Ik zal me even voorstellen. Ik ben Annie, en ik ben 53 jaar oud. Als mensen vragen welk werk ik doe, zeg ik meestal dat ik medewerker ben op het gebied van sanitaire voorzieningen. Eigenlijk ben ik gewoon toiletjuffrouw, zoals dat in de volksmond genoemd word.
Als jonge vrouw was ik een prostitueé. Ik zat bij tante Greet achter het raam, een schat van een wijf. Ze had vroeger zelf in de prostitutie gezeten en zorgde goed voor ons. Ik was erg in trek. 'Blonde Annie', noemden ze me. Ik ben van nature een brunette, maar blond trok meer klanten.
Maar zoals dat wel vaker gaat in het leven, veranderde de dingen om mij heen. We kregen steeds meer concurrentie van blitse pooiers met hun geimporteerde exotische schoonheden. De klanten waren nu niet alleen meer zondigende huisvaders, maar nu ook lastige en onverstaanbare toeristen. Ik werd ouder en minder aantrekkelijk. Een hoer van de oude stempel. Toen tante Greet overleed, ben ik ermee gestopt. Het was moeilijk om het wereldje van de prostitutie te verlaten, maar uiteindelijk kwam ik hier terecht.
Tja, en hier werk ik dan al een aantal jaartjes. In de hema, die jullie ongetwijfeld kennen. Ze verkopen er nu weer schoolspullen, trouwens. Ik weet alles te liggen, maar beperk me tot mijn taak, het toilet. Elke dag komt er een leger van mensen langs. Gehaaste mensen, relaxte mensen, jengelde kinderen, vlakke zakenmannen. Sommige mensen glimlachen naar me als ze hun kwartje geven, anderen kijken minachtend, sommigen negeren me totaal en betalen niet. Maar ik ben een geduldige vrouw.
Het werk is simpel, maar daardoor niet minder vermoeiend. Ik zit niet alleen daar in mijn stoeltje, ik maak de vloeren en de toiletten schoon, vul de rollen aan. Help moeders met lastige kinderen. Slechts weinig mensen hebben respect voor mijn beroep, maar het zal me een worst wezen. Ik heb het gezellig met Truus en Miep, mijn collega'tjes. Miep heeft zelfs ook nog in de prostitutie gezeten vroeger, iets waar we na werktijd hele gesprekken over kunnen hebben.
Maar ja, op een dag kwam er een vuiltje aan de lucht. De hema had een nieuwe medewerker, die aan ons allen werd voorgesteld. Ik herkende hem direct. Het was Magere Fred, een pooier, een gluiperd. Ik vroeg me verbaasd af wat hij in de hema deed. Hij bleek nog een hoge functie te hebben ook, de zak. Hij herkende mij ook en knipoogde. Benauwd ging ik terug naar de toiletten.
Met Magere Fred in de zaak werd het een stuk minder gezellig. Miep en ik voelden ons niet op ons gemak. Af en toe kwam hij bij ons langs, ging naar het toilet en legde daarna een dubbeltje neer. En maar vals grijnzen. Toen ik een week ziekteverlof had omdat ik plat moest liggen wegens rugpijn, bleek hij dat hij mijn ontslag aangekaart had omdat ik te oud zou zijn voor mijn zware beroep. Dit hoorde ik achteraf via via. Gelukkig was niemand erop ingegaan.
En op een dag was Fred weg. Verdwenen, foetsie. Gefluisterd werd er op de vleesafdeling, na sluitingstijd vlogen de roddels je om de oren. De baas had hem proberen te bereiken, maar zijn vrouw wist ook niet waar hij was. Radeloos was ze. Hij werd als vermist opgegeven. Het stond zelfs in de kranten. Weken gingen voorbij, maar van Magere Fred geen spoor.
De opwinding verdween pas na maanden. Iemand anders had Magere Fred's functie overgenomen, de roddels vervaagden. Maar nog steeds wist niemand waar hij gebleven was. Behalve Miep en ik. Het was gewoon een kwestie geweest van een paar keer flink doortrekken.
[ Cat ]
|