Oud 07-07-2001, 15:42
Angela fietste traag richting huis. De zoetzachte zomerwind speelde met haar donkerblonde lokken. Het was rustig op de weg. Deze weg was zo dicht bij de grote stad, maar de stilte was oorverdovend. Met een glimlach bekeek ze de verlaten vissersplaatsen. De nacht viel in.
Jeremy lachte uitbundig toen hij de Westerweg insloeg. Dit was de enige lange weg in de buurt, eentje waarop je hard kon rijden. Hij trapte het gaspedaal in. Thomas achterin stuurde een smsje aan zijn vriendin. Bij iedere letter zag jeremy hem in zijn achteruitkijkspiegel meer glimlachen. Eelco naast hem was moe. Hij hing opzij in zijn stoel, zonder gordel. 'Verdomme Eelco, doe die gordel om. We gaan de Westerweg in!' riep Jeremy hem toe. Eelco maakte een 'ga weg'-gebaar. Jeremy was blij met de oude auto van zijn vader. Het ding was een wrak, maar hij kende hem van onder tot boven. In de verte ving hij een glimp op van de ondergaande zon. Het scheen een gouden gloed over de gladde huid in zijn gezicht. Hij remde af. Plotseling verstarde zijn gezicht. Er was iets mis. 'Verdomme! De rem doet het niet!' Eelco keek op en zag de bomen langs zich heen razen. 'Hij doet het niet! Hij weigert! Alles weigert!'
Er volgende een doffe klap. Daarna het rinkelen van glas… en het zachtjes knetteren van oplaaiend vuur. Angela bekeek het in slow motion. In een reflex gooide ze haar fiets neer en rende naar de auto. De warmte van het vuur gloeide op haar huid. De deur naast de bestuurder stond open. Er stak een hand uit waar bloeddruppels langzaam vanaf dropen. Ze boog en ze keek naar binnen. Wat ze zag sneed als een mes door haar ziel. De jongen naast de bestuurder was half door de vooruit gevlogen en weer terug geslagen. Uit zijn starende ogen staken glasscherven. Hij was dood. Haar gevoel vertelde haar dat, zachtjes, doordringend. Hij was dood. Ze onderdrukte een golf van pure paniek en keek naar de bestuurder. Hij bewoog een beetje. Achterin zag ze nog een jongen. Hij lag half onder de bank. Het vuur loeide in haar oren, ze moest iets doen. Ze sleurde aan de bestuurder en kreeg hem uit de auto. Daarna maakte ze de achterdeur open en sleurde aan de andere jongen. Hij zat vast. Ze zette al haar krachten in, maar het lukte niet. Toen kwam de geur van benzine haar neus binnen. Ze wist wat dit betekende. Ze trok het lichaam van de bestuurder verder van de auto af. Hij verloor zijn schoenen onderweg. Voor de jongen naast de bestuurder had het geen zin meer. Het vuur kwam in een golf. Een scherpe klap sneed in haar oren en ze trok de jongen die de auto bestuurd had, naar zich toe. Zijn lichaam was bebloed, verbrand. Angela huilde. Achter zich hoorde ze hoe de lichamen van de andere twee jongens verbrandden. Het verbrandde haar hart. De jongen in haar armen deed een moment zijn ogen open, om ze meteen weer te sluiten. In tranen kwam Angela's verstand terug. Op haar mobiel belde ze 112.
Het duurde een eeuw voordat de ambulance er was. Angela hielde de jongen tegen zich aan en streelde langzaam door zijn haar. Ze fluisterde woordjes naar hem. Hij mocht, hij kon niet in haar armen sterven. Ze durfde niet om te kijken naar het brandende wrak. De sirenes kwamen haar uit de verte tegemoet. Het personeel stelde vragen, die ze beantwoordde. Wat ze zei volgende ze zelf maar half. De jongen werd op een brancard gelegd. De anderen waren dood. In de verte waren meer sirenes. Angela moest hier weg. De deuren van de ambulance sloten en ze stond alleen. De zon was onder, in de verte lag haar fiets. Het wrak was afgezet. In shock pakte ze haar fiets en fietste met een slag in haar wiel naar huis. Haar tshirt zat onder het bloed, maar niemand scheen het te zien. In haar ogen blinkten nog de vlammen.
Jeremy werd wakker. Zijn mond was droog. Zijn lichaam deed pijn, onnoemelijk veel pijn. Langzaam opende hij zijn ogen. Over hem heen lag een blauwwit kleed. Naast hem zat zijn moeder. Ze glimlachte met tranen over haar gezicht. Het ziekenhuis… wat deed hij hier? Hij gleed weer weg in een lange slaap.
Angela werd wakker en in een klap kwamen de herinneringen terug. Ze schoot overeind en gilde. Een pijn sneerde door haar arm. Ze keek en kwam tot de ontdekking dat haar arm verbrand was. Onder de douche zette ze er de koude straal op. Bloed kwam uit de wonden. In een oude spijkerbroek en een tekort t-shirt liep ze als verdoofd de gang in. De krant gloorde zoals iedere morgen uit de brievenbus. Op de voorpagina stond het al. Groot, onontkoombaar. 'Mysterieus meisje redt jongen uit brandende auto.' In het artikel stond als eerste dat de andere twee inzittenden om het leven waren gekomen. Dat hoefden ze haar niet te vertellen. Nog zag ze de jongen met de glasscherven aan een stuk door op haar netvlies. Jeremy B… de bestuurder… was met 2egraads brandwonden opgenomen in het ziekenhuis. Hij leefde nog! En dan zij. Het meisje dat geloofd werd door de krant. De ouders van Jeremy wilden kosten wat kost weten wie zij was. Ze beloofden geld aan degene die haar kende en hun haar naam of adres wilde geven. De auto bleek het opgegeven te hebben. De drie jongens hadden dus geen schuld. Angela barstte in janken uit. Geen schuld, geen schuld, en toch twee dood… HAAR schuld… Thomas K. was dood door HAAR schuld. Hij zat vast, verdomme, waarom lukte het niet…
Jeremy was thuis. Na veel te lange tijd was hij ontslagen uit het ziekenhuis. In een rolstoel zat hij voor de tv. Zijn benen waren verzwakt. Zijn huid zou nooit meer helemaal genezen. Zijn twee beste vrienden waren dood. Niets boeide hem nog. Dat hij leefde, evenmin. Iemand had hem gered, maar waarom hem… Thomas en Eelco niet… moest hij nu gelukkig zijn, dat hij nog leefde? Langzaam waren zijn herinneringen terug gekomen. De auto die weigerde… en daarna de knal achter zich, de zachte handen van een onbekend meisje, die hem toefluisterde alsjeblieft te vechten en niet dood te gaan in haar armen. En daarna zijn moeder naast hem, in een wildvreemd ziekenhuis. Hij kon geen vuur meer verdragen. In het ziekenhuis mocht hij niet roken. Bij de eerste sigaret thuis had de vlam van de aansteker zo'n haat opgewekt dat hij zijn rokersgewoonte had opgegeven. Zijn ouders hadden de open haard afgesloten.
Angela had de draad van haar leven weer opgepakt en probeerde te vergeten wat ze gezien had. Het was gebeurd, maar ze kon niet naar die ouders. Ze had Jeremy 'gered', maar wilde niet terug… ze wilde niet meer herinnerd worden aan de jongen naast hem, de jongen achter hem… die ze niet meer had kunnen redden. Haar vrienden wisten van niets. Ook zij hadden anderhalve maand geleden de krant gelezen. Het ongeluk op de Westerweg was tijden het gesprek van de dag. Nu was het vergeten. Haar arm was genezen. Een klein litteken verraadde haar betrekking bij het ongeluk. Haar bebloede tshirt had ze gewassen, maar het ging er niet uit. Hij had nu onbetaald verlof in de vuilnisbak. Haar studie engels kwam niet erg van de grond. Ondanks haar engelse achtergrond kwam er geen woord uit haar pen en geen concentratie in haar lichaam.
Jeremy kreeg therapie. Zijn benen werkten nog steeds niet mee, ze waren het ergst verbrand. Hij kreeg priveles thuis om zijn school dit jaar nog te halen. Het laatste jaar vwo. Hij had na de verschrikkelijke vakantie nog geen school gezien. Buiten leek het alsof iedereen hem aankeek. Alsof iedereen kon zien, hoe lelijk en zielig hij wel niet was. Een toekomstige vriendin kon hij wel vergeten. De vrienden die hij over had kwamen steeds minder langs. Ze probeerden hem vrolijk te maken, maar er kwam geen glimlach meer over zijn lippen. Eelco zou hem gesteund hebben. Maar Eelco was dood.
Angela werd gebeld. Nog lachend om een loze opmerking van haar vader nam ze de telefoon op. 'Hallo met mevrouw Bunschoten… ik las dat u bijles engels gaf aan jongeren…' 'Dat klopt', zei Angela vol vertrouwen. 'Mijn zoon Jamie zit door omstandigheden langere tijd thuis en hij zit in zijn examenjaar… zou u hem misschien kunnen helpen?' 'Ja, natuurlijk. Ik kan alleen niet van maandag tot woensdagavond, dan werk ik en geef ik anderen bijles.' 'Heel fijn! Ik zal hem vragen u deze week nog te bellen om af te spreken, is dat goed?' 'Zeg maar 'je' hoor', glimlachte Angela, 'maar het is goed. Ik hoor het wel. Tot ziens.' Angela was tevreden. Nog een bijles extra in de week zou meer geld opbrengen.
De telefoon ging. Angela zocht tussen de rotzooi op tafel en nam hem aan. 'Met Angela' 'Hai, met Jeremy…' Het was alsof haar nekharen overeind gingen staan. 'Jeremy…?' 'Ja, mn moeder had gebeld twee dagen geleden voor bijles engels.' 'Oh ehm… ik had Jamie verstaan geloof ik… mag ik je adres, dan weet ik waar ik moet zijn.' De jongen aan de andere kant van de lijn gaf zijn adres op, en terwijl Angela het opschreef begonnen de radartjes in haar hoofd te draaien: het adres was op nog geen 500 meter afstand van de Westerweg. 'Mag ik je wat persoonlijks vragen?' 'Ja…', zei de jongen. Het klonk geirriteerd. 'Waarom heb je bijles engels nodig?' 'Nou ja, het is niet echt bijles. Door een ongeluk afgelopen zomer kan ik niet naar school.' 'Jeremy…', fluisterde Angela. 'Ja, zo heet ik', reageerde Jeremy bot. 'Heb je lang zwart haar?', vroeg Angela omzichtig. Het bleef een moment stil aan de andere kant van de lijn. 'Ja… hoe weet je dat?' Nu was het Angela's beurt om even stil te zijn. 'Ik geloof… dat ik bij jouw ongeluk aanwezig was.' Aan de andere kant hoorde ze niks meer. Waarschijnlijk begon het hem nu ook te dagen. 'Ik kom nu naar je toe.', zei Angela in een reflex. Ze vergat gedag te zeggen en trok haar jas aan. Een paar seconden later reed ze richting het opgegeven adres.
Jeremy zat als aan de grond vastgenageld met de telefoon nog in zijn hand. Het was haar. En zometeen was ze hier. Hij kon het niet tot zich door laten dringen. Hij rolde zich naar de hal, en tegelijkertijd ging de bel. Hij deed de deur open. Een ogenblik later keek hij haar in de ogen. In hem kwamen herinneringen omhoog. 'Waarom mij?', wilde hij meteen vragen, maar hij slikte de woorden in. 'Kom binnen', zei hij uiteindelijk. Ze keek naar hem, naar beneden, met grote ogen. Ze liep binnen. In de huiskamer ging ze tegenover hem zitten op de bank. 'Je leeft nog…', kwam er over haar lippen. Hun blikken kruisten. 'Waarom mij?', vroeg Jeremy alsnog. Direct zag hij dat hij een moeilijke vraag had gesteld. Tranen rolden over de wangen van het meisje dat zijn lerares zou moeten zijn. 'Thomas, de jongen achterin… hij zat vast… toen rook ik de geur van benzine en heb ik alleen jou weg kunnen slepen… en toen… toen ontplofte alles.' Haar woorden kwamen in horten en stoten. 'Het spijt me zo…' 'En de jongen naast me, Eelco?', vroeg Jeremy met grote ogen. In zijn hart gloeide warmte voor dit meisje. Hij kon het haast niet aanzien om haar te zien huilen. Het huilen werd erger. Ze zei niets. Uiteindelijk keek ze hem aan. 'Hij was al dood.' Jeremy voelde een schok door zijn lichaam gaan. Hij was ervan uit gegaan dat allebei zijn vrienden levend verbrand waren en dat het meisje ze misschien alle drie had kunnen redden. 'Hoe wist je dat…?' 'Ik zag het, ik voelde het… zijn ogen waren open… maar hij keek niet meer…'. De laatste zin was bijna onhoorbaar. 'Ik heb je weggesleept, je bent je schoenen onderweg verloren… toen de auto ontplofte heb ik je tegen me aan getrokken en je door je haar gestreeld… ik was zo bang dat je in mijn armen dood zou gaan… ik durfde ook niet meer om te kijken…'. Flarden van herinneringen kwamen opnieuw omhoog. Hij herinnerde zich opnieuw iemand die hem aanraakte en tegen hem fluisterde. Dat hij zijn schoenen was kwijtgeraakt was hem later in het ziekenhuis verteld. Dit moest het meisje zijn…
'De volgende dag werd ik wakker en kwam ik tot de ontdekking dat ik mijn arm verbrand had.' Angela trok haar jas uit en liet haar arm zien. 'Ik ben naar huis gereden nadat de ziekenwagen je had meegenomen… mn tshirt zat onder jouw bloed…' Nu begon de jongen tegenover haar te huilen. Jeremy… Ze zag dat hij erg verbrand was. In zijn gezicht was het amper te zien, maar zijn nek en blote armen verraadden zijn betrekking bij het ongeluk. Ze ging naast hem zitten op de bank. Langzaam hees hij zich overeind uit zijn rolstoel en kwam ook op de bank zitten. Het was dodelijk stil. Een moment keken ze elkaar aan, het volgende moment sloegen ze hun armen om elkaar heen. Tranen dropen over elkaars schouders. Op dat moment sloeg de buitendeur open. In de hal, voor de woonkamer, stond een lange slanke vrouw met halflang, golvend bruin haar. 'Ehm… stoor ik?', zei ze met een glimlach. Toen zag ze de tranen. 'Is er iets gebeurd?'. Angela begreep dat het Jeremy's moeder moest zijn. 'Hilde, dit is het meisje…', zei hij alleen maar. Hilde keek verbaasd. 'HET meisje?', vroeg ze. 'Ik denk het', zei Angela. Hilde kwam tegenover hen zitten. 'Waarom ben je verdwenen na het ongeluk?', wilde ze direct weten. 'Ik kon het niet aan… die andere twee jongens… ik voel het als mijn schuld…' Hilde keek haar verbaasd aan en liet Angela nogmaals haar verhaal vertellen. Daarna viel er opnieuw een stilte. Hilde bood haar aan te blijven eten, maar Angela had beloofd die avond te koken voor haar vrienden. In haar hart wou ze blijven… maar toch pakte ze haar jas en liep met Jeremy richting de deur. Daar zakte ze door haar knieen zodat ze hem recht in de ogen keek. 'Deze keer blijf ik niet weg', zei ze hem. Ze omhelsden elkaar en een moment later zat Angela weer op de fiets naar huis. Wat ze had proberen te vergeten, had haar zojuist omhelst.
Jeremy zat verslagen op zijn kamer en staarde over het water. Op zijn huid voelde hij nog steeds Angela. Zij was de eerste die hem aanraakte na het ongeluk… en nu weer. Hij verdroeg het niet als iemand hem aanraakte, hij haatte zijn lichaam, zijn kapotte huid… zijn weigerende benen. Zoveel dingen waren nu duidelijk. Ze had Eelco en Thomas niet kunnen redden. Eelco leefde al niet meer… hij zou op slag dood geweest zijn. Thomas zat vast… iets wat hem een machteloos gevoel gaf… en Angela waarschijnlijk des te meer. Hij huilde. Aan de overkant van het water fietste een groepje jongeren, achteloos, lachend. Hij was jaloers. Maar voor het eerst in maanden trok de grijze sluier om hem een beetje op. Ook al neigde het nu meer naar de winter, sinds het ongeluk had hij het alleen maar koud gehad… behalve nu.
Twee dagen later ging opnieuw Angela's telefoon. Ze nam hem op, en haar hoop werd bevestigd; Jeremy. Die naam had voor haar al maanden een bijna magische betekenis. 'Ik vroeg me af of we elkaar weer konden zien… misschien kunnen we nog over wat dingen praten.' 'Dat wil ik ook wel… zal ik weer naar je toe komen?' 'Ja… graag…' Angela belde haar andere bijles alvast af. Jeremy was belangrijker dan Juliet, een 15 jarig wijsneusje dat zelf vond dat ze geen bijles nodig had. In de verte kwamen donkere wolken aan, dus Angela racete zich naar Jeremy's huis. Toen ze voor de deur haar fiets vastzette, brak de hel los. Net voor de eerste onweerslag, stond ze in de hal. In de ogen van Jeremy weerkaatste de bliksem. 'Hai', zei ze. 'Hai', zei Jeremy terug. Zijn haar glansde. Ze liep achter zijn rolstoel aan naar zijn kamer; gelijkvloers in dit enorme huis. Zijn kamer was warm, maar opgeruimd. Een groot raam gaf zicht over het water. Ze plofte neer op zijn bed. 'Wil je wat drinken?' 'Heb je jus d'orange?', vroeg Angela. Hij kwam terug met een dienblad met twee glazen jus d'orange en een bak chips. Hongerig pakte Angela er een handje uit en at de chipjes een voor een op. Buiten tikte de regen tegen de ramen. Jeremy zette het dienblad op zijn bureau stoel en kroop naast Angela op het bed. 'Ik neem je niks kwalijk', zei hij, 'het is niet jouw schuld… het is de mijne. Ik heb uiteindelijk mijn twee vrienden doodgereden. Jij heb juist mij gered.' 'Het is ook niet jouw schuld. Als je dronken was geweest, misschien. Jij kon er niks aan doen dat je auto weigerde. Echt niet.' Angela voelde iets tussen haar en Jeremy wat verder ging dan alleen het ongeluk. Ze voelde warmte. Het had ook kunnen zijn dat de jongen die ze 'gered' had, achteraf een klootzak was geweest.
Ook Jeremy had een soortgelijk gevoel. Maar hij hield er zijn mond over. 'Vind je me lelijk?', vroeg hij opeens. Hij wachtte. 'Nee.', zei het meisje, en ze vervolgde: 'jij denkt natuurlijk dat ik dit zeg omdat je dat het liefst wilt horen, maar ik meen het. Ik vind je verbrande huid niet mooi, maar jou wel. En je gaat met niet vertellen dat je alleen uit huid bestaat.' Jeremy glimlachte even. 'Maar wat ik je nog niet gevraagd heb', ging Angela verder, 'is hoe het nu met je gaat. Kom je nog van die rolstoel af… doet het nog pijn?' Dit vroeg iedereen aan Jeremy. Doet het nog pijn, wanneer kan je weer lopen. Liefst meed hij het onderwerp. 'Mijn huid doet geen pijn meer. Het jeukt soms nog. En ik heb fysiotherapie voor mijn benen. Die zijn het zwaarst verbrand, ik had er eerst amper gevoel in. En omdat ik in een rolstoel zit zijn mn spieren snel verkrampt en heb ik het snel koud.' Angela luisterde. 'Mijn moeder heeft ook een tijdje in een rolstoel gezeten. Toen mocht ik altijd haar nek en rug masseren savonds. Als je wil kan ik ook jouw rug een keer masseren. Ik weet alleen niet of het dan pijn gaat doen.' Jeremy was bang. Ze kwam te dichtbij. Ze bedoelde het goed, maar hij vond het doodeng. 'Misschien zachtjes', wou hij zeggen, maar hij kreeg de woorden niet uit zn strot. 'Je bent bang… of niet?', vroeg Angela direct. Ze wilde zijn angst wegnemen en voelde dat ze de enige was die dat kon doen. 'Een beetje', zei Jeremy, 'ik vind het moeilijk om aangeraakt te worden.' 'Daar moet je mee uitkijken. Op die manier neem je afstand van mensen.' 'Tja…', zuchtte Jeremy, 'ik haat het ook om naar buiten te gaan. Iedereen kijkt.' In zijn ogen was een kwade flikkering. 'Mag ik je rug masseren?' vroeg Angela. Jeremy keerde haar de rug toe en wachtte af. Ze had hem overgehaald. Warme handen over zijn rug. Hij voelde hoe ze zachtjes in zijn schouders knijpen. Hij boog zijn hoofd en zijn lange haar viel voor zijn gezicht, dat rood was van de angst. Iemand raakte hem aan, zijn lelijke bedorven lichaam. Stilletjes genoot hij van de warmte. 'Mijn handen worden moe', zei Angela. Ze deed haar armen om zijn schouders. Het leek op hoe ze gezeten hadden toen de auto achter hen ontplofte. Maar dan zonder het verdriet. Opnieuw streelde ze door zijn haar. Jeremy huilde.
Ze bleven nog lang zo zitten… dicht tegen elkaar aan, allebei een beetje bang, allebei verscheurd door herinneringen. Totdat Jeremy zich losmaakte en zich omdraaide. Angela ging met haar rug tegen de muur zitten. 'Zullen we binnenkort een keertje de stad ingaan?' 'Ja, dat kan… voel me alleen niet zo op mijn gemak tussen al die mensen. Maar wel bij jou…' Angela glimlachte. Ze had wat vertrouwen gewonnen. 'Volgende week donderdag? Dan is het koopavond en is het niet eens zo druk…'. 'Is goed…' 'Hoe moet het trouwens verder met je bijles?' Ze had er geen moment meer aan gedacht. 'Dat komt vast nog wel… heb je internet thuis? Ik kan je mn mailadres geven.' Met een pen schreef Angela het adres op haar hand. 'Ik spreek je nog over msn, denk ik', zei ze.
De week kroop voorbij. Angela kon zich op school beter concentreren. Ook bij haar waren de puzzelstukjes meer op hun plaats gevallen. De opleiding was makkelijk. In haar klas zaten nog twee mensen die ook een engelstalige achtergrond hadden. Met hen praatte ze dan ook overwegend engels. De anderen hadden duidelijk meer moeite met de taal zelf. Op maandag en dinsdagavond ging ze trouw naar haar bijles-kinderen. Op woensdagmiddag en avond werktte ze zich moe in een kledingzaak. Om half 10 kwam ze thuis en zette de computer aan. Jeremy was online.

Jeremy> Hai
Angela> Hai
Jeremy> Gaan we morgen nog de stad in?
Angela> Ja, tuurlijk… is er dan iets?
Jeremy> Ik wou je eigenlijk vragen of je zin had uit eten te gaan.

Angela glimlachte.

Angela> Ja… waar?
Jeremy> Op mijn kosten bij La Plaza. Dat zit in het centrum. Op mijn kosten dan he?
Angela> Ehm ok… Hoe laat spreken we af en waar?
Jeremy> Bij mij thuis denk ik, is dichterbij… een uurtje of 5? Dan reserveer ik voor half 7…
Angela> Hoe wou je erheen gaan?
Jeremy> Mn vader heeft een busje. Ik rij zelf niet meer, kan ik ook niet : (
Angela> En die haalt ons weer op?
Jeremy> Yep. Ik bel hem wel.

De computer stond uit, Jeremy was weg. Angela wist niet wat ze moest verwachten van morgen. Maar wat ze wel wist, was dat ze er zin in had.
Jeremy stond in de deuropening, zijn ouders zaten in de kamer. Hij liet het meisje binnen. Het meisje met de lichtgroene ogen die hem zich week lieten voelen. Ze aaide hem over zijn haar en ging naar binnen. 'Ik ben Angela', stelde ze zich voor aan zijn vader. 'Ik wil je bedanken,' zei deze, 'je weet dat we in de krant zelfs geld hebben uitgeloofd aan degene die jou kende.' 'Tja…' Jeremy kwam naast haar. Het gesprek duurde nog even voort. Jeremy wist alles al. 'Ik zal jullie even wegbrengen', zei de vader van Jeremy, Peter. Onderweg was het stil. De vader van Jeremy keek even om. 'Ik wou even zeggen dat ik van Jeremy gehoord heb dat jullie je allebei schuldig voelen. Dat wil ik niet hebben, echt niet. Het was die verdomde auto die ik weg had moeten doen'. Jeremy trok een scheve grijns. 'Ga jij je nu schuldig voelen?' 'Nee', zei Peter, 'misschien een beetje. Het woord ongeluk zegt het al… niemand heeft hier schuld.'
De auto stopte voor de deur van een restaurant. 'La Plaza', stond er in gouden letters. Jeremy ging buiten de auto de rolstoel in en keek rond naar de mensen. Naast hem stond Angela. Angel. Ze zwaaiden allebei naar Peter. Binnen was het behaaglijk warm en Angela hing beide jassen op. Een man kwam op hen toelopen. 'U heeft gereserveerd?' 'Ja', meldde Jeremy, 'onder de naam Bunschoten.' De ober wees een tafeltje en Jeremy hees zich in een stoel. 'Voor leuke jonge stelletjes hebben we altijd de mooiste tafeltjes', lachte de ober. Jeremy en Angela keken elkaar een moment aan. 'Wilt u iets drinken?', vervolgde de ober. Na het opgeven liep hij weg. 'Stelletje', glimlachte Angela. Jeremy keek haar met een veelbetekenende blik aan. Ze voelde een lichte tinteling in haar vingers. Een ogenblik later stond er drinken voor hen en de ober gaf hen de kaart. Ze kozen allebei iets uit. 'Ik neem de zalm', zei Jeremy. 'Hey, ik ook', antwoordde Angela, 'jij houd ook al van vis?'. 'Jaaaah'.
Het hoofdgerecht was op. De borden waren leeg en Jeremy zat vol. Hij dacht na over wat de ober zei. Stelletje… Het deed hem beseffen dat hij niet alleen om Angela gaf, maar meer voor haar voelde. 'Heb jij dat nou ook?', vroeg hij omzichtig. 'Wat?', vroeg Angela. Jeremy had dit antwoord al verwacht. 'Dat die ober ons stelletje noemde…' 'Tja… daar lijkt het wel op. Wat zijn wij eigenlijk?' 'Ehm… twee mensen die onder noodlottige omstandigheden elkaar hebben leren kennen.' Angela lachte een moment, Jeremy lachte mee. Vannacht nog had hij gehuild om Thomas en Eelco. Ze namen allebei nog een glas likeur als nagerecht. Daarna rekende Jeremy af.
Het liep al tegen tienen, het was donker buiten. Angela sprong op een muurtje en liep er als een kat overheen. 'Dat wil ik ook!', riep Jeremy. Angela kwam naar beneden en ging voor hem op de grond zitten. Het was koud. Ze bleven elkaar even aankijken. Angela stond op. 'Wat gaan we nu doen?' Jeremy dacht na. 'Weet je trouwens dat ik wel op mn benen kan staan?' 'Ja, dat heb ik gezien toen je bijvoorbeeld uit je rolstoel naar een stoel ging.' Jeremy stond beverig op. Nu keken ze elkaar aan op ooghoogte. Angela legde haar hoofd op Jeremy's schouder en opnieuw omhelsden ze elkaar. De rolstoel leek in niet het beeld te passen. 'Noodlottig…' herhaalde Angela uit hun eerdere gesprek, 'maar niet slecht'. Ze deed haar hoofd weer naar achteren en duwde haar voorhoofd tegen de zijne. Jeremy had nog nooit iemand van zo dichtbij aangekeken. Hij wist niet wat hij moest doen, moest zeggen. 'Dit is het moment, waarop ze in films altijd gaan zoenen'. Hij bracht het als een grap, maar hij wist dat Angela de boodschap zou oppikken. Hij kreeg een zachte kus op zijn mond. Al haatte hij vuur, het laaide nu gigantisch in hem op. Angela ging ietsje naar achteren en hij liet zich weer in zijn rolstoel zakken. Zijn benen deden vreselijk veel pijn. Er kwam geen woord meer uit zijn mond. Ook Angela leek niks meer te willen zeggen.
Ze gingen richting de grote weg en keken elkaar af en toe aan. Jeremy verbrak uiteindelijk de stilte. 'Zal ik mn vader bellen… het is koud hier'. 'Is goed… gaan we dan eerst naar jou huis of zet hij me thuis af?' 'Wat je maar wilt'. 'Ik wil nog wel even bij jou blijven… ik ben ooit veel te snel verdwenen.' Jeremy belde het nummer van Peter. Na een kleine 10 minuten kwam het busje al aanrijden en kropen ze binnen. 'Was het leuk?' 'Ja, zeker', zei Jeremy. Verder bleef het stil in de auto. 'Moet ik je thuis afzetten of blijf je nog even hangen?', vroeg Peter Angela.
Bij de deur stapten ze uit en Angela en Jeremy liepen richting Jeremy's kamer. Daar gingen ze tegenover elkaar op het bed zitten. Er hing een stilte, een spanning. Angela was dit keer degene die het doorbrak. 'Volgens mij had die ober ergens gelijk'. Jeremy glimlachte. 'Ik weet het niet', zei hij. 'Merk jij dat nou ook?', vroeg Angela met een grijns. 'Wat?', antwoordde Jeremy op zijn hoede. 'Dat er een spanning tussen ons hangt?' 'Ja'. Een verbrande hand gleed langs Angela's gezicht. Twee bruine ogen keken haar angstig aan. Opnieuw kwamen hun voorhoofden tegen elkaar aan. Langzaam draaiden ze allebei hun hoofd ietsje opzij zodat hun lippen elkaar raakten. Ze bleven even aan elkaar plakken. Daarna grepen ze elkaar steviger beet en zoenden alsof hun levens ervan afhingen. Het vuur was weer terug. Maar dan, op een hele andere manier.
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 07-07-2001, 17:55
$omeone
$omeone is offline
mooi... heel mooi, t lijkt net echt
Met citaat reageren
Oud 07-07-2001, 18:18
ritmo
ritmo is offline
ik vind het een mooi verhaal,. goed geschreven. alleeen t duurd wel lang
Met citaat reageren
Oud 09-07-2001, 07:25
mrhanky
Avatar van mrhanky
mrhanky is offline
Hey Cat,

Dit verhaal is echt superrrrrr. Je moet echt zo door blijven schrijven en dan komt er vanzelf een keer een klein boekje uit rollen.

Kuszzzie Erik
__________________
toch best interessant zo'n sig. Je zit er al paar seconde naar te kijken en je hebt er nu nog steeds geen genoeg van? Nou vooruit dan maar, ik stop nu
Met citaat reageren
Oud 09-07-2001, 17:34
stroopwafel
Avatar van stroopwafel
stroopwafel is offline
* probeerd tranen tegen te houden(er zijn mensen bij *

*faalt(ik ben nogal sentimenteel vandaag*



echt heel mooi gedaan..
__________________
de havenmeester is ook niet perfect, maar zolang de worst vliegt, heerst de bloemkool de wereld..
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren

Topictools Zoek in deze topic
Zoek in deze topic:

Geavanceerd zoeken

Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
Verhalen & Gedichten Wie wint de verhalenwedstrijd?
Verwijderd
142 10-07-2006 12:11
Verhalen & Gedichten Verhaal (toch nog verder gegaan)
vleermuismaatje
2 28-09-2005 19:35
Verhalen & Gedichten [Verhaal] De zwarte roos
Evil creature
3 31-05-2005 14:14
Verhalen & Gedichten [Verhaal] Wie door vuur
Verwijderd
9 30-12-2004 23:00
Verhalen & Gedichten [verhaal] Verlangen
Guinevere03
3 22-04-2004 01:13
ARTistiek Ben bezig met een verhaaltje
MilieuGaatVoor
0 26-11-2001 16:30


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 15:49.