Oke, erg laat, maar ik ga het weer opbouwen! Als jullie dit trouwens weer een goed stukje vinden.
Na school voel ik me helemaal kapot. Ik sleep mezelf de trap op en ga op bed liggen. Ik voel hoe ik langzaam in slaap val. Na een uur schrik ik van de telefoon. Slaapdronken neem ik hem op.
"Hoi Bella. Met Astrid. Waar ben jij?"
Astrid. Mijn behandelaar. Therapie vergeten.
"Fuck, sorry. Ik ben na school naar huis gegaan en ben in slaap gevallen."
"Oke, ik maakte me al zorgen. Ik heb om vier uur nog een uur, kan je dan eventueel langskomen?"
Ik stem toe en hang op. In de badkamer fris ik me op en loop naar beneden. Als ik wat drinken wil pakken zie ik een briefje op de koelkast. Mijn moeder schrijft dat ze aan Astrid heeft verteld wat er is gebeurd. Ik baal. Zo kan ik het niet vergeten.
Op de fiets voel ik me eindelijk goed. De zon schijnt, ik houd van het centrum van Amsterdam. De drukte, de trams, het voelt allemaal als thuis. Bij het gebouw van mijn therapie neemt het goede gevoel weer een stapje terug. Rot anorexia, was ik er maar nooit aan begonnen.
"Heb je het gevoel dat de jongens dit doen om jou te straffen?"
Verrast kijk ik op. "Waarom? Ik bedoel, waarom zouden ze me straffen?"
"Omdat je niet meer op het gewicht zit waar je naar verlangde."
Ik denk na. Misschien voel ik dat wel, ja. Ik twijfel.
"Ik weet het niet. Ik dacht gister wel dat ze dat deden om te laten zien dat ik er niet meer bij hoorde. Maar zo is hij niet, echt niet. Stefan zou nooit meer drugs gebruiken, het is vast een vergissing."
Astrid schudt haar hoofd. "Nee Bella, het is geen vergissing. Stefan en Daan gebruiken drugs. Daar kan jij niets aan veranderen, daar kan ik niets aan veranderen, alleen jij moet er wel mee leren omgaan."
Ik knik. "Ik wil ze niet meer zien, maar ik kan niet zonder Stefan. Voor hem heb ik dit allemaal gedaan."
"Bella, dat beeld is fout. Stefan heeft het uitgemaakt omdat hij je te mager vond, maar toch ging je door met afvallen. Je deed het puur en alleen voor jezelf."
Ik word kwaad. Dat is niet zo, ze moet mijn beeld niet verpesten. Ze moet niet denken dat ze het beter weet.
"Nu moet je niet poos worden, maar rationeel denken. Leg alle feiten op een rijtje. Dan zie je dat je het voor jezelf deed. Jij was niet tevreden met je gewicht, Stefan ook niet. Hij wilde dat het hoger werd. Maar aankomen deed je niet. Dus je deed het niet voor Stefan."
Zo'n sessie slurpt energie weg. Ik was al zo kapot. Met veel moeite fiets ik naar huis. Trillend probeer ik de sleutel in het slot van de voordeur te steken. Het lukt niet. Mijn hand trilt te erg. Ik ga op het stoepje zitten en denk aan de sessie. Astrid bleef maar aandringen. Ik wilde het zelf, deed het niet voor Stefan. Ik moet afstand nemen van hem, hij maakt me alleen maar kapot. Ik schud haar stem weg. Nee, ik heb hem kapot gemaakt, door mij gebruikt hij nu weer drugs. Mijn schuld, allemaal mijn schuld. Maar ik mag mezelf geen schuld gevoel aanpraten, ik mag mezelf niet kapot maken. Ik wil opstaan en schreeuwen, keihard. Kan niemand me begrijpen? Ik merk dat mijn ademhaling onregelmatig wordt.
"Rustig blijven Bella. Rustig. Adem in, adem uit." Dwingend spreek ik mezelf toe. Als ik straks binnen ben een kop thee zetten en het bad laten vol lopen. Ontspannen, vooral ontspannen. Niet denken. Doen.
De wekelijkse sessies slaan aan, merk ik. Ik denk minder aan Stefan. Soms belt hij me en wilt hij afspreken. Dan krijg ik het moeilijk, maar toch weiger ik het. Ik vertel hem duidelijk dat ik geen zin in zijn ellende heb. Mijn schuld gevoel wordt er uitgepraat door Astrid. Op school gaat het steeds iets beter. Ik heb mijn draai gevonden, weet weer wat er van mij verwacht word. Na school ben ik vaak met Joost. Ook bouw ik een vriendschap op met Isabel. Beide heb ik duidelijk gemaakt dat mijn verleden een grote warboel is. Sommige delen heb ik verteld, voor de rest wil ik er niet over praten. Ze begrijpen me. Tom en ik bellen vaak. Zijn huwelijk liep even op de klippen, maar zij hebben hun draai ook weer gevonden. Ik voel me vrijer, al zijn donkere dagen wekelijks aanwezig.
Ik geniet van de zon die mijn gezicht verwarmt. Mijn klasgenoten zijn onrustig. Laatste uur op vrijdag. Morgen begint de meivakantie. De zomervakantie komt steeds dichterbij. De leraar probeert tevergeefs de orde te bewaren, dan geeft hij het ook maar op. Joost staat van zijn plek op en loopt naar Isabel en mij toe. Verveeld gaat hij op de rand van mijn tafel zitten en geeft me een kus op mijn hoofd.
"Gaan we deze vakantie nog iets leuks doen, of komen we de week met moeite door?"
Hij kijkt Isabel en mij om de beurt aan. Ik kreun overdreven.
"We gaan morgen de deur niet uit hoor. Die verschrikkelijke oranje drukte. Ik haat koninginnendag."
Isabel knikt. "Vrolijk gedoe allemaal." Zegt ze afkeurend.
Joost kijkt ons beteuterd aan. "Shit. Ik wilde juist mijn legoverzameling op een kleedje gaan verkopen, en had gehoopt dat jullie hetzelfde van plan waren met je barbie's."
Verschrikt kijk ik op. "Joost, ik doe mijn barbie's niet weg hoor! Dan kan ik 's nachts niet slapen. Nee, dan kan ik net zo goed zelfmoord plegen."
Het grapje blijft koud in de lucht hangen. Isabel kijkt weg. Ik vervloek de hele situatie.
"Jezus jongens, het was maar een grapje hoor."
Joost knikt. "Nou, de verkoop gaat niet door dus."
Ik zucht. Isabel loopt naar een groepje klasgenoten toe. Joost komt naast me zitten en legt zijn hand op mijn been. Stil kijken we naar de groene bomen buiten. Ik denk aan de zus van Joost. Ik heb haar nog nooit gezien. Joost neemt me niet mee naar zijn huis. Hij zegt dat hij daar al vaak genoeg is.
__________________
Digital ash in a digital urn.
Laatst gewijzigd op 28-04-2005 om 14:55.
|