zorgen dat je die basis dingen iig kent en daarna zorgen dat je de verbanden tussen dingen gaat zien.
Er gebeurde eerst iets en dat had tot gevolg dat ......................
ook moet je gebeurtenissen vaak in een tijd kunnen plaatsen. Bijvoorbeeld 'in die en die jaartallen werd het christendom steeds groter in Frankrijk. Het was dan ook logisch dat het christendom ook richting Nederland kwam, aangezien de Franse koning ook een deel van Nederland in handen had.' (zoiets weet ik veel of het klopt
het is maar een voorbeeld)