ASO is de Belgische tegenhanger van VWO. En wat betreft een mondeling; daarvan heb je twee types:
Bij de taalvakken heb je in het ASO normaalgezien elk jaar een mondeling punt. Dit kan op meerdere manieren voldaan worden: ofwel punten op je mondelinge prestaties (en/of presentaties) in de klas ofwel bij je examenperiode een mondeling examengedeelte. Daar moet je inderdaad meestal gewoon een verhaaltje kunnen vertellen (de leerkracht vraagt je dan bijvoorbeeld wat er de laatste week in het nieuws geweest is (kondigen ze meestal op voorhand wel aan), of wat je in de vakantie gedaan hebt of iets dergelijks), anderzijds kan het ook gaan over de teksten/boeken die je gelezen hebt of over onderwerpen die in de les besproken zijn geweest. Normaalgezien legt de leerkracht dit wel even uit in de les.
In de hogere jaren heb je meestal ook 'echte' mondelinge examens; hierbij stelt de leerkracht echt vragen over de leerstof. Dit kan zowel bij taalvakken als niet-taalvakken. Hierbij wordt dat op voorhand ook duidelijk vermeld (als je verder geen schriftelijk examen hebt, gaat je mondeling over de leerstof, trouwens). Het meest courante systeem in het ASO is dat je dan een bepaalde dag en een bepaald uur krijgt waarop je aanwezig moet zijn, je wordt binnengeroepen en je mag een of meerdere fiches met vragen (meestal een vijftal vragen, vaak heel open vragen) trekken. Dan heb je enkele minuten (15 tot 30 minuten, meestal) om een schriftelijke voorbereiding te maken. Ondertussen zit de persoon die voor je moest komen met de leerkracht zijn examen af te leggen. Na je voorbereidingstijd, komt de volgende binnen en mag jij je mondeling examen afleggen.
Als die mondeling examens je afschrikken, dan kan ik je een ding daarover zeggen. Langs een kant kan je op een mondeling examen niet al te veel sukkelen op een vraag; maar de leerkrachten zijn meestal heel hulpvaardig als ze merken dat je de stof goed beheerst maar niet de perfecte terminologie gebruikt. Zorg er dus voor dat je geen gigantische afleidingen meer moet doen zoals op een schriftelijk examen nodig is; maar daarnaast hoef je niet zo veel te schrijven zodat je met een beetje mondelinge vaardigheden je boodschap veel beter kan overbrengen dan op een schriftelijk examen. Als je leerkracht bij een bepaalde vraag dus een bepaald antwoord wilt horen, zal die dat tijdens je examen ook zeggen. Bij een schriftelijk zou het gewoon een streep zijn door je antwoord.
Wat leerkrachten dus meestal kunnen doen is je met extra vragen in de richting van het juiste antwoord sturen (als jouw antwoord de verkeerde richting uitgaat), of je een bijvraag stellen die je test op je diepere inzicht en kennis van het vak (om uit te sluiten dat je alles gewoon van buiten zou geleerd hebben).
Zelf heb ik (vanuit een wetenschappelijke richting) mondeling gehad voor Nederlands, Engels, biologie en geschiedenis. Bij die laatste twee moet je echt gewoon weten waarmee je bezig bent: met van buiten blokken ga je niet zo'n hoge punten halen, want een bijvraagje op inzicht en je ligt er. Aan van buiten blokken heb je daar dus weinig mee; je moet echt op inzicht werken; zeker bij geschiedenis vond ik dat zelf een moeilijke opgave (daar komt bij dat je bij geschiedenis ook nog wat data en namen gewoon van buiten moet kennen). Mijn tip voor geschiedenis (zeker bij een mondeling) is dus: heel goed alles leren, elk extra detail dat je kan aanhalen is een pluspuntje als je de grote lijnen kent (want details tonen aan dat je bezig geweest bent met de leerstof).
Maar die echte mondelinge examens doen ze meestal pas in het 5e of 6e (als voorbereiding op universiteit waar je voor heel wat vakken mondeling kan hebben (ook voor wiskunde bijvoorbeeld, als dat een van je hoofdvakken is)).
Verder nog een algemene tip voor je mondeling examens: mocht je ooit in conflict liggen met de leerkacht bij wie je mondeling moet doen (wat sowieso geen slim idee is, maar in sommige gevallen ligt dat niet per se aan jezelf), onthoud dan dat je het recht hebt op een zogenaamde bijzitter (soms is die sowieso aanwezig, meestal niet). Dit is een andere leerkracht of personeelslid die bij het mondeling aanwezig is om ervoor te zorgen dat die andere leerkracht je niet kan buizen door je conflict (natuurlijk nog wel als je niet kan antwoorden op zijn vragen of als je verkeerde antwoorden geeft).
__________________
vaknar staden långsamt och jag är full igen (Kent - Columbus)
|