[SK] Naamgeving

[-.-Monique-.-]

hallo

kan iemand me helpen met scheikunde? Eigenlijk snap ik er bijna niks van, maar waarschijnlijk kunnen jullie dan weinig voor me doen als ik niet eens waarvoor ik uitleg nodig heb maar kan iemand misschien uitleggen hoe je van die naamgevingen om kunt zetten tot van die formules? weet niet precies hoe ik dat kan zeggen en kan iemand me uitleggen wat mol en molariteit is? en misschien een voorbeeld erbij geven?

Alvast bedankt

[HarrydeYaeger]

Met namen omzetten bedoel je waarom koolstofdioxide is en niet ??

[-.-Monique-.-]

ja,, maar die snap ik dan nog net als ze moeilijker worden niet meer, of het is gewoon toeval dat ik die weet kan ook zoals methaanzuur, kaliumnitraat, ethanol, calciumcarbonaat enzo snap ik niet. Door die achtervoegsels snap ik het niet meer.

[mathfreak]

-.-Monique-.- schreef:

ja,, maar die snap ik dan nog net als ze moeilijker worden niet meer, of het is gewoon toeval dat ik die weet kan ook zoals methaanzuur, kaliumnitraat, ethanol, calciumcarbonaat enzo snap ik niet. Door die achtervoegsels snap ik het niet meer.

Methaanzuur is een alkaanzuur. De formule kun je vinden door aan een H-atoom de carboxylgroep COOH te koppelen. Dit geeft HCOOH als de gezochte formule. Omdat je maar 1 C-atoom hebt, net als in methaan, en omdat de naam op -zuur eindigt geeft dit dus de systematische naam methaanzuur.
Ethanol is een alkanol. De formule kun je vinden door uit te gaan van ethaan (C₂H₆) en daarbij een H-atoom door de hydroxylgroep OH te vervangen. Dit geeft C₂H₅OH als de gezochte formule.
Kaliumnitraat is een zout dat is opgebouwd uit een kaliumion met lading 1+ en een nitraation met lading 1-. Er geldt: in de verhoudingsformule van een zout moet de som van de ladingen van de afzonderlijke ionen gelijk zijn aan nul. Je hebt dus 1 K⁺-ion en 1 NO₃^--ion nodig, dus dit geeft KNO₃ als de gezochte formule. Calciumcarbonaat is een zout dat is opgebouwd uit een calciumion met lading 2+ en een carbonaation met lading 2-. Omdat de som van de ladingen van de afzonderlijke ionen gelijk moet zijn aan nul heb je dus 1 Ca-ion en 1 CO₃^2--ion nodig, dus dit geeft CaCO₃ als de gezochte formule.

[-.-Monique-.-]

Er staat boven naamgeving (nu boven het topic) maar het is eigenlijk ook mol/molariteit

Bedankt voor de uitleg trouwens, ik snap nog niet alles maar ik moet er nog maar een keer goed voor gaan zitten met me binas en is die HCOOH dan niet COOH2 ? (sorry ik kan dat lage niet 2tje niet vinden) mijn toetsenbord doet volgens mij ook raar nu

[Vinniebar]

-.-Monique-.- schreef:

en is die HCOOH dan niet COOH₂ ?

Zuurgroepen worden (voor de overzichtelijkheid (?)) vaak apart gehouden van de rest.

De andere manier van noteren zou ook geen COOH₂ zijn, maar CH₂O₂ (eerst C, dan H)

[-.-Monique-.-]

oke dankje
en is dat omdat het op alfabet moet dan ofzo? of is daar nog een andere regel voor?

[mathfreak]

-.-Monique-.- schreef:

oke dank je
en is dat omdat het op alfabet moet dan of zo? of is daar nog een andere regel voor?

Algemeen kun je een alkaanzuur weergeven als R-COOH, waarbij R een zogenaamde alkylgroep voorstelt.
Voor R = H geeft dit methaanzuur (HCOOH). De structuurformule van methaanzuur ziet er uit als

                                        H-C-OH
                                            ||
                                            O

.
Dan het begrip mol: 1 mol is per definitie gelijk aan het aantal koolstofatomen dat zich in 12 gram zuivere koolstof bevindt. Dit aantal heeft de waarde N_A=6,02*10²³, waarbij N_A het getal van Avogadro voorstelt. Dit getal kun je terugvinden in tabel 7 van Binas. De definitie van de mol kun je terugvinden in tabel 3 van Binas.
Dan het begrip molariteit: hiermee wordt het aantal mol opgeloste stof per liter oplosmiddel bedoeld. In tabel 37 (vierde druk Binas) of in tabel 38A (vijfde druk Binas) staat deze definitie vermeld, met de schrijfwijze a M (a molair) om daarmee een concentratie van a mol/l aan te geven.
a