Hij keek naar haar. Er klopte iets niet. De mensen die om haar heen hingen dachten dat het populariteit was wat ze uitstraalde, maar het was anders. Donkerder, gemener. Hij kende haar hele familie en wist tot wat ze in staat waren. Zij zou wel niet anders zijn. Dus zou het nu zijn beurt zijn om op te letten. Om haar niet te ver te laten gaan.
Zij keek naar hem. Ze wist nog niet waarom hij niet bij haar in de beurt wou zijn, maar ze zou er wel achter komen. Ze had iedereen in haar handpalm, hij moest er ook bij. Misschien was dit er zo een waar haar moeders voor gewaarschuwd hadden. Dat zou zonde zijn, want lelijk was hij niet. Ze hoorde dat haar naam geroepen werd en lachte naar de richting van het geluid. 'Ik krijg jou ook wel', dacht ze. 'Heus waar.'
Er werd naar haar geroepen. 'Chloë! Chloë!' Mag ik je kont likken, voegde hij er zelf aan toe. Dat mensen zo blind konden zijn. Het meisje dat naar haar geroepen had liep langs hem en Chloë keek hem aan. Ze glimlachte niet, haar neus rimpelde niet van afkeer, ze keek gewoon. Hij keek terug. 'Ik weet dat je geen gedachten kan lezen.', dacht hij. 'Nu nog niet tenminste.' Hij draaide zich om en botste tegen een meisje aan wat ook naar Chloë wilde. Ze had een angstige blik in haar ogen, alsof ze bang was een seconde te missen van haar aanwezigheid. 'Kan je niet uitkijken?', piepte ze. 'Kan jij niet 1 minuut zonder haar?', kaatste hij terug. Ze keek hem onbegrijpend aan en liep door. Hij liep de andere kant uit, tot hij een arm op zijn schouder voelde. Hij draaide zich om en zag het meisje staan waartegen hij net opgebotst was. 'Alex?', vroeg ze. 'Ze..Chloë wil graag dat je bij ons komt staan.' 'Bij ons komt staan?', zei Alex langzaam. 'Het is nu pauze en omdat je alleen staat..', pruttelde ze verder. Hij keek naar Chloë, die gelijk naar hem toedraaide. 'Liever niet.', antwoordde hij. 'Ik blijf liever in het licht.' En hij liep weer verder.
Alex stond haar maar in de gaten te houden, ook al kon ze niet heel de tijd zien dat hij naar hij keek. Ze voelde het gewoon. Ze zou haar moeders eens vragen of hij door kon hebben wie ze was. Ook al leek dat haar sterk, zeker als hij een gewone jongen was. Haar naam werd weer genoemd. 'Chloë?', werd er gezegd met een angstig ondertoontje. Alsof ze bang moesten zijn voor haar, als Alex degene was die ze dacht dat hij was, was hij het gevaar op deze school. 'Alex wil niet komen.', zei het meisje waar ze even de naam van kwijt was. 'Wat zei hij?', vraagt Chloë. 'Dat hij liever in het licht wilde blijven.' 'Ah... misschien is ie bang in het donker.', hoorde ze een andere stem zeggen. Maar Chloë had door dat hij haar door had, of haar op de nek zat. Ze moest hem eens opzoeken, nadat ze er achtergekomen was wat hij was. 'Maakt niet uit.', zei ze. 'Misschien gaat hij niet zo graag met meisjes om.' De meisjes om haar heen lachten. 'Hoe lang hebben we nog pauze?', vroeg Chloë. '10 minuten nog.', zei Lisa, het meisje waar ze nu de naam weer van wist. 'Oké. Wil een van jullie een droog pistoletje voor me gaan halen? Ik moet even bellen, maar zie jullie wel in de les. O, en je krijgt het geld wel terug hoor.' 'Maakt niet uit.', zegt het andere meisje. Lotte, ja dat was het. Maar waarom zou zij namen moeten onthouden als ze op meer belangrijkere dingen moest letten?
Na zijn laatste lesuur loopt Alex over het schoolplein richting het hek. Dan ziet hij ineens de vrouw staan, onherkenbaar gerelateerd aan Chloë, en niet alleen door de slangenarmband die ze om haar pols draagt. 'Wel erg herkenbaar.', denkt Alex. 'Jij ziet niet goed.', hoort hij bijna meteen een stem in zijn hoofd reageren. Hij kijkt naar de vrouw. Zij kijkt naar hem. 'Je denkt te oppervlakkig. Teveel mythes zijn in je hoofd gegoten.', hoort hij weer. 'Zonder mythes zou ik ook wel weten dat jullie gevaarlijk zijn.', zegt Alex tegen de vrouw. Dan draait hij om en loopt verder.
Als Chloë thuiskomt vraagt haar omi meteen wat een Sluiper bij haar op school doet. ‘Waren die niet uitgestorven?!’ Chloë’s oma is nogal panisch. Nu denkt ze gelijk dat ze vermoord zal worden voordat Moeder Natuur haar mee zal nemen. ‘Ik weet niet of hij ons herkent omi.’, stelt Chloë haar oma gerust. ‘Hij mag me niet, maar dat kan ook omdat ik populair ben.’ ‘Neutraal populair of beïnvloed?’, vraagt haar eerste moeder, Nienna, die binnenkomt. ‘Neutraal moeder.’, antwoordt Chloë. ‘Ik ga niet krachten voor zoiets oppervlakkigs als populariteit.’ ‘Wat trekt ze dan in je aan?’, vraagt Nienna. ‘Ik ben knap, slim en bijdehand zonder gemeen te zijn. Dan word je al snel een allemansvriend.’, antwoordt Chloë. ‘Behalve de Sluiper!’, roept omi. ‘Hou die uit je buurt! Misschien doet hij alleen of hij je niet herkent!’ ‘Rustig moeder.’, zegt Nienna. ‘Myrte is naar Chloë’s school geweest om te kijken.’ ‘Myrte!’, barst omi uit over Chloë’s tweede moeder. ‘Myrthe zal hem waarschijnlijk uitdagen! Ze heeft zich zeker niet vermomd?’ ‘Myrte is zeer sterk moeder, en ik zie eigenlijk geen rede om haar zo te beledigen.’ ‘Ik ga naar mijn kamer.’, zegt Chloë. ‘Roep me maar als we beginnen. Zuiderkamer of Noorder?’ ‘Noorder.’, antwoordt Nienna.
Als Alex thuiskomt staat zijn broer, Jona, te wachten. ‘Ze heeft je herkent.’, zegt hij tegen Alex. Jona is de enige in hun commune die Zicht heeft. ‘De vrouw op het schoolplein?’, vraagt Alex. ‘Ja. Ze heet Myrte en is krachtig. Ze had graag gewild dat je haar aangevallen had.’ ‘Ik ben niet achterlijk. Ik val niet iemand aan waarvan ik niet weet of het een vijand is of niet.’ ‘Goed zo. Wanneer wil je beginnen met je tweede graad?’ Alex negeert de vraag, hij heeft geen zin er over te praten. ‘Waar is mama?’, vraagt hij. ‘Achter het antwoord op mijn vraag.’, zegt Jona. ‘Laat maar.’, zegt Alex en hij loopt verder hun huis in. ‘Alex. Heb je al besloten?’, vraagt zijn vader. ‘Ook hallo pap. Waarom zeuren jullie er zo over?’ ‘Het is bijna jonge maan. Dan kan de ceremonie het best voltrokken worden. Als we weten dat je wil kunnen we de Leider oproepen en het laten gebeuren.’ ‘En de Leider heeft het zo druk dat hij ruim van te voren moet worden opgeroepen?’, zegt Alex een beetje sarcastisch. ‘Spot alsjeblieft niet met hem Alex. Kalmeer en maak je op voor je roeping.’ En dan loopt zijn vader weer verder. ‘Waar is mama?’, roept Alex zijn vader nog na. Maar hij krijgt geen reactie.
Twee dagen later. Ze zitten bij Engels als Chloë iets gigantisch stoms doet. Heel de klas kijkt naar het bord als ze ineens een krijtje zien zweven. Hij kijkt naar Chloë. Ze is zo sterk dat ze niet eens op het krijtje hoeft te fixeren. Ze kijkt terug naar hem. Glimlacht. De leraar vraagt wat er aan de hand is. ‘Wie doet dit?’, vraagt hij dan. Gemor en gegiechel in de klas. Niemand die doorheeft wat voor krachten hier bezig zijn. Dan schrijft het krijtje: “hoi Alex” en valt daarna neer. Alex wordt boos, waarom wil ze hem er bij betrekken? Heeft ze niet door dat haar soort en zijn soort verschillende mensen zijn?
Ze wist dat ze het niet zo openbaar had moeten doen. En ze zou heus wel op haar kop krijgen, maar de verleiding was te groot geweest. Het leek wel of Alex bang voor haar was. Terwijl iemand dicht tot hem net zo als zij was, maar dan anders. Hij keek naar haar alsof hij oogkleppen ophad. Net zo als alle jongens, maar die keken naar andere dingen dan Alex. Misschien moest ze na school eens op hem wachten, om het uit te leggen. Misschien had hij wel niet door waar het allemaal om ging, zag hij ons nog steeds als vijanden. Lotte zegt iets tegen haar. ‘Wat Lotte?’, zegt ze meteen. ‘Vreemd hè dat bij engels?’ ‘Ach. Misschien hebben we wel een entiteit in de school.’, antwoordde Chloë. ‘Een wat?’, vroeg Lotte meteen stompzinnig kijkend. ‘Chloë, waar héb je het over?’ nee stel je voor, dacht Chloë, dat je je zou openstellen voor andere dingen buiten jouw kleine wereldje.
Na het laatste uur stond Chloë nog op het schoolplein. Misschien wacht ze op iemand, dacht Alex. Zolang ik het maar niet ben. Hij liep naar buiten, naar de fietsenstallingen. Zij liep gelijk achter hem aan. Hij ging harder lopen, deed zijn fiets daarna van slot en wilde opstappen. Maar Chloë stond voor hem. ‘Vluchten kan niet meer.’, zong ze met een glimlach. ‘Schuilen kan nog wel.’, gebruikte Alex de rest van hetzelfde nummer. ‘Zou je opzij willen gaan Chloë?’ ‘Je denkt dat wij het gevaar zijn hè Alex? Nou, als wij het gevaar zijn heb jij een deel van het gevaar in je eigen commune. Heeft Jona je ooit al bekogeld zonder zijn handen te gebruiken? Of houdt hij het bij stiekem gedachten lezen?’ ‘Jona heeft alleen Zicht.’, beet Alex haar toe. ‘Hij is niet zoals jullie.’ ‘En hoe denk je dat hij aan het Zicht is gekomen Alex? Ik dacht dat Sluipers sneller waren.’ ‘Hij is gevonden, we weten niet van zijn geboorte. Laat me er nu maar door wil je?’ ‘Jona is een bastaard Alex. Zoon van Myrte en Eran. En dat is jouw vader volgens mij.’ ‘Leugenares.’, zei Alex alleen maar. Toen pakte hij een amulet aan een ketting onder zijn shirt vandaan. ‘Ooit van zandkruid gehoord Chloë?’, vroeg hij liefjes. ‘Jullie soort houdt er niet zo van.’ Hij zag haar verbleken, wist eindelijk zeker wie ze was. ‘Als je zo slecht tegen de waarheid kunt.’, probeerde ze nonchalant te klinken. ‘Ja.’, zei Alex. ‘En ga nu meer opzij.’ En Chloë stapte opzij.
‘Hij had zandkruid bij zich!’, barst Chloë uit zodra ze binnenkomt. ‘Zandkruid in Feces’ naam!’ ‘O nee o nee o nee.’, mompelde omi. ‘Hij heeft je toch niet gevolgd? Waarom begint hij weer met aanvallen, we waren toch in vrede?’ ‘Mond dicht moeder.’, zei Myrte die ook op het lawaai was afgekomen. ‘Ruim je spullen op en kom dan naar de woonkamer.’, zei ze tegen Chloë. In de woonkamer vraagt Myrte of Chloë zeker weet dat het zandkruid was. ‘Ik kon het ruiken Myrte, ik weet het zeker.’ ‘Dat mag toch helemaal niet meer in het openbaar gebruikt worden?’, vroeg Nienna bezorgd. ‘In verband met het gevaar voor sterfelijken?’ ‘Hoe heb je hem beledigd?’, vraagt Myrte. ‘Ik heb het van Jona verteld.’, zei Chloë zachtjes. Nienna zucht. ‘Erg stom Chloë, ik dacht dat je wel voorzichtiger met hem zou zijn.’ ‘Waarom?’, vraagt Chloë. ‘Het is toch gewoon een beginnende Sluiper?’ ‘Nee dom kind.’, zegt omi. ‘Het is de zevende Sluiper uit Erans geslacht.’ ‘En ik neem aan dat je nog wel de krachten van Eran kent.’, voegt Nienna toe. ‘En dus? Wat nu?’, vraagt Chloë. ‘Je biedt hem morgen je excuses aan.’, zegt Myrte. ‘Je plaagt hem niet meer, hij is te sterk voor je.’ Chloë mompelt wat. ‘Hij is echt te sterk voor je Chloë.’, zegt Nienna nog een keer. ‘Hij heeft het alleen nog niet door. Je kan hem beter vriendschap aanbieden als vijandigheid.’ ‘Ik ben niet vijandig tegen hem.’, zegt Chloë boos. ‘Hij is gewoon zo’n droogkloot.’ ‘Dat was je laatste belediging aan zijn adres.’, zegt Myrte rustig. ‘Zo niet, dan merk je de consequenties wel.’ ‘Straf je me?’, vraagt Chloë bozig. ‘Ik heb niet gezegd dat ík je zou straffen. Let nu maar gewoon op Alex alsjeblieft. We hebben hem liever aan de lichte kant.’ ‘Adopteer hem gewoon meteen.’, mompelt Chloë voor ze naar boven loopt.
‘Je mag geen zandkruid bij je dragen.’, zegt Jona als Alex hem in de woonkamer tegenkomt. Alex wordt boos. ‘Maak ik anders je halfzus bang?’ ‘Het is illegaal om het in het dagelijks leven bij je te dragen.’, gaat Jona verder. ‘Het wordt alleen in oorlogstijd gebruikt, en we leven nu in vrede.’ ‘Ja dat heb ik gemerkt!’, roept Alex. ‘En hoe heeft mijn vader het voor elkaar gekregen om met een bambina de terra te slapen? Was hij misschien dronken? High? Want serieuze Sluipers blijven uit de buurt van hun!’ ‘Ga zitten.’, zegt Jona ineens. En Alex gaat zitten. ‘Verdomme! Nu ik het weet gooi je gelijk alle krachten op me?!’ ‘Rustig.’, zegt Jona weer met een zware stem. ‘Je weet allemaal niet waar het omgaat Alex, je ziet de verkeerde vijand. En je mag ze trouwens wel bij hun Nederlandse naam noemen hoor. Zelfs hun omi is geen honderd procent Italiaanse meer.’ ‘Modderwijven.’, bromt Alex boos. ‘Aardvrouwen. Geen modderwijven, geen heksen, wicca of gnomen. Zeg het.’ ‘Stik.’, zegt Alex, en hij staat met enige moeite op van de bank. Daardoor kijkt hij verbaasd. Jona kijkt er angstig door. ‘Goh, ik kan tegen je bastaardkracht.’, glimlacht Alex. ‘Ben je daar nou bang door?’ ‘Wij zijn je vijanden niet Alex.’ Alex’ ogen glinsteren als hij glimlacht. ‘Natuurlijk niet.’ Dan laat hij een mes uit de keuken komen. Hij is er niet meer verbaasd over. Jona verbleekt. ‘Heb ik toch ook nog wat extra’s.’, zegt Alex. Dan gooit hij het mes naar Jona. Het mes stopt net voor Jona’s borst. Alex’ moeder staat in de deuropening en laat het mes vallen. ‘Het is tijd dat we praten Lex.’, zegt ze tegen Alex.
Tijdens het eten zegt Chloë niks. Myrte is ook stil, maar om andere redenen. ‘Hij heeft het door hè?’, vraagt Nienna. ‘Ik ben bang van wel.’, zegt Myrte. ‘Let alsjeblieft op dat hij je niet volgt als je naar huis komt!’, zegt omi luid tegen Chloë. ‘Waarom zou ik?’, zegt ze. ‘Van mij mag hij jullie allemaal uitmoorden.’, zegt ze zachter. ‘Chloë!’, roept Nienna. ‘Meisje, voel je je zo achtergelaten?’ ‘Het is niet echt fijn heel de tijd te horen over iemand die niet eens van het zelfde ras is.’ ‘We zijn allemaal mensen Chloë, waar heb je die ouderwetse ideeën van?’ ‘Omi.’, zegt Chloë meteen. ‘Omi!’, roept Nienna boos. ‘Ze zijn hier allemaal om ons te vermoorden!’, roept Omi. ‘De Zwarte zal ze allemaal opjutten!’ ‘Hij is nog niet de Zwarte!’, roept Nienna. ‘Rustig jullie!’, roept Myrte. ‘Allemaal. Nu is het een tijd van eten, zo kunnen we naar de Noorderkamer gaan om te praten.’ Chloë mort. ‘Krijg ik dan alles uitgelegd?’ ‘Alles.’, beloofd Nienna.
Alex volgt zijn moeder naar haar kamer. ‘Wie heeft je het van Jona verteld?’, vraagt ze. ‘Chloë.’, zegt Alex. ‘Is dat zijn halfzus?’, vraagt zijn moeder. ‘Aardvrouw.’, zegt Alex. ‘Je moet nergens boos over zijn Alex.’, zegt zijn moeder. ‘Je vader had wat met Myrte voordat hij mij leerde kennen.’ ‘Hij heeft wat met een Aardvrouw gehad? Waarom in vredesnaam?’ ‘Ik weet niet waar je die ouderwetse ideeën vandaan haalt, maar we zijn geen vijanden meer. We zijn nu samen een kracht.’ ‘Een kracht waartegen?’, vraagt Alex nukkig. ‘Tegen de Zwarte.’, zegt zijn moeder. ‘En wie is dat?’ ‘Dat ben jij als we niet oppassen.’, zegt zijn moeder. ‘Wat?!’ ‘Wat is hier aan de hand?’, vraagt zijn binnengekomen vader. ‘Eran, had je niet kunnen kloppen?’, vraagt zijn moeder geïrriteerd. ‘Waar ben je over aan het praten?’, vraagt zijn vader. ‘Over een deel van hem.’ ‘Gina hij is pas 16! Hij heeft nog niet eens de tweede graad?’ Alex weet nu helemaal niet meer waar het over gaat. ‘Als je het hem nu al vertelt zal hij er te veel over nadenken. Dan heeft de Zwarte veel meer kans hem te beïnvloeden.’ ‘Hij heeft net een mes naar Jona geteleporteerd.’, zegt zijn moeder kalm. ‘En hij had zandkruid bij zich. Waarover ik me trouwens afvraag hoe hij daar aankomt.’ Alex’ vader blijft stil. ‘Je moet hem niet te trouw maken Eran, dat kan tegen ons keren.’ ‘Ik denk niet dat ik hierbij hoef te zijn.’, zegt Alex. ‘Als jullie klaar zijn, ik zit in mijn kamer.’ En hij staat op en loopt weg.
De volgende dag merkt Chloë dat Alex niet op school is. ‘Weet één van jullie waar Alex is?’ gegiechel. ‘Ziek gemeld.’, zegt Lotte. ‘Hoezo?’, vraagt Sharon, een meisje wat Chloë helemaal niet mag. ‘Omdat ik hem eigenlijk een pijpbeurt wou geven trut.’, valt Chloë uit. ‘Ga je met je eigen zaken bemoeien.’ Heel het groepje valt stil. ‘Moeten we weg gaan?’, vraagt Lotte. ‘Niet als Sharon oprot.’, zegt Chloë. Ze kijken allemaal naar Sharon. Die mopperend van het groepje weg loopt. Was ze nou maar uit de buurt van Alex gebleven, dacht Chloë. Dan had ik nu niet eens een pesthumeur gehad. Zou hij Jona wat hebben aangedaan? Ik had zo’n pijn in mijn borst vanmorgen. Ze zegt zichzelf op te houden. Ze heeft heel haar leven geen last gehad van onbestemde pijntjes en nu ze van alles afweet zou ze ineens één met Alex zijn? Ze leeft niet in Wonderland zeg.
Alex heeft tot twaalf uur in zijn bed gelegen. Beter gezegd: op zijn kamer geweest. Voor een of andere reden mocht hij niet naar beneden komen. En dat terwijl hij Chloë vandaag zo graag aangevallen had. Tenminste, zo voelde hij zich vanmorgen, nu was dat woedegevoel aan het zakken. Gister had hij zich echt lekker gevoeld, of hij ineens elk onderdeel van zijn lichaam duidelijk voelde. Maar hij had wel die vreemde roes voor zijn ogen gehad, en hij had ook de angst bij zijn moeder gevoeld. Hij wilde graag weten wat er precies aan de hand was, want dat het om hem ging, was zeker. Na een poos werd hij geroepen. ‘Alex, je mag uit je kamer als je wil.’ Als hij wilde? Hij zat hier al sinds half negen. ‘Ik kom eraan.’, riep hij door de deur. ‘Moet ik nog ergens op letten ofzo?’ Hij kreeg geen antwoord.
Toen hij beneden kwam voelde hij iets vijandigs. Zijn gevoeligheid steeg weer en het roes kwam ook weer op. toen zag hij de reden, er was een Aardvrouw in huis. ‘Wat doet zij hier?!’, brulde hij. Hij kreeg weer geen antwoord. De heks prevelde iets en hij werd licht in zijn hoofd, voelde alsof hij wegzweefde. ‘Ze behekst me!’, riep hij, maar hij kreeg het niet goed uit zijn mond, zodat het klonk alsof hij dronken was. ‘Geef je alsjeblieft over Alexus.’, fluisterde zijn moeder. Het zweefgevoel trok verder door zijn lichaam, en hij gaf zich er aan over. Ook al voelde hij nog een gebons achter in zijn hoofd, als een waarschuwing. Maar hij kon, en wilde, er geen aandacht aan schenken.
Op school was het gewoon een normale dag. Bijna normaal. In de pauze kwam er een laatstejaars op Chloë af. ‘Wat ben jij van Alex?’, vroeg het meisje. ‘Hoezo?’, vraagt Chloë. ‘Omdat ik hem lekker vind en wil weten of jij in de weg staat of niet.’, katte het meisje terug. Het werd stil in Chloës groepje. Het is duidelijk dat dit mens mij niet kent, dacht ze pissig. Ze prevelde een enkel woord voordat ze verder sprak. ‘Die lelijkerd zit alleen maar bij me in de klas, meer niet.’ ‘Ben je blind ofzo?’, vroeg het meisje, maar toen vertrok haar gezicht ineens. Chloë stapte alvast opzij. Het meisje gaf over. ‘Volgens mij heb je niet zo’n goede smaak.’, glimlachte Chloë, en de rest lachte met haar mee. ‘Laat me nu met rust wil je?’
Zo moest het zijn om in wolken te liggen, dacht Alex. Hij voelde zich helemaal kalm, op het irritante bonken in zijn achterhoofd na. Maar hoe meer hij er aan dacht, hoe duidelijker het werd, dus hij probeerde aan andere dingen te denken. Toen kwam er uit de mist een vrouw te voorschijn. Hij wist dat hij haar kende. Zijn moeder misschien. Toen zag hij wie ze was. De Aardvrouw die zijn vader had verleid, Myrte. Het bonken in zijn achterhoofd werd luider. Hij probeerde zijn arm op te tillen, maar het lukte niet. ‘Hier kun je niks uithalen.’, zei Myrte in een onbekende taal die hij wel kon verstaan. ‘Dit is onze plek, hier bestaan je krachten niet.’ Hij zal haar eens laten zien dat zijn krachten hier niet bestonden. Hij eiste van zijn armen dat ze omhoog gingen, maar hij kreeg er geen beweging in. Hij werd pissiger. ‘Heb je niet door dat je meegetrokken word?’, vroeg Myrte op zachte toon. ‘Je bent zo slim Alexus.’ ‘Noem me geen Alexus!’, riep hij, maar hij hoorde geen geluid uit zijn mond komen. ‘Levit, laat hem alleen.’, zei ze toen. Die is echt gek, dacht Alex, maar toen zag hij ineens nog een gedaante te voorschijn komen. Een engelachtige man met zwarte handen. ‘Wie is dat?’, vroeg Alex, weer zonder geluid. De man kwam dichterbij. ‘Laat het hem eerst weten Levit!’, smeekte Myrte. ‘Onwetendheid is het beste lokaas.’, zei de man met een ijle stem in de zelfde vreemde taal. ‘En nu je hem zo dicht bij voor mij heb gebracht.’ Alex voelde angst en gelegenheid voor de man. Hij las het paniek in Myrtes ogen, waardoor hij de man al sympathieker vond. ‘Keer terug!’, riep Myrte weer in normaal Nederlands. ‘Nienna neem hem aan!’ ineens viel hij door de wolken heen. Hij hoorde geluiden van en moeras, toen lag hij op een grond. Hij deed zijn ogen weer open en zag dat hij terug in zijn eigen huis was. Met Nienna, zijn vader en moeder om hem heen staand.
Als Chloë thuiskomt is er niemand. Tenminste, dat denkt ze, omdat ze niemand opmerkt. Maar als ze de keuken inloopt ziet ze Myrte op een keukenstoel zitten. Maar Chloë schrikt. Dit is Myrte niet. Niet innerlijk. ‘Wie ben jij?’, vraagt ze. ‘Chloë.’, zegt degene in Myrtes lichaam. ‘Verlaat mijn moeder.’, zegt Chloë strak. ‘Je hoort hier niet, waar je ook vandaan komt.’ ‘Alex.’, zegt degene. ‘Heeft Alex hier iets mee te maken? Is hij eindelijk aan de zwarte kant? En hij heeft mijn moeder mee genomen? Verdomme!’ ‘Fout Aardkindje.’ Chloë grabbelt naar haar amulet. ‘Ga je iets proberen?’, vraagt Myrtes bezeten lichaam. ‘Zandkruid.’, glimlacht Chloë. ‘Geen enkel wezen uit de drie dimensies kan er tegen.’ ‘Je mag geen zandkruid bij je dragen.’, gebruikt het wezen Myrtes stem. ‘Het is illegaal zonder toestemming te dragen.’ ‘Het is ook illegaal om mijn familie lastig te vallen. Verlaat mijn familie of laat de stilte je halen.’ ‘Je weet te veel kind.’, zegt het wezen. ‘Na je tweede maanjaar hoor je pas over de stilte te weten.’ ‘Ik ben een vroege leerling.’, zegt Chloë. ‘Verdwijn.’ Ineens staat er een blanke man met wit haar en zwarte handen naast Myrtes lichaam. ‘Je hebt de verkeerde Aardkindje. Alleen samen met mijn wederhelft zal ik je vijand zijn.’ En hij verdwijnt in de lucht. Myrtes lichaam zakt in elkaar, maar zodra het op de grond licht richt het zich weer op. en Chloë voelt Myrtes aanwezigheid weer.
of
?