Hey ik volg een wiskunde cursus en krijg lineaire vergelijkingen voorgeschoteld. Maar anders als dat ik hier tegenkom en via google.
Het gaat als volgt:
Vaak krijg ik de vraag als x+22=26 wat is X?
Dat is natuurlijk niet moeilijk en is ook de basis, maar nu komen er breuken bij kijken en word het een stuk lastiger.
-3x-4=22 Wat is X ?
Daar kom ik bijvoorbeeld niet uit. Ik weet dat het antwoord
-26
------
3
is, maar ik weet niet hoe ze hier aan komen.
net als: -4x-4=6 antw:
-5
-------
2
Kan iemand mij helpen A.U.B.
Bedankt alvast.
Danny
|