Doen zoals daar staat hè.
Het oxaalzuur reageert met het kaliumpermanganaat via een redoxreactie.
Halfreactie oxaalzuur:
H2C2O4 + 2H2O → 2CO2 + 2H3O+ + 2e- x5
Halfreactie Permanganaat:
MnO4- + 8H3O+ + 5e --> Mn2+ + 12H2O x2
Optellen van de halfreactie geeft (x5 en x2 geeft aan de elektronen):
5 H2C2O4 + 10 H2O + 2 MnO4- + 16 H3O+ --> 10 CO2 + 10 H3O+ + 2 Mn2+ + 24 H2O
Optellen en vereenvoudigen levert een netto-reactie op van:
5 H2C2O4 + 2MnO4- --> 10 CO2 + 8H3O+ + 2Mn2+
Om de (exacte) concentratie van je oxaalzuur oplossing te meten, werk je het vraagstuk van achter naar voren uit. Je hebt bij je titratie een x aantal ml kaliumpermanganaat gebruikt met een molariteit van 0.010M. Stel je hebt 25ml gebruikt:
n = C / V --> n = 0.010 * 25 --> n = 0.25 mmol MnO4- heeft gereageert met je oxaalzuur.
MnO4- en oxaalzuur reageren in een verhouding 2:5. Dus 0.25mmol * 5 / 2 --> 0.625mmol oxaalzuur heeft dus gereageerd.
Die 0.625mmol oxaalzuur zat in 25ml (je moest 25ml oxaalzuuroplossing pipetteren). Dus je molariteit van je oxaalzuuroplossing is:
C = n / V --> C = 0.625 / 25 --> C = 0.025 M
Aangezien ik in zo'n goede bui ben vandaag zal ik ook de vragen maar meteen beantwoorden:
A Nee, je indicator is je KMnO4 oplossing. KMnO4 oplossingen zijn, mits onder zure condities (daarom voeg je in het begin ook nog 10ml 1M zwavelzuur toe), diep paars van kleur. (Bovendien: het is geen zuur-base reactie maar een redoxreactie, hoewel je ook indicatoren hebt voor redoxreacties. Als je bijvoorbeeld een redoxreactie met jood uitvoert, dan neem je zetmeel als indicator, maar dat terzijde) Als je dus je oxaalzuuroplossing aan het titreren bent moet je stoppen met titreren wanneer de oplossing licht-rose is en dan je verbruik aan KMnO4 noteren.
B Al beantwoord, zie bovenstaande
C Uitgerekend!
|