Na een nogal lange tijd weer een gevolg, ik kon helaas niets meer schrijven ivm ernstig tijdgebrek.. Maar vanaf vandaag ben ik weer begonnen . Reacties zijn welkom!
Het sterkste wat ik me kan herinneren van mijn leven zijn drie roze konijntjes.
Ze waren niet echt natuurlijk, maar pluche. Gevuld met een of ander synthetisch materiaal, misschien schuimrubber, misschien van die kleine plastic bolletjes. Toen ik nog kleiner was vertelde ik ze wel eens wat ik had beleefd, ze konden goed luisteren.
Later besefte ik dat als je opgevuld was met plastic bolletjes, dat je dan waarschijnlijk niet veel keus had behalve luisteren. Gelukkig, dacht ik dan bij mezelf, dat ik geen saaie dingen vertelde. Als ik iets beleefd had wat misschien een beetje saai was verzon ik er gewoon een paar dingen bij om het leuker te maken.
Het waren niet mijn konijntjes. Misschien waren ze wel niet eens roze. Voor mij waren ze roze. Want roze was mijn lievelingskleur. Alle goede dingen van vroeger herinner ik me zo. Roze. Heerlijk stereotype, klein meisje houdt van roze en konijntjes.
Drie konijntjes. Bij mijn buren in de vensterbank. Als de buurvrouw zag dat ik naar ze stond te kijken deed ze vlug de gordijnen dicht.
Mijn buurvrouw was een heks, ze had de konijntjes betoverd. Daarom konden ze niet bewegen. Eigenlijk wouden ze wel heel graag met mij mee naar huis. Daarom kwam ik elke dag even langs, om ze te vertellen dat ik altijd aan ze dacht, gewoon om te laten weten dat ik ze heel erg lief vond.
Twee jaar later brandde het huis van de buren af. Ons huis liep flinke rookschade op, maar gelukkig waren we niet thuis toen het gebeurde. Dagenlang heb ik gehuild om de konijntjes, die ergens onder de rokende puinhopen moesten liggen.
Die konijntjes zijn me om de een of andere reden altijd bij gebleven.
Die om de een of andere reden werd me nu duidelijk. Toen het eten was bezorgd en alle vrouwen al kletsend grote happen in hun mond stopten, dwaalde mijn blik af naar het hoofdeinde van een van de bedden. Achter het bed hing een prikbord, met daarop een kaart. Een kaart met daarop drie konijntjes. Drie roze konijntjes in een vensterbank.
Ik trok mijn conclusies, en was niet de enige. Ik had de puzzelstukjes nog maar net op hun plaats gelegd toen de vrouw die in het bed voor het prikbord lag haar bord met boerenkool abrupt op de grond liet vallen. Even leek het alsof ze me recht aankeek, toen draaide ze haar ogen weg en stootte een angstaanjagende pijnkreet uit, waarna ze plat achterover viel en doodstil bleef liggen. Nu begonnen de andere vrouwen te gillen, verpleegkundigen en een dokter kwamen door de klapdeuren aangerend, schenen met lampjes in haar ogen, gaven verschillende injecties, waarna de vrouw onophoudelijk begon te stuiptrekken. De gordijntjes om haar bed werden dichtgetrokken.
Ik zag hoe de andere vrouwen wit wegtrokken en elkaar een beetje ongemakkelijk aankeken. Afwachten leek me het beste. Dat ik geen besef van tijd meer had begon me te irriteren. Hoewel ik voor mijn gevoel al minstens een paar uur in het ziekenhuis had doorgebracht, werd het niet donkerder buiten. Sterker nog, er veranderde helemaal niets. Het waaide wel buiten, maar aan de boom die achter het raam stond had zich nog geen blaadje verroerd. Misschien waaide het wel helemaal niet.
Ik had nu andere dingen om me zorgen over te maken. Het bed van mijn uitverkorene werd met een rotgang richting de uitgang gereden, terwijl de dokter aanwijzingen gaf. Ze gingen richting verloskamer, zo hoorde ik de voorste verpleegkundige schreeuwen tegen een collega die haastig kwam aanlopen.