscheping, maar ik herinner me hoe we het volgende moment met een overvolle tram mee wilden reizen naar Arnhem. Binnenin was geen enkele plek meer te vinden en daarom hielden wij ons vast aan een onduidelijke ijzerconstructie die aan de voorkant van het voertuig vastgemaakt was.
In Arnhem aangekomen, vonden we al snel onze eigen woonwijk (die overigens aan de andere kant van Nederland ligt) en om onze terugkomst te vieren, hadden een aantal bewoners die wij eigenlijk niet goed kenden, in hun voortuin een feestmaal aangericht. Terwijl ik daar rauwe kip at, die broos aanvoelde alsof hij bevroren was en naar niets smaakte, vroeg ik me af hoelang we bezig geweest waren met onze onmogelijke reis. Ik moest weten wat de datum was. Mijn moeder dacht dat we wel honderd en één dagen onderweg waren geweest en dat het nu twee februari was.
Op dat moment werd ik wakker in mijn droom. Ik bevond me weer in ons bekende huis, dat nog steeds in het onbekende Arnhem stond. Ik probeerde uit te vinden wat droom was en wat er werkelijk aan de hand was. Ik dacht aan mijn opleiding, en maakte me grote zorgen. Als het werkelijk twee februari was, dan begon mijn volgende semester al, had ik twee tentamens en een deadline voor een paper gemist. Maar het kon ook niet dat er tussen begin januari en begin februari zoveel dagen lagen. Ik moest weten welke dag het was om er zeker van te zijn dat ik slechts gedroomd had.
Ik ging, samen met mijn twee broers, naar het gemeentehuis van Arnhem om daar duidelijkheid te verkrijgen. Tussen twee grote rotswanden in lag iets wat ooit een betegeld plein was geweest en wat leidde tot de ingang van het gebouw. Er waren echter grote kraters geslagen in de grond en op de bodem daarvan lagen enorme, gebroken tegels, voedselresten en verschillende soorten afval. Het was kennelijk de bedoeling van de gemeente geweest om in die kuilen dieren te houden, want er liepen verschillende eenden rond en ik dacht een giraffe te zien. Ik ging mijn oudste broer achterna in een redelijk recht pad. Door ons met moeite op een richel van enkele centimeters breed langs de buitendeurpost te persen verkregen wij toegang tot het gebouw. Achter me zag ik mijn andere broer, die een verschillende route genomen had, door een kuil lopen en natte voeten krijgen. Ik zag hem niet meer terug.
Het gebouw zelf was een lange, rechte gang met overal deuren, prikborden, schooltafels, stoelen en dergelijke aan de zijkant. Ik zag bij de ingang een kalender hangen en dacht nu al een antwoord te krijgen. Ik schrok toen ik zag dat het daar al maart was, maar haalde opgelucht adem nadat ik bemerkt dat de kalender uit 1924 stamde. Daarnaast hing een poster met een andere datum, namelijk twaalf december. Ik wist dat dit ging over een voorbij evenement, omdat ik de eerste week van januari, waarin mijn broer en moeder jarig zijn, nog bewust meegemaakt had.
Ik zag, terwijl mijn oudste broer verder door liep naar achteren, drie vrouwen een vergaderzaal binnengaan en vroeg aan één van hen of zij wisten wat de datum was. Nadat ik geen antwoord kreeg, legde ik uit dat ik één van de mensen was die zolang vermist werden en in het stalen ei van Amerika naar Europa gedreven hadden. Het verhaal was namelijk door heel het land met veel verbazing gevolgd. Nu barstten ze los in medelijden en om het plaatje compleet te maken vertelde ik haar dat er aan boord ook nog een jong meisje, het zusje van mijn vriendin, was geweest, wat helemaal dramatisch was. Ik haalde tijdens het gesprek de vreemdste capriolen uit met mijn armen voor mijn lichaam. Terwijl de vrouwen, zonder me antwoord gegeven te hebben, in de kamer verdwenen, voelde ik me waanzinnig worden. De laatste vrouw, die niets gezegd had tijdens het gesprek, keek door de kier bij het scharnierpunt van de deur nog even naar me, en verdween daarna.
Inmiddels had mijn broer het einde van de gang bereikt waar de burgemeester plaats had gemaakt voor het schoolhoofd en waar ook verschillende leerlingen zaten te wachten op een gesprek. Een jongere met een donkere huidskleur sprak met mijn broer, die verveeld voor zich uit keek. Ik zag een grote pot met enorme chocolademunten ter grootte van bierviltjes staan en pakte er één uit. Voordat ik de uitgepakte plak chocolade in mijn mond kon steken, verscheen uit een deur die ik nog niet opgemerkt had, een enorme harige aap. Deze stormde door de gang en uit pure angst gooide ik de munt naar hem toe.
Op dat moment werd ik nogmaals wakker. Ik wilde niet eens meer weten wat een droom of wat de werkelijkheid was, ik wilde alleen weten wat de datum was. Het bleef maar aan mijn knagen dat ik een vreselijke achterstand opgelopen had met mijn opleiding. Ik besloot mijn televisie aan te zetten om op teletekst de datum te zien. Maar in plaats van teletekst, zapte de televisie elke keer bij het indrukken van de bewuste knop een kanaal omlaag. Ik probeerde het enkele keren opnieuw, maar zonder succes.
Beneden in de huiskamer had de afstandbediening last van hetzelfde mankement en dodelijk vermoeid, gefrustreerd en waarschijnlijk waanzinnig, viel ik in een stoel. Het programma op de televisie ging over een computer spel waarbij de hoofdpersoon over tapijten door kamers moest sluipen, om bolle flesjes met blauwe vloeistof op te pakken. Wanneer hij naast de tapijten terecht kwam, verscheen er een buitenaards wezen (compleet zwart, rode ogen en een menselijke gedaante, maar dan met een groter hoofd) die kleine, glazen bollen naar hem gooide. Ik leefde me zoveel in in dit spel dat ik vreselijk bang werd en uit pure angst werd ik opnieuw wakker.
Ditmaal zat ik echter weer aan de dis van de buurtgenoten. Mijn ouders praatten honderduit en waren kennelijk alle problemen vergeten, maar ik moest nog altijd weten wat de datum was. Ik keek op de klok, maar deze stond stil. Ik at wat bevroren, warme, smakeloze, broze kip, maar werd misselijk. Ik probeerde terug te denken aan mijn tijd in de metalen capsule onder water, maar kon me niets herinneren. Was het maar een droom? Maar waarom dan dit feestmaal? Alleen het weten van de datum kon uitsluitsel geven.
Ondertussen veranderden de disgenoten constant. Mensen uit de buurt die ik niet beter kende dan een groet op straat werden voor anderen vervangen, die ik even slecht kende. Het was donker buiten en ik kon me niet meer wakker houden.
Voor de laatste keer werd ik wakker, ditmaal in mijn eigen bed. Ik was hevig in de war, maar stelde mezelf al snel gerust. Ik voelde mijn deken, de warmte. Ik hoorde een lichte regen tegen het raam kletteren. Ik zag mijn wekkerradio de tijd aangeven. Had ik deze details in een droom bemerkt? Ik kon het me niet herinneren. Nee, dit was de werkelijkheid, ik voelde het direct. Ik was eindelijk echt wakker.
Maar toch, in al mijn dromen in dromen heb ik ook geen moment getwijfeld aan mijn wakker zijn, aan de werkelijkheid van mijn droom. Ik vouwde mijn armen weer in onmogelijke posities voor mijn lichaam en het duizelde me.
Ik heb nog niet naar de datum gekeken, omdat ik bang ben weer wakker te worden.
- - -
LUH-3417
|