Stam eindigt op -a (saluta-re), 1ste pers. e.v. saluto
Stam eindigt op -e (lange e) (terre-re), lste pers. e.v. terreo
Stam eindigt op medeklinker (mitt-e-re) (tussengevoegde e is kort), lste pers e.v. mitto
Stam eindigt op -i (audi-re), lste pers. e.v. audio
Gemengde groep (cap-e-re) (tussengevoegde e is kort), lste pers. e.v. capio
Dit komt er dus op neer dat werkwoorden waarvan de stam eindigt op -i of een korte -e (niet alle werkwoorden met een korte e) de uitgang -io hebben.
Werwoorden waarbij de stam eindigt op een lange -a of -e of bepaalde werkwoorden met een stam die eindigt op een medeklinker (maar wel met een korte e daarachter in het hele werkwoord) hebben de uitgang -o.
Maar het lijkt me dat je dit niet zo precies hoeft te weten, want wat je voornamelijk moet doen is teksten vertalen, als je ziet dat een werkwoord eindigt op -o dan weet je al dat de ik-persoon de handelende persoon is.
Ik zit nu in 4 Gymnasium, maar ik heb vanaf de eerste een handig overzichtje gekregen die ik moest leren:
Praesens-uitgangen: (Gebruikt bij praesens, imperfectum, futurum, plusquamperfectum en futurum exactum, waarvan je waarschijnlijk alleen de praesens nog maar gehad hebt).
-o/-m
-s
-t
-mus
-tis
-nt
Perfectum-uitgangen (alleen voor de perfecta,waarschijnlijk heb je die nog niet gehad,maar dit kan vast handig zijn voor als je verder gaat met Latijn):
-i
-isti
-it
-imus
-istis
-erunt.
Verder hebben werkwoordstijden ''tijdskenmerken'' maar dit is nog niet nuttig om te weten, aangezien je nog maar in de eerste zit. Dit kun je waarschijnlijk zelf ook makkelijk uit de rijtjes vinden.
Ik hoop dat je hier vast wat aan hebt, ook al heb je nog niet alles gehad.
|