Advertentie | |
|
06-07-2003, 20:24 | |
Verwijderd
|
*poging tot niveau*
'Radioactieve' straling -------------------------------------------------------------------------------- In het normale spraakgebruik wordt ioniserende straling bijna altijd radioactieve straling genoemd. Dat is in principe niet juist. Iets is radioactief als het straling uitzendt (radius = straal), maar straling zendt zichzelf niet uit en is daarom zelf niet radioactief. U mag natuurlijk best spreken van radioactieve straling, als u zich maar realiseert dat u eigenlijk bedoelt: straling die ontstaat bij het verval van een radioactieve stof, dus alfa- beta- of gammastraling. De volgende paragrafen gaan wat dieper in op radioactieve stoffen en op het verval daarvan. De lezer die geen zin heeft in moeilijke begrippen kan deze paragrafen gerust overslaan. Bij 'dosis in mSv' zou u dan weer verder moeten lezen. Het periodiek systeem telt 92 elementen. Het lichtste element, met rangnummer 1, is waterstof, het zwaarste is uranium met rangnummer 92. Al die elementen waaruit onze aarde is opgebouwd zijn miljarden jaren geleden gevormd door kernreacties die zich onder de toenmalige omstandigheden in de kosmos voordeden. Ongetwijfeld zijn er toen ook elementen gevormd zwaarder dan uranium. Die treffen we echter niet aan in de natuur. Ze waren radioactief en zijn ondertussen geheel verdwenen (vervallen). Sinds een jaar of vijftig kan de mens die zwaardere elementen ook zelf maken. Zo loopt het periodiek systeem tegenwoordig tot 110. Dat is heel interessant voor de wetenschappers, maar met die kunstmatige, radioactieve elementen kunnen we niet veel doen. Alleen plutonium, element met rangnummer 94, wordt gebruikt - gelukkig mogen we nu zeggen: wérd gebruikt - voor het maken van kernbommen, omdat het gemakkelijk splijtbaar is. Het is overigens ook een uitstekende brandstof voor bepaalde types kerncentrale. Maar niet alleen die zware elementen zijn radioactief. Van elk element bestaan meerdere varianten die isotopen worden genoemd. De meeste isotopen zijn radioactief. Maar de isotopen die het meeste voorkomen zijn stabiel. De stoffen (elementen) die in de natuur voorkomen zijn bijna allemaal mengsels van isotopen, veel van de stabiele maar ook een beetje van de niet stabiele, en daarom zijn die stoffen in meer of mindere mate radioactief. Die natuurlijke radioactieve stoffen vervallen wel, maar sommige worden continu door natuurlijke kernreacties ook weer gevormd. Sinds de mens ook kernreacties teweeg kan brengen, kunnen we zulke radioactieve isotopen van bestaande elementen zelf bijmaken, ook isotopen die in de natuur niet voorkomen. Dat is niet alleen wetenschappelijk interessant, een aantal van die kunstmatige isotopen wordt expres gemaakt om ons leven te veraangenamen. Daar wordt later op ingegaan. Maar we maken - in kernreactoren - ook radioactieve isotopen waar we niets aan hebben, die we liever niet zouden maken en waar we alleen maar last van hebben: kernafval. Een enkel voorbeeld. Koolstof is een element dat een centrale rol speelt in het leven op aarde. Natuurlijk koolstof bestaat uit een mengsel van de isotopen koolstof-12 (98,89%), koolstof-13 (1,11%) en een heel klein beetje (minder dan 0,001%) koolstof-14. De eerste twee zijn stabiel, de laatste isotoop is radioactief. Koolstof-14 zendt betastraling uit en heeft een halveringstijd van bijna 6000 jaar. De aarde bestaat al miljarden jaren en als we nu toch nog koolstof-14 aantreffen, moet dat betekenen dat er in de natuur koolstof-14 wordt bijgemaakt. En dat is ook zo. Het wordt continu gevormd in de atmosfeer. Zwervende neutronen, voornamelijk afkomstig van de zon, die in de bovenste luchtlagen een stikstofatoom treffen, doen koolstof-14 ontstaan. Na verloop van tijd vervalt koolstof-14 weer tot stikstof-14. Voor de liefhebber: de getallen waarmee de verschillende isotopen worden onderscheiden slaan op het atoomgewicht, op het aantal deeltjes in de kern. Koolstof-12 heeft zes protonen en zes neutronen in zijn kern, koolstof-13 zes protonen en zeven neutronen en koolstof-14 zes protonen en acht neutronen. Koolstof-14 vervalt naar stikstof-14 en zendt daarbij een betadeeltje uit. Stikstof-14 bestaat uit zeven protonen en zeven neutronen en is stabiel. Ontstaan en verval van koolstof-14 in formulevorm: 14N + n ---> 14C + P en 14C + - (T1/2 = 5736 jaar) |
06-07-2003, 20:27 | |||
Verwijderd
|
Citaat:
Citaat:
|
06-07-2003, 20:27 | ||
Verwijderd
|
Citaat:
Ow en nog speciaal eentje voor de mannen (nah jah, jongetjes..) hier: Indringdiepte -------------------------------------------------------------------------------- De ene soort straling dringt dieper door in de materie dan de andere. Om je te beschermen tegen alfastraling is een stukje papier al voldoende. In gewone lucht komt alfastraling niet verder dan een paar centimeter. Gamma- en röntgenstraling daarentegen passeren honderden meters lucht zonder noemenswaardig te verzwakken. Er zijn zware stoffen nodig als ijzer, lood of beton om die straling tegen te houden, van centimeters tot meters dikte, afhankelijk van de intensiteit. De indringdiepte van betastraling zit tussen die van alfa- en gammastraling in. |
06-07-2003, 20:35 | |
Verwijderd
|
Over de bloemetjes en de bijtjes
Vandaag de dag is het bon ton om te kiezen voor inheemse soorten in de gras- en bloemenzaden. Persoonlijk sluit ik me daar bij aan (zie vorige artikels) want er zijn effectief heel wat keuzemogelijkheden. Zowel voor grassen als bloemen, heb je soorten die voor elke bodemsoort geschikt zijn. Voor alle duidelijkheid: het gaat hier om kruidachtige planten. Struiken en bomen hebben reeds de revue gepasseerd. Buzz Buzz Een andere invalshoek die je keuze kan bepalen, is de aantrekkingskracht voor insecten. Sommige bloemen geven heel wat nectar en/of stuifmeel af en dat wordt dankbaar door de respectievelijke insecten aangewend om de levenscyclus rond te maken. Maar er zijn ook heel wat plantensoorten die weinig of niets produceren en daardoor niet echt aantrekkelijk zijn voor insecten. We overlopen ze even bloemetje per beestje. Zweefvliegen, bijen en hommels Voor de zweefvliegen - een belangrijke insectengroep - zijn volgende bloemen uiterst geschikt: duizendblad (Achillea millefolium), zevenblad (Aegopodium podagraria), look zonder look (Alliaria petiolata), fluitekruid (Anthriscus sylvestris), dotterbloem (Caltha palustris), dolle kervel (Chaerophyllum temulum), peen (Daucus carota), berenklauw (Heracleum sphondylium), havikskruiden (Hieracium sp.), sintjanskruid (Hypericum perforatum), beemdkroon (Knautia arvensis), leeuwentanden (Leontodon sp.), kamille (Matricaria sp.), muntsoorten (Mentha sp.), pastinaak (Pastinaca sativa), ganzerik (Potentilla sp.), boterbloem (Ranunculus sp.), vetkruiden (Sedum sp.), kruiskruid (Senecio sp.), paardebloem (Taraxacum sp.), klein en groot hoefblad (Tussilago farfara en Petasites hybridus). Nemen we bijen en hommels als referentie, dan zullen vooral de samengesteldbloemigen (Composieten), ruwbladigen (Boraginaceae) en roosachtigen (Rosaceae) erg in trek zijn. Bloemenweidemengsels Het zal zo onderhand wel duidelijk zijn dat mengen een interessante optie is, wanneer we het hebben over het belang voor insecten. Of dit esthetisch ook een gelukkige keuze is, blijft een kwestie van smaak. In heel wat veldboeketten zitten tot 20 plantensoorten, hiervan zal ongeveer de helft overblijven na twee-drie jaar. Let er wel op dat op het verkeerd tijdstip maaien alle gedane inspanningen van kiezen, bewerken, zaaien, in één klap kan teniet doen. Volg dienaangaande dan ook nauwgezet de instructies op de verpakking. Bodembedekkers Nog een andere invalshoek waarom we bloemenweidemengsels kunnen kiezen, is om het probleem van onkruidbestrijding aan te pakken. Heel wat tuiniers hebben een broertje dood aan wieden, en willen het nuttige aan het aangename koppelen door mengsels in te zaaien die zo prominent het terrein bezetten, dat andere soorten geen kans meer krijgen nog de kop op te steken. Meestal betreft het geen echt inheemse soorten, alhoewel bijvoorbeeld hondsdraf (Glechoma hederacea) of akkervergeet-mij-nietje (Myosotis arvensis) voor sommigen al heel wat voldoening geven. Bovendien trekken de beide soorten ook heel wat insecten aan. In halfschaduw kan ook gele dovenetel (Lamium galeobdolon) wel interessant zijn als bodembedekker; hiervan bestaan al heel wat hybriden die vanuit ecologisch standpunt gezien echter minder interessant zijn dan de inheemse variant. Brandenburg- en Tübingenmengsels Meer 'drastische' pakketten vinden we in het professioneel circuit, die voornamelijk worden gebruikt door groendiensten van onder andere gemeenten en provincies. Bekende samenstellingen zijn hel zogenaamde Brandenburg- en Tubingenmengsel. Zoals je kunt vermoeden, betreft het hier Duitse samenstellingen, die trouwens ook in landbouw- en imkermiddens enige bekendheid genieten. De beste zaaitijd is begin mei, maar tot de 20ste heb je meestal nog interessante resultaten. De redenen waarom dit soort mengsels wordt gebruikt zijn de volgende: ze trekken veel insectensoorten, vooral bijachtigen, aan; het zijn interessante bodembedekkers die bovendien een goed wortelstel ontwikkelen waardoor erosie wordt tegengegaan en de bodemstructuur verbetert; ze leveren een voordelig microklimaat en, wanneer ze niet worden gemaaid in het zomerseizoen zullen de overblijvende stengels dit dienen als overwinteringsplaats voor veel ongewervelden. De meeste plantensoorten die in het pakket aanwezig zijn, lenen zich ook tot groenbemesting. Welke soorten u vinden we erin terug? In het Brandenburgmengsel zijn dat bernagie (Borago officinalis), boekweit (Fagopyrum eeculentum) zonnebloem (Helianthus annuus), groot kaasjeskruid (Malva sylvesllis) serradella of groot vogelpool je (Ornithopus sativus), phacelia (Phacelia tanacetifolia), radijs (Raphanus sativus), witte mosterd (Sinapis alba). In het Tubingenmengsel vinden we bernagie, boekweit, groot kaasjeskruid, phacelia, radijs en witte mosterd terug, evenals dille (Anethum graveolens), goudsbloem (Calendula officinalis), koriander (Coriandrum sativum), korenbloem (Centaurea cyanus) en zaai- of voedernigelle (Nigella sativa). Phacelia is van alle vermelde soorten de beste leverancier van zowel nectar als stuifmeel, groot kaasjeskruid levert niet zoveel nectar en nog minder stuifmeel, maar door de bouw van de bloem zijn de beide stoffen wel goed bereikbaar voor heel wat insectensoorten. Ook als onkruidonderdrukker en groenbemester (licht verteerbare bladeren) is het een gewaardeerde soort. Niet inheems, toch populair Het is dus duidelijk dat geen van beide pakketten veel inheemse soorten bevatten, toch is het areaal dat jaarlijks op grote schaal wordt ingezaaid door de grote openbare besturen, niet te onderschatten. Vooral in Duitsland is het populair, maar ik heb de indruk dat ook België en Nederland door de knieën gaan. De dosis die wordt aangeraden door de fabrikant is 7 kg/ha, of 0.7 gr/m2. Afhankelijk van uw waardering voor al of niet autochtone soorten, kunnen vermelde mengsels een waardevol alternatief zijn voor de andere gangbare pakketten. Een ander voordeel is ook dat u de zaai-activiteit niet elk jaar hoeft te herhalen. Met wat geluk onderhoudt het systeem zichzelf, zij het dat heel wat mensen het als een storende factor zullen ervaren dat de overblijvende stengels in de lente een nogal desolate indruk geven. Vanaf mei zal het jonge groen er echter onweerstaanbaar doorkomen: de overblijvende stengels hebben, zoals reeds gesteld, een grote ecologische betekenis als overwinteringsplaats voor talloze ongewervelden. Dit soort refugia komt te weinig voor in de meeste van onze tuinen. Recuperatie Een interessant alternatief is dat je zelf zaad neemt van bloemen die in de buurt van je tuin staan. Als je de zaak wat in het oog houdt, kan je net voor de gemeenten hun tweede maaibeurt organiseren (in principe na 15 september) de zaden weghalen vanuit de wegbermen. Ik vind het interessanter om het zaad op die manier te recupereren, dan het te laten kapotmalen in de hakselmachines. Bovendien heb je twee grote voordelen bij deze manier van doen: je kiest zelf de soorten die je graag hebt, en ze zijn ecologisch aangepast aan de omgeving, want ze groeien spontaan in je buurt. Meer moet dat niet zijn... Herman Dierick |
06-07-2003, 20:38 | ||
Citaat:
het kindje zal zijn hele leven onder water moeten doorbrengen, want omdat maxima zoveel rookte zijn de longen dat dat kindje afgestorven en vervangen door kiewen |
06-07-2003, 20:40 | ||
Citaat:
|
06-07-2003, 20:41 | ||
Citaat:
Nee toch ? Jah echt!! Neeh toch ? Jah serieus.. HEEY JIJ DAAR HEB JE ET AL GEHOORD ?
__________________
It's gonna be one of those days (24)
|
06-07-2003, 20:41 | ||
Citaat:
als pikachu het voor mij gaat opnemen is de maat vol aju! |
06-07-2003, 20:44 | ||
Citaat:
|
06-07-2003, 20:46 | ||
Citaat:
__________________
Ik fluit jou eruit!!
|
06-07-2003, 20:47 | ||
Citaat:
En jij bent zelf ook blond geweest jonge dame! En wat de kaspsones betreft. Ik ben gewoon de beste!
__________________
Ik fluit jou eruit!!
|
06-07-2003, 21:05 | ||
Citaat:
|
|
|
Soortgelijke topics | ||||
Forum | Topic | Reacties | Laatste bericht | |
Beleidszaken |
Beschrijving DK veranderen. Verwijderd | 44 | 05-09-2008 21:40 | |
Levensbeschouwing & Filosofie |
The deadly faith cycle Shade | 291 | 22-02-2008 10:14 | |
Muziek |
Het grote mondharmonica topic Wammus | 6 | 16-03-2007 16:32 | |
Liefde & Relatie |
Meerdere vriendjes en vriendinnetjes Kraafie | 44 | 05-01-2004 09:33 | |
Psychologie |
Gevangen.... Rowan | 4 | 27-10-2003 11:46 | |
De Kantine |
Het grote vraag de volgende poster alles wat je diegene altijd al wilde vragen topic. Verwijderd | 499 | 12-07-2003 12:51 |