Registreer FAQ Ledenlijst Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / Kunst & Cultuur / Verhalen & Gedichten
Topic gesloten
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 07-03-2006, 13:26
Verwijderd
Had ik het moeten zien?
Elk jaar op 16 april vraag ik het me wéér af. Dan pak ik weer het foto-album en blader ik het door, op zoek naar foto’s waar ik het kan zien. Want het geloven, dat is nog steeds een beetje moeilijk. Ik weet eigenlijk niet precies waarom. Zoveel betekenden we niet voor elkaar. Ik kende jou net drie maanden, we waren de grenzen van wat een vriendschap had kunnen zijn aan het aftasten.
En toch vraag ik me, één dag per jaar, altijd af of ik het had moeten zien. Eén dag per jaar spook je door mijn hoofd, besla je driekwart van mijn gedachten en weet je door te dringen in alles wat ik doe. Meestal kan ik het opzij zetten - wat geweest is, is geweest, nietwaar? – maar op zestien april word ik bevangen door een alles verslindende… ja, door wat eigenlijk? Angst voor de doden heb ik niet, angst voor de levenden wél, maar daar heb jij niets meer mee te maken. Ik weet niet waar ik last van heb op de dag dat jij er ooit ‘mee ophield’, zoals je het zo mooi had gezegd, maar het beheerst al mijn handelen.


Januari


Haar rode haar was half verborgen onder de felgekleurde haarband. Her en der sprong er een plukje krullen onderuit. Ze stak haar smalle hand uit. “Senna. Aangenaam.”
Het meisje met het zwartgeverfde haar hief haar hoofd op en staarde haar aan. “Ben jij moslim, of zo?”
Senna trok haar wenkbrauwen op. “Hoe bedoel je?”
“Nou,” zei het meisje met het zwarte haar, “ik kan je haar niet zien. Je hebt een hoofddoek op je hoofd.”
Senna glimlachte. “Dat is wel een erg snelle conclusie. Nee, ik ben geen moslima, en nee, dit is geen hoofddoek, dit is mijn haarband. Mijn haar is te saai om te laten zien en bovendien houd ik van kleur.”
“Ik niet,” zei het meisje met het zwarte haar. Ze beet op haar zwartgeverfde nagels. “Ik houd van zwart.”
“Dat kan ik zien,” zei Senna.
“In ieder geval,” zei het meisje met het zwarte haar, “ik heet Alexandra, maar noem me maar Alex, dat is korter.”
Senna stak alweer haar hand uit. “Aangenaam, Alex. Hé, dat allitereert mooi.”
Alex hield op met op haar nagels bijten. “Allitereert?”
“Ja,” zei Senna, “dezelfde beginletters. Ik heb Nederlands gestudeerd,” zei ze met een handgebaar.
“Vandaar.” Alex was even stil. “Wij allitereren wel achterstevoren,” zei ze.
“Achterstevoren?”
“Ja! Alex begint met een –a, en Senna eindigt op een –a.”
Senna grinnikte. “Leuk gevonden.” Ze keek Alex even aan. “Heb je zin in een cola?”
“Jawel,” zei Alex. “Hoe wist je dat ik dat lekker vond?”
“Het was cola of koffie.”

Februari
De deurbel klonk hol in de grote gang. Senna hoorde voetstappen en zag door het matte glas iemand naar de deur komen. De deur ging op een kiertje. “Ja?”
Ze schraapte haar keel. “Ik… ik kom voor Alexandra.”
“Voor Alexandra?” De deur zwaaide iets wijder open. “Nou, kom maar binnen. Ze wil niemand zien, maar van mij mag je het proberen.”
Senna liep de smalle trap op naar de zolder en klopte op de deur.
“Ik had gezegd niemand! Niemand!”
Ze deed de deur voorzichtig een stukje open. “Alex?”
Alex zat op de rand van het bed, haar hoofd in haar handen. Maar bij het horen van haar stem keek ze op.
“Senna?”
“Wat is er aan de hand, Alex?” Senna kwam naast haar zitten. Haar blik viel op de krassen in Alex’ onderarmen.
“Ik weet het niet,” zei Alex. “Het is gewoon zo zwaar allemaal. Het ene moment ben ik blij en gelukkig, en het andere moment wil ik gewoon niet meer. Ik weet het gewoon niet meer.”
Senna sloeg een arm om haar heen en streelde met haar vingers over het zwartgeverfde haar. “Ik weet niet wat ik moet zeggen.”
Alex schudde haar hoofd. “Je hoeft ook niets te zeggen. Het komt uiteindelijk wel weer goed.” Ze keek even naar Senna. “Dat hoop ik tenminste.”
“Dat hoop ik ook,” zei Senna en ze hoestte. “Ben je er morgen wel weer?”
“Zelfde tijd, zelfde plaats,” zei Alex.

Maart
Alex zat op een bankje in het park. Ze keek op haar horloge.
Op het grasveld voor haar begonnen de eerste lentebloemen uit te komen. Volkomen willekeurig doken er paarse en witte bloemen op tussen de grassprietjes.
Alex keek nogmaals op haar horloge en schudde haar hoofd. Ze stond op en liep naar huis.

De lentebloemen stonden er nog steeds toen Alex de volgende dag terugkwam. Ze ging op het bankje zitten en keek op haar horloge. Haar vingers voelden aan haar onderarm. Ze likte het bloed eraf en wachtte.

De lentebloemen begonnen een beetje te verwelken. Alex stond op van het bankje en begon de paarse en de witte bloemen tussen het gras te plukken. Ze keek nog een keer op haar horloge en schudde haar hoofd.

Alex kon haar horen hoesten toen ze de trap op liep. In de deuropening bleef ze staan.
Senna lag in haar bed, haar dekbed opgetrokken tot haar kin. Haar gezicht lichtte op toen ze Alex zag staan. “Hé, kom binnen!” Ze hoestte hevig en greep naar het flesje water op haar nachtkastje.
“Je bent al twee weken niet in het park geweest,” zei Alex. “Ik was ongerust.” Ze gaf haar de lentebloemen. “Deze zijn uit het park.”
Senna ging wat rechter op zitten. “Dankjewel.” Ze pakte de bloemen aan van Alex, maar liet ze bijna vallen. Ze hoestte. “Maar je wist toch dat ik niet kon komen? Ik heb je een brief gestuurd. Ik ben ziek geweest.” Ze glimlachte. “Nou ja, eigenlijk ben ik nog steeds ziek.”
“Ik woon niet meer bij mijn ouders,” zei Alex.
Senna keek verbaasd. “Maar waar woon je nu dan?”
“Bij vrienden. Het ging gewoon niet meer thuis. Ik had je toch verteld wat mijn moeder allemaal heeft gezegd toen ik ruzie met haar had? Het is alleen nog maar erger geworden.” Alex ging op de rand van het bed zitten. “Maar wat heb je?”
“Griep, of zo.” Senna maakte een gebaar. “Niet zo interessant.” Ze pakte Alex’ arm beet en schoof haar mouw omhoog. Alex beet op haar lip en staarde naar de neuzen van haar schoenen.
“Je doet het nog steeds?” Het was geen vraag.
“Soms weet ik het gewoon niet meer,” zei Alex. “En ik weet eigenlijk ook niet waarvoor ik leef. Niet altijd, hoor,” voegde ze eraan toe toen ze Senna’s bezorgde gezicht zag. “Het komt wel goed.”
“Ik begrijp het niet,” zei Senna. “Hoe kun je nou niet willen leven?” Ze wees op de bloemen die ze op het nachtkastje had gelegd. “Daar kun je toch alleen al voor blijven leven? Jij vindt ze toch ook mooi? Je hebt ze zelf geplukt.” Ze keek Alex even aan. “Zolang je nog dingen mooi kunt vinden, heb je ook geen reden om ermee op te houden.”
Alex knikte.
“Tenzij,” zei Senna, “tenzij je niet anders kunt.”
“Zo voel ik me soms wel,” zei Alex. “Maar ik zal mijn best doen.”

April
Toen Alex haar ogen opendeed, was het plafond wit in plaats van het grauwe grijs van de opvangcentra. Ze ging overeind zitten.
De kamer was klein en deed haar denken aan haar eigen kamer, thuis. Steriel witte muren en plafonds, witte bedden met wit beddengoed en witte nachtkastjes met witte bloemen.
Witte bloemen.
Er lagen witte en paarse lentebloemen op haar nachtkastje.
Alex ging op de rand van het bed zitten en merkte toen pas dat er een infuus in haar arm zat. Dat maakte het wat lastiger, maar deze procedure kende ze al.
Ze ging staan en liet haar witte nachthemd naar beneden vallen. De stellage met het infuus ging mee. De bloemen ook. Ze moest op zoek naar een telefoonboek. Ze moest Senna bellen, het uitleggen, verklaren waarom ze het had gedaan, waarom ze niet meer wilde, waarom ze er mee wilde ophouden. En waarom ze blij was dat het niet gelukt was. Dat ze blij was dat ze Senna nog had, haar steun en toeverlaat, haar optimistische licht in de duisternis.
Alex zwalkte door de gangen van het ziekenhuis en geen dokter hield haar tegen. Ze had een missie en was niet van plan te stoppen voordat de missie volbracht was.

Alex herkende de vrouw meteen. Senna’s moeder. Haar hoofd was gebogen en een grote, brede man had zijn arm om haar schouders gelegd.
Misschien was Senna’s oma wel overleden. Daar had ze het wel eens over gehad, haar oma die niet zo lang meer te leven had. Ze had verteld over hoe haar oma’s haar langzaam uitgevallen was, over de vermoeidheid en de vatbaarheid voor allerlei stomme ziektes waar niemand ooit ziek van werd, behalve als je ongeneeslijk ziek was. Ze had het heel levendig verteld.

Senna lag in haar bed, haar dekbed opgetrokken tot haar kin. Maar dit keer lichtte haar gezicht niet op toen Alex in de deuropening stond. Dit keer hoestte ze niet en riep ze niet enthousiast dat Alex moest binnenkomen. Dit keer zei ze geen dankjewel toen Alex haar paarse en witte lentebloemen gaf. Dit keer keek ze niet naar Alex’ onderarmen die in het verband zaten.
Alex ging op de rand van het bed zitten en staarde naar Senna, die stil onder het dekbed lag. Tranen gleden langzaam over haar wangen.
Haar blik viel op een agenda, die opengeklapt op het nachtkastje lag. Alex ging staan om te lezen wat er stond.

16 april

Nu houd ik er mee op.
Advertentie
Topic gesloten


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
Verhalen & Gedichten [Winnaar verhalenwedstrijd] Paarse en witte lentebloemen
Verwijderd
56 03-04-2006 16:00


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 06:32.