Alle gedichten zijn al wel uitgebreid besproken, maar toch heb ik nog wel zin om even wat harde kritiek te geven
. Ik heb de gedichten beoordeeld op zwartgalligheid en waanzin, en de emotie die het oproept. Verder heb ik de gedichten beoordeeld zoals ik gedichten van bekende dichters zou beoordelen, ik heb er geen rekening mee gehouden dat dit een scholieren forum is of andere verzachtende omstandigheden. Ik bedoel het niet zo arrogant als het misschien overkomt. Ook zeg ik niet dat ik het zelf beter gekund zou hebben, integendeel: ik hoop dat iemand er iets aan zal hebben.
Here we go.
1. Wat meteen opvalt bij dit gedicht zijn natuurlijk de woorden tussen haakjes. Ik vind dit wel een leuk idee, het doet denken aan een tweede stem bij een muziekstuk. In dit gedicht wordt duidelijk geprobeerd een zwartgallig beeld te schetsen. Toch komt het niet helemaal over, het lijkt niet ‘echt’, om het maar even vaag te zeggen. De woorden tussen haakjes voegen naar mijn mening niks toe aan waanzin of zwartgalligheid, meer aan vaagheid. Wat ik er wel leuk aan vind is bijvoorbeeld dat ‘chanson’ gemaakt is van de letters die ook in ‘melancholisch’ voorkomen. Het zou best kunnen dat er bewust of onbewust een paar anagrammen verstopt zitten in dit gedicht.
2. Wat ik in dit gedicht een beetje mis is de interpunctie, er zijn veel hoofdletters, maar geen punten, en wel weer een vraagteken. Het hele gedicht roept niet echt iets bij me op. Het is enigszins zwartgallig, waanzin lijkt er totaal niet in verwerkt. Deze zin: ‘Monsters van gisteren zijn de nimfen van morgen’ lijkt de clou te zijn van het hele gedicht. Ik ben het alleen niet met deze boodschap eens, en het is jammer dat dezelfde zin wordt herhaald –in een andere volgorde- als eindzin. Kortom: het spreekt me niet zo aan, en het had wat zwartgalliger/waanzinniger gemogen.
3. Aan dit gedicht is zo te zien heel veel tijd besteed. Het acrostichon is echt heel leuk gedaan. De eerste strofe loopt vloeiend, hoewel sommige beginwoorden zoals ‘nochtans’ en ‘Gij’ naar mijn gevoel wel duidelijk zijn uitgekozen omdat het gedicht anders geen acrostichon meer was. Bij gebrek aan betere woorden dus. Het gedicht in zijn geheel snap ik niet helemaal, het heeft wel heel wat waanzin en zwartgalligheid in zich, een pluspunt dus. Wat mij betreft had de naam ‘Janine’ er niet in gehoeven, het doet me denken aan heel heel lang geleden toen ik nog GTST keek en ik nog nooit een gedicht had gelezen. Over het algemeen vind ik dit een goed gedicht, ik ben ervan overtuigd dat de dichter heel wat kwaliteit/ talent heeft.
4. Gedichten met buitenlandse talen spreken me altijd meteen aan. Ze vallen ook meteen meer op dan andere. Het verschil maken tussen ‘oui’ en ‘wie’ vind ik niet geweldig. Ik kan me herinneren dat na de eerste lessen Frans op de middelbare school hier ook om gelachen werd. Daarbij komt het ook voor in een slechte Bassie en Adriaan aflevering. Het gedicht had ook nog wat meer stijlfiguren mogen hebben, naar mijn mening. Dan nu het goede nieuws. Het gedicht is best zwartgallig, en er wordt lekker nonchalant over de dood gesproken, voor zover dat kan. Dit vind ik echt een pre, en het hele gedicht sluit goed aan bij het thema. ‘De geur van spinazie’ is ook gaaf.
5. Een gedicht waar over nagedacht is. De woordspelingen zijn weer ouderwets goed. Wat ik niet snap is ‘tussen beide’ in strofe een. Ik neem aan dat het terugslaat op de eerste regel en dus niet op twee maar op drie dingen terugslaat. ‘mij’ in de tweede regel moet ook ‘ik’ zijn, maar dichterlijke vrijheid kan een verklaring hiervoor zijn. De tweede strofe is gewoon goed. Echt goed. Het hele gedicht is goed, maar ik mis de waanzin en de zwartgalligheid. Als het een wedstrijd zonder thema was geweest had ik hier misschien wel op gestemd. Nu niet.
6. Dit is echt een gedicht zoals ik het een tijd geleden ook geschreven zou kunnen hebben. Ik vind het sowieso jammer dat het geen sonnet is, maar dat zal ik niet meenemen in de beoordeling. De komma na regel 1 had beter een punt kunnen zijn. De komma na regel 2 is overbodig. En dit is geen miereneukerij. Over de twee andere fouten in dit gedicht is al veel gezegd. Alles bij elkaar vind ik het een uiting van onkunde van de schrijver. Voor mij zal een gedicht nooit geloofwaardig overkomen als er zo slordig met taal en interpunctie wordt omgesprongen. Het lijkt alsof de schrijver er weinig tijd in heeft gestoken of gewoon geen kennis van zaken heeft.
7. Na het lezen van de eerste twee regels wist ik al wat voor gedicht dit zou worden. Ook hier mis ik interpunctie, de rijm is gedwongen en onorigineel. Ik heb de meeste gedichten van dit topic nu ook al enkele keren gelezen, bij dit gedicht ben ik nooit verder gekomen dan de helft. Wat ik deze dichter zou aanraden is zich eens te verdiepen in werk van grote dichters en veel te lezen over stijlfiguren etc.
8. Er is al veel gezegd over dit gedicht. Wat voorop staat is dat dit gedicht gewoon luguber is. Wat me verder opvalt, is dat de titel op twee manieren uitgelegd kan worden. Dit maakt het voor mij nog extra luguber en ziek. Ik snap echt niet hoe je op het idee kan komen om zo’n gedicht te schrijven. Wat ook al gezegd is volgens mij, is dat het gedicht wel vaag iets van een meisjeshoofd weg heeft, als je je hoofd een kwartslag draait. Dit alles maakt duidelijk dat er wel over het gedicht is nagedacht. Toch spreekt de zwartgalligheid en het lugubere me niet aan. Ik hou meer van gedichten over de natuur ofzo, maar dat is meer de schuld van het thema dan van dit gedicht. Ik ben zeer benieuwd welke gek dit geschreven heeft.
9. Een gedicht met afwijkende lettergrootte. Wat me opvalt, is dat de geciteerde zin mooier is dan het gedicht. Wat mij betreft niet zo slim dus om de zin te citeren. Wat me ook stoort is dat er drie keer ’hen’ staat in regel 1 van strofe 4. Beetje jammer. Wat goed is aan dit gedicht is de zwartgalligheid, de lijken en het bloed. Er is duidelijk ingespeeld op het thema dus. Verder weet ik er weinig over te zeggen, het gedicht heeft niets vernieuwends en enkele vreselijke cliché’s zoals ‘vergeven noch vergeten’.
10. Duidelijk een gedicht van een gelouterde dichter. De woordkeus is ver boven gemiddeld goed en beelden worden erg goed verwoord. De beste stukjes uit het gedicht vind ik de eerste twee regels, ‘ je lot te lessen’ en de clou in de laatste regel. Wat ik mis is de waanzin en de zwartgalligheid. Dat is dan ook het enige wat ik aan te merken heb, maar dit is wel een groot minpunt gezien het thema van de wedstrijd.
11. In dit gedicht mis ik de rijm in de eerste strofe. Het is eigenlijk gewoon een lange zin die in stukjes gehakt is. Het verwijzen naar Camus en Dante had niet gehoeven, de intellectualiteit had beter uit het gedicht kunnen blijken. Ook ‘boetedoende’ vind ik niet heel mooi. In de tweede strofe mis ik een werkwoord in regel drie. Wat positief is, is dat de eindzin wel goed ‘getimed’ is. Hij valt precies goed in het ritme en geeft wel een aardig soort conclusie.
12. De titel is grappig en het gedicht vunzig. Groen schimmelhaar strelen is echt heel vies. Ik vind dit gedicht wel bovengemiddeld. Leuk is bijvoorbeeld: ‘in het rode ochtendgloor te bloeden’ en ‘fluiten schel en scherper klinken’. Ik denk dat dit gedicht is van degene waar ik eerst van dacht dat gedicht vier was. Toch jammer dat je niet mag speculeren. Een pluspunt aan dit gedicht vind ik dat het bijna niet opvalt dat er zo weinig rijm gebruikt is. Het loopt vrij vloeiend.
13. Duidelijk het gedicht waar je de minste kritiek op kan hebben.
14. Er zitten goede en mindere kanten aan dit gedicht. De mindere kanten vallen gelukkig weg omdat de goede kanten ook echt heel goed zijn. Wat ik minder vind is: de inleiding, dit had niet gehoeven van mij. Ook de duidelijke Jotie-imitatie vind ik jammer, een eigen stijl is toch wel een voordeel. Eigenlijk vind ik de rest van het gedicht super. ‘godvergeten kutbestaan’ is zo Jotie-achtig maar ook zo geweldig. Ook ‘dennengeur en zilv’ren paarden’ is schitterend. Zelfs het feit dat er ‘zilv’ren’ en niet ‘zilv’re’ staat is al mooi. De laatste twee woorden zijn het beste. Dit gedicht spreekt me gewoon heel erg aan en vanaf de eerste keer dat ik alles las wist ik dat mijn stem naar dit gedicht zou gaan. Het klinkt misschien als een rare keuze om op dit gedicht te stemmen, maar een gedicht moet aanspreken, en dit gedicht spreekt me het meest aan, en is eveneens zwartgallig en waanzinnig.
15. En dan gedicht 15. Dit doet me denken aan ‘Holland’ van Marsman. Ook dit is een mooi gedicht. Het is kort, en er staat geen woord teveel in. Eigenlijk zou ik best willen dat ik zo’n gedicht zou kunnen schrijven. De natuur wordt heel mooi beschreven en het is gewoon erg mooi, bijna melancholisch. Ik mis een punt na ‘graf’. Dit omdat er op het einde ook een punt staat en dat dus niet met elkaar overeenkomt.
16. Dit is de waanzin ten top. Op het eerste gezicht komt dat eigenlijk alleen door het gebruik van hoofdletters, streepjes, puntjes, schuine letters, kleiner lettertype en ga zo maar door. Om maar een paar dingen er uit te lichten: Kant- Nietschze is erg grappig, maar misschien een beetje te makkelijk. ‘Filosofen flikkeren. In putten.’ is ook heel grappig. Ik mis in dit gedicht een beetje de samenhang. Er wordt van de ene ‘gedachte’ naar de andere gesprongen om de waanzin maar verder uit te breiden. Je hebt veel energie nodig om dit gedicht te lezen en helemaal te begrijpen. Of dat positief of negatief is weet ik eigenlijk niet.
17. Een van de leukste gedichten, hoewel leuk niet echt het goede woord lijkt bij deze wedstrijd. De laatste twee regels zijn goed, net als ‘door mijn mond. Op de grond.’ Het minste aan dit gedicht vind ik regel drie van strofe twee, deze vermelding had er wat mij betreft niet bij hoeven te staan. Het spijt me, maar na 16 gedichten heb ik hier weinig nuttigs meer over te zeggen. Het is zeker geen slecht gedicht.