Citaat:
hallo,
er zijn nog een paar vragen die ik niet snap:
gegevens van de proef:
massa maatbeker 47,8 gr.
massa kristalsoda 20 gr.
massa maatbeker met kristalsoda 67,8 gr.
massa droge soda met maatbeker 56,7
dus massa droge soda is 8.9
c.. bereken aan de hand van de proefgegevens de massa verhouding tussen kristalsoda en de droge soda
|
20/8.9 = 1/0.445
Citaat:
d.. bepaal aan de hand van de reactievergelijking ook de verhouding tussen deze 2 stoffen
(reactie vergelijking was: Na2CO3.10H2O --> Na2CO3 (s) + 10H2O (g))
|
Molmassa Na2CO3 = (2*23) + (1*12) + (3*16) = 106 gram/mol
Molmassa H2O = (2*1) + (1*16) = 18 gram/mol
Links van de pijl staat 106 + 180 = 286 gram aan kristalsoda
Rechts van de pijl staat 106 gram droge soda en 180 gram aan waterdamp.
Verhouding is dan: 286/106 = 1/0.37
Citaat:
e.. verklaar waarom de antwoorden bij vraag c en d verschillend zijn
|
Vermoedelijk zijn bij de proef niet alle water moleculen uit de soda verdampt. Als je bijvoorbeeld rekent met deze formule:
Na2CO3.10H2O --> Na2CO3.H2O (s) + 9H2O
Kom je op een verhouding 1/0.434
Na2CO3.10H2O --> Na2CO3.2H2O (s) + 8H2O
Geeft 1/0.497
Onderstaande hoef je vast niet te doen, maar zo bereken je de hoeveelheid water die nog in de droge soda zat:
Na2CO3.10H2O --> Na2CO3.(x)H2O (s) + (10-x)H2O
(106+(x*18))/286 = 0.445
106+(x*18) = 127.27
x*18 = 21.27
x = 1.18
Gemiddeld zaten er bij de proef dus nog 1.18 moleculen water per molecuul soda in de "droge" soda.