1) Een vioolsnaar heeft een lengte van 35 cm. Ze wordt afgestemd op een frequentie van de sol (392Hz). Waar moet een violiste haar vinger plaatsen om een la (440Hz) te horen?
Hoe moet je dit maken? Moet je iets gelijkstellen of zo?
2) Een lopende golf in een touw heeft een snelheid van 400 cm/s en een golflengte van 80 cm. De amplitude bedraagt 4 cm. Op t=0 gaat de bron door de evenwichtspositie omhoog.
*Door welke vgl kan de ze golf worden beschreven? heb ik al:
y=4. 10^-2. sin (2.pi.(0,5- x/0,8))
*Bereken de uitwijking van de bron op t=0,35 s
= -4. 10^-2 m
* uitwijking op t=0,35 v/e punt dat 65cm v/d bron verwijdert is :
y= -0,015 m
*Deze kan ik dus niet vinden, hoe moet je het berekenen?
Hoeveel is dit punt in fase achter op de bron? Het antwoord moet 1,6.pi rad zijn.