Advertentie | |
|
![]() |
||
Citaat:
Ik wacht op het vervolg, want nu wil ik toch wel weten hoe het eindigt ![]()
__________________
1+1+1+1+1+1=8
|
![]() |
||
Citaat:
![]()
__________________
Ik vertelde de psychiater dat ik stemmen hoorde. Hij zei mij dat ik goede oren had. - Herman Finkers
|
![]() |
||
Verwijderd
|
Citaat:
![]() Grim |
![]() |
||
Citaat:
Ik vond het wel ok, maar goed, mijn mening natuurlijk. Fijne vakantie !! |
![]() |
|
Heel goed stukje, ik zag t vrijdagmiddag net voordat ik weg moest en dus haast had maar ik MOEST het gewoon nog ff lezen. had dus toen geen tijd meer voor een reactie. daarom wens ik je nu iig nog een prettige vakantie (ik hoop dat ik niet te laat ben) en ik hoop dat het je veel inspiratie oplevert. liefs miss x
|
![]() |
|
Heeeeey mensen!
![]() bedankt voor jullie reacties terwijl ik lekker bruin zit te worden op de stranden van curacao! Ik ben al lekker aan het verder schrijven, genoeg inspiratie dus. Zoals ik al zei ben ik op 7 augustus weer terug! tot dan -x- Soapsie ![]()
__________________
Schrijven is georganiseerde spontaniteit!
|
![]() |
|
Gefeliciteerd Anki
![]() En zeep, echt een interessant verhaal, het wordt nergens tè zielig en het blijft op de één of andere manier geloofwaardig. Terwijl er tog dingen gebeuren die extreem ongeloofwaardig zijn.. Ben wel benieuwd hoe je het nu verder gaat doen.. ze is nu waarschijnlijk vrij, alles is goedgekomen dus waar moet je nog over schrijven? Het kan nu natuurlijk over andere dingen gaan maar dan is de essentie van het verhaal helemaal weg; het gaat immers om die kliniek waar vreemde dingen gebeuren.. Krijgt het verhaal zonder die kliniek geen heel ander karakter? Het kan ook zijn dat je het langzaam wil laten eindigen en ons nog wil laten weten hoe het met Lizelotte verder gaat.. Persoonlijk zou ik voor een schokkend/onverwacht einde kiezen omdat dat beter bij dit verhaal past.. Maar ja, misschien zit het einde er nog lang niet aan te komen, spannend hoor.. ![]()
__________________
I'll make you banana pancakes pretending it's the weekend now
|
![]() |
||
Verwijderd
|
Citaat:
![]() |
![]() |
|
Heeeeeeey, ik ben weer thuis! Bedankt voor al jullie reacties! Vond ze erg lief.... Ik heb veel erbij kunnen schrijven en ik heb ook het einde geschreven. Ik zal nu ff een nieuw stuk plaatsen. Dikke kusz Soapsie -x-
De hele weg zat het kindje lachend achter in de auto. Druk pratend in een taal die Lizelotte niet kon verstaan. Ze staarde naar het kindje. Zo mooi, ze had er geen worden voor. “Hoe heet ze?” vroeg Lizelotte. “Sascha” antwoordde de man kortaf. Lizelotte zag dat hij door zijn autospiegel naar achter keek. Ze keek weer diep in zijn ogen. Precies hetzelfde als die van Sascha. De man wende zijn ogen af en keek weer voor zich, naar de weg. Lizelotte keek weer opzij naar het kindje. Ze zat vrolijk te spelen met de speeltjes die aan haar stoeltje vast zaten. “Ze lijkt een beetje op mijn zusje, toen ze klein was” zei Lizelotte zachtjes. De man glimlachte maar zei verder niets. Lizelotte keek uit het raam. Het leek wel eeuwen geleden dat ze “buiten” had gezien. Al die tijd maar in die cel. Ze zuchtte diep. Dit was helemaal niet gegaan zoals ze gehoopt had. Haar moeder was ziek en lag in het ziekenhuis. Ondanks dat ze boos op haar was wilde ze niet dat ze in het ziekenhuis zou belanden. De auto stopte. De man stapte uit en maakte de deur voor Lizelotte open. “Dank je” fluisterde ze toen ze uit de auto stapte. Ze keek tegen een groot wit gebouw op. De laatste keer dat ze hier was had ze haar arm gebroken. Mede dankzij haar moeder. En nu lag ze er zelf. De man had Sascha uit de auto gehaald en kwam naast Lizelotte staan. “Zullen we?” vroeg hij. Lizelotte knikte en met z’n drieën liepen ze het enorme gebouw binnen. “Ga maar, ik wacht hier buiten” zei de man, en gebaarde dat ze naar binnen moest gaan. “Bedankt dat u mij hierheen heeft gebracht” zei Lizelotte. Ze glimlachte naar de man en liep de kamer in. Lizelotte schrok toen ze haar moeder daar zag liggen. Ze was lijkbleek en haar handen lagen stijf langs haar lichaam. Lizelotte liep naar het bed toe en ging op de rand zitten. Langzaam liet ze haar vingertoppen over haar moeders gezicht glijden. “Mamma, waarom heb je dit nou gedaan?” vroeg Lizelotte in het niets. Ze wist dat haar moeder geen antwoord zou geven, maar toch vroeg ze het. Op dat moment kwam er een arts binnen lopen. “Hallo” sprak hij op een fluisterende toon. “Ik ben de behandelend arts van je moeder, aangenaam”. De man gaf Lizelotte een stevige hand. Ze knikte even snel, maar keek toen weer naar haar moeder. “Ik heb een niet zo fijne mededeling voor je” zei hij uiterst serieus. Lizelotte keek op. “Je moeder heeft een ernstige alcohol vergiftiging opgelopen en zal niet lang meer te leven hebben, het spijt me”. Ze voelde de tranen in haar ogen op komen. “Hoe lang is lang?” vroeg ze met heel veel moeite. “Het is een wonder dat ze nog steeds leeft. Met een beetje geluk redt ze het vandaag nog. Maar ik vrees dat ze de nacht niet meer zal halen." Lizelotte schrok. Dit kwam als een messteek in haar hart. Waarom wilden ze alles van haar wegnemen? Eerst haar vader, dan haar zusje en nu zelfs haar moeder. Een traan rolde over Lizelotte’s wang. Ze pakte de hand van haar moeder beet en drukte die stevig tegen zich aan. “Laat me maar even alleen” fluisterde ze tussen haar tranen door. De arts draaide zich vrijwel direct om en liep de kamer uit. Toen Lizelotte de deur hoorde sluiten barste ze in tranen uit. “Mamma, waarom nou? Je mag nog helemaal niet dood. Wat moet ik dan? Waar moet ik dan heen? Als jij dood gaat heb ik helemaal niemand meer”. Haar moeder bleef daar weerloos liggen. Het verbaasde Lizelotte dat ze nog ademde, want voor rest leek het net alsof ze dood was. “Laat me niet alleen, alsjeblieft” smeekte ze. De ogen van haar moeder gingen langzaam open. Lizelotte staarde verwachtingsvol naar haar moeder. “Klein, klein meisje. Verdwijn zo snel als de wind. Ga terug naar waar je vandaan kwam. Jij klein, klein kind…” Haar moeder zong met moeite. Eigenlijk was het niet eens zingen, het leek meer op hakkelend fluisteren. Lizelotte had medelijden met haar. Zelfs als ze op sterven lag wilde ze haar gerust stellen. Ineens maakte haar moeder een schokkende beweging. Lizelotte keek op. “Mamma?” vroeg ze. Er volgde nog een schokkende beweging. “Mamma, nee, niet doen! Blijf hier!” schreeuwde Lizelotte. Na nog één laatste beweging viel haar moeder als een slappe pop stil. Haar hoofd lag bewegingsloos op haar kussen. “Mamma, het spijt me allemaal zo. Kom alsjeblieft terug. Mamma…” Huilend liet Lizelotte haar hoofd op haar moeders arm vallen. Dit mocht niet waar zijn. Langzaam ging de deur, met een piepend geluid open. Ze hoorde het geklik van schoenen. “Gaat het?” vroeg een warme stem. Lizelotte hief haar hoofd op en draaide zich om. Tot haar verbazing was het de arts die tegenover haar stond. De man die net zo ijzig en koud had staan praten over de toestand van haar moeder. Door de brok in haar keel kon ze de vraag van de man niet beantwoorden, en keek hem daarom alleen maar met tranen in haar ogen aan. De man liep langs Lizelotte en boog zich over haar moeder. Uit zijn borstzak haalde hij een klein pennetje. Met vragende ogen keek ze naar wat de arts aan het doen was. Met twee vingers opende hij het rechter oog van haar moeder en scheen met een lichtje, wat schijnbaar uit dat pennetje kwam, erin.
__________________
Schrijven is georganiseerde spontaniteit!
|
![]() |
|
Heeey, dank je!
Mijn vakantie was heeeerlijk! Ben echt poepie bruin geworden, heb me klem gezopen aan de lekkerste cocktails...mmm....echt fantastisch! Ondergaande zon, zittend op het witte strand, een ruisende fel blauwe zee.....Beautiful! *ik zal je niet verder jaloers maken* hahah ![]() Dikke kusz Soapsie
__________________
Schrijven is georganiseerde spontaniteit!
|
![]() |
||
Citaat:
![]() ![]() |
![]() |
|
Nee, hoor! Het is voorlopig nog niet afgelopen. Hier nog een stuk...dikke kusz Soapsie -x-
Ineens hoorde Lizelotte overal gelach. Precies op dezelfde manier als dat het meisje met de rode ogen had gedaan. Haar handen begonnen te trillen en angstig keek ze om zich heen. Maar nergens zag ze het meisje. Ze keek langs de dokter naar haar moeder. Hij scheen nu met zijn lichtje in het linker oog. Lizelotte schrok zich een ongeluk. Het oog van haar moeder was fel rood, en haar blonde natte haren lagen langs haar gezicht. “Het meisje…..het meisje” stamelde Lizelotte. Ze gaf een kei harde schreeuw en bracht haar handen naar haar mond. “Nee, dat kan niet!” riep ze, zichzelf overtuigend. “Wat is er?” vroeg de arts met een bezorgde blik in zijn ogen. “Was het dan al die tijd mijn moeder?” “Meisje, wat is er?” riep de arts nogmaals. Lizelotte liet zich op haar knieën zakken. “Hoe is dat mogelijk?” vroeg ze. Ineens voelde Lizelotte een hand op haar schouders. Ze keek omhoog, recht in de donkerblauwe ogen van de man die haar hierheen had gebracht. Zag ze dat nou goed? Huilde hij? “Wie bent u?” vroeg Lizelotte plotseling. Ze had het de hele tijd al willen vragen, maar iedere keer durfde ze het niet. “Dat doet er niet toe. Gaat het lieverd?” vroeg de man. Lizelotte keek weer naar haar moeder. Haar ogen waren gesloten en de arts had het lampje weer in zijn borstzak gestopt. Lizelotte’s lichaam schokte nog steeds. “Ze was hier. Het was mijn moeder” hijgde ze. “Wie was je moeder?” vroeg de man. “Het meisje met de rode ogen” antwoordde Lizelotte. “Dat kan niet” zei de man en knielde voor haar neer. “Rustig maar, alles komt goed. Zullen we je moeder hier achter laten, dat lijkt mij het beste. Jij hebt rust nodig”. Lizelotte slikte en veegde wat tranen weg. “Is goed” antwoordde ze en stond op. Ze wierp nog één blik op haar moeder en liep toen de kamer uit. Er vanuit gaande dat de man achter haar aan zou lopen, liep ze door naar de uitgang van het ziekenhuis. Maar toen ze achterom keek was de man verdwenen. Lizelotte liep langzaam terug naar waar ze vandaan kwam. Toen ze door de ruit keek van de kamer waar haar moeder lag, zat de man op zijn knieën voor haar bed. Hij had zijn handen op die van haar moeder gevouwen en zijn hoofd rustte daarop. Wie was die man? Wat deed hij bij haar moeder? En waarom moest hij huilen? Zoveel vragen, en zo weinig antwoorden. Op de weg terug was het helemaal stil. Zelfs Sascha brabbelde niet meer. Waarschijnlijk voelde ze de spanning die er in de auto heerste. Lizelotte staarde naar buiten. “Één…..twee…..drie” telde Lizelotte fluisterend. De bomen langs de weg flitsten voorbij. Te snel om verder te tellen. Lizelotte keek verder dan de bomen. Ze zag een groot stuk land, waar ze graan verbouwden. Kon ze daar maar lekker tussen lopen. Zonder zorgen en zonder verdriet. Maar helaas was dat niet voor haar weg gelegd. Ze keek weer naar voren. De man keek recht voor zich uit, en lette alleen maar op de weg. Hij had nog geen enkele keer in de autospiegel achterom gekeken. Lizelotte bleef zich maar afvragen wie deze man was, en waarom hij haar had mee genomen naar haar moeder. De tranen sprongen meteen weer in Lizelotte’s ogen. Hoe kon ze nou ineens zo op dat meisje met de rode ogen lijken? Dat was toch onmogelijk? Hoe kon zij, haar eigen moeder, nou dat meisje zijn? Dat meisje wat haar zoveel pijn en verdriet had gedaan. Het meisje dat altijd had gezegd dat het…. Ineens gaf Lizelotte een schreeuw. De man keek geschrokken achterom. “Wat is er?” vroeg hij. Lizelotte knipperde met haar ogen. “Sorry” verontschuldigde ze zich. “Er is niets”. De man zuchtte en draaide zich weer om. Lizelotte liet haar hersenen het werk verder doen. Haar moeder had al die tijd vol gehouden dat de dood van Maartje haar schuld was. Lizelotte’s schuld. Dat had het meisje met de rode ogen ook al die tijd gedaan. Haar moeder had haar heel veel pijn gedaan, zowel lichamelijk als geestelijk. En ook dat had het meisje met de rode ogen gedaan. Lizelotte’s handen begonnen weer te trillen. Dit kon en mocht niet waar zijn. Lizelotte voelde dat er tranen in haar ogen waren verschenen. Snel kneep ze haar ogen samen en liet de tranen over haar wangen lopen om ze vervolgens weg te vegen. “Liesje, heb je pijn?” klonk een zacht stemmetje. Lizelotte keek vertedert opzij. “Nee, wijfie. Ik heb geen pijn” antwoordde ze fluisterend terwijl ze nog wat tranen weg veegde. Het meisje pakte een knuffeltje van haar schoot en strekte haar armpje uit naar Lizelotte. “Die haalt tranen weg, zegt mammie” Lizelotte kreeg een brok in haar keel. Zij had wel een moeder. Een moeder die haar tranen kon vervagen. Waarom had zij dat niet? Waarom was de wereld zo oneerlijk? “Sascha, laat Lizelotte eens met rust” sprak de man achter het stuur. Meteen trok het meisje het knuffeltje terug en keek afwachtend naar Lizelotte. Ze streek het kleine meisje door haar blonde haren. “Toch bedankt” zei ze zachtjes. “Ik breng je nu terug naar Anna, vind je dat goed?” vroeg de man. Hij keek weer via de autospiegel naar achter. Lizelotte knikte. Wat kon ze anders doen? Ze was nog steeds niet op vrije voeten. Dus ze moest wel terug. De auto reed een zij weg in. Diezelfde weg die Lizelotte was afgereden nadat de politie haar had meegenomen vanuit het politie bureau. Ze slikte nog een paar keer haar tranen weg toen ze het grote gebouw voor zich zag opdoemen. De auto stopte en de man opende voor de tweede maal de deur voor Lizelotte. “Dank je” fluisterde ze en stapte uit de auto. “Ah, daar zijn jullie al” riep een stem. Lizelotte herkende meteen de stem van Anna, en een vreselijk haat gevoel kwam naar boven. Zij wilde haar opsluiten, maar het was haar niet gelukt. En het zou haar ook niet lukken. Nooit niet.
__________________
Schrijven is georganiseerde spontaniteit!
|
![]() |
|
Alsjeblieft...hier een vervolg. (Maar nog niet het einde hoor!) -x- Soapsie
Daar zat ze weer. In haar eentje op het ijzig koude bed, starend naar een dichte ijzeren deur met een klein kijkgat. Lizelotte zuchtte. Hoe lang zou ze deze keer hier moeten blijven? Er werd op de deur geklopt. “Ja?” vroeg Lizelotte. De deur ging met een piepend geluid open. Die mogen ze ook wel even smeren, dacht ze. Anna verscheen in de deuropening. En haar zouden ze de mond dicht moeten smeren. Ze moest lachen bij haar eigen gedachte. “Wat is er zo grappig?” vroeg Anna. “Niets” antwoordde Lizelotte kortaf. Het liefst had ze het haar willen vertellen, maar ze besloot het toch maar niet te doen. Anna ging naast haar op bed zitten, en direct schoof Lizelotte een stuk van haar af. Anna keek haar niet aan. Ze ademde zwaar, dat kon ze duidelijk horen. “Het spijt me” fluisterde ze plotseling. “Ik hoor je niet” zei Lizelotte zangerig. Anna keek haar aan. “Het spijt me” zei ze nogmaals. “Dat is fijn voor je. Het kan me geen zak schelen of het je spijt. Ik wil een andere psychiater” reageerde Lizelotte fel. Ze had totaal geen zin meer om met dit mens te praten, laat staan om in één kamer met haar te zitten. “Oh,” onderbrak ze Anna voordat ze haar mond open kon doen. “Ik wil ook een nieuwe advocaat” Anna zuchtte nogmaals. “Ik begrijp dat je dat wilt, en omdat ik er zoveel spijt van heb zal ik gaan kijken wat ik voor je kan doen. Maar ik kan niets beloven” Lizelotte keek nog steeds met een boze blik naar Anna. “Doe dat” zei ze agressief. Anna stond op en liep naar de deur toe. Ze wierp nog één blik achterom en zei: “Geld doet soms rare dingen met mensen.” Dagen gingen voorbij zonder dat Lizelotte ook maar iets had zien verschijnen zoals een nieuwe psychiater of advocaat. Het was erg stil geweest in haar celletje. Zelfs het meisje met de rode ogen had ze niet meer gezien. Lizelotte besefte dat het al enige tijd geleden was dat ze haar had gezien. De laatste keer was nog ver voor de rechtszaak geweest. Lizelotte dacht aan het voorval in het ziekenhuis. Haar moeder had ineens zo veel geleken op het meisje met de rode ogen, dat ze had gedacht dat het meisje en haar moeder één persoon waren. Maar dat was gewoon echt niet mogelijk. Het meisje was klein en leek veel jonger. Haar moeder was oud en rimpelig. En toch kon die gedachte haar geest niet los laten. Wat hadden haar moeder en het meisje gemeen? Waarom leken ze ineens zo veel op elkaar? En waarom bleef ze er maar aan denken? Op één of andere manier beangstigde het haar. Ze hadden allebei dezelfde gedachten gang en dezelfde doelstelling. En toch waren ze ook zo verschillend. Beelden van haar mismaakte polsen vlogen voorbij. Zestien diepe sneden in totaal. Hoe kwamen die daar? Lizelotte had er nog steeds geen antwoord op. En ze wilde zo graag weten hoe alles in elkaar zat. Waarom kon niemand haar antwoord geven? Waarom kon niemand haar simpelweg gewoon helpen? Al die antwoordloze vragen lieten Lizelotte’s hoofd op hol slaan. De hoofdpijn was met de dag erger geworden, en ze kreeg ook steeds meer medicijnen. Eigenlijk lag ze alleen nog maar op bed. Om te rusten en na te denken. Maar wat had nadenken voor zin, als je er toch geen conclusies uit kon trekken? “Lizelotte, ik heb jouw dossier eens goed bekeken. En ik moet zeggen dat ik er wel aardig van geschrokken ben.” Lizelotte keek de donkere maar vriendelijke vrouw aandachtig aan. Ze probeerde een glimlach te tonen, maar zonder enig succes. “Nou je bent niet de eerste hoor” reageerde Lizelotte koeltjes. De vrouw keek haar doordringend aan. “Eigenlijk heb jij geen psychiater meer nodig, maar ik geloof dat jij zelf hebt aangegeven dat je er één wilde?” Lizelotte knikte. “Goed, laten we maar bij het begin beginnen. Vertel me eens wat over je zusje. Maartje heette ze toch?” vroeg de vrouw. “Ze heet nog steeds Maartje, inderdaad” antwoordde Lizelotte. “Sorry” verontschuldigde de vrouw zich. “Zou je me wat over haar kunnen vertellen? En over de manier van omgaan tussen jullie?” Lizelotte dacht na. Waarom wilde ze dit eigenlijk weten? Het was toch niet relevant voor haar? Ze besloot toch maar gewoon te doen wat de vrouw haar vroeg, om meerdere problemen te vermijden. “Maartje is dus mijn tweeling zusje, en ze lijkt opzig best veel op mij. Maar dat is alleen haar uiterlijk. Haar innerlijk is heel anders. Zij is extrovert terwijl ik juist meer introvert ben. Wat betreft de omgang tussen ons, die was best goed. We hebben eigenlijk nooit echt problemen gehad. Behalve soms wat ruzies” vertelde Lizelotte. De vrouw luisterde aandachtig en schreef ondertussen wat op. Lizelotte had daar zo’n hekel aan. Waarom moesten dat soort mensen toch altijd schrijven? Toen de vrouw uitgeschreven was vroeg ze: “En waar gingen die ruzies meestal over?” “Vaak onzinnige dingen, zoals de afwas doen of dat zij iets van mijn geleend had zonder te vragen. Niets bijzonders, maar Maartje kon altijd heel boos worden. En dan bleef ze ook boos, uren lang. Totdat mijn moeder…” Even was het stil. “Of vader haar omgepraat hadden, en dan was alles weer goed.” Vraag alsjeblieft niets over mijn vader, dacht Lizelotte. Maar eigenlijk was dat onmogelijk. In alle kruisverhoren, zoals ze die noemde, hadden ze gevraagd naar haar vader. Terwijl dat echt iets was waar Lizelotte niet graag over praatte. “Vertel me eens wat over je vader” stelde de vrouw voor. Lizelotte zuchtte. Onvermijdelijk. “Wat wil je weten?” vroeg Lizelotte. “Nou, begin eerst maar gewoon wat in het algemeen te vertellen over je vader. Hoe hij was, en of je een sterke band met hem had” antwoordde de vrouw, nog altijd even rustig. “Mijn vader was een goede man. Ik heb altijd erg veel van hem gehouden. Mijn zusje koos altijd meer voor de kant van mijn moeder. Zo hadden we allebei een ouder om ons aanvast te klemmen. Pas toen het bij mijn moeder niet goed meer ging op haar werk ging het met mijn vader ook slecht. Ze begon veel te drinken en dat baarde zorgen bij mijn vader. Wat hij altijd had voorspelt gebeurde. Door de alcohol ging het nog slechter bij mijn moeder op haar werk, wat er voor zorgde dat ze ontslagen werd. Mijn vader was erg boos dat ze zichzelf zo naar de klote hielp, dus hadden ze ook steeds vaker ruzie.” Lizelotte stopte even. Dit moment van de kruisverhoren was altijd moeilijk. Over de breuk tussen haar ouders was ze nooit heen gekomen. “Neem de tijd meisje, we hebben geen haast” probeerde de vrouw haar gerust te stellen. Lizelotte haalde diep adem en vertelde verder. “Als ze weer eens ruzie hadden dan gingen ik en Maartje altijd zo ver mogelijk bij die plek vandaan. Mijn moeder was in die periode permanent dronken. En als mijn vader dan boos werd dan sloeg ze hem soms. En mijn vader sloeg ook wel eens terug.”
__________________
Schrijven is georganiseerde spontaniteit!
|
![]() |
||
Verwijderd
|
Citaat:
![]() |
![]() |
|
“Annelien, luister naar me! Dit kan en mag je niet volhouden. Denk aan de tweeling, denk aan mij” schreeuwde hij. Altijd maar schreeuwen. Lizelotte werd er gek van. “Maartje?” vroeg ze fluisterend. Ze wilde niet dat haar ouders haar konden horen. Het was niet gepast om mensen af te luisteren, dat had ze wel geleerd. “Ja, wat is er?” fluisterde Maartje terug. “Denk je dat dit ooit nog op houdt?” Maartje draaide haar hoofd om. En ook al was het donker, Lizelotte wist dat ze haar aankeek. “Ik hoop het” fluisterde haar zusje. Lizelotte drukte haar knuffel dicht tegen zich aan. Ineens klonk er naast haar het geluid van een nies. Direct draaide beneden de hoofden van haar ouders naar boven. Lizelotte en haar zusje vielen tegelijk muisstil. Toen ze hoorden dat haar ouders weer “vrolijk” verder gingen siste Lizelotte: “Hoe kan je dat nou doen? Ben je gek geworden?” De adem van Maartje piepte.
Voor zover Lizelotte het zich kon herinneren was Maartje astmatisch geweest. Altijd had ze medicijnen gehad. “Ga dan ook niet onder het bed liggen. Je weet dat je daar niet tegen kan. Waar zijn je medicijnen?” vroeg Lizelotte. “In mijn nachtkastje” antwoordde Maartje. Lizelotte kroop zo voorzichtig mogelijk onder het bed vandaan. Op haar tenen liep ze richting het nachtkastje wat op ongeveer drie meter afstand stond. “Bovenste lade?” vroeg ze. “Ja” antwoordde Maartje, nog steeds fluisterend. Lizelotte pakte haar medicijnen en liet zich weer onder het bed glijden. “Hier, neem in. Maar doe het wel zachtjes anders horen ze het” Zonder al te veel geluid te maken nam Maartje haar medicijnen in. Beneden ging het geruzie nog altijd door. Zo vermoeiend. “Annelien, kijk nou alsjeblieft naar jezelf. Je ziet er echt uit als één of andere goedkope hoer met die kleding en die fles wodka in je hand!” schreeuwde hij. “Dat had hij niet moeten zeggen” fluisterde Maartje bijna zingend. En nog voordat ze haar zin had afgemaakt klonk het felle geluid van een klap in iemands gezicht. Lizelotte had haar ogen dichtgeknepen. Ze mocht haar vader niet slaan. Niemand mocht dat. Meteen daarop volgde een harde klap van haar vader, recht in het gezicht van haar moeder. Dit keer schrok Maartje. “Mamma kan er ook niets aan doen, ze is dronken, ze weet niet wat ze doet. Hij mag haar helemaal niet slaan. Het is niet haar schuld” fluisterde ze. “Het is wel haar schuld. Zij zuipt zichzelf dronken. En daarom doet ze zo stom, en slaat ze pappa” ging Lizelotte er tegen in. Maartje wilde opstaan en naar beneden rennen, zoals ze altijd wilde, maar Lizelotte hield haar tegen. “Niet doen!” siste ze. “Weet je nog, vorige keer?” Maartje knikte angstig. “Nou dan! Gewoon hier blijven dus.” “En hoe lang heeft dat precies geduurd?” vroeg de vrouw. Lizelotte haalde haar schouders op. “Ik denk een jaar. Want na een jaar begon ze zo verslaafd te worden aan de alcohol dat ze soms hele nachten niet thuis was. En ze nam haar medicijnen niet meer, ze werd gewoon steeds zieker. En pappa had daar geen zin meer in en toen gingen ze scheiden” antwoordde Lizelotte. “Hoe oud was jij toen?” vroeg de vrouw. Lizelotte dacht na. “Ik was zes, geloof ik” antwoordde ze uiteindelijk. “En wat vond jij daar van op dat moment?” “Ik vond het vreselijk. Ondanks alle ruzies wilde ik dat ze bij elkaar bleven. Pappa’s en mamma’s horen niet uit elkaar te gaan. Die moeten bij elkaar blijven totdat ze dood gaan.” De vrouw schreef weer van alles op, haar blaadje was al bijna vol. “Waarom heeft jouw vader nooit meer contact gezocht?” vroeg ze. Waarom altijd van die vreselijke vragen? Dit soort vragen deden pijn, heel veel pijn. En elke keer moest ze ze weer beantwoorden, terwijl ze niet eens een antwoord had. Die antwoorden had haar vader. Maar die klootzak was te laf om contact te zoeken. Hij schaamde zich vast dood voor zijn eigen vrouw. “Ik heb geen idee, ik denk omdat hij niets meer met mijn moeder te maken wilde hebben. En ik denk dat mijn moeder het hem verbood” antwoordde ze uiteindelijk, na lang nadenken. “En hoe zit dat met het failliet gaan van je moeders financiële toestand?” “Mijn moeder was dus ontslagen zoals ik al zei, en daardoor waren er weinig tot geen inkomsten. Helemaal toen mijn vader weg ging. Mijn moeder had geen poot meer om op te staan. Mijn opa en oma hielpen nog wel eens, maar al dat geld wat ze aangeboden kreeg ging allemaal op aan drank. En zodra die geldschieters dat doorhadden stopten ze met geld geven.” Lizelotte moest denken aan alle hulp die haar opa en oma hen hadden geboden. En haar moeder had alles afgewezen. Ze zou het zelf wel redden, zei ze altijd. Niet dus. Ze had het nooit zelf kunnen redden. “En vanaf wanneer sloeg ze jullie?” vroeg de vrouw na een lange stilte. “Ze sloeg ons alleen als we iets niet gedaan hadden wat we wel hadden moeten doen. Of wanneer we juist iets gedaan hadden wat we niet hadden moeten doen. Dus als we een keer waren vergeten om te stofzuigen dan werd ze heel erg boos en begon ze met slaan. Vaak kreeg ik overal de schuld van. Nog steeds snap ik niet waarom. Maar mijn moeder heeft mij altijd de schuld gegeven van alles. Misschien omdat ik de laatste was die geboren werd. Mijn moeder heeft namelijk nooit een tweeling gewild. En aangezien ik de tweede was had ze daarom misschien een hekel aan me. Ze zei ook altijd dat het mijn schuld was dat mijn vader was vertrokken. En het was mijn schuld dat ze ontslagen was. Alles was simpelweg gewoon mijn schuld. Dus ik kreeg de klappen.” “En wat deed Maartje dan op zo’n moment?” “Als ze ertegen in ging, om mij te helpen, dan kreeg zij ook klappen. En daarom hield ze op een gegeven moment ook op met mij te verdedigen.” antwoordde Lizelotte. Nog steeds was de vrouw druk aan het schrijven. Lizelotte kon de vraag niet meer onderdrukken. “Waarom schrijven jullie altijd zo veel?” vroeg ze. De vrouw keek op en glimlachte. “Zo kunnen we alles later nog een keer evalueren. Dat helpt bij de conclusies trekken” antwoordde ze. -x- Soapsie
__________________
Schrijven is georganiseerde spontaniteit!
|
![]() |
|
Geen fouten gevonden.....Joehoe *maakt een vreugde dansje* Zelfs Grim vindt geen fouten!
Bedankt voor je reactie ![]() p.s Er loopt op het fancy forum (ik weet dat je het kinderachtig vindt) iemand rond die reageert onder de naam "Grim" Ik kan me niet voorstellen dat jij dat bent, maar ik wilde het toch even vragen: Loop jij op het Fancy forum rond??? ![]()
__________________
Schrijven is georganiseerde spontaniteit!
|
![]() |
||
Verwijderd
|
Citaat:
![]() ![]() Grim |
Advertentie |
|
![]() |
|
|