Ik hoor niets anders dan het tikken van die verdomde klok en de piepende ademhaling van mevrouw Roy (uit te spreken al "Rwah", vraag mij ook niet waarom) en ik irriteer me suf aan de stilte. Ik wring de vaatdoek uit waarmee ik de kozijnen schoon heb gemaakt. Water dat terug klettert in de emmer, opspat tegen de randen. Druppeltjes op het glas van de ramen breken het zonlicht en maken kleine regenboogjes op de witte muren van de keuken. Mevrouw Roy zegt dat ik vooral niet moet vergeten de kozijnen schoon te maken. Ik vertel haar dat ik dat zojuist gedaan heb. Ik heb zin om de nek om te draaien van die vervelende oude gek. Voor veel lastige bejaarden heb ik een zwak, omdat ze zo hulpbehoevend en treurig zijn, maar mevrouw Roy kan op geen greintje sympathie van mij rekenen.
"Ik ga een kopje koffie voor je inschenken," zegt ze en stampt met haar enorme voeten door een plasje water op de grond. Fijn. Nu zitten er dus overal modderige voetstappen op de keukenvloer. Dat zo'n oude vrouw zo'n grote voeten heeft. Ik zet mijn eigen grote voet naast een van de afdrukken die ze heeft achtergelaten. Die van haar zijn gewoon nóg groter. Oude vrouwtjes zijn normaal zo klein en fragiel. Deze vrouw is lomp. Misschien mag ik haar daarom wel niet.
Ik loop achter haar aan de huiskamer in. Ze heeft mijn kopje al klaargezet op de salontafel. Ik moet altijd op de bank zitten terwijl zij zelf helemaal aan de andere kant van de kamer naast de TV zit. Het getik van de klok klinkt hier nog veel harder. Maar haar theelepeltje dat ze met haast bruut geweld door haar mok heen roert overstemt dat geluid. Ze drinkt zelfs lomp haar koffie op.
Mijn koffie dampt, is veel te heet om te drinken, maar ik probeer het toch, want ik heb een hekel aan de pauze wanneer ik bij haar aan het schoonmaken ben. Ik mag niet naar buiten om te roken en ik moet minimaal 5 meter bij haar vandaan gaan zitten. Ze stelt nooit vragen en vertelt nooit een mooi verhaal, zoals de meeste bejaarden. Ik verbrand mijn mond. Ze moet lachen.
"Ja, die koffie is heet. Je kunt hem beter even laten staan."
Ja, dat begrijp ik ook wel. Maar ik vind jou een stom oud wijf. Ik lach maar gewoon eventjes.
De kamer is smetteloos schoon, zoals altijd. Ik krijg het gevoel dat ik alles alleen maar smerig maak als ik daar moet poetsen. Maar ik moet nog stoffen, stofzuigen en de bekleding van de bank soppen.
Ze slurpt bij elke slok. Godverdomme wat is het stil. En wat is die koffie toch heet. Ik moet nog zeker een minuut blazen voordat ik het op kan drinken. Ik wil de stilte doorbreken, ik wil gewoon met haar praten over allerhande onzin, zoals ik altijd doe bij mijn "cliënten". Dus vraag ik haar of zij het ook zo'n benauwd weer vind de afgelopen dagen. We wisselen 4 zinnen uit over het benauwde weer en daarna valt het weer stil. Flikker maar op ook. Ik gooi die koffie achterover en zeg dat ik weer aan het werk ga. Mijn mond is verbrand en ik moet bijna kokhalzen van de bitterheid van haar eigengemalen koffiebonenprut.
Flikker maar op mevrouw Roy, met je stomme klok en je stomme gepiep en je stomme grote voeten.
Ik steek de stekker van de stofzuiger in het stopcontact en begin keihard te zingen.
Ik wilde even mijn ervaring van de dag opschrijven. Ik weet niet of dit soort stukjes het openen van een topic waard zijn. Zo niet, dan zet ik ze voortaan wel in dat "ik wil dit even kwijt"-topic.
|