|
nu vraag ik me af of ik dit al wel eens eerder heb geplaatst... maar ja, anyway, read it... het heeft een speciale waarde... Eens verliefd, altijd verliefd.
Ik kijk aandachtig naar de grond. Ik bestuur het, maar toch gaat het langs me heen. Mijn ogen kijken naar de grond, maar mijn gedachte zit niet bij de witte, iets verkleurde vlakte. Vanmiddag zag ik hem weer, die geweldige jongen. Een jaar geleden was ik compleet verliefd op hem. Maar hij had een ander. Zodra het met haar uitging had ík een ander. Maar toch is er iets speciaals. Ik zie hem niet als een gewone jongen die er zoals iedere jongen eruit ziet. Hij straalt wat uit. Zijn ogen fonkelen van blijdschap als een ster in de donkere lucht.
Ik fietste een tijdje geleden met mijn beste vriendin Jamy naar huis. Ze is anders dan mij, zouden mensen denken. Maar als je ons beter kent zijn we samen 2 druppels die in elkaar overvloeien. Ik voel haar aan, en zij mij. Ook nu had ze me weer in de gaten.
,,Ga je vanavond nog naar Will, Janice?” vroeg ze opeens. Alsof haar dat wat interesseerde wat ik zou doen die avond.
,,Waarom?” reageerde ik achterdochtig. Will is sinds een tijdje mijn nieuwe vriend. Een lieve jongen. Alleen soms een beetje vreemd, eigenaardig.
,,Gewoon,” zei Jamy, ,,misschien had je geen zin?”
Ik keek opzij. Haar gezicht stond strak naar voren maar ik zag dat ze ergens op doelde. ,,Geen zin?” zei ik alsof ik haar niet begreep. Maar ik wist wel beter, en dat wist zij ook.
,,Het zou toch kunnen? Je blijft nooit lang van iemand houden… toch?”
Weer keek ik haar aan. Waarom zou ik nooit lang van iemand kunnen houden? ,,Het kán toch?”
,,Zal je van Will blijven houden? Voor altijd?”
,,Natuurlijk niet! Of uhm… neej ik denk het niet.” Waar wou ze heen? Waar kwam dit op uit? Toen besefte ik me dat ik dat allang wist.
Jamy begon langzamer te fietsen. ,,Is er soms wel iemand?”
,,Iemand, wat?!”
,,Waarvan je nog steeds houdt en dat ook altijd zal blijven doen?”
Ik reageerde niet. Ik wist niet meer wat ik moest zeggen.
,,Kom op, Janice, ik ken je langer dan vandaag!”
Weer reageerde ik niet op Jamy’s gebrabbel, zoals ik het op dat moment beredeneerde.
Jamy greep naar mijn arm en keek me aan. Ze glimlachte nu zelfs een beetje ondeugend. ,,Ik zag je kijken naar hem, vanmiddag. Je voelt nog steeds wat voor hem, of niet?”
Ik voelde dat ik rood werd. Misschien wel zo rood als een tomaat. ,,Misschien… een beetje,” zei ik twijfelend.
,,Ja kijk, dat zegt dus al genoeg! Ik wist het wel.”
,,Jij weet alles,” zei ik bitter. Ik vond het niet leuk dat mijn vriendin mij in dit geval weer door had.
,,Wat ga je nu doen?”
Ik dacht na. Ik zou het liefst uit maken met Will en dan met mijn droomjongen nemen. Maar dat vertelde ik Jamy natuurlijk niet. Dan zou ze me raar vinden en… ,,Niks.”
,,Niks?”
,,Niks.”
,,Niks?” herhaalde Jamy nog een keer. Het leek wel alsof het wanhopig klonk.
Het bleef even stil. Ik zag mijn vriendin diep nadenken. Ze hoorde zelfs niet dat ik zei dat ik moest afslaan.
,,Jamy? Ik ga naar rechts!”
,,Oh sorry! Helemaal vergeten!” zei ze lachend en zwaaide mij na.
Een paar knagende dagen later wist ik nog steeds niet wat ik moest doen. Jamy had mij aan het nadenken gezet. Ik vond Will eigenlijk niet zo leuk meer. Ik moest de hele tijd aan de andere geweldige jongen denken. Met die mooie ogen, grote handen, lieve glimlach…
Toen ik op een middag in het dorp fietste en stopte bij de pinautomaat om wat geld te halen, kwam ik hem opeens tegen. Met zijn mooie ogen die weer fonkelden als de sterren.
,,Hey Janice! Lang niet gesproken.” Hij stopte met fietsen en keerde om. Vervolgens kwam hij mijn kant op.
Ik haalde het geld uit de automaat en draaide zijn kant op. ,,Hoi,” zei ik wat verlegen. Ik kom mezelf wel voor mijn hoofd slaan. Waarom moest ik altijd zo stom doen wanneer ik oog in oog stond met een geweldige jongen?
,,Hoe gaat het met je?” vroeg hij.
,,Goed.” Het bleef even stil. Toen had ik in de gaten dat ik hetzelfde moest vragen, uit beleefdheid. En natuurlijk ook om de interesse… ,,En met jou?” vroeg ik zo vrolijk mogelijk.
,,Goed, ik heb sinds vorige week een vriendin!” Hij klonk erg enthousiast. Te enthousiast naar mijn zin. Waarom moest dat nou weer?
,,Wie is het?”
,,Kelly, ze woont niet hier in de buurt. Ik ga het weekend weer naar haar toe.” Nog steeds was hij erg enthousiast. Ik kon wel door de grond zakken. Daar ging mijn fantasie over hem. Ik zag het al helemaal voor me dat ik over hem zou dromen mét zijn nieuwe vriendin.
,,Is dat niet irritant, zo ver reizen?” vroeg ik. Ik moest toch wat vragen.
,,Nee hoor, dat heb ik wel voor haar over!”
Ja, dat had ik ook voor een jongen. Coen, hij woonde een paar kilometer bij mij vandaan. Het was 2 uur reizen met de trein. Om het weekend zagen we elkaar. Ik was gek op hem, stapelverliefd. Maar toen had hij een ander…
,,Liefde overwint alles,” zei ik met veel onzekerheid in mijn stem, ,,meestal dan.”
Eindelijk merkte Coen dat zijn nieuws mij had geraakt. ,,Is er wat met je?” vroeg hij bezorgd.
Ik keek hem aan. Wat moest ik zeggen? Hem vertellen dat ik na 3 weken niks meer voor mijn kers verse vriend voelde? Dan had hij direct een verkeerde gedachte over mij! Zo beredeneerde ik dat… zo beredeneer ik alles. Maar nu vertelde ik hem wel alles.
,,Ik weet het niet. Het gaat over Will.”
Coen begreep direct wat ik bedoelde. Will is een vriend van hem. Hij wist heel goed dat ik met hem had. ,,Gaat het niet goed tussen jullie? Ik dacht dat Will zei dat…”
,,Will weet van niks,” onderbrak ik hem, ,,maar ik zie het niet meer zo zitten.”
,,Dat is wel erg snel, meissie.”
,,Ik dacht dat het wel wat tussen ons kon worden, maar nu ik hem beter ken vind ik hem eigenlijk niet zo geweldig meer.” Ik vertelde hem niet dat ik Will dom vond. Ik doe VWO en hij mavo. Het zou op zich niks hoeven uit te maken, maar Will wist echt niks. Je kon geen goed gesprek met hem volgen.
,,Ga je het uitmaken?”
,,Wat vind jij?”
Coen dacht even na. ,,Je kan hem niet aan het lijntje houden.”
Ik knikte. Daar gaf ik hem gelijk in. We praatten nog wat door. Maar hij moest weer gaan. Coen had afgesproken met een vriend.
Ik fietste nadenkend naar huis. Ik besloot om te wachten tot de volgende week. Want Will zat nu midden in zijn examens. Straks zou hij die verpesten door mij. Dat wou ik hem niet aandoen en ik wou mezelf die verwijten ook niet aandoen. Toen ik net thuis kwam, belde Will. Toeval of geen toeval? Ik nam op.
,,Met Janice.”
,,Hey, Will hier!”
,,Hoi,” zei ik wat te kortaf.
,,Kan ik even langskomen?” vroeg hij direct. Geen tijd voor een gesprekje.
,,Ik moet nog leren,” verzon ik.
,,Oh, jammer. Morgen dan?”
Ik zat even te denken wat voor een smoesje ik nu weer kon bedenken.
,,Misschien,” zei ik maar.
,,Oh. Nou dan bel ik morgenmiddag nog wel even, okay?”
,,Ja hoor.”
,,Ik hou van je,” zei Will zoals gewoonlijk. Normaal zei ik ‘Ik ook van jou’. Maar nu zei ik niks.
,,Jij ook van mij?” zei hij daarom.
,,Kom maar even langs,” zei ik en hing van de zenuwen op.
Ik kon moeilijk tegen hem liegen. Het was dat of het uitmaken. Ik koos voor het laatste. Het was beter zo. Een paar minuten later hoorde ik een scooter stoppen voor het huis van mijn ouders. Nog even later hoorde ik iemand op de deur van mijn slaapkamer kloppen.
,,Kom maar.”
Een verbaasde Will kwam binnen. ,,Warm hier,” zei hij. Sloeg nergens op. Volgens mij had hij al in de gaten dat er iets was.
,,Ik moet je wat vertellen, Will.”
Hij kwam naast mij zitten en sloeg een arm om mij heen.
,,Het zit zo. Ik vond je eerst geweldig. Maar nu ik je beter leer kennen wordt het minder. Ik voel niks meer voor je.” Mijn hartslag werd weer normaal. Het hoge woord is eruit.
Will keek me raar aan. Hij zei een tijdje niks. Opeens zei hij: ,,We blijven toch wel vrienden, hč?”
Ik knikte. ,,Dat hoop ik wel.”
Will stond op. ,,Dan ga ik maar.” En hij vertrok.
Die avond sprak ik hem nog op een moderne manier, over het internet. Hij begon mij opeens uit te schelden en allerlei dingen te verwijten. Coen heeft het zelfs nog voor mij opgenomen. ik werd er helemaal depressief van, zoals hij het noemde. Hij vond het niet kunnen zoals Will reageerde.
Coen heeft nog steeds die vriendin. Ik weet niet wat ik wil, ik voel zielsveel voor hem. En ik weet dat dat wederzijds is. Maar op de 1 of andere manier wil het niet lukken. Er is niemand die het ons gunt, lijkt het.
|