Zelfde verhaal als de vorige keer. Column voor een regionale krant (oplage 43.000) en wegens gebrek aan ervaring vraag ik tips en commentaar.
- - -
Pas werd ik getroffen door een angstig visioen. Ik zag mezelf als een bejaarde man elke morgen voor een keuze staan. Riem boven de buik of riem onder de buik? Loom onderuitgezakt in een collegezaal bemerkte ik dat de befaamde studentenbuik ook mij had bezocht. Mijn adonisfiguur had mij verlaten. Daar zou ik iets aan moeten doen!
Een aantal weken later ging ik in op de avances van een vriend van me. Al dik twee jaar probeert hij me over te halen om meer te sporten en bewegen. Ik zag er de noodzaak niet van in en kon niet geloven dat steken in de zij, spierpijn en algehele vermoeidheid gezond konden zijn. Het riem-/buikprobleem trok me echter over de streep en wij zouden aan sport gaan doen. Ik wist het enthousiasme van mijn sportmakker te beteugelen tot een acceptabel niveau; het ‘hardlopen’ wist ik af te dingen tot ‘wandelen’ en ondanks de terugkerende beelden van bejaarden (ditmaal zonder buik), zag ik de toekomst met een vreugdevolle lach tegemoet. Het zou gezellig worden en het leek bovendien niet uitputtend veel op echte sport.
Onder het strandzand en het duingras zat echter een nest giftige adders. Zelf heb ik al jaren geen goede schoenen meer en een fikse wandelpartij maakt men niet op blote voeten. Gelukkig was mijn wandelcompagnon zo vriendelijk om me een paar afgetrapte en smerige stappers te lenen. Mensen in mijn directe omgeving, bezorgd vanwege mijn plotselinge sportlust, waarschuwden me voor het gevaar van verkeerde schoenen, maar ik bleef laconiek. Blaren waren voor mietjes. Een andere adder was de tijd. Het bleek dat zondagmorgen om negen uur de enige mogelijkheid was. Maar aangezien ik niet van plan was verdere compromissen ten aanzien van mijn gezondheid te maken, wilde ik mijn zaterdagnachtritme niet verstoren.
Met deze twee adders op zak, begon onze eerste tocht van Monster naar Scheveningen, over het strand. Daar aangekomen waren we nog vol van energie en overmoedig. Met een trotse lach op ons hoofd en een angstige frons op onze voetzolen, besloten we even om de haven heen te lopen, om te zien of de arcadehal nog net zo fijn was als vroeger. Deze ondoordachte omweg had als gevolg dat onze wandeltocht zich van de aanvankelijk geplande vijftien kilometer ontwikkelde tot een monster van dik dertig kilometer. Aan het begin van de terugweg lieten de adders zich gelden.
Mijn voeten waren hovercrafts van blaren in de kapotte schoenen, de koperen ploert schroeide onophoudelijk op ons neer terwijl we door de duinen sjokten en mijn gretig geleste dorst van de nacht ervoor maakte een comeback in de vorm van nadorst en algehele uitdrogingsverschijnselen. Na een martelgang van zeven en een half uur kon ik mijn gekoesterde deurbel betasten en beginnen met het revalidatieproces dat een halve week zou duren.
Via internet sprak mijn onvermoeide compagnon mij aan. Volgende week weer, maar dan Hoek van Holland? Met talloze pleisters op mijn voeten, verlammende spierpijn in mijn benen en een verbrandde huid antwoordde ik instemmend. Oh, wat voelde ik me gezond.
- - -
LUH-3417
Laatst gewijzigd op 15-06-2004 om 14:37.
|