Hier een paar schrijftips voor je engelse brief/examen.
1) if/when
if = zit een voorwaarde aan vast (als jij dit doet, dan doe ik dat)
when = bij het aangeven van wanneer.
2) to/too
to = wordt gebruikt bij werkwoorden.
= zeggen dat je ergens naar toe gaat.
too = overdrijven (she's too big)
= betekenis van ook.
3) there/their/they're
there = betekenis van daar
theire = bezittelijk voornaamwoord van they
they're = samentrekking van they are (zij zijn)
4) Begin een formele bief NOOIT met: but, because of and. Dit is sowiezo fout! In een Informele brief kan dit wel.
5) anything/something
anything = gebruik je bij een ontkennende of een vraagzin.
something = gebruik je bij een bevestigende zin.
6) much/many
much = veel (kan je niet tellen. vb: Much milk)
Many = veel (kan je wel tellen. vb: Many people)
7) Little/few
Little = weinig (kan je niet tellen vb: Little love)
Few = weinig (kan je wel tellen vb: Few letters)
Ik hoop dat jullie hier wat aan hebben.
Laatst gewijzigd op 16-05-2007 om 09:22.
|