Registreer FAQ Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / Kunst & Cultuur / Verhalen & Gedichten
Reageren
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 24-01-2005, 14:18
niam
Avatar van niam
niam is offline


Begin jij ook al.
__________________
Emoties, grootse Emoties!
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 24-01-2005, 14:20
I C U
Avatar van I C U
I C U is offline
Citaat:
Zut Alors! schreef op 24-01-2005 @ 15:17 :
laat ik zeggen dat het een 'groffe' versie is...
Blaat!
__________________
Ik ben ook maar een product van mijn opvoeding.
Met citaat reageren
Oud 25-01-2005, 19:47
Zut Alors!
Avatar van Zut Alors!
Zut Alors! is offline
“We hebben geen keus. Dit is de enige weg.”
Marten keek inschattend naar de grot. Slechts een smalle opening achterin de ruimte waarin het stroompje verdween. Dat was hun enige doorgang. En de weg werd van alle kanten belaagd door de kwallenmonsters. Dit was een onmogelijke optie. Plotseling kwam Alain hen schreeuwend tegemoet rennen, vanuit de gang waar ze net vandaan kwamen. “We zitten vast!”
De slurpende, glibberende geluiden waren al als verre echo’s hoorbaar, en wat nog erger was. Hun belagers waren vlakbij. En vanuit de grot kwamen ook al diverse van de beesten op hen af.

Ineens dook Marten naar voren. Met zijn houten staf sloeg hij de aangespannen tentakels van zich af. “Nu! Snel! We hebben geen keus, zeg ik je!”
Met al zijn kracht probeerde hij wild vechtend een weg te banen door de plotseling toegestroomde zee van tentakels. Snel sprintten de jongens richting het gat. Jonra draaide zich om en trok zijn sabel, terwijl Kaelan halt hield bij de kleine opening. Bishra, Dorian en Alain waren er al ingedoken en waren uit het zicht verdwenen. Met zijn sabel haalde hij uit naar de steeds maar opdoemende tentakels. Hij wist het gat tussen Marten en hem te sluiten en ze stonden nu zij aan zij. “Kaelan ga, nu!”
De monsters begonnen steeds wilder uit te halen. Hij zag hoe bij de ingang nu ook de logge lichamen opdoemden. Opeens sneed een van de tentakels door zijn shirt, weer voelde hij de brandende pijn. Shit, ze moesten hier nu echt snel weg.
In zijn ooghoek zag hij Kaelanin het gat verdwijnen. Jonra draaide zich snel om en wierp zich richting de opening. Hij landde precies voor de opening en liet zich in het gat vallen. Toen hoorde hij de schreeuw.

Nog net wist Jonra zich vast te grijpen aan de rand van het gat. Hij voelde zijn voeten wegglijden, maar hij wist zich nog op te trekken. Hij zag Marten, omgeven door een kluwe van tentakels, verkrampen van de pijn. Meteen had hij zijn hand weer om zijn sabel en sprong hij op. In zijn ooghoek verscheen een gigantische gestalte. Hij zag het, in zijn ooghoek. Even stond de tijd stil. Naast hem, vanachter een grote rots die tegen de wand van de grot lag, verscheen een glanzend glazen lichaam, vele malen groter dan welk van de andere gedrochten ook. Een zware tentakel sloeg hem van zijn voeten. Wankelend dook hij op de kluwen draden af waarin Marten gevangen zat. Zonder na te denken hakte hij om zich heen en drukte hij zich met een hand omhoog, terwijl de draden zich om hem wierpen. Hij ging ten onder, hij zou niet ten onder gaan, hij moest, nu…
Het gigantische monster dat nu boven hem uit torende wierp zijn tentakels uit. In een laatste krachtsinspanning drukte Jonra zich omhoog van de stenen grond en wierp hij zich achterover. Hij wist nog net zijn arm om Martens bovenlijf te slaan. Hij landde half in de opening, ondersteboven, met Marten nog steeds bovenop hem. De tentakels zaten nog steeds om hen heen. Wild trapte en draaide hij. Hij zou niet loslaten, hij zou Marten niet loslaten. Toen schoten de draden los.
Met het zware lichaam bovenop hem werd hij naar beneden gesleurd door de smalle tunnel, die glibberig was van het zilte stroompje kalkwater. Desondanks schuurde het gesteente in zijn rug, en voelde hij de pijn die zich over zijn hele lichaam begon te verspreiden. Overal brandde het, en hij werd door de oneffen wanden alle kanten op geslingerd. Uiteindelijk kwam hij, volledig geradbraakt, met een plons terecht in een diepe, ondergrondse stroom. Meteen werd hij door het bewusteloze lichaam in zijn armen naar beneden getrokken. Hij spartelde om boven te komen, en voelde hoe het ijskoude water hem tot op zijn botten verkilde. Versuft keek hij omhoog de duisternis in. Uiteindelijk gaf hij toe aan de stroom, en liet hij zich door het kille water meevoeren. Hij voelde geen pijn meer.
__________________
Recht voor je raapje!
Met citaat reageren
Oud 25-01-2005, 20:07
I C U
Avatar van I C U
I C U is offline
Citaat:
Bishra, Dorian en Alain waren er al ingedoken en waren uit het zicht verdwenen
Is die tweede 'waren' niet dubbelop?

Citaat:
In zijn ooghoek zag hij Kaelanin het gat verdwijnen
Spatie vergeten.

Citaat:
Hij zag het, in zijn ooghoek
Vanuit zijn ooghoek (Ik weet het niet helemaal zeker, maar toch)

Over de inhoud: Fijn stukje weer. Geen commentaar op!
__________________
Ik ben ook maar een product van mijn opvoeding.
Met citaat reageren
Oud 28-01-2005, 21:34
Zut Alors!
Avatar van Zut Alors!
Zut Alors! is offline
3.

Hun bewusteloze lichamen spoelden aan op de oever, vlak buiten de grot. Kaelan vond ze daar. Vlak voor hij het gat in was gedoken had hij vanuit zijn ooghoek het geheel zien gebeuren. Hij werd echter
meegesleurd door de stroom glibberig water, en had geen houvast kunnen vinden. In de diepe, ijskoude stroming had hij gewacht, en hij had ze horen vallen. De grot was echter zo duister dat hij ze met geen mogelijkheid kon ontdekken. Pas buiten de grot, toen hij zich uiteindelijk met de stroming mee had laten drijven, zag hij ze liggen.
Uitgeput klom hij op de kant. Het koude water had alle energie uit zijn lijf gezogen. Hij riep meteen de anderen om hulp. De twee zagen er behoorlijk gehavend uit. Beiden hadden gescheurde kleren en daaronder waren diverse brandwonden zichtbaar. Bishra hielp hem overeind, en samen probeerden ze Jonra uit het water te sleuren. De jongen verkrampte onder zijn aanraking. Meteen gutste het water uit zijn longen en kwam hij proestend bij bewustzijn. Marten echter, reageerde nauwelijks.
"Kaelan, help!" riep Dorian hem toe.
Met alle moeite had de jongen geprobeerd Marten op de kant te krijgen, maar hij reageerde nergens op. Alain probeerde verwoedt de jongen weer op adem te krijgen. Wild drukte hij met beide handen op zijn borstkas.
Kaelan sprong meteen op en nam het van hem over. Marten hoestte slechts wat water op, maar leek voor de rest niet te reageren. Uiteindelijk draaide hij de jongen op zijn zij. Hierbij spuwde hij het
laatste beetje vocht uit zijn longen en begon hij onregelmatig en zacht te ademen. Kaelan zeeg neer naast de jongen. Zelf was hij ook buiten adem. Vermoeid zakte hij verder ineen.

Uren later werd hij gewekt door Alain. Hij en Dorian waren wakker gebleven om te waken over het kamp. Bishra was ook gaan slapen, maar zou nu de wacht van hen overnemen.
"Hoe lang heb ik geslapen?" vroeg Kaelan verbaasd, toen hij zich bedacht hoe onverantwoord hij zich had gedragen.
"Niet lang, maar wij hebben gewaakt," antwoordde Alain, die nu naast hem was komen staan. "Er is niet veel gebeurd, maar wij zijn nu eigenlijk heel moe, en..."
"Is al goed," viel Kaelan hem in de rede. "Jullie gaan slapen en ik neem het over."
"Je kan Bishra ook wakker maken, voor het geval dat."
Hij keek om naar het kleine vuur. Het was al donker, en ze hadden de twee gewonde jongens in een deken bij het vuur gelegd. Marten’s gezicht was helemaal opgezwollen en zat onder de rode plekken. Het was de enige plek die niet door zijn tenue bedekt was geweest, en daar had hij de meeste verwondingen opgelopen. Kaelan keek bezorgd toen hij de opgezwollen oogleden zag.
"Het ziet er niet goed uit." antwoordde Alain toen hij Kaelan's blik volgde.
"We zullen het moeten afwachten. Geeft hij al wat meer teken van leven?"
"Hij slaapt."
Dorian kwam ook naar hen toegelopen. "Ik ga slapen." zei hij, en hij knikte naar de twee. Alain stond ook op en samen liepen ze naar de andere kant van het vuur, waar ze hun kleden al hadden neergelegd. Kaelan stond op en rekte zich uit. Hij wierp even een blik over de vallei. De bergen overschaduwden de kleine open plek waar ze hun kamp hadden opgemaakt. De rest van de vallei was ook rotsachtig. Alles was kaal en leeg, op het kleine beetje begroeiing langs de waterkant na.
Rond de open plek groeide kleine hoeveelheden droog gras en stonden enkele kale struiken. De rest van de vallei was omhuld door duisternis. Zelfs het maanlicht was nauwelijks zichtbaar, de lucht was dichtbewolkt en kil. Hij richtte zich maar weer op het vuur, hij zou Bishra maar eens wakker maken.

Hij stond op om naar de jongen te lopen, die aan de andere kant van het vuur lag. Bishra lag vlak naast Jonra, en Kaelan kon het niet laten de jongen even te observeren. Hij zag het bleke gezicht onder de dekens uitkomen. Onder Jonra’s ogen zaten diepe, rode wallen. Hij was behoorlijk koortsig. Voorzichtig voelde Kaelan zijn voorhoofd. De huid voelde warm aan onder zijn koude vingers, en was klam van het zweet. Hij had een hoge tempratuur. Het voelde echter niet ernstig hoog. Het zag er naar uit dat Jonra er wel weer gauw bovenop zou komen. Even wierp hij zijn blik op Marten.

Bishra lag in zijn deken vlak bij de rotsen die de kleine open plek afbakende van het grote gebergte. In het duister waren bijna alleen de contouren zichtbaar. Enkele delen van de helling werden vaag verlicht door het maanlicht, maar alleen als je goed keek, zag je hun vormen. Op het moment dat Kaelan weer die kant op keek viel hem echter iets op. In de verte voorbij de rotsen, tegen de helling van de berg zag hij vaag een glans die hem bekend voorkwam. Een zacht blauw licht, nauwelijks zichtbaar. Hij had nog maar net een paar passen gezet, hij zag het eigenlijk meer in zijn ooghoek.
__________________
Recht voor je raapje!
Met citaat reageren
Oud 28-01-2005, 23:14
Raakvlak
Raakvlak is offline
Het is niet mijn ding, dit verhaal.
Met citaat reageren
Oud 30-01-2005, 14:44
Zut Alors!
Avatar van Zut Alors!
Zut Alors! is offline
Ook een manier om het aardig te zeggen.
Mmm'kay, dan niet dus.
__________________
Recht voor je raapje!
Met citaat reageren
Oud 30-01-2005, 16:19
I C U
Avatar van I C U
I C U is offline
Ik blijf lezen...
__________________
Ik ben ook maar een product van mijn opvoeding.
Met citaat reageren
Oud 30-01-2005, 16:46
niam
Avatar van niam
niam is offline
Zut,

Ik vond het in die grot wel even interessant met de kwallen, maar ik moet zeggen dat het wel langdradig wordt.

Citaat:
“Nu! Snel! We hebben geen keus, zeg ik je!”
"Zeg ik je!" Dat vind ik niet mooi.

Citaat:
Alain probeerde verwoedt de jongen weer op adem te krijgen.
Verwoedt? Met dt?


Ik zou graag snellere actie zien, en misschien wat flashbacks. Het is nu zo lineair.


[ Ik verwacht wel wederzijds commentaar nu ]

Groeten
__________________
Emoties, grootse Emoties!
Met citaat reageren
Oud 30-01-2005, 17:08
Zut Alors!
Avatar van Zut Alors!
Zut Alors! is offline
Citaat:
niam schreef op 30-01-2005 @ 17:46 :
[ Ik verwacht wel wederzijds commentaar nu ]

Ik ratel gewoon maar aan éen stuk door met mn verhaal, lekker gezellig he?

Nee, goed. Ik kijk heus naar de commentaren, maar ik zie het nut niet om de geplaatste delen daarop te wijzigen. En aangezien ik (voorlopig) het hieropvolgende ook nog heb liggen, kan ik daar ook nog niet echt veel veranderen. Maar ik neem het allemaal heus mee hoor. Ik herschrijf alleen pas als ik alles af heb.

Het lastige met die langdradigheid is dat het nu in stukjes op het web staat. Op papier zit ik pas op een bladzijdetje of 40 (en dan ik boekvorm, 42 regels pp, formaat van ongeveer A5)
Op die manier (en papier leest sowieso lekkerder) ga je er stukken sneller doorheen. Ik kan hier wel alles in een keer plaatsen, maar dan leest niemand het meer.
__________________
Recht voor je raapje!
Met citaat reageren
Oud 30-01-2005, 17:50
niam
Avatar van niam
niam is offline
Zit het zo. Ik dacht dat je de stukken nu allemaal aan het schrijven was, maar dan valt er inderdaad weinig aan te veranderen.

Met wederzijds commentaar bedoelde ik commentaar op mijn literaire pogingen

Groeten
__________________
Emoties, grootse Emoties!
Met citaat reageren
Oud 30-01-2005, 18:02
Zut Alors!
Avatar van Zut Alors!
Zut Alors! is offline
Citaat:
niam schreef op 30-01-2005 @ 18:50 :
Zit het zo. Ik dacht dat je de stukken nu allemaal aan het schrijven was, maar dan valt er inderdaad weinig aan te veranderen.

Met wederzijds commentaar bedoelde ik commentaar op mijn literaire pogingen

Groeten
ahh. zo
ja sorry, ik zag vanmiddag al dat je verhaal alweer een heel stuk verder is, maar ik heb het vandaag te druk om zoveel te lezen (op dat punt had ik al zoveel gelezen)
dus dat wordt morgen, dan zal ik m ff helemaal uitpluizen!
__________________
Recht voor je raapje!
Met citaat reageren
Oud 30-01-2005, 18:05
niam
Avatar van niam
niam is offline
Ik ben benieuwd
__________________
Emoties, grootse Emoties!
Met citaat reageren
Oud 02-02-2005, 19:11
Zut Alors!
Avatar van Zut Alors!
Zut Alors! is offline
Toen hij zijn gezicht ernaartoe draaide, was het weg. Verbaasd wreef hij door zijn ogen. Was het echt? Nee, het was niet echt. Ze waren al een heel eind bij de berg vandaan, hij kon het niet echt hebben gezien, dat was onmogelijk.
Voorzichtig schudde hij Bishra wakker. De jongen geeuwde en keek hem met slaperige ogen aan. “Goedemorgen.” Bracht hij gapend uit, toen hij Kaelan voor zich zag.
“Is het nog vroe..”
Verschrikt slikte hij zijn zin in. Met angstige ogen keek hij langs Kaelan heen, naar een plaats vlak achter zijn gezicht.
“Niet bewegen!” zei hij plots fluisterend, maar dwingend. “Vooral niet bewegen.”
Kaelan luisterde meteen. Doodstil bleef hij zitten. Hij spitste zijn oren om te ontdekken wat er achter hem was opgedoken, maar eigenlijk wist hij het al, en toen hij plotseling het zachte slurpende geluid achter zich hoorde was voor hem het zeker. Heel voorzichtig liet hij zich voorover zakken en probeerde hij dichter bij het vuur te komen. In zijn ooghoek zag hij weer de vaagblauwe kleur opduiken, alleen dit keer verlicht door het rode schijnsel van het vuur. Langzaam dook de dunne, glibberige tentakel achter hem op. Het ding naderde het vuur tot op enkele tientallen centimeters. Kaelan hield zijn blik er strak op gericht, en zag hoe het steeds dichterbij kwam. Toen werd de tentakel met een ruk teruggetrokken. Voorzichtig draaide Kaelan zijn rug naar het vuur en keek hij naar de grote rots. Het beest was langzaam omhoog komen glibberen en hing nu over de rand, vlak boven Bishra en de anderen. Bishra lag nog steeds doodstil in zijn deken gewikkeld en het beest leek hem nauwelijks in de gaten te hebben. Het gedrocht trok zich nog een klein stukje terug van het vuur, maar bleef toch nog bovenop de rots. Uiteindelijk bleef het ding daar doodstil zitten.

Tergend langzaam trokken de minuten aan hen voorbij. Bishra was voorzichtig begonnen Kaelan’s kant op te kruipen. Nauwlettend hield hij het gedrocht boven zich in de gaten, soms minutenlang stilhoudend in een beweging, om maar geen aandacht te trekken. Het monster met de tentakels bleef doodstil zitten, maar vreemd genoeg gloeide hij nauwelijks op. Hij hield hen in de gaten. Even leek hij zelfs een moment te bewegen, toen Bishra zich eindelijk naast Kaelan optrok. Bishra had geen moment de kans gekregen zijn spieren te strekken en ze deden nu aan alle kanten zeer. Ook nu durfde hij zich nog nauwelijks te bewegen.
“Het vuur,” fluisterde hij naar de jongen naast zich. “het gaat zo uit.”
Hij had gelijk, het vuur moest gevoed worden. Waar het een half uur geleden nog fel had geknetterd, brandde het nu zacht, nog steeds even warm maar lang niet meer zo helder als daarvoor. Kaelan wist echter ook niet wat hij moest doen. Hij was doodsbang geweest voor het monster, en elke keer als hij zijn blik weer op de gigantische kwal richtte, zag hij voor zich het gezicht het bleke gezicht met de rooddoorlopen ogen, en de brandende striemen op Jonra’s huid. Weer dacht hij Marten te horen schreeuwen, vaag, als door echo’s uit een donkere grot. Hij had alles gehoord maar niets kunnen doen.

Plotseling zag Bishra de jongen naast hem opspringen. Hij had zijn handen geklemd om een boomtak, die half uit het vuur had gestoken. Hoewel de vlammen het hout al half verteerd hadden, moest de jongen al zijn kracht gebruiken om de brandende massa omhoog te krijgen.
Het beest voor hem dook op, maar was te laat om de aanval te ontwijken. Kaelan stortte zich vol op het beest en duwde de brandende bos takken recht in het glibberige lichaam. De uitgeworpen draden raakten verstrikt in het vuur en konden niet bij hem in de buurt komen. Krijsend hief het beest zich op. Honderden tentakels ondersteunden zijn gigantische lijf en droegen het hoog boven Kaelan uit. Maar hij hield vol, met al zijn kracht wierp hij zich tegen de brandende takkenbos en drukte hij deze verder tegen het monster. Wild vocht het beest tegen de vlammen, maar het werd door zijn kracht achterover geworpen. In een regen van vonken stortte het beest van de rots. De lucht vulde zich met hemeltergend gekrijs terwijl hij worstelde met de vlammen. Uiteindelijk doofden de smeulende resten uit en werd het neergeslagen lichaam opgeslokt door de duisternis.

Uitgeput zakte Kaelan ineen. Hij werd opgevangen door Dorian en Alain, die in allerhaast naar hem waren toegedoken. Ze waren wakker geschrokken van het gekrijs en hadden geschokt toegezien hoe hij het monster had verjaagd. Hij trilde, er was rook terechtgekomen in zijn longen en op zijn handen hadden zich enkele vuurblaren gevormd. Het was niets ernstigs. Hij kuchte.
“Het vuur, we moeten hout hebben.”
__________________
Recht voor je raapje!

Laatst gewijzigd op 02-02-2005 om 19:14.
Met citaat reageren
Oud 02-02-2005, 19:50
I C U
Avatar van I C U
I C U is offline
Citaat:
De lucht vulde zich met hemeltergend gekrijs terwijl hij worstelde met de vlammen
Deze zin lijkt er op de een of andere manier minder goed tussen te passen Maar dat is slechts mijn mening!

Verder: Fijn stuk weer
__________________
Ik ben ook maar een product van mijn opvoeding.
Met citaat reageren
Oud 05-02-2005, 18:47
Zut Alors!
Avatar van Zut Alors!
Zut Alors! is offline
Tja, ik zou niet weten hoe ik dat anders moet doen, waar het echt aan ligt dat hij niet past. Sowieso moet ik dat ge-'beest' en ge-'wezen' even anders aanpakken, misschien ligt het daar ook deels aan.

En hierbij wou ik meteen even van de gelegenheid gebruik stellen om iedereen nogmaals op de hoogte te stellen van de aanwezigheid van mijn topic, omdat ik zwaar teleurgesteld ben in de hoeveelheid personen die het een blik waardig gunnen, terwijl de twee die het wel lezen het blijkbaar toch intressant genoeg vinden om te blijven lezen (mijn grote dank daarvoor uiteraard). Ik drijf gewoonweg af tot het voeren van een toespraak; het is gewoon té triest voor woorden...
__________________
Recht voor je raapje!
Met citaat reageren
Oud 07-02-2005, 14:40
niam
Avatar van niam
niam is offline
Misschien zijn dit soort verhalen echt weggelegd voor het papier, want ik kan ook niet zeggen dat míjn, toch o zo fantastische, verhaal zoveel gelezen wordt.
__________________
Emoties, grootse Emoties!
Met citaat reageren
Oud 07-02-2005, 15:34
I C U
Avatar van I C U
I C U is offline
Ik lees ze allebei In boeken leest het sowieso makkelijker, stel je voor dat je the lord of the rings in stukjes moet gaan posten Leest toch voor geen meter?
__________________
Ik ben ook maar een product van mijn opvoeding.
Met citaat reageren
Oud 07-02-2005, 19:09
*nerwen elensar
Avatar van *nerwen elensar
*nerwen elensar is offline
*reageert*


Nee goed verhaal joh, alleen wat sneller vervolgen posten zou ik zeggen

ik ben nr 3.....heb de vorige keer ook al een reactie gegeven dus zo kwaad moet je nu ook niet worden
__________________
Je moet de kat niet bij de melk zetten. Ik ben de kat, wil jij dan de melk zijn?!
Met citaat reageren
Oud 23-03-2005, 17:54
Zut Alors!
Avatar van Zut Alors!
Zut Alors! is offline
Ach, het valt mee, zo ver heb ik hem niet af laten zakken. Ik heb al een hele tijd niks meer aan dit verhaal gedaan (omdat ik zelf te hoge verwachtingen had, waarschijnlijk) maar het verdient toch even werk, omdat ik er niet van houdt dingen onafgemaakt te laten liggen (al zal ik er nog jaren over doen dit af te maken...) Ik heb in ieder geval nog 5 pagina's op stapel...

Nog even een kleine refresment of memory, voor mezelf alsmede voor degenen die lazen: Het reisgenootschap (leentjebuur) is door de grotten gekomen, echter niet ongeschonden. Marten en Jonra zijn zelfs zodanig gewond dat ze niet meer bij bewustzijn zijn. Daarnaast zijn Kaelan en Bishra midden in de nacht nog belaagd door een der kwallenmonsters. Daar gaat het verhaal verder...
__________________
Recht voor je raapje!
Met citaat reageren
Oud 23-03-2005, 17:55
Zut Alors!
Avatar van Zut Alors!
Zut Alors! is offline
In een regen van vonken stortte het beest van de rots. De lucht vulde zich met hemeltergend gekrijs terwijl hij worstelde met de vlammen. Uiteindelijk doofden de smeulende resten uit en werd het neergeslagen lichaam opgeslokt door de duisternis.

Uitgeput zakte Kaelan ineen. Hij werd opgevangen door Dorian en Alain, die in allerhaast naar hem waren toegedoken. Ze waren wakker geschrokken van het gekrijs en hadden geschokt toegezien hoe hij het monster had verjaagd. Hij trilde, er was rook terechtgekomen in zijn longen en op zijn handen hadden zich enkele vuurblaren gevormd. Het was niets ernstigs. Hij kuchte.
“Het vuur, we moeten hout hebben.”
Alain was al bezig enkele dichtbij liggende takken op het afgezwakte vuur te werpen. Hij wist niet of er nog andere beesten op de doodskreet af zouden komen, maar hij nam liever het zekere voor het onzekere door het vuur zo snel mogelijk hoog te krijgen. Ondertussen bekeek Dorian de verbrandde handen van Kaelan.
“Het gaat wel, het is niets.” kuchte deze toen de jongen zijn handen vastpakte. Hij probeerde de jongen van zich af te drukken, maar deze krachtsinspanning bracht hem tot een hoestbui.
“Wacht maar.” begon Bishra opeens. Hij was op handen en voeten naar hen toegekropen en probeerde nu weer op zijn stijve benen te gaan staan.
“Ik kan wel wat maken tegen de pijn, ik moet alleen het een en ander hebben.”
“Gaan jullie twee dan met een fakkel op pad.” riep Alain hen toe. “Ik blijf wel bij Kaelan en houd het vuur wel in de gaten.”
Kaelan knikte Dorian toe. “Ga maar, ik red me wel. Maar ga niet te ver van het vuur.”
“Ik heb al het een en ander zien groeien in het gras.” zei Bishra, “Alles staat hier in de buurt.”

Even later kwamen de jongens terug met versgevulde waterzakken en een bundel kruiden en bladeren. Bishra zonderde zich af bij zijn tas en Dorian vulde een kom met water. Voorzichtig waste hij Kaelan’s blaren met het koele vocht. Alain had ondertussen hout verzameld voor het vuur, dat nu weer hoog oplaaide. Het werd al weer lichter, het begon al bijna ochtend te worden.

 


 
__________________
Recht voor je raapje!
Met citaat reageren
Oud 23-03-2005, 18:30
I C U
Avatar van I C U
I C U is offline
De stijl is goed, het laatste stuk vind ik ietwat te beschrijvend, toch vind ik 'm weer leuk
__________________
Ik ben ook maar een product van mijn opvoeding.
Met citaat reageren
Oud 23-03-2005, 22:16
Zut Alors!
Avatar van Zut Alors!
Zut Alors! is offline
4

Verloren in de duisternis waarde hij rond, totaal geen idee meer waar hij was. Hij was koud en gevoelloos, zo gevoelloos dat hij die kou niet eens goed voelde. Hij voelde eigenlijk niets meer. De jongen die ooit Jonra was zweefde nu verloren rond. De pijn was verdwenen, weggevloeid in het kille water, maar ergens, aan het randje? Ja, ergens dreef het, hij voelde het, een gonzende, kloppende pijn. Pulserend, dwingend, steeds sterker werd het, steeds harder klopte het op zijn borst, bonsde het in zijn keel, drong het zich op, deed het hem barsten!!!

Met een schok schoot zijn hoofd uit het water. Hoestend en proestend duwde hij zich op handen en knieën omhoog. Wat was er gebeurd? Waar was hij? Momenten geleden leek het dat zijn lichaam door het kille water omsloten langzaam van hem wegdreef. Nu zat Jonra verbaasd en buiten adem op de grond. Een koude windvlaag gleed door zijn natte kleren, en stuurde een rilling over zijn rug. Vreemd? Het deed geen pijn meer. Het brandende gevoel was verdwenen. Het water was weg! Hij was niet meer in de grot!
Nog steeds buiten adem probeerde hij zich verder omhoog te drukken, maar het leek wel of er geen kracht meer in zijn armen zat. Er was geen beweging in zijn lijf te krijgen. Hijgend keek hij door de schimmige mist om zich heen. Met zijn vingers voelde hij de modderige aarde en voor zich in de grond lagen enkele kleine plassen, een daarvan waar hij met zijn gezicht in had gelegen. Met moeite wist hij de omgeving aan de rand van zijn gezichtsveld te onderscheiden. Schimmen, van enkele bomen. Hij bevond zich op een kleine open plek tussen het struikgewas. Vertwijfeld dacht hij terug. Hoe was hij hier beland?
Hijgend zakte hij door zijn armen en viel hij op zijn zij. Boven hem zag hij vaag de donkere wolken door het overhangende groen. De vochtige bladeren, glanzend in het kleine beetje licht dat de maan nog wist te geven, gaven het geheel een luguber aanzicht. Ook om hem heen klonken enkel angstaanjagende geluiden. Toch, op de een of andere manier, deed het hem niet zoveel. Hoewel hij de angst voelde, bleef Jonra redelijk zorgeloos. Hij kon niets doen.
Zijn adem begon langzaam regelmatiger te worden, af en toe kuchte hij nog door de vochtige lucht, maar zijn stijve spieren begonnen zich toch steeds meer te ontspannen. De wind in de takken, het plotselinge gehuil van wolven, de vogels met hun onverwachte geluiden, op de een of andere manier kwam het rustgevend op hem over. Nee. Dit was niet logisch. Vertrouwd? Veilig? Hij was hier nooit geweest! Hij kon hier niet zijn! Waarom bleef hij in godsnaam liggen?!
De hoofdpijn, die hem had gewekt, kwam plotseling terug. Bonzend, zeurend. Hij moest iets doen, hij kon hier niet blijven liggen. Hij zou sterven als hij zo bleef liggen. De spieren in zijn lichaam bleven aan hem sjorren, hoe hij ook poogde, zijn lijf wou niet mee. Maar hij kon hier niet blijven liggen!!!

Plotseling brak een harde knal de lucht. Als het kraken van een tak, maar harder, en zoveel malen feller. In een keer hulde het bos zich in doodse stilte. Voor hij het wist zat Jonra ingedoken op zijn hurken, wild en ongeregeld schoot zijn blik in het rond. Opeens wist hij wat dit betekende, was het alsof hij precies wist wat hij moest doen. Het volgende moment schoten zijn ogen over de grond op zoek naar het wapen, het was ineens in zijn hoofd geschoten. Dan zijn we veilig. Ik moet het hebben! Vlak voor hem lag het, glinsterend in de modder. Het wapen kwam hem meteen bekend voor. Hij dacht er niet bij na, maar hij wist wel dat hij veilig zou zijn wanneer hij het bij zich had. Achter hem werd de stilte met luid gekraak doorbroken. Gekraak van takken, gevolgd door een harde schreeuw!

Jonra dacht niet, hij handelde instinctief. Meteen lag de speer in zijn handen. Het volgende moment dook hij opzij en haalde hij met een grote zwiep uit. Het wapen van zijn belager miste zijn doel, en direct werd de vreemde door Jonra’s aanval van zijn voeten geslagen. Zijn lichaam bewoog voor hij dacht, en het volgende moment stond hij boven zijn vijand, de speer tegen zijn borst gedrukt. Nee! Dit kon hij niet doen! Maar het ging vanzelf…
__________________
Recht voor je raapje!
Met citaat reageren
Oud 24-03-2005, 09:48
Zut Alors!
Avatar van Zut Alors!
Zut Alors! is offline
Hij schreeuwde, de stem in zijn hoofd schreeuwde, zelfs ver om hem heen hoorde hij gedempte schreeuwen. Voor hem zag hij de scherpe punt het lichaam doorboren.
Een klap raakte hem in zijn rug en bracht hem weer even bij bewustzijn. Jonra sloeg dubbel van de pijn. Hij hoorde nog steeds de gedempte schreeuwen om hem heen, de vreemde taal die hij, hoewel hij hem eerder had gehoord, niet kon verstaan. Nog een klap raakte hem, in zijn knieholten, en hij zakte ineen. Nog net wist hij zich om te draaien naar de toegesnelde krijgers, nog net zag hij een van hen opnieuw zijn staf opheffen, klaar om toe te slaan. Toen werd hij weggesleurd.

Alles draaide, alles verdween. Alsof een haak achter zijn navel werd geslagen en hem in één keer wegtrok uit de wereld. Wat was er aan de hand? Hoe kon het zijn dat hij zich totaal niet meer van de situatie meester was, dat hij niet meer was wie hij hoorde te zijn? Waar ging hij naartoe?

Het volgende moment voelde hij hoe zijn borst weer tegen de grond werd gedrukt. De zon brandde fel in zijn ogen, en bracht hem een nieuw beeld. Jonra herkende meteen waar hij was: de Kloof. Onder hem stroomde wild de rivier. Hij hief even zijn hoofd, en daar was het, zoals hij had verwacht. Daar lag Dageraad, slechts honderden meters van hem vandaan.
Wacht even. Het bos, het was verdwenen, en nu was hij hier? Maar hoe kon hij hier nu zijn?
Snel trok hij zijn hoofd weer omlaag. Ze mochten hem niet zien. Hij kon hier niet zijn! Toch werd zijn blik voorzichtig weer over de rand getrokken. Hij moest naar beneden zien te komen. Hij moest het zeker weten.

In zijn hoofd schoten opeens de beelden rond van zijn dorp, van de mannen die door de poort kwamen.
Een kleine groep daalde af in de kloof, en hij zag het. De beelden leken nog vers op zijn netvlies te staan, zo bekend.
Hij begreep er niets van.


Voorzichtig wierp hij zich over de rand en landde hij op de ondergelegen rotsen. Als vanzelf klom hij omlaag, klauterde hij langs de wand, over de stenen. Zijn handen en voeten wisten precies de juiste plaats te vinden, en ze droegen hem steeds dieper. Hij begreep er niets van!
Het was alsof een ontastbare drang hem daarheen trok. Hij kon het niet onderdrukken, hij moest er aan toegeven. Daar beneden was iets, hij wist niet wat, maar hij moest het vinden. Hij moest weten wat het was. Elke vezel in zijn lijf riep er om.
Opeens wist hij het…
__________________
Recht voor je raapje!
Met citaat reageren
Oud 24-03-2005, 16:56
I C U
Avatar van I C U
I C U is offline
Het enerlaatste stuk wat je gepost hebt vind ik errug goed, die sfeer die je daar beschrijft is echt ongelofelijk goed! Het tweede stuk vind ik errug verwarrend, maar ik zal het dadelijk nog een keer lezen
__________________
Ik ben ook maar een product van mijn opvoeding.
Met citaat reageren
Oud 25-03-2005, 19:36
Zut Alors!
Avatar van Zut Alors!
Zut Alors! is offline
Opeens zag hij het, opeens begreep hij het. De beelden van de omgeving waren hem zo bekend voorgekomen dat het wel terug móest komen. De beelden zaten vers in zijn gedachten, en voor de tweede maal in korte tijd schoten ze door zijn hoofd. Amyar!

Amyar! Amyar lag in die kloof. Het moest zo zijn. Hij had zelf gezien hoe hij viel, het stond nog vers in zijn geheugen. Het moest zo zijn, hij moest hem vinden. Maar wat doe ik hier? Waarom ben ik hier? Ik kan hier niet zijn! Het lichaam ging door. De handen en voeten vonden nog steeds hun plaats. Als vanzelf daalde hij af in de kloof. Maar Jonra wilde niet, kon het niet. Met alle macht probeerde hij zichzelf te stoppen. Hij wist dat het niet kon, maar hij bleef het proberen. Het werd hem allemaal duidelijk, hoeveel hij ook deed, hij kon alleen maar meegaan. Meegaan met wat er gebeurde. Met wat er was gebeurd. Meegaan met wat zijn broer hem liet zien…

Slechts momenten later stond hij beneden in de kloof, met zijn voeten in het ondiepe water. Als een droom sloot alles op elkaar aan. In de verte hoorde hij Chiroque’s stem, maar hij wist dat het zijn mond was die schreeuwde. Hij zat vast in Chiroque, zat vast in zijn beleving. Hij zag door de tranen van zijn broer, hoorde door zijn kloppende oren, voelde door zijn vingertoppen. Hopeloos bleef hij schreeuwen, en ondertussen bleef Jonra hopeloos smeken dat het zou stoppen. “Amyar! AMYAR!!!”
Er gebeurde niets. Door zijn gesnik heen hoorde hij enkel het ruisende water. Wanhopig zakte hij op zijn knieën in het water. Hij boog zijn hoofd en bleef zo snikkend zitten. Door zijn tranen zag hij zijn reflectie in de beek. Een steek ging door zijn hart. Hij zag zijn broer, zoals hij hem herinnerde. Alleen was zijn gezicht gekweld door pijn. Jonra smeekte dat het op zou houden. De tranen bleven vloeien.
Als door een onzichtbare kracht werd hij omhoog getrokken. Beelden vloeiden in elkaar over. Het volgende moment zag hij een glinstering van water. Hij hoorde een zacht, tikkend geluid in het water. Dichterbij gekomen zag hij hoe de stroming de houten speer tegen de rotsen tikte. Telkens sprong hij weer terug, om met het volgende golfje weer tegen de keien te worden geworpen. Eventjes leek zijn hart een beetje lichter te worden. Chiroque boog zich voorover en legde zijn hand om het vochtige hout. Hij hief hem op en bekeek hem door zijn tranen. Jonra voelde de warme druppels nog over zijn wangen glijden. Hij hief zijn hoofd naar het glinsterende blad, dat hoog boven hem uitstak. Toen de nacht was gevallen stond hij daar nog, verlicht door de sterrenhemel. Zijn tranen waren inmiddels opgedroogd, al waren zijn wangen nog wat rul. Hij had zijn besluit gemaakt.
De tijd vloog voorbij als een droom. Hij was weer in het bos, de toppen overziend vanaf een hoge rots, de speer nog steeds in zijn handen. Onder diezelfde sterrenhemel.

‘Laat het voorbijgaan! Laat het alsjeblieft voorbijgaan!’ Zijn schreeuwen verdwenen ongehoord in de duisternis. Hij zat gevangen in zijn hoofd. Jonra schreeuwde het uit in gedachten maar niemand luisterde. Hij kon nauwelijks denken, hij kon alleen toekijken. Af en toe leek het alsof hij zelf bewoog, alsof hij het was die droomde, maar als hij probeerde zijn eigen weg te kiezen werd het meteen duidelijk dat hij geen keuze had. Hij kon alleen volgen, meegaan met de droom van zijn broer. In sprongen vloog de tijd voorbij, maar telkens voelde Jonra de pijn. Het knaagde aan zijn broer. Hij lag verloren in het bos, als een kluizenaar. De beelden schoten aan hem voorbij. Jonra wist niet hoeveel tijd verstreek, het waren vlagen, steeds sneller volgden de beelden zich op; zijn broer verwilderde. Hij wist nu waar hij was. Chiroque was het bos ingevlucht, het woud dat zich uitstrekte over de halve vallei, alles dat aan de andere kant van de kloof lag. Daar was hij gebleven. Hij kon niet terug, maar op de een of andere manier kon hij ook niet verder. Jonra begreep waarom. Chiroque kon zijn thuis niet verlaten. Hij zat opgesloten tussen heden en verleden, daarom bleef hij hier.
Hij voelde zich hoe langer hoe droeviger nu hij het voor zich zag; de gekwelde droom van zijn broer. Nog steeds vlogen de beelden langs hem heen. Steeds sneller, steeds sneller. Tot hij moest schreeuwen. Plotseling schoot zijn speer weer naar beneden. Weer zag hij de angst in ’s mans ogen. Weer hoorde hij de borstkas open splijten, en voelde hij hoe de weerstand brak. Weer volgde de klap, weer voelde hij de stekende pijn. Weer werden zijn benen onder hem vandaan geslagen. Een klap op zijn hoofd. Toen werd alles zwart.
__________________
Recht voor je raapje!
Met citaat reageren
Oud 25-03-2005, 21:38
I C U
Avatar van I C U
I C U is offline
Verwarrend stukje, maar toch spannend. Blijf het lezen.
__________________
Ik ben ook maar een product van mijn opvoeding.
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
Onzin Nthn3d
fizzle-fluffy
26 10-10-2015 23:14
Verhalen & Gedichten 'Christelijke' boeken
CaptainCaveman
44 26-10-2005 20:21
Verhalen & Gedichten [verhaal]Moord-dagen
Zut Alors!
92 23-04-2005 18:11
De Kantine Wat staat er onder jouw ctrl-v? Deel#1314
Machiavelli
500 04-02-2005 11:09
Flora & Fauna Dieren liefhebben? TERRORISTEN ZIJN HET !!
JCL
142 13-02-2004 17:54
Verhalen & Gedichten titel gezocht...
vosje16
8 13-04-2003 13:39


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 01:51.