02-05-2002, 20:18 | |
Verwijderd
|
NIET DOOR MIJ GESCHREVEN!
-- Profiel: Christus, Jezus De trainee van God stond aan de wieg van de grootste multinational ter wereld: de katholieke Kerk. Hij ontwikkelde zich tot manager 'by walking around', maar vanwege zijn onbegrijpelijke uitspraken, onverstandige personeelsbeleid en stuitende arrogantie werd hij uiteindelijk - via kruisiging - uit zijn functie ontheven. Jezus Christus: de slechtste manager aller tijden. door Marcel Hulspas Een nalatenschap van niks Goeroetaal slaat slecht aan Knullig personeelsbeleid Gestuntel van trainees Arrogante houding wekt onbegrip Slecht PR-werk Het onafwendbare einde resulteert in grootmacht Reageren? Een nalatenschap van niks Het begin is veelbelovend. Nog maar nauwelijks nadat hij geboren was verschenen drie koningen rond de kribbe, met mirre, wierook en goud. De dagen daarna glom Jezus als geen andere koter en de stal rook ongetwijfeld heerlijk naar de New Age. Wat er met dat goud gebeurd is: helaas, daar kunnen we alleen maar naar gissen. Heeft moeder Maria het bewaard om het aan haar zoon mee te geven zodra hij de stoute sandalen zou aantrekken om het ouderlijk huis te verlaten? Het lijkt onwaarschijnlijk, want eenmaal goed op weg op zijn rampzalige carrièrepad zou blijken dat Jezus een broertje dood had aan zijn familie. Jezus begon als aanhanger van een andere goeroe: Johannes de Doper. Geen verstandige keuze, want Johannes was een zwerverstype in kameelharen jas (en met sprinkhanen voor ontbijt, aldus Mattheus), die na enige onverstandige opmerkingen over de echtscheiding van koning Herodes (de Romeinse zetbaas) in een kerker verdween. Jezus was vast van plan dat voorbeeld te volgen, want eenmaal door Johannes gedoopt liep hij linea recta de woestijn in voor een stevige retraite. Daar, in z'n eentje, zonder coach, zonder flapover en overheadprojector, zat hij veertig dagen en nachten na te denken over wat-ie zou gaan doen. Wat wilde hij bereiken? Niemand weet het. Het probleem is dat hij niets bereikt heeft. De vier evangeliën zijn het levensverhaal van een loser. Van alle religieuze goeroes heeft er geen zo faliekant gefaald als Jezus. De meeste laten nog iets na: een bestseller, een vereniging zonder winstoogmerk, een kolonie in oranje gehesen geflipte veertigers. Maar Jezus: niks. Over het waarom laten de vier evangelisten ook al geen twijfel bestaan: de zoon van God was de slechtste manager aller tijden. Goeroetaal slaat slecht aan Jezus' aanpak (en die is-ie tot op het eind trouw gebleven) was managing by walking around. Mohammed trok ten strijde, Boeddha wachtte in lotushouding af op wat er komen ging, maar Jezus was voortdurend op stap. Ontmoetingen, gesprekken, geruzie, onbegrijpelijke antwoorden en verbaasde luisteraars - het Nieuwe Testament staat er vol mee. Voor de goede orde: Jezus was niet origineel. Het Romeinse Rijk anno nul kende heel wat filosofische zwervers. De soortnamen geven nu nog aan wat de omstanders ervan vonden: je had cynici, sceptici en stoïcijnen. Stuk voor stuk gevreesd vanwege hun scherpe tong en penetrante geur. Kwam Jezus een beetje overtuigend over? Nee. Sterker nog, de evangelisten benadrukken keer op keer dat praktisch niemand hem begreep. Jezus' favoriete soort anekdote, de parabel (zo van: 'Een zaaier ging uit om te zaaien...') was niet bepaald bevorderlijk voor de interne communicatie. 'Waarom doet u toch zo moeilijk?' vroegen zijn leerlingen op een gegeven moment (samengevat, uit Mattheus 13). Jezus: 'Omdat niet iedereen mij mag begrijpen. Jullie wel.' En dan volgt het: 'Wie heeft, die zal gegeven worden, wie niet heeft, hem zal nog ontnomen worden wat hij heeft.' De Romeinse zwerfdenkers grossierden in dit soort paradoxale kalenderspreuken, van die goeroetaal waarbij juist de domste volgelingen het heftigst ja knikken. Dat deden de apostelen op dat moment waarschijnlijk ook, want ze snapten geen snars van die man. Knullig personeelsbeleid Het Heilige Land was in die dagen bezet gebied en in de ogen van de bezetter (de Romeinen) was Jezus met iets uitermate verdachts bezig. Voortdurend rondtrekken, roepen dat het straks allemaal anders wordt, hele horden plattelanders om je heen verzamelen - dat riekte in de gevoelige Romeinse neuzen naar het aanzetten tot opstand, naar het begin van een terroristische organisatie. Nu wisten ze daar wel raad mee natuurlijk. Johannes de Doper had praktisch hetzelfde gedaan en die hadden ze ruim op tijd een kopje kleiner gemaakt. Het wachten was op het moment dat Jezus of een van zijn naaste medewerkers de eerste misstap zou doen, die dan tevens de laatste zou zijn. Je zou dus verwachten dat Jezus zijn medewerkers met zorg koos, maar Jezus' personeelsbeleid was - zacht uitgedrukt - onverstandig. Want wat doet hij? Hij loopt naar de rand van een meer en zegt tegen twaalf vissers dat ze voortaan zijn discipelen zijn. Het resultaat is er naar. Er zit een Simon 'de Zeloot' (wat toen al zoveel betekende als 'fanatiekeling') tussen en zelfs ene Judas 'Iskariot' ('sikkeldrager' - in die tijd droegen terroristen geen uzi's over de schouder maar kleine sikkels onder hun mantel). Maar goed, de functie was nieuw, het functieprofiel vaag (dat wil zeggen weer zo'n parabel: 'Ik zal u vissers van mensen maken'). Het zou dus een kwestie worden van learning on the job. Maar helaas. De eenvoudige vissers konden maar niet wennen aan hun chef. Ze hoopten maar één ding: dat hij de Messias zou zijn die de Romeinen een schop onder hun kont zou geven. En alle dagen dat ze achter hem aan sjokten, bleven ze zich maar afvragen: doet-ie het of doet-ie het niet? Gestuntel van trainees Jezus moet ook wel gevoeld hebben dat zijn leerlingen niet de slimsten van de klas waren. Kort nadat hij weer een menigte had gevoed met zeven broden en wat vissen, en ook nog een blinde had genezen, vroeg hij hun: wie denken jullie eigenlijk dat ik ben? Een hopeloos geschutter was het antwoord. Nou... een profeet of zo... (daar konden ze zich geen buil aan vallen), of misschien de reïncarnatie van de profeet Elia, want die had beloofd in tijden van crisis terug te keren. Dan trekt Petrus de stoute schoenen aan: jij bent de Christus. En hij krijgt een complimentje. De opluchting onder de apostelen is bijna leesbaar (in Marcus 8) maar van korte duur. Als Jezus daarna voorspelt dat ze het straks nog moeilijk zullen krijgen, neemt Petrus hem even apart: 'Sorry Jezus, maar dat klopt niet'. Waarop Jezus hem prompt voor duivel uitmaakt. Het komt nooit meer goed. Nadat Jezus is gearresteerd, slaan de apostelen en masse op de vlucht en laten zich niet meer zien. Zelfs niet bij het kruis. Volgens Marcus was het zelfs een Romein, een Romeinse officier godbetert, die staande onder het kruis als eerste inziet dat hier de zoon van God gestorven is. Het apostolisch gestuntel gaat nog een paar hoofdstukken door. Vrouwen moeten de apostelen vertellen dat het lijk van hun goeroe verdwenen is. En dan geloven ze eerst nog dat het gewoon gestolen is. Pas nadat Jezus persoonlijk verschijnt, valt het kwartje. Arrogante houding wekt onbegrip Maar terug naar Jezus zelf. Hij was misschien slimmer dan de apostelen, maar andere karaktertrekken reduceerden zijn kans op succes aanmerkelijk. Ten eerste was daar zijn arrogantie. Vanaf zijn eerste wonder (volgens de evangelist Johannes was dat op een bruiloft, te Kana) gaat het al mis. De feestvierders kregen te maken met een oeroud probleem: halverwege het feest is de drank op. Dus wat zegt Jezus' moeder tegen hem? 'Ze hebben geen wijn meer.' En wat antwoordt zoonlief? 'Vrouw, wat heb ik met u van doen? Mijn tijd is nog niet gekomen!' Moeder Maria houdt verder wijselijk haar mond, waarop Jezus alsnog (waarom?) een partij water in wijn verandert. Hij heeft zijn moeder later nog een keer in het openbaar geschoffeerd, meldt Marcus. Jezus preekte een keer in de buurt van Sidon: een grote menigte had zich om hem heen verzameld, toen er werd gemeld dat zijn moeder en broers waren aangekomen. Waarop Jezus zei: 'Wie zijn mijn moeder en broers? Dat zijn jullie toch allemaal?' Een derde staaltje van Jezus' arrogantie is te vinden in Lucas 4. Jezus was teruggekeerd in zijn geboortestad Nazareth en werd (hij was net gedoopt, ze waren vast nieuwsgierig) gevraagd om in de lokale synagoge voor te lezen. En wat koos hij? Een beroemd vers van de profeet Jesajah: 'De geest van de heer is met mij en daarom heeft hij mij gezalfd.' Hij draaide de tekstrol weer dicht en zei: 'Vandaag is deze uitspraak in vervulling gegaan!' Hij riep zichzelf met andere woorden ter plekke uit tot de Messias. En dat in een zaal vol mannenbroeders die Jezus nog als snotneus hadden gekend. Da's knap brutaal, maar je weet maar nooit. Iedereen hield zich op de vlakte. De toehoorders, schrijft Lucas, verwonderden zich. Maar dat was Jezus niet genoeg. Hij beledigde ze vervolgens net zo lang tot ze hem gezamenlijk buiten de bebouwde kom sleepten voor een welverdiende steniging. Slecht PR-werk Het moge duidelijk zijn: vrienden maken was niet Jezus' sterke punt, en zijn tegenstanders koesterden waarschijnlijk alleen maar minachting voor hem. Eenmaal met hen in gesprek komt Jezus steeds met kinderachtige uitvluchten om maar geen duidelijke uitspraken te hoeven doen. Op een gegeven moment wordt hij door critici in een hoek gedreven. Ze vragen hem op de man af of hij nu vóór of tegen de Romeinse bezetting is. De geijkte strikvraag in die dagen luidt: moeten we die Romeinen nou belasting betalen of niet? Ja zeggen is dan de bezetting goedkeuren; nee zeggen is opstand prediken. Jezus draait zich op beschamende wijze uit het dilemma. Hij vraagt om een Romeins muntstuk, laat de kop van de keizer zien en zegt: 'Geef de keizer wat van de keizer is, en aan God wat van God is.' Met andere woorden: doe het één, maar denk ondertussen stiekem het ander. Bij een andere gelegenheid dringen enkele priesters naar voren en vragen hem waar hij het recht vandaan haalt om zo tekeer te gaan. Heeft-ie dat zelf bedacht of heeft God hem gestuurd? En de timmermanszoon die zichzelf in Nazareth nog tot Messias had uitgeroepen begint weer te draaien. Hij komt met een wedervraag: 'Die Johannes de Doper, namens wie trad hij volgens jullie op?' Dan staan de priesters met de mond vol tanden. Johannes was vermoord door de Romeinen. Als ze 'God' zouden zeggen, waren de Romeinen profetenmoordenaars en dus rijp voor de sikkel. Als ze dat zouden ontkennen, temidden van een menigte die ongetwijfeld nog bol stond van heilige verontwaardiging, waren ze hun verdere leven niet zeker. 'We weten het niet', zeggen ze dus. 'Nou, dan zeg ik lekker ook niks', zegt Jezus. Een slimme zet van Jezus, zo leerden onze ouders op de zondagschool of catechisatie. Ja ja. Maar misschien was-ie gewoon doodsbang. Het gesprek vond plaats in de paasweek. Gans Palestina was toen naar Jeruzalem gestroomd om het feest te vieren van de Uittocht uit Egypte, van de bevrijding uit de handen van de Egyptenaren. De stad was kermis, heksenketel en permanente massademonstratie ineen. De straten en velden in en om de stad waren overvol. Iedereen wist: als er dit jaar nog een opstand uitbreekt, dan begint die nú, hiér. De kleinste provocatie was spelen met vuur. De Romeinen wachtten af. En daar arriveert de zwervende filosoof Jezus, plots gezeten op een ezel. Profeten zaten op een ezel. Een paar eeuwen eerder was de vrijheidsstrijder Judas de Makkabeër ook op een ezel Jeruzalem binnengetrokken. De omstanders begrijpen de hint en juichen Jezus toe. Een efficiëntere manier om de Romeinen te sarren is nauwelijks denkbaar. Gaat Jezus de opstand ontketenen? Eenmaal in de stad gaat hij rechtstreeks naar de tempel en jaagt de geldwisselaars naar buiten. Die wisselden Romeins geld voor tempelgeld (de priesters sloegen hun eigen kosjere munten) en waren daarmee onmisbaar voor de handel in offerdieren. En rituele offers, daar leefden de priesters van. De wisselaars verjagen was dus een directe aanval op hun machtspositie. En dat was dom. Daarmee joeg hij ze in de armen der Romeinen. Het onafwendbare einde resulteert in grootmacht Kortom, binnen een dag had Jezus alle autoriteiten in de stad tegen zich in het harnas gejaagd. Vanaf dat moment gaat alles dan ook mis. Het lijkt wel of hij het spoor volkomen bijster is. Al die jaren daarvoor deed hij niet anders dan provoceren: in Jeruzalem ook even, tweemaal, en dan, op het moment dat iedereen verwacht dat hij zich als de leider van de opstand zal presenteren, lijkt de fut er volkomen uit. Hij weigert te zeggen dat-ie de Messias is en verlaat de stad; verschuilt zich, zogezegd om te bidden. Messentrekker Judas, zwaar teleurgesteld in deze plots besluiteloze branieschopper, levert hem uit aan de Romeinen. Jezus verzet zich niet. Petrus grijpt nog een zwaard en slaat een van de soldaten een oor af, maar Jezus wijst hem terecht. Verzet is zinloos. De dingen gaan zoals ze gaan. Bijbelvorsers hebben wel geopperd dat hij de verantwoordelijkheid niet aankon, dat hij volkomen overdonderd werd door de ontwikkelingen. Wellicht verwachtte hij dat een robbertje vechten in de tempel genoeg zou zijn om een volksopstand te ontketenen - maar die kwam dus niet. 'Mijn God, waarom heeft ge mij verlaten?' roept hij later vanaf het kruis. Echter, niet God, maar zijn berekeningen hadden verstek laten gaan. Hoe dan ook, hij stierf aan het kruis, als een misdadiger, zonder een woord op papier te hebben gezet, zonder zelfs maar een fanclub. Hoe uit de herinnering aan deze kolossale mislukking uiteindelijk de katholieke Kerk verrees, de grootste en oudste multinational van onze planeet - dat is misschien nog wel een groter wonder dan de lichamelijke verrijzenis die hem naderhand werd toegedicht. En nu verwachten miljoenen zijn spoedige terugkeer op aarde. 'Er is hoop', plakken ze op hun auto. Tja. Reageren? Heeft Marcel Hulspas gelijk? Reacties gaarne naar m.koster@bpa.vnu.com |
Advertentie | |
|
03-05-2002, 19:24 | |
Ik weet dat ik jou hiermee niet overtuig, maar:
Tongen die door de Geest spreken, spreken woorden uit Goddelijke wijsheid. Hetgeen betekent dat het de waarheid bevat. (Ik zeg niet dat ik het altijd goed heb, maar wat er in het verhaaltje staat is wel zoooo vreselijk uit de context gerukt.) |
03-05-2002, 19:34 | |
Dit is heel aardig bedacht, degene die dit geschreven heeft moet dit wel heel erg goed onderzocht hebben.
Maar ikb en het er niet mee eens..mammamia heeft een paar hele goede opmerkingen. Zoals dat het juist goed is dat Jezus zei dat iedereen zijn moeder en broers was. Zo zie ik het ook. En er zijn idd flarden text uit hun context gerukt.
__________________
To see her is to love her, love but her, and love forever
|
04-05-2002, 23:07 | |
Verwijderd
|
Mensen, begrijp mij goed. Ik heb dit slechts gepost vanwege het ontzettend hoge humor- en relativeringsgehalte van deze 'beoordeling'.
Ikzelf ben niet gelovig, en verwerp de meeste geloven. Het Christendom het meest. Voor degenen die een motivatie willen weten: lees het Oude Testament maar eens. Dat héle boek is één grote motivatie om God, als zodanig, ervanuitgaande dát-ie bestaat, te negeren en te verachten. Dit stuk tekst postte ik dus puur voor het vermaak. Ik heb geen zin in discussies met gelovigen. Althans, niet in dit draadje. |
05-05-2002, 18:28 | ||
Verwijderd
|
Citaat:
Dus zeg ik nogmaals dat het alleen vermaak was/is. Mocht je een drang hebben te discussieren, mail je maar naar de auteur van 't stukje; niet naar mij. Wat is daar hypocriet aan van mijn kant? |
Advertentie |
|
|
|