"Natuurlijk wil ik premier worden"
Nieuwe Revu
woensdag, 17 augustus 2005
Geert Wilders wordt deze week in Nieuwe Revu onderworpen aan een vragenvuur van Frenk van der Linden en Pieter Webeling. De tekst: Balkenende is het hoofd van de grijze muizen, islam en demcratie gaan niet samen, en chemische castratie van zedendeliquenten zou een goed idee zijn. Geert Wilders doet graag boude beweringen, maar hoe logisch zijn ze?
1) Wij moesten daarnet onze paspoorten laten zien, alsmede een aanbevelingsbrief van onze hoofdredacteur. Bij de ingang van het Tweede-Kamergebouw werden we gescand en gefouilleerd. Een gewapende bewaker bracht ons naar dit donkere achterafkamertje, vrijwel zonder uitzicht — met stalen deur. Wat is de grootste ergernis in een zwaar beveiligd leven?
“De vraag wat ik morgen ga doen. Klinkt raar, maar die beveiligingsmensen willen bijvoorbeeld maandagochtend al weten wat ik dinsdag van plan ben. En ik ben nooit alleen. Ik kan zelfs niet in mijn eentje naar het toilet. Ik ben blij met die mannen, maar ze zijn er altijd. Overal. Je voelt je onvrij.
“Soms ben ik het spuugzat. In kamp Zeist, waar ik een paar maanden verbleef, heb ik eens een prullenbak door mijn cel gesmeten. Door de dikke betonmuren viel mijn telefoonlijn weer eens weg. Als ik mijn mobieltje precies tussen de tralies zette, had ik nog een streepje ontvangst — kon ik met bluetooth draadloos rondlopen. Ik probeer vooral het positieve uit mijn situatie te halen: ik raak alleen nog maar overtuigder van mijn ideeën. Ik ga door. Niemand krijgt mij klein.”
• Hoe woont u nu?
“Moeilijk om daar iets over te zeggen. Mijn vrouw en ik hebben een appartement gekregen, maar we zitten nu weer een paar maanden op een andere plek. Het moet nog beter worden beveiligd.”
2) Stel: u mag een avond met Balkenende doorbrengen. U zit tegenover hem... Waarom lacht u?
“Mag het ook een ochtend zijn? De avonden gebruik ik liever voor leuke dingen.”
• Waar zou u hem om prijzen?
“Het is een nette man. Maar ik zou hem streng willen adviseren ermee op te houden. Ik zie niets positiefs in Balkenende, hij hééft het gewoon niet. Ik denk dat veel Nederlanders — ieder met zijn eigen politieke voorkeur — hunkeren naar ander, echt vernieuwend beleid. Met dit kabinet verandert er niets. Als het gaat om krachtdadigheid is het armoe troef met bewindslieden en andere politici. Grijze muizen zijn het. Als je door het Kamergebouw loopt, zie je ze overal in hun hol wegschieten. Balkenende is het hoofd van de grijze muizen.”
3) Waarom vonden leraren u al ‘een rotzak’?
“Ze vonden mij een hele gróte rotzak. Omdat ik een dwarse, recalcitrante jongeman was. Ik ben vaak de klas uitgeknikkerd. Ik was echt geen lieverdje in mijn tienerjaren.”
• ‘Ik deed alles wat god verbood,’ zei u eens. ‘Ik haalde mensen het bloed onder de nagels vandaan.’ Wat dééd u dan allemaal?
“Ik was brutaal. Ik hield tijdens de les mijn jas aan. Ik spijbelde. Dan gingen we een krat bier kopen.”
• Wat waren de serieuze jeugdzondes?
“Nou, ik heb nooit geweld gebruikt. Geschorst ben ik ook nooit. Zo erg was het niet. En ik kon niet slecht leren — mijn prestaties op school leden er niet onder.”
• Blowen?
“Eén keer heb ik met een vriend een stickie gerookt, dat moet ik wel toegeven. Ik werd kotsmisselijk. Nooit meer gedaan.”
• U was puber in de late seventies. Misschien zat de heftigheid dan in de punkscene?
“Nee, nee. Ik hield meer van een beetje new wave. Talking Heads. The Stranglers. Ik had een leren jasje aan. Politiek speelde toen nog totaal geen rol. Ik kom uit Venlo. Met vrienden ging ik naar de beruchte discotheek E3, bij de Duitse grens. Op de fiets.”
• Uw vader was adjunct-directeur van Océ, in kopieerapparaten. Uw moeder was huisvrouw. U hebt een broer en twee zussen. In wat voor sfeer groeide u op?
“Het was een net, rustig, veilig gezin. Ik ben nooit iets tekort gekomen.”
4) Hoe bouwt een gekooide parlementariër een nieuwe politieke beweging, de Groep Wilders?
“Mensen melden zich spontaan aan. En op twee advertenties, in de Telegraaf en NRC Handelsblad, zijn ongeveer 800 reacties gekomen. Niet allemaal even serieus, hoor. Na een eerste selectieronde bleven daar 100 à 150 kandidaten van over. Vertrouwelingen van mij hebben er 70 naar mij doorgestuurd. Die spreek ik persoonlijk. Hier, waar jullie nu zitten. Voor de kieslijst heb ik uiteindelijk een man of dertig nodig.”
• Wie melden zich?
“Ik zou dolgraag alle namen willen noemen, maar dat kan natuurlijk niet. Veel mensen uit leger, justitie en politie, van generaals tot hoofdagenten. Veel mensen ook uit de zorg. Verder: hoogleraren, politici van andere partijen — zoals de voorzitter van een grote gemeenteraadsfractie. Ik krijg ook reacties van bekende Nederlanders. Daar spreek ik mee af in Rotterdam, zes hoog in een hotel.
“Ik let niet alleen op mooie papieren. Het gaat mij om mensen met lef, mensen met een drive, mensen met een visie. Iedereen kan zeggen dat Nederland moet veranderen. Maar wát dan, meneer of mevrouw? Hóe dan? Probeer niet mijn Onafhankelijkheidsverklaring na te praten, maar vertel me wat er moet gebeuren met ons belastinggeld.”
• Gaat u in zee met Ronald Sørensen en Marco Pastors van Leefbaar Rotterdam?
“Sørensen, een man voor wie ik veel waardering heb, zei laatst dat hij alle Fortuynistische bewegingen wil laten samengaan. Daar wemelt het van - van de LPF tot kleine splintergroeperingen, en dan heb je ook nog Nieuw Rechts van Michiel Smit. Maar met al die clubs heb ik niets. Ook met een man als Filip de Winter van het Vlaams Belang wil ik ook voor geen goud aan tafel zitten. Ik kijk wie zich bij mij aansluit. Niet andersom.”
• Is voormalig LPF-minister Nawijn een kandidaat?
“Die heeft openlijk contact gezocht met het Vlaams Belang. Laat ik glashelder zijn: iedereen die banden heeft met De Winter, komt er bij mij niet in. Dus Nawijn heeft zich al gediskwalificeerd.”
5) Wie is uw mental coach?
“Ik heb geen mental coach. Ik vind psychologie van dingen bullshit. Ik geloof totaal niet in al die geitewollensokkentheorieën. Therapie is ook niets voor mij. Als ik met iemand over mijn problemen praat, is het met mijn vrouw. Ik los mijn sores zelf op.”
6) Wat ziet u beter dan Ayaan Hirsi Ali?
“Dat de VVD niet deugt.”
• Wat nog meer?
“Ik heb veel met Ayaan meegemaakt. We hebben samen spreekbeurten gehouden, artikelen gepubliceerd, lief en leed gedeeld. In de VVD-fractie waren we vaak de kop van jut. Bijna wekelijks kregen we op ons donder over uitspraken of interviews die “te ver” gingen. Van Aartsen steunde ons wel eens, maar hij heeft mijn kop ook wel eens in een emmer water gestopt. Ik zei in die tijd: “Maak van die kritiek maar een vast punt voor de rondvraag.”
“Inhoudelijk hebben Ayaan en ik genoeg meningsverschillen. Zij was bijvoorbeeld een hartstochtelijk pleitbezorger van de Europese Grondwet. Ik niet. Ik wil de komende vijf jaar geen enkele niet-Westerse allochtoon meer toelaten in Nederland. Zij wel. De meeste moties en amendementen die ik op belangrijke punten heb ingediend, zijn door de VVD — inclusief Ayaan — verworpen. Zij is in haar hart een sociaal-liberaal. Ik ga veel verder. Nederland moet op de schop.”
• Als VVD-Kamerlid maakte u het koningsdrama Van Aartsen-Zalm mee. Hoe ging het achter de schermen toe?
“De VVD had en heeft geen eenduidige leider. Dat was van meet af aan het probleem. Om dat gegeven te verdoezelen leerde ieder fractielid de formuleringen zo ongeveer uit het hoofd: we hebben een leider in het kabinet en we hebben een leider in de fractie, dit is synergie. Etcetera, etcetera. Het was natuurlijk een enorm toneelspel.
“Ik had een afkeer van die machtspelletjes. Ik voelde dat mijn handen op mijn rug werden gebonden om de verkeerde reden. Kijk, ik mocht niet naar mijn eigen Limburg gaan om daar een tien-puntenplan te presenteren. Mijn ideëen waren te uitgesproken. Van Aartsen zei dat ik moest begrijpen dat hij onder vuur lag in de partij, dat hij rekening moest houden met Zalm en de voorzitters van de Kamercentrales, en dat mijn plan tornde aan zijn gezag. Het ging helemaal niet om de inhoud! Het ging om zijn positie! Dáárom kwam ik steeds in de shit.”
• Wie wordt uiteindelijk de nieuwe lijsttrekker, Van Aartsen of Zalm?
“Als Van Aartsen het volgend voorjaar slecht doet bij de gemeenteraadsverkiezingen, zal hij wegmoeten. De vorige keer heeft de VVD Dijkstal laten zitten, en die werd daarna, in de aanloop van de Kamerverkiezingen, afgeslacht door Pim Fortuyn. Die fout maken ze niet meer. Mijn inschatting is dat er na het eventuele falen van Van Aartsen een derde persoon politiek leider zal worden. Dat kan Hans Wiegel zijn, maar inmiddels circuleren ook de namen van Henk Kamp en Rita Verdonk.”
7) ‘Wat op straat wordt gezegd moet in de Kamer worden besloten,’ zei u vorig jaar in Trouw. Echt?
“Ja, daar sta ik volledig achter. Het tegendeel is nu het geval. Het is te zot voor woorden dat negen van de tien parlementariërs voor de Europese Grondwet waren, terwijl al lang duidelijk was dat twee van de drie Nederlanders tegen waren. Iedereen hier op het Binnenhof brabbelt maar dat het anders moet, maar bij de eerste de beste kans die ze krijgen gaat het mis.
“Laat ik nog een paar voorbeelden noemen. De multiculturele samenleving: heel veel mensen geloven niet meer in het concept van pappen en nathouden. Ze willen concrete maatregelen, niet alleen carrots maar ook sticks. Of criminaliteit: de meeste mensen vinden dat er veel strenger moet worden gestraft. Die slag naar de burger toe is heel belangrijk.”
• Veel mensen zeggen ook: de doodstraf moet worden ingevoerd.
“Daar ben ik niet voor.”
• ‘Wat op straat wordt gezegd moet in de Kamer worden besloten.’
“Nou oké. Dan ben ik hier inderdaad in strijd met mijn eigen uitspraak.”
• Waarom schoffeert u een duidelijke wens van de kiezer?
“Misschien hebben jullie hier gelijk. Alleen... het gaat om de context. Kijk, er is niets mis met populisme. Maar het populisme moet wél binnen je maatschappijvisie passen. Stel dat een meerderheid van de bevolking de belasting wil verdubbelen. No way! Populisme is dus niet: u vraagt, wij draaien.”
• Kortom, u trekt uw uitspraak terug?
“Ik trek helemaal niets terug. Ik bedoel het precies zoals ik het heb gezegd. Ik geef daar alleen deze toelichting bij.”
8) Waarom besloot u ooit een multicultureel huwelijk aan te gaan?
“Ik ben een huwelijk aangegaan met een hele lieve, mooie, intelligente vrouw, van wie ik heel veel hou. Krisztina is Hongaars. Ze zat op de handelsafdeling van de ambassade hier. We kwamen elkaar tegen in een kroegje. Ze werkte ook als simultaantolk. Volgens sommigen sprak ze accentlozer Nederlands dan ik, met mijn Limburgse tongval.
“Krisztina leert mij relativeren. Doe eens wat rustiger aan, zegt ze dan. Laatst was er wéér een TBS’er uit een inrichting ontsnapt. Dan zit ik op zaterdagavond om kwart voor elf, na Nova, thuis op mijn laptopje een persbericht en Kamervragen te tikken. Of thuis, ik bedoel daarmee de plek waar we nu zitten.
“Die werkdrift is typerend. Tijdens een weekje strandvakantie in Tunesië moest ik weer een werkbezoek doen: ik had een lunch met de minister van Godsdienstzaken. Krisztina gaat dan mee, maar ja. Ik herinner me ook dat we met een huurauto door Cuba reden en dat zij de antenne uit het raam moest houden zodat ik het nieuws op de Wereldomroep kon horen. Af en toe draai ik door.
"Meneer Santegoeds schreef een keer in de Privé: Wilders gescheiden van zijn vrouw. In het artikel bleek dat we om veiligheidsredenen elkaar tijdelijk niet konden zien. Wat veel erger was: er stond een foto van haar bij. Ik belde hem op: ‘Dat jij zo’n onzinstuk schrijft moet je zelf weten, maar dat je onder deze gevaarlijke omstandigheden een foto van haar publiceert vind ik ronduit schandalig.’ Het bleef even stil aan de lijn. ‘Het zal niet meer gebeuren,’ zei hij. Einde gesprek.”
9) U bent voor ‘maximale democratie’. Mogen wij aannemen dat u dus vóór de afschaffing van de politieke rol van het koningshuis bent?
“Het koningshuis heeft bijna geen politieke rol.”
• Met het aanwijzen van een formateur heeft de koningin invloed op niets minder dan de kleur van een kabinet.
“Nou ja, ik vind dat de koningin niet méér politieke invloed moet hebben. Ik ben een groot voorstander van het koningshuis. Het is een prachtig instituut, een mooi cultureel bindmiddel voor ons land. Ik ben het wel met jullie eens dat ze geen politieke invloed moet hebben, maar...”
• Moet de politieke invloed van de Oranje-familie nou worden afgeschaft of niet?
“Er hoeft niets te veranderen aan de huidige situatie. Niets.”
• U wilt de potentiële koningsgezinde kiezer gewoon niet voor het hoofd stoten.
“Nee... Hoor eens, beste vrienden, ik vind de democratie in Nederland op dit punt al maximaal. Of bíjna maximaal. Dat is toch een fair antwoord? Als het gaat om democratiseren zijn er wel belangrijkere punten. Hier tegenover zit de Eerste Kamer, het orgaan dat niet rechtstreeks door de bevolking is gekozen. Op dinsdag horen we hier de klokken als de 75 heren en dames moeten worden gewekt. Afschaffen! Hebben jullie nog andere punten gevonden waar ik een millimeter afwijk om die millimeter vervolgens op te blazen?”
10) Al ruim vóór de moord op Theo van Gogh had u het idee dat u nooit oud zou worden. Hoe is dat nu?
“Vroeger had ik inderdaad het gevoel dat ik de dertig of veertig niet zou halen. Nu ben ik daar niet meer zo mee bezig, wat in het licht van alle bedreigingen nogal paradoxaal is. Een verklaring heb ik er niet voor.”
11) Democratie en islam gaan niet samen, stelt u. Hoezo?
“In tegenstelling tot het christendom en het jodendom heeft de islam nooit de scheiding tussen kerk en staat erkend. En dat is cruciaal. De islam is de meest intolerante godsdienst. Ik noem de politieke cultuur van de islam retarded, achterlijk, want in het maatschappelijke leven van zulke landen zie je dat het kommer en kwel is met de rechten van vrouwen, homoseksuelen, journalisten, ongelovigen, christenen, noem maar op.”
• Het land met de meeste moslims, Indonesië, kent vrije verkiezingen en een scheiding tussen kerk en staat.
“Maar kijk naar alle islamitische landen in het Midden Oosten en de Golf! Daar is géén democratie. Goed, Indonesië heeft wel scheiding van kerk en staat, dat ben ik met jullie eens.”
• Dan kunt u de bewering over democratie en de islam toch niet volhouden?
“Ik kan dat wel volhouden. Jullie proberen weer een voorbeeld te zoeken om een mening van mij te ondergraven.”
• Wij constateren opnieuw dat u een boude bewering doet die bij nader inzien niet klopt of onhoudbaar is.
“Ik zeg: de islam is niet dominant in de politieke klasse in Indonesië. Daarmee is mijn antwoord consistent.”
• En wie heeft deze scheiding tussen kerk en staat bepaald? De bevolking zelf, in meerderheid islamitisch. Uw antwoord is allesbehalve consistent.
“Ja, ja... nee... Is dit nou werkelijk zo onhelder?”
12) Moeten ernstige zedenmisdrijven worden bestraft met chemische castratie?
“Het is misschien niet de eerste oplossing die ik zou verzinnen, maar ik heb daar geen principiële bezwaren tegen. Als de zedendelinquent er niet knetter van wordt — en het staat vast dat zijn seksuele drift zodanig beteugeld wordt dat hij geen kinderen meer aanvalt —, ben ik vóór. Het belang van de samenleving gaat in mijn ogen boven het individuele belang van de crimineel. Ik hou m’n hart vast over de kop boven dit verhaal, maar dat is het vak van de journalist, dat respecteer ik.”
13) Nog even die scheiding tussen kerk en staat. Als u die zo cruciaal vindt, waarom wilt u dan het roemruchte Artikel 23 in de Grondwet handhaven? Daarin is die scheiding niet aan de ordel, integendeel: de staat financiert voor miljarden aan religieus onderwijs.
“Ik heb er geen problemen mee dat het christelijk en joods onderwijs wordt gefinancierd door de staat. Dat zijn religieuze stromingen die verankerd liggen in de Nederlandse cultuur. Dat zal nooit leiden tot radicalisme, in tegenstelling tot islamitisch onderwijs — er zijn AIVD-rapporten die dat aantonen. Daarom wil ik dat de financiering van islamitisch onderwijs stopt.”
• U bent voor scheiding van kerk en staat, maar toch staat u de financiering van religieus onderwijs toe. Maar dat geldt dan weer niet voor islamitische scholen. Wij tellen twee keer een dubbele moraal.
“Ik begrijp jullie redenering, hoor. Ik zit dat niet helemaal van tafel te vegen.”
• Met alle respect: uw redeneringen hebben iets opportunistisch.
“Vind ik niet. Gezellig interview is dit, heren.”
14) Wat had u in alle eerlijkheid anders moeten doen of zeggen?
“Ik heb veel spijt van de wijze waarop ik als tiener mijn moeder heb behandeld. Ik heb haar uitgescholden. Ik heb haar bestolen. Het ging dan om een groen briefje van vijf gulden, niet om grote bedragen, maar toch. Het was fout.
“Een misser in politieke zin is dat ik eerder bij de VVD had moeten weggaan. Uiteindelijk gaat het in die partij alleen maar om politieke en persoonlijke macht. Mijn gedachte dat ik de cultuur vanbinnen kon veranderen was naïef.”
15) Uw Onafhankelijkheidsverklaring staat vol met repressieve en restrictieve maatregelen tegen de islam. Dat kan best nuttig zijn, maar wat hebt u te bieden als het gaat om het voorkomen van radicalisme?
“Repressie is de beste preventie. Daar ben ik van overtuigd. Met onze tolerantie ten aanzien van immigratie, inburgering en de aanpak van de fundamentalistische islam zijn wij echt de gekke Henkie van Europa geweest. Ik wil maatregelen. Nu. Deel twee van mijn antwoord is: zorg dat het probleem niet nóg groter wordt, stop de immigratie van niet-Westerse allochtonen. Deel drie: zorg dat mensen die al in Nederland zijn het gevoel krijgen dat ze erbij horen.”
• En geeft u ze dat gevoel door te zeggen dat u hoofddoekjes ‘rauw’ lust?
“Nou ja, ze moeten maar tegen bepaalde opmerkingen kunnen. Politiek is: je mening geven. Natuurlijk wil ik ook effectief zijn, maar ik ga niet al bij voorbaat mijn woorden aanpassen.”
• Maar doet u ook een handreiking?
“Ik wil extra investeren in allochtone of islamitische groepen die een achterstand hebben. Méér geld voor scholing. Méér economische maatregelen die resulteren in banen voor kansarmen. Méér inspanning voor de bestrijding van discriminatie. Allemaal nodig. Maar ik zeg: laten we beginnen met het aanpakken van de grootste problemen. En die hebben we niet met gematigde moslims.”
• Als u dit zo belangrijk vindt, waarom moeten wij er dan naar vragen? En waarom staat het niet in uw Onafhankelijkheidsverklaring?
“Daar hebben jullie een punt.”
16) Wie is uw gedroomde minister-president?
“Thatcher.”
• Niet Wiegel?
“Die is niet van mijn partij. Ik heb respect voor de man, maar als je kijkt naar zijn kritiek op Ayaan omdat ze te scherp zou zijn over de multiculturele samenleving, kunnen wij niet door één deur.”
• Hebt u zelf inhoudelijk voldoende in huis om premier te worden?
“Mijn doel is simpelweg: succesvol de verkiezingen ingaan met mijn nieuwe politieke beweging.”
• Fortuyn zei gewoon: ‘Ik wil de nieuwe minister-president worden.’ Dat roept u dus niet?
“Dat was de vraag niet. Jullie vroegen of ik het kón.”
• Okee, zou u premier willen worden?
“Natuurlijk wil ik premier worden!”
• Maar u weet niet of u het kunt?
“Inderdaad, dat weet ik niet. Dat moeten anderen maar beoordelen.” •