Oke, ik heb voor een opdracht een verhaaltje geschreven. De inhoud is niet echt geweldig nee, (ik weet het) maar ik vraag me af of de schrijfstijl een beetje goed is. (En o ja, ik kon dus echt geen einde verzinnen, dus ik hoop dat dit een beetje goed is...)
Zone 0
Morgen had Sofie een proefwerk geschiedenis. Het was al half acht, maar ze had nog niks geleerd. Ze zag er erg tegenop, ze zou toch wel weer een vier krijgen. Hoe hard ze ook leerde, het lukte haar gewoon niet. Moedeloos sloeg ze haar boek open en bladerde erdoorheen.
Hoofdstuk vier, ontdekkingsreizen… Gauw keek ze even hoe groot het hoofdstuk was en zag dat ze nog vijftien pagina’s volgestampt met feiten zou moeten leren. Ze knipte haar bureaulampje aan en begon te lezen.
‘Vroeger wisten de mensen niet hoe de wereld eruit zag en gingen dus de wereld verkennen. Zulke mensen werden ontdekkingsreizigers genoemd. Misschien ken je er al een paar zoals Christopher Columbus en Vasco Da Gama.’ Ernaast stond een man afgebeeld die volgens het onderschrift Columbus moest zijn.
Tot nu toe ging het nog wel. Ze kende al twee ontdekkingsreizigers, maar als ze al naar de volgende bladzijde keek werd ze al duizelig. Kon ze het niet gewoon op een andere manier leren? Ze wilde verder lezen, maar de letters begonnen voor haar ogen te dansen. Ze knipperde met haar ogen, maar het werd alleen nog maar onduidelijker. De bladzijde leek wel te golven als water en langzaam werd er iets zichtbaar. Ze zag een soort witte kamer. Ze tuurde ernaar, want de kamer was helemaal leeg en dus moeilijk van het witte papier te onderscheiden. Verbaasd raakte ze het plaatje aan, en voordat ze het kon beseffen werd ze de pagina ingezogen. Ze leek door een tunnel te vliegen met wel duizenden lichtjes om haar heen. Opeens werd ze eruit gespuwd en toen ze om zich heen keek zag ze dat ze in de kamer terecht was gekomen. Ze klopte haar kleren af en stond op. Hij was echt helemaal leeg en het was moeilijk te zien waar de vloer eindigde en de muur begon. Achter zich hoorde ze een zoevend geluid en toen ze zich omdraaide zag ze dat er een klein groen mannetjes in een wit pakje op een wit autootje kwam binnenrijden.
‘Goedenavond.’ zei hij vrolijk tegen Sofie. ‘Waar kwam je voor?’
Ze keek het mannetje vreemd aan dat zijn autootje in de hoek van de kamer parkeerde. ‘Hoe bedoelt u?’ vroeg ze vertwijfeld.
‘Waar u voor komt.’ antwoordde hij terwijl hij behendig uit het autootje klom. ‘Regenwouden, woestijnen, ijstijd, Venus, Mars… Je moet het maar aangeven en we gaan erheen.’
‘Ik snap het niet, ik was net nog gewoon geschiedenis aan het leren en toen kwam ik opeens hier.’ zei ze verbaasd.
‘O, zo.’ antwoordde hij. ‘Vergeef me, ik wist niet dat dit je eerste bezoek was. Je bent terechtgekomen in Zone 0. Dit is een tussengebied. Hier ís geen tijd, maar wordt tijd afgespeeld. Bijna alles wat je maar wilt weten over vroeger of bijvoorbeeld planeten kan je hier meemaken. Als je zou willen zouden we binnen een fractie van een seconde al op de maan zijn.’
‘Dus als ik wat over ontdekkingsreizen te weten zou willen komen zou ik bij wijze van spreken met Columbus mee kunnen varen?’ vroeg Sofie ongelovig.
‘Niet bij wijze van spreken, je zou gewoon mee varen.’ antwoordde hij.
‘Mar hoe ben ik hier dan terechtgekomen, en hoe heet u eigenlijk?’ vroeg ze. Ze was dus in een gebied terechtgekomen waar geen tijd was! Een tussengebied had het mannetje het genoemd, maar waar tussen?
‘Ah, ja sorry. Ik ben me helemaal vergeten voor te stellen. Ik ben W-14 en jij bent Sofie, aangenaam kennis te maken. Maar je weet toch wel hoe je hier terecht bent gekomen?’
Sofie schudde haar hoofd.
‘Toen je net dan geschiedenis leerde, heb je toen niet een keer je afgevraagd of er geen fijnere methode was om de stof te leren? Heb je dat niet vurig gewenst?’
‘Ik… ik denk het.’ stamelde ze. Ze had inderdaad zoiets gedacht, maar kon je daardoor hier komen?
‘Oké, vertel dan maar wat je wilt weten.’ zei W-14.
‘Voor morgen moet ik alles over ontdekkingsreizen weten.’
‘Alles?’ vroeg het mannetje. ‘Dat is wel een beetje veel. Ik zal je wel het belangrijkste laten zien, oké?’
Sofie knikte en vroeg zich of hoe hij dat wilde doen in deze witte, lege kamer.
W-14 klapte in zijn handen en plots bevonden ze zich op een schip. Ze waren terechtgekomen op het bovendek waar veel mannen heen er weer renden en allerlei dingen rond riepen in een vreemde taal.
‘We zijn nu op het schip bij Vasco Da Gama.’ sprak het mannetje. Hij moest het schreeuwen omdat het anders door de harde storm niet hoorbaar was. ‘Zoals je misschien al aan de taal hebt kunnen merken was het een Portugees en hij is nu de zeeweg naar Indië aan het ontdekken.’
Hij klapte weer in zijn handen en opeens bevonden ze zich op een ander schip. De zee was hier kalm en er heerste een aangename temperatuur.
‘Ah, veel beter.’ zei W-14 tevreden. ‘Heb je misschien zelf een idee waar we zijn?’ vroeg hij aan Sofie.
‘Bij Columbus?’ gokte ze aangezien dat verder de enige was die ze naast Vasco Da Gama kende.
‘Juist, met drie schepen was hij vertrokken zoals je kan zien.’
Achter het schip waar zij op zaten voeren nog twee anderen.
‘Columbus was ervan overtuigd dat er nog een kortere zeeroute was dan die van Da Gama om Afrika heen.’ vervolgde W-14. ‘Daarom ondernam hij deze expeditie en ontdekte hij Amerika. Al dacht hij zelf dat het Indië was.’
Ze bekeken het schip en W-14 legde nog veel meer uit. Na deze bekeken ze nog veel andere schepen en havens en opeens was ze weer terug in de witte kamer.
‘En snap je het nu een beetje?’ vroeg hij.
Sogie knikte, nu ze het allemaal had gezien snapte ze het veel beter.
‘Mooi dan zit mijn taak erop.’ zei W-14. ‘Ik wens je veel succes morgen, dag Sofie!’
‘Dag, en bedankt hè!’ antwoordde ze.
Het mannetje was weer in zijn autootje geklommen en reed de kamer uit. Maar voordat hij helemaal was verdwenen vloog ze weer door de tunnel. Opeens was ze weer terug in haar eigen kamer. Verbaasd keek ze om zich heen. Had ze het allemaal gedroomd? Nee, dat kon niet. Je kon niet over iets dromen wat je nog helemaal niet weet. Hoelang was ze daar wel niet geweest? Ze keek op de klok. Half acht…
Er was geen minuut voorbijgegaan in Zone 0. Ze keek in haar geschiedenisboek en alles wat erin stond geschreven kende ze al.
Sindsdien had ze nooit meer problemen met geschiedenis en was ze juist een van de besten van de klas. De leraren wisten niet hoe het kwam, en stonden voor een raadsel. Maar toch, als jij het geloven kan, kan je het altijd proberen… Wie weet ontmoet je ook wel W-14.
Laatst gewijzigd op 17-12-2002 om 17:07.
|