‘Bij Toutatis!’ Asterix de Galliër wordt 50
Ariejan Korteweg op 26 oktober '09, 00:00, bijgewerkt 25 december '09, 00:00
Na de dood van de geniale scenarioschrijver van Asterix, blijft de strip verschijnen. Maar nu moet het afgelopen zijn, zeggen puristen. ‘Miles Davis maakte geen muziek na zijn dood.’
Het is heet in de zomer van 1959, maar Albert Uderzo en René Goscinny hebben geen tijd voor vakantie. Het duo heeft beloofd met een nieuwe strip te komen, voor het eerste nummer van het stripblad Pilote. Ze werken aan een verstripping van Van den vos Reynaerde. Dan komen ze erachter dat een ander hun vóór is geweest. Wat nu?
In de woonkamer van Uderzo in Bobigny, niet ver van Parijs, nemen ze de Franse geschiedenis door. De Galliërs! Maar natuurlijk. Dat is nog niet gedaan. In een dag bedenken ze de contouren: onoverwinnelijk Gallisch dorpje; Romeins garnizoen; twee hoofdpersonen; alle namen van Galliërs eindigen op ix; die van de Romeinen – Caesar uitgezonderd – op us. Alleen Idéfix, het witte hondje van Obelix, komt pas zes jaar later, in De ronde van Gallië.
‘Zo’n 2000 jaar geleden was heel Gallië (zo heette Frankrijk toen) bezet door soldaten van Caesar, de Romeinse veldheer. Héél Gallië? Nee, een kleine nederzetting bleef moedig weerstand bieden aan de overweldigers.’ Zo begint op 29 oktober 1959 de eerste aflevering van het eerste avontuur. Daarboven de kaart van Frankrijk, met een vergrootglas boven het uiterste hoekje van Bretagne. Het eerste boek, Asterix de Galliër – oplage zesduizend stuks – verschijnt in 1961. Het jubileumboek dat nu in de winkels ligt, is nummer 34.
Asterix is vertaald in 107 talen en dialecten, er gingen 325 miljoen exemplaren over de toonbank, de drie films over het duo trokken samen dertig miljoen bezoekers. Park Asterix, ten noorden van Parijs, is na Eurodisney het populairste pretpark van Frankrijk. ‘Bij Toutatis’, ‘rare jongens die Romeinen’ en ‘er is er hier maar een die dik is, en die is niet dik’, werden staande uitdrukkingen.
Op 5 november 1977 laat Goscinny zijn hart controleren bij de dokter. Die zet hem op een trainingsfiets, Goscinny zet aan en sterft ter plekke aan een infarct.
Wat nu? Moet het Gallische dorp sterven met de dood van de geniale scenarioschrijver? Uderzo wenst zichzelf op zijn 50ste een mooi pensioen toe. Hij heeft bovendien altijd pijn bij het tekenen. Bij zijn geboorte had hij zes vingers aan elke hand; de extra vingers zijn weggehaald, maar zijn handen blijven gevoelig.
Uiteindelijk zwicht hij voor de lezers, die vinden dat hij simpelweg het recht niet heeft de strip te staken. Twee jaar na de dood van Goscinny verschijnt De broedertwist, de eerste solo-Asterix, al zal de strip altijd met Uderzo & Goscinny worden gesigneerd.
Toch, voor de puristen is dat het begin van het einde. ‘De eerste drie Asterixen zonder Goscinny waren nog goed te doen’, zegt Philippe, de baas van Philippe le Libraire, een winkeltje tjokvol bandes dessinées in de Rue des Vinaigriers in Parijs. ‘Maar Uderzo had allang moeten stoppen. Asterix, dat was modern, licht, geraffineerd. De scherpte is weg. Hij is een vieux con (oude lul), die doorgaat met tekenen vanwege de media-aandacht en het geld.’
Vooral de laatste drie Asterixen vindt Philippe beschamend. ‘Het geheime wapen, waarin Asterix de strijd aanbindt met manga’s, dat heb ik niet eens in huis gehaald.’
Uderzo is 82 jaar intussen. Weer staat het voortbestaan van het Gallische dorpje ter discussie. Voor de puristen is het duidelijk: ‘Miles Davis maakte geen muziek na zijn dood, Picasso heeft na zijn overlijden niet geschilderd’, oordeelt Philippe. ‘Aan Blake & Mortimer en Lucky Luke zie je waar het toe leidt als een strip wordt voortgezet door anderen.’
Uderzo dacht daarover tot voor kort net zo. Maar iets heeft hem op zijn schreden doen terugkomen. Vorig jaar verkocht hij Albert-René, de uitgeverij die hij na de dood van Goscinny begon, aan het grote uitgevershuis Hachette. Aan drie jonge tekenaars wil hij straks Asterix overdragen.
Dochter (en enig kind) Sylvie werkte met haar man bij uitgeverij Albert-René. Toen ze het niet eens bleek te zijn met de verkoop van de uitgeefrechten, ontsloeg Uderzo eerst de echtgenoot en daarna zijn dochter. Sindsdien praten ze niet meer met elkaar. Voor Uderzo weegt het voortbestaan van Asterix zwaarder dan familiegeluk.
|