Advertentie | |
|
![]() |
|
Moeder Muis boende, poetste en klopte,
en hield het huis mooi schoon, tot zij op een middag stopte. "Ik krijg de boel hier nooit gedaan!", beklaagde Moeder Muis, "Zo wordt dit toch nooit een mooi huis?" Moeder Muis ging zitten met een zak ships, zo huppakee, lekker voor de buis. Nee, dit was niet bepaald oké voor de hips. Maar toen Vader Muis thuis kwam, was het wel andere koek, boos sprak Vader Muis een vloek, dat Moeder Muis heerlijk boenen mag, tot aan haar laaste dag! |
![]() |
|
Verwijderd
|
Nou. Gedichten die af zijn plaats ik hier niet meer, maar dit is wel iets voor dit topic geloof ik. Wat ik wil zeggen vind ik fijn, hoe ik het zeg niet. En omdat dit topic over duidelijke poëzie gaat hoop ik op tips&trics om het - als dat kan - minder mysterieus te maken.
Gelieve niet te quoten. ![]() Ik ging naar iets toe en wilde vooraf een aankondiging doen. Wat ik wilde zeggen is iets als “Gezocht: hoffelijk gezelschap (man of vrouw), om synchroon te kunnen glunderen, of, als het tegenvalt -wat kan- samen weg te lopen het voelt namelijk billijker je getweeën een weg banen, tegen de richting in, of gelijktijdig van verwondering te verzuchten we hebben nog een lange weg te gaan. In de rij voor de toiletten staan is ook al zoiets dat alléén nog langer lijkt te duren en je weet, als je elkaar aankijkt met een frons dat je allebei denkt dit kan beter,” maar ik besefte dat het niets anders was dan de zoveelste vorm van “liefst vriendje, tref ik je daar? Ik heb je jas niet nodig want we rillen samen van geluk,” en godverdomme die clichés wil ik niet aan. |
![]() |
|
Kat antwoordde niet op msn, dus toen ging ik maar gedichies naar d'r schrijven tot ze antwoord gaf!
(Elk los dingetje is een soort van een apart iets. Het zijn geen strofes van een groter geheel, in ieder geval!) 'Ach' zei Wilders, en toen 'wee', hij wist geen Arabisch voor 'nee'. 'Non du tout!' schreewt het Belgisch kabinet, bij dat laatste onbekende woord - 'Je suis slechts pas uit bed!', zo klonk het aan de Franse kant ontzet. En de Vlamingen wisten geheel niet meer wat te doen! We moeten het maar re-sieklen, zeiden ze toen. *(er is zo'n belgische reclame over recyclen waar ze het helemaal vernederlands/belgischt uitspreken. dat klinkt ZO maf. ;d) Er was eens een koning die stond paf, hij liet twee scheten in één keer en vond dat maar wat maf. Er was eens koning, die had geen kroon, noch een dochter, noch een zoon! Toen dacht ie, ajus, dit kan ik niet meer doen kocht een mooi huisje van z'n koningspoen en dacht 'ik doe nu toch echt een moord, voor een mooi, koninklijk woord waarmee ik zeggen kan 'ik houd ermee op!' want een koning zegt niet 'ik stop' Toen wist ie niets te verzinnen toen wist ie niet wat te beginnen toen is ie toch maar teruggevlogen en heeft toen tegen iedereen gelogen 'ik had maar een vakantie, dat was al!' - het was de Belgische koning van 't carnaval - en dronk toen nog een lietertje bier en dacht: bij gebrek aan woord, blijf ik maar hier! maar eigenlijk hield ie meer van wijn maar tijdens Carnaval mocht het niet zo zijn Kindje Jezus in zijn krib had laatst verschríkkelijk de hik hij was gestikt in moederborst en had toen - hips - wat melk gemorst. Heb je geen vriendinnetje by de hand probeer dan eens, de One Night Stand!
__________________
(...) en ik hou zo van verlangen en ik hou zo van alleen zijn en ik hou zo van het denken dat het zou kunnen als het kon. - Tjitske Jansen
|
![]() |
|
Er was eens een aardappel
die had altijd wat op een dag werd ie gesneden en gebakken tot patat. Maar sommigen waren wat laks en namen begrepen ze niet zij noemden de patat toen weloverwogen 'friet'.
__________________
(...) en ik hou zo van verlangen en ik hou zo van alleen zijn en ik hou zo van het denken dat het zou kunnen als het kon. - Tjitske Jansen
|
![]() |
|
Oh! Zou best kunnen, gezien je stijl. Overigens werd ik tot dat gedichtje geïnspireerd door één of andere patat/friet-discussie.
![]()
__________________
(...) en ik hou zo van verlangen en ik hou zo van alleen zijn en ik hou zo van het denken dat het zou kunnen als het kon. - Tjitske Jansen
|
![]() |
||
Citaat:
![]() Ter ontopicheid hier een kort versje over Dikkertje Dap: Ons lieve Dikkertje Dap was groot geworden, zijn ladder stond te verstoffen in de schuur, in de dierentuin kwam hij ook niet meer, Artis was voor hem nu te duur. Zijn ouders gescheiden en 't huis verkocht, soms treurde deze nu grootgeworden Dap nog over die vergeten tijden, over vroeger met die giraffe en hij op de trap.
__________________
(...) en ik hou zo van verlangen en ik hou zo van alleen zijn en ik hou zo van het denken dat het zou kunnen als het kon. - Tjitske Jansen
|
![]() |
|
Er was eens een jongeman met prachtig haar
en lieve handen en vrienden door het hele land hij had een geweldig lichaam, maar kon er niet gelukkig mee zijn, was er niet voor gemaakt. Nee! Hij had het land aan deze stroeve spieren en haatte elke haar van zijn jongemannenbaard. Deze jongen, die had het helemaal gezien hij wóu geen jongen zijn, hij wilde een vrouwelijkere kant en een gladdere huid, is daarom naar een tovenares gerend en uitgelegd van hoe en wat en alsjeblieft niet dit lichaam want ik heb het zo gehad. En zij heeft hem gehoord en nu is hijzij eindelijk tevreden, gelukkig, blij, hijzij is nu zacht en liefelijk man én vrouw, want wat deze jongen wou is naaktslak zijn, of zoals hij zei: die zijn zo mooi en hun seks is zo fijn.
__________________
(...) en ik hou zo van verlangen en ik hou zo van alleen zijn en ik hou zo van het denken dat het zou kunnen als het kon. - Tjitske Jansen
|
![]() |
||
Verwijderd
|
Citaat:
![]() ![]() |
Advertentie |
|
![]() |
|
|