Oud 13-05-2011, 17:20
e-hazeleger
e-hazeleger is offline
Hallo allemaal,
Ik heb een verhaal geschreven over mijn zus van 19 die een eetstoornis heeft.
Ik ben benieuwd wat men ervan vindt, dus reacties zijn welkom!

Ik wil terug naar de tijden dat we nog klein waren. We hoefden nergens aan te denken.. alles werd voor je gedaan. Geen zorgen, helemaal niets. Je kunt zijn wie je wilt zijn, je hoeft nergens echt over na te denken.
Dan wordt je ouder. Jij wordt ouder, ik word ouder, iedereen wordt ouder. Ik had gewild, dat jij niet ouder was geworden. Dan hoefde je hier niet doorheen. Je had het goed, nooit problemen of wat dan ook. Jij was jezelf, mensen keken tegen je op. Ik keek tegen je op. Jij was een voorbeeld voor mij. Jij was mijn grote zus.
Toen jij 12 of 13 was begon een periode die je volgens mij liever had overgeslagen. Je voelde je down, en je wist niet hoe je eruit moest komen. Problemen met mama, en andere dingen. Dingen die ik niet mag weten, zei jij. We konden altijd goed samen. De humor die we hadden, had niemand anders. Alleen jij begreep dat. We konden zo hele avonden samen praten, over dingen die nergens op sloegen maar toch leuk waren.

Jij had een heel slecht zelfbeeld. Jij wist niet wie je nou eigenlijk was. Ik kan nog goed herinneren dat je in het gastenboek op de gang schreef: ik ben knap, dat is een feit. Ik ben mooi, dat is een feit. Ik ben lief, dat is een feit. Etc. Ik snapte je nooit, ik dacht dat je een grapje maakte. Ik wist niet wat ik er van moest denken.
Jij wilde dat jijzelf wist dat je goed was, net zo als de andere mensen. Jij dacht dat je anders was, je kon jezelf nooit plaatsen. Door je slechte zelfbeeld, en de andere dingen die erbij kwamen, kwam je op de gedachte dat je dik was. Je moest met de musical van groep 8 buikdansen. Toen wou je wat afvallen zodat je er goed uit zou zien, je was meer bezig met eten als normaal. Je lette op de vetten en calorieën die in het eten zaten, overal keek je naar. Je wou niet aankomen, dan was je volgens jezelf te dik. Jij was helemaal niet dik, je was gewoon normaal. Als 1 van ons 'dik' was, was ik het wel. Haha!
Ik dacht dat je na een tijdje wel weer normaal om zou gaan met eten, maar dat gebeurde niet. Veel dingen at je niet meer, als we een keer friet haalden at jij niet meer mee. Je vond het te vet, en je zei dat je het niet meer lustte. Ik vond het raar, “hoe kan iemand nou geen friet lusten” dacht ik. Zo ging het door, je at minder en minder (toen waren we al wel anderhalf jaar verder). Je was volgens mij 14 of 15. We gingen een weekje naar Berlijn in de herfstvakantie. Mam vroeg onderweg vaak of we wat te eten wilden. Ze had altijd een grote tas mee, waarin eten zat zodat we onderweg geen honger zouden hebben. Ik zei vaak “ja” en jij eerst bijna nooit als mama vroeg of we wat wilden eten, je had nooit honger zei je. Na een tijd zei je vaak dat je wel wat wilde eten, soms vroeg je het zelfs. Ik weet nog precies hoe je arm dan naar voren ging en je de krentenbol of iets anders aanpakte. We waren vaak melig in de auto, ik had niet door dat je bezig was met het eten. Je vroeg op een gegeven moment aan mij: “Eb, eet ff op, ik hoef ’t niet meer.” Ik at het op.

De volgende keer dat je iets at, moest ik het ook opeten. Je kraakte hard met de papiertjes en zei: “Mhh, lekker!” en dat terwijl je het niet eens opat. Ik had niet door dat het erom ging dat mama moest denken dat jij het wel at. Ik lachte erom. Toen ik inzag dat het inderdaad ging om mama, nam ik het eten niet meer aan. Ik at niets meer voor jou op. Je werd er chagrijnig door. Mama, ging volgens jou, denken dat je te weinig at (wat ook zo was). Overal waar we waren en we wat aten nam je het aan, waar het bleef was de vraag. Je stopte bijv. broodjes in je tas als we die hadden gekocht bij een bakker. Ik vond het raar dat je niet meer met ons ging eten, maar altijd wegliep of het eten in je tas stopte. Ik lette meer op jou. Het ging mij opvallen dat je raar deed met eten. Als we een dagje weg waren geweest met de auto, en onderweg in de auto wel wat hadden gegeten, ging ik ’s avonds naar de auto. Ik keek aan de kant waar jij altijd zat. Ik voelde in het zijvakje van de deur. Ik schrok, het eten van die dag zat er nog in. ‘Ik wist het!’ dacht ik bij mezelf. Ik had het door.
Pap en mam wisten al wel dat jij een eetprobleem had. Alleen dat ik je eten opat wisten ze niet, en volgens mij ook niet dat je het bijv. wegstopte in je tas of in de auto. Ik durfde niet te zeggen dat ik onderweg jouw eten op had gegeten. Ik wilde naar huis, ik was geschrokken van het idee dat jij je eten wegstopte en dus helemaal niet opat. Wat at je wél? Ik wilde me niet teveel bezighouden met wat jij wel en niet at, maar dat deed ik automatisch. Ik dacht er over na, mijn hoofd was continu bij jou.

Toen we weer thuis waren dacht ik dat veel dingen wel weer normaal zouden worden, en ik de dingen die ik had gezien en gemerkt maar beter kon vergeten. Ik had het fout. Er veranderde niets, jij veranderde niet. Als ik alleen met jou ergens was, voelde het anders als normaal. Je was niet meer zoals eerst, niet meer mijn “grote zus”. ’s Morgens at je nooit mee, je was bijna altijd boven. Je had je deur op slot, niemand kon zomaar binnenlopen. ’S Avonds at je ook niet meer mee. Papa en mama begonnen zich al snel zorgen te maken. Vaak als je beneden kwam begon mam over het eten. Jij werd dan zo boos, je pakte alles wat je zag en smeet het door de keuken heen. Ik wist in die situaties nooit wat ik moest doen. Je werd boos op mij als ik me ermee bemoeide, en mama vond het weer fout als ik naar boven liep. Wat had ik dan moeten doen? Ik werd steeds vaker geconfronteerd met de ruzies tussen jou en mama. Het was altijd onder het eten, ik moest wel weg want ik mocht me er niet mee bemoeien. Als ik dan eenmaal weer op m’n kamer zat hoorde ik het geschreeuw boven. Ik wist nooit precies waar het nou over ging. Ging het over het eten of om de band tussen jou en mama? Ik durfde er niks over te vragen aan mama of aan jou. Bang voor de reactie die ik zou krijgen. Jij zou boos geworden zijn omdat ik me er dan toch mee bemoeide. Je zat altijd maar op je kamer, je sloot je af. Ik vroeg me af hoe het bij je op school ging. Dat je anorexia had was wel duidelijk, maar je verborg alles zo goed. Bijna niemand had door dat jij een groot eetprobleem had. Naar je vrienden toe was je altijd vrolijk. Volgens mij hadden ze niet eens door dat jij ergens mee zat. Dat kwam later pas. Het ging opvallen dat je afviel. Je kon zo binnen 1 maandje opeens heel dun zijn, en dan de volgende maand weer voller… Een tijd bleef je gewicht hetzelfde: laag. Toen ging je anders naar jezelf kijken, je kreeg eetbuien. Je had geen controle over jezelf, je kon niet stoppen met eten. Daarna voelde je je zo schuldig dat alles er meteen weer uit moest. We gingen de zomer in, ik had zomervakantie en jij ook. Je had met John, een hele foute jongen kwam ik achteraf achter. Maar goed, liefde maakt blind. Je kwam weer in een andere periode terecht, je ging je anders kleden en je dacht dat het nu wel beter zou gaan. De zelfhaat bleef. We gingen naar 1 week naar Barcelona, 1 week naar Italië en 1 week naar Zuid-Frankrijk. Ik zag er al tegenop omdat je toch wel op elkaar zit als je op vakantie bent. We zijn continu samen. Dat was voor jou moeilijk omdat je altijd al alleen op je kamer zat. Nu kon dat niet, nu had je minder privacy.
’s Nachts ging je vaak naar de koelkast en at je op wat er in stond. De volgende dag werden wij dan weer boos op je omdat je weer ‘ns dingen had opgegeten die we nodig hadden voor de volgende dag. Iedere dag waren er wel problemen. Ik weet nog goed de avond dat we het over jou hadden. Je had ruzie met mama over je gedrag en het eten. Pap ging nou ook eens wat er over zeggen, hij bemoeide zich er vaak niet mee. Hij wist niet hoe hij er mee om moest gaan. Ik zat erbij, maar toen zei je over mij dat ik alleen maar in de weg zat, dat ik fout was en ik de gesprekken niet mocht volgen. Ik ben huilend weggelopen. Ik wilde je altijd helpen, ik wilde snappen hoe jij dacht maar dat ging niet. We hadden nog 2 weken te gaan, ik wilde niet meer omdat er elke dag wel een ruzie ontstond tussen jou en mama.
Het was de ergste vakantie in de afgelopen jaren, denk ik.

De tijd ging snel. Je was gelukkig wel aangekomen. Je had geen anorexia nervosa meer, maar boulimia nervosa. Dat gaat bijna altijd samen. De vreetkicken die je had waren enorm, ik wist niet dat een mens zoveel kon eten. We zagen je nauwelijks, je sloot je altijd nog af. Al ging het wel beter, je had je deur in ieder geval niet meer op slot.
De ruzies bleven maar doorgaan. Ik wilde weten wat de aanleiding was. Werd jij boos omdat mam begon over eten? Of ging het over de problemen tussen jou en mama? Ik wist het niet. Ik stond altijd achter mam, je kraakte haar altijd af en ik zag dat ze dat helemaal niet kon hebben. Wat had ze dan moeten doen? Ze kon wel boos worden maar dat hielp toch niet.
Rond een uur of vier ging jij altijd eten. Je pakte alles wat eetbaar was. Ik wist soms niet eens dat je het zo kon eten zoals jij ’t at. Telkens was al het eten bijna op. We moesten het gaan verstoppen omdat het niet langer zo kon. We stopten het in kasten of in bakjes waar je nooit in keek. Je was te slim. Je had alles door, bijna altijd vond je het eten. Telkens moesten we het weer verplaatsen. Zo ging dat heel lang door. Al een tijd lang vertelde je mij gelukkig meer over hoe jij je voelde. Zo snapte ik het beter als je boos op mij werd zonder dat ik iets had gedaan. Je wilde niet zo over me praten, je wilde niet boos worden maar op de een of andere manier kon je niet anders, zei je.
Je wilde je niet laten helpen, je wilde niet naar de huisarts. Je mocht op een gegeven moment naar Zeist, een soort kliniek. Je wilde het niet, je werd boos als mam of pap er iets over zei. Nergens luisterde jij naar.
Aan de ene kant was ik zo boos op je omdat je telkens alles opat en die ruzies maakte, maar aan de andere kant vond ik het zo zielig voor je. Je wist gewoon niet wie je was, je was helemaal in de war. Je sloot je niet meer echt af, je was vaak beneden bij ons en je probeerde ’s avonds ook wel mee te eten. Toen kwamen er sloten op de koelkast. We verstopten de sleutel zodat je niet meer in de koelkast kon, het eten ging in de kelder en daar zat ook een slot op. Mensen vroegen vaak aan me waarom er sloten opzaten. Tja, wat moest ik dan zeggen?

Na een lange tijd, dat je voller was, herhaalde het verhaal zich eigenlijk. De anorexia kwam terug. Je viel weer af. Je had geen vreetkicken meer, je at de hele dag niets en als je iets at dan kwam het er meteen weer uit. Je was bang om te eten. Bang om aan te komen.
Je bleef maar afvallen, je was weer véél te dun. Je werd ziek. Zodra je opstond werd je zo duizelig dat je ieder moment neer kon vallen. Je was misselijk en duizelig, lopen ging nauwelijks. Je at niets dus je ging je ook niet beter voelen. Na een paar dagen ziek op bed gelegen te hebben ging het wel weer wat beter. De misselijkheid was in ieder geval weg. Twee maanden bleef het een beetje hetzelfde, er veranderde niet echt iets.. Alleen dat jij inzag dat je hulp moest gaan zoeken. We waren blij dat jij het inzag, het kon niet langer zo. Mam zocht op het internet en kwam terecht bij Human Concern. Daar hielpen ze mensen met eetstoornissen. Het leek allemaal heel goed te zijn, en dat was ook zo. Je bent er drie keer heen gegaan, toen kon je niet meer. Je was op.
Je was weer ziek, lopen ging moeilijk. Je moest op bed blijven liggen. Je lag 2 dagen ziek op bed. ’S Avonds kwam ik naar je toe en ik vroeg wat er door je heen ging als je honger had en iets wilde eten. Je zei dat je lichaam het niet toeliet, je mocht niet eten van jezelf. Daar lag je dan, helemaal alleen in een heel groot bed. Er was bijna niets meer van je over. Als ik bij je kwam kon ik nooit echt lang blijven, het was naar om jou zo te zien. Je wist niet meer wat je moest, je moest hulp zoeken. Je vertelde mij dat je het zelf niet meer kon. Human Concern hielp wel maar het was niet genoeg. Je had veel meer hulp nodig, je zat te diep in de put. Je zei dat je er over na had gedacht dat je opgenomen wilde worden, dat was volgens jou het enige wat nog hielp. Niets anders kon nog helpen, er moest zo snel mogelijk iets gebeuren anders was het misschien wel te laat. Je wou niet dat ik het aan mama vertelde dat je misschien opgenomen wou worden. Toen ik de volgende dag van school kwam hoorde ik van papa dat je het al had verteld. Je werd opgenomen, het was zeker. Ik wist niet wat ik moest denken. Het was niet niets om op genomen te worden. Het stelde me wel gerust dat je dan wel in goede handen was. Je moest aansterken, zo kon het niet meer.
Die vrijdagmiddag brachten we jou naar het ziekenhuis. Je lag naast mij in de auto. Ergens was ik zo blij dat je het nu inzag, aan de andere kant wist ik niet wat er zou gebeuren in het ziekenhuis. Bang om de feiten onder ogen te zien. Je pakte mijn hand heel stevig vast en huilde. Toen je Thomas belde en vertelde dat je opgenomen werd, huilend, kreeg ik het ook wel even zwaar. Daar zaten we dan, allemaal met de tranen in de ogen in de auto.
Toen je daar kwam, kwam de dokter eerst. Je werd lichamelijk onderzocht. Daarna werd er bloed geprikt en er werd een scan van je hart gemaakt en zo nog meer dingen. Er was een speciaal dieet voor je samengesteld waar je je strikt aan moest houden. De dokter was blij dat je er was, ze had je 2 weken geleden nog gezien toen je een gesprek met haar had maar toch schrok ze toen ze je weer zag. Uit de onderzoeken bleek dat er veel mis was. Het was veel erger dan we dachten. Je kalium was te laag, mineralen tekort, je was ondervoed en uitgedroogd en zo waren er nog meer dingen met bijv. je bloed niet in orde. De dokter zei dat als jij 2 of 3 dagen later was gekomen je er misschien niet meer was geweest. Toen je op je kamer was en alle onderzoeken voor die avond klaar waren ging je aan het infuus. Je kreeg alles door ’t infuus binnen. Vocht, kalium, en andere belangrijke dingen. De volgende dag hoorde ik van tante Pauw dat je 14 dagen niet meer had gegeten en nog maar 31 kilo woog. Ik was zo geschrokken. Je had het zelf ook niet verwacht zei je tegen mij. Omdat je zo lang niet meer had gegeten, ondervoed en uitgedroogd was moest alles opgebouwd worden. Als je een broodje zou eten met worst of zo erop zouden je organen dat niet aankunnen en zou je overlijden. Je moest stukjes appel eten, ’s middags een crackertje met tomaat en ’s avonds brood of gemengde groenten. Je had 20 minuten om het eten op te eten, als je dat niet deed werd het weggehaald en mocht je ook niets anders eten. Als je de week erop nog niet bent aangekomen moet het eten via je neus/keel naar binnen. Gelukkig heb je tot nu toe alle maaltijden die je moest eten goed opgegeten. Je ligt nu in het ziekenhuis. Mama slaapt bij je en ik ga zo weer naar je toe. Dan gaan we weer samen naar de badkamer en lachen om mensen die er al staan te douchen, haha! Als je aangesterkt bent, moet je in therapie. In Zeist. Voorlopig ben je dus nog niet thuis 

Je zag echt dat je het naar je zin had tijdens koninginnenacht. Ben blij om te zien dat je plezier hebt, blij dat je vrolijk bent want van binnen ben jij het tegenovergestelde. Je bent niet vrolijk zoals men je daar ziet, je valt terug en vind het moeilijk om je te vertonen. Ik vind het zo goed dat je het toch doet, toch doorgaat als ’n normaal mens. Ik zei eerder al dat ik altijd tegen je opkeek, dat doe ik nog steeds al is er heel veel veranderd natuurlijk. Ik kijk tegen jou op in het opzicht dat je zo sterk bent en alsmaar weer de moeite neemt om het beter te maken, jezelf beter te laten voelen en alles weer recht te zetten. Je gaat er telkens weer voor!
Je bent weer heel erg afgevallen, maar ik ben zo blij dat je het zelf nu wél inziet. Dat je door hebt dat het inderdaad niet goed zit.. De volgende stap is dat we er met z’n allen weer voor moeten gaan en er hard aan moeten gaan werken. Toen je laatst tegen mij en mama zei dat je van ons hield en dat je het verschrikkelijk vond om je te vertonen bijv. bij mijn vrienden, toen hield ik het niet meer hoor! Daar zaten Max en ik dan huilend, van half 8 tot half 9.

Een lange tijd heb je laten zien dat het ook goed kan gaan, geen geruzie en niet teveel afvallen. Je at altijd om 5 uur je eten, er ging geen dag voorbij dat je dat niet deed. Telkens hetzelfde. Natuurlijk niet goed om elke dag hetzelfde soort eten naar binnen te werken, maar goed.. je at.
Je zag er goed uit, goed op gewicht. Je ging ook weer meer dingen doen, bijv. met je vrienden, uitgaan enzo. Naar school gaan heb je iets minder dan een jaar goed volgehouden, altijd je huiswerk in orde en je kon over met goede cijfers. Toen ging het weer wat minder met je. Je kwam er eigenlijk ook achter, toen je met school naar de nieuwe locatie ging, het eigenlijk niet echt een opleiding voor jou was. Je stopte.
Aan de ene kant goed om er mee te stoppen, zodat je nu dan écht aan jezelf kon werken. Aan de andere kant ook weer niet echt goed, je bent continu bezig met je ziekte en vaak alleen thuis. Dat vind mam ook niet fijn, want ze wilt haar werk er niet nog een keer voor opgeven.

Laatst zaten we te eten en we begonnen over jou eetstoornis. Je werd boos op mama, zoals altijd eigenlijk en ik besefte de laatste weken (de 3e week van Corsica en de weken daarna thuis) dat ik er echt klaar mee was. Het was echt de druppel. We hebben een hele avond zitten praten, kregen erge ruzie. Eindelijk heb ik eens kunnen zeggen hoe ik erover dacht al die tijd. Ik heb altijd mijn mond gehouden, wat ik dacht was niet belangrijk. Toch wilde ik het nu eindelijk is zeggen, niet langer opkroppen. Papa kwam er op een gegeven moment bij zitten en die werd ook nog is boos, toen had ik het helemaal gehad. Ik had echt geen behoefte meer om dingen met z’n vieren te doen. Absoluut niet.

Jij vroeg veel dingen aan me, of ik met je mee wilde naar het dorp of mee naar de stad. Ik wilde het niet. Ik had er geen behoefte aan.
Vroeger gingen we ook vaak even samen naar de stad, jij vroeg me dan om leuke kleren uit te zoeken. Kleding die ik ook had, zei je altijd. Ik ging mee om je te helpen. Ik pakte allerlei kleding, liet het je zien maar je vond het maar niks. Ik kon in die tijd nooit iets goed doen, je zag dan niet in dat ik het alleen maar deed om je te helpen en er een goede bedoeling bij had. Dat zag je van niemand in. Mama had ook alleen maar het beste met je voor, dat heb jij tot op de dag van vandaag nooit echt goed beseft geloof ik.
Als mam maar één opmerking maakte over iets wat in de richting van eten kwam, dan viel je haar zo erg aan. Vaak meteen ons allemaal, want ik bemoeide me er dan weer mee volgens jou.
1e week op Corsica, in Lozari, gebeurde dat. Mama zei iets tegen jou over het eten en jij werd echt woedend. Jullie stonden een tijd op de badkamer te ruzieen, toen boven. Ik schaamde me, ik schaamde me voor Fabi en Thomas dat die dat moesten horen. We zouden uiteten gaan, en het was tijd om te gaan dus ik ben naar boven gelopen om te zeggen dat het zo wel mooi was geweest en dat we moesten gaan. Achteraf dacht ik dat ik dat beter niet had kunnen doen, dat ik beter buiten een zweedse puzzel had kunnen maken en kon wachten totdat jullie klaar waren.
Altijd als jij en mama “ruzie” hadden, bemoeide ik me er mee. Dat was omdat ik zag dat mama gewoon niet goed wist wat ze er nou mee aan moest. Dat dacht ik op die avond ook. Ik zei tegen je dat het wel genoeg was geweest, dat we wilden gaan. Ik weet niet goed meer wat jij daarop zei, maar het was een aanleiding voor mij om een boze opmerking terug te maken. Het begin van de week was wel goed gegaan, tot die avond.
Na enkele minuten waren we al hard aan het schreeuwen tegen elkaar, mama die ertussen stond en iedereen die het kon horen. Ik was er echt klaar mee, had al een vakantie van 2 weken achter de rug en vond het wel mooi geweest. Ik was bang dat het nog vaker zou gebeuren, dat wilde niemand natuurlijk. We zeiden dingen tegen elkaar die we eigenlijk niet moesten zeggen, jij maakte me zo boos. Je schold me voor alles en nog wat uit. Het voelde alsof dit de druppel was. Ik was zo klaar met jou, ik was lang niet meer zo boos op jou geweest. Doordat het een tijd, voor we op vakantie gingen, ook al niet goed zat tussen ons kropte alles op.

Jij bleef maar schreeuwen, hebben die buren van ons vast leuk gevonden!
Ik ben naar m’n kamer gegaan, voordat ik ook dingen ging zeggen waar ik achteraf dan weer spijt van kreeg. Ik baalde er echt van, ik baalde ervan dat dit moest gebeuren. Al had ik het kunnen weten.
Ik zat op mijn kamer, mam kwam kijken en ze snapte me gelukkig wel. Pap probeerde ook te helpen, maar hij werd er gek van dat wij allebei zo overstuur waren. Toen was het punt bij hem ook bereikt dat hij boos werd. Hij had al genoeg stress van het werk, en dat komt er dan natuurlijk in een keer allemaal uit. Hij werd heel boos, en zei dat we het allemaal uit moesten zoeken. Hij bleef ook maar zeggen dat we de volgende dag de boot weer terug zouden pakken.
Ik heb mijn MP3 gepakt, ben zo snel als ik kon naar het strand gegaan en heb daar een tijdje gezeten. Weet niet hoe het toen verder is gegaan met jou en pap, maar dat kon me op dat moment even helemaal niks schelen.
Toen ik terug liep richting het park, kwam jij met rode ogen op me af gelopen. Het laatste waar ik zin in had, was praten met jou. Ik vond het wel goed zo, was niet in me op gekomen om mijn excuses aan te bieden.
Je vond het vervelend dat het zo gelopen was, en je vertelde me dat je het zelf niet in de hand had. Op vakantie was je goed op gewicht, maar dat werd wel wat minder. Hoe snel dat bij jou kan gaan is echt ongelooflijk.
Ik zei tegen je dat ik de laatste tijd wel eens momenten had dat ik je heel goed snapte, de manier waarop je dacht. Misschien omdat ik je zus ben.
Natuurlijk denk jij er niet zo over, voor jou voelt het alsof nooit iemand je snapt of ooit zal snappen. Er zullen ook niet veel mensen zijn die je snappen, dat maakt het nog moeilijker lijkt me.
Je hebt me denk ik ook nooit gelooft toen ik zei dat ik je snapte, maar ik had het in ieder geval wel tegen je gezegd. We stonden nog even te praten en op ’t eind was het wel weer redelijk goed. We liepen terug, je vond het moeilijk om nu nog tegen hun te zeggen dat het een beetje uit de hand was gelopen en je niet zo had moeten doen. Vrij snel ging jij op bed liggen, en ik vlak erna ook.
Er zijn een hoop dagen dat het goed gaat tussen ons, dan kunnen we lachen om stomme dingen of praten over onzinnige onderwerpen. Ook zijn er een hoop dagen dat we nauwelijks praten. Ik denk dat die dagen er meer zijn, helaas.
De laatste tijd al helemaal. Het erge is, is dat ik weet dat het voornamelijk aan mij ligt. Sinds de 3 weken vakantie was ik er toch wel echt klaar mee. Ik wilde gewoon dat alles normaal was. Als ik bij vrienden zag dat ze leuk met hun broer of zus omgingen, dan baalde ik want wij hadden dat niet meer en hebben dat ook nooit echt gehad zoals het hoorde.
Na die eerste ruzie op Corsica ging het een tijdje goed, maar na een ongeveer een week was er wel weer een ruzie. Je werd boos op mij omdat ik tegen je had gezegd dat ik terug wilde naar vorig jaar Corsica, toen was je niet mee. Heel lullig van mij om dat te zeggen, maar het erge was, was dat ik het wel meende. Ik wist dat er ruzies zouden komen. Natuurlijk zijn er ook leuke momenten geweest!

Na die ruzie aan tafel, negeerde we elkaar. Jij deed moeite om met mij te praten. Juist dat wilde ik niet, ik wilde dat je me met rust liet. Even niks.
We zijn er die avond, na uren gepraat te hebben, niet uitgekomen hoe het nou beter kon worden. Ik wist het echt niet, als ik een oplossing wist had ik dat meteen gezegd en had ik geprobeerd het zo snel mogelijk op te lossen. Mam zei dat ik meer interesse moest tonen in jou, dat was ook wel waar. Ik toonde niet veel interesse in jou, omdat ik daar geen zin meer in had. Toen mam dat zei wist ik dat het niks zou worden, dan wordt het geforceerd. Dat werkt al helemaal niet. We kwamen er niet uit.

Tot de dag van vandaag zit het nog niet goed. We leven eigenlijk een beetje langs elkaar. We zullen nooit gezellig samen naar de stad gaan, op de een of andere manier gaat dat niet.

Toch leefden we een periode niet langs elkaar, we gingen samen naar de stad om uit te gaan en dan hadden we het gezellig samen. Het ging goed met jou, je had je verhaal gedaan in de Girlz en iedereen was daar enthousiast over. Je had het goed gedaan.
Allemaal verhalen met een “happy end” stonden erin en het leek inderdaad eindelijk voor een groot deel over te zijn. In ieder geval het spugen. Natuurlijk was je eetpatroon nog niet goed, en in je hoofd zit het ook nog niet goed maar je had een lange tijd een goed gewicht en je raakte het eten niet meer kwijt.
Toen hoorde ik van mam dat het wat minder ging, maar dacht dat het snel weer goed zou gaan.
Je was de afgelopen tijd vaak in de stad te vinden en er kwamen veel jongens over de vloer. Ik zocht een reden dat het wat minder met je ging en dacht dat het kwam door die jongens. Je wilt mooi zijn en misschien voelde jij je dat niet. Al weet ik natuurlijk niet wat de reden is. Jij vertelde me dat je daar geen controle over hebt, zo’n mindere periode duikt vanzelf op. Dat is het vervelende eraan, jij hebt het niet in de hand.
Er ging een tijdje overheen en ik had niet veel vernomen van je slechte periode. Ik had mezelf tenslotte voorgenomen om me er minder druk om te maken, me er niet meer mee te bemoeien. Dus dat deed ik. Ik deed m’n ding en kreeg niet veel mee van hoe jij je voelde.
Toen had je weer controle in het ziekenhuis en toen je thuiskwam zat je een hele tijd met pap en mam boven te praten. Ik zat beneden en had al een vermoeden dat het niet goed zat. Toen je beneden kwam bleef pap maar leuk praten terwijl ik ook wel zag dat jij gehuild had toen je beneden kwam. Je deed je vrolijk voor maar dat was je niet. Naar mijn idee was je teleurgesteld in jezelf dat het weer slecht ging. Het viel me al een tijd op hoeveel mondwater jij kocht. Dat lijkt me een goede manier om na het spugen weer ’n frisse smaak te krijgen. Ook kon je maar niet van de drinkvoeding afkomen. Dat lijkt me een goede manier om makkelijk over te kunnen geven omdat het vloeibaar is. Misschien zit ik helemaal fout, en haal ik domme dingen in me hoofd, maar ik kan niet stoppen met zoeken naar redenen waarom dit jou overkomt.
Toen sprak ik je op MSN. Ik vroeg aan jou hoe het was gegaan in het ziekenhuis, al wist ik bij mezelf ook wel dat het niet goed zat. Je vertelde dat je verslaafd was, verslaafd aan het eten en overgeven. Je zei dat je het zelf niet wilde maar toch moest je het zo doen. Je kon niet anders zei je.
Ik probeerde je te snappen en bepaalde dingen die je zei kon ik ook wel plaatsen. Toch voelde jij het anders want je zei tegen me dat ik op moest houden met het proberen te snappen. Ik snapte je toch niet. Het enige wat ik wilde doen door dit gesprek met je aan te gaan, was om jou te helpen. Of in ieder geval te steunen.

We kregen ruzie. Ik zei tegen je dat het een fout van mij was om hierover te beginnen want we snappen elkaar toch nooit. Jij vond het dom wat ik zei, volgens jou kon ik niet met je praten. Ik kon optiefen. Ik was echt klaar met jou op dat moment, maar natuurlijk kan ik je niet alsmaar negeren en doen alsof je niet bestaat. Je bent mijn zus!

Normaal bespreken we altijd het weekend als je uit bent geweest, dit weekend niet. Ik hoefde je verhalen even niet te horen.
Het vervelende is, dat ik juist in jouw slechte periodes me rug naar jou keer. Terwijl je dan juist steun van mij, mam en pap wilt. Ik kan je die dan gewoon niet geven, omdat we nooit normaal kunnen praten als het over jou gaat. Ik kan jou niet accepteren hoe je nu bent, en natuurlijk weet ik dat die ziekte jou veranderd, maar alsnog lukt het niet.

4 weken geleden gingen mam, pap, fabian en ik op vakantie naar een huis in Zuid-Frankrijk. Jij ging niet mee. Je wilde niet, je dacht dat je voor ruzies zou zorgen. Mam en pap vonden het jammer dat je niet meeging, logisch. Ik eigenlijk niet, ik voelde me opgelucht. Ik wilde niet weer een vakantie met veel geruzie en gedoe, hoe lullig het ook klinkt.
Op zaterdag 7 augustus waren we aangekomen in de avond. Lange reis gehad, dus op tijd naar bed gegaan. Volgende ochtend kwam ik naar boven waar mam al op het terrasje zat met een kopje koffie om wakker te worden. Ze keek op en ik zag dat ze moest huilen. Ik schrok, ik dacht dat er misschien iets niet goed was met opa of oma die bij ons thuis waren om op jou te passen. Maar nee, dat was het niet. Het ging over jou. Jij was weer opgenomen.
Ik schrok ervan, ik had het niet verwacht maar ook weer wel. Een paar weken voor we op vakantie gingen had ik het gevoel dat er binnenkort een grote terugval zou zijn, en dat was zo.
Je was ’s nachts, na het uitgaan, onwel geworden. Je was helemaal stijf en kon niet goed bewegen en dus al helemaal niet goed praten. Je belde 112, maar door de dubbele tong was je onverstaanbaar en hing de mevrouw geïrriteerd op. Je bent zelfs beneden op de deurmat gaan liggen, zodat iemand je meteen kon vinden als je weg zou vallen of iets dergelijks. Op zich wel slim, maar als opa en oma dat hadden gezien...
Toen heb je het nummer van het ziekenhuis gebeld om een ambulance te laten komen. Dat is gelukt, al duurde het wel een tijdje voor hij er was, en moest oma ook nog is toestemming geven. Toen ben je opgehaald en kreeg je in het ziekenhuis meteen een kamer waar je aan de hartmonitor en het infuus kwam te liggen. Jij had zelf al aangegeven toen je de ambulance belde dat het ging om een te laag kaliumgehalte. Dat was inderdaad zo, je kalium was erg laag dus dat moest zo snel mogelijk weer op goed peil gebracht worden. Dat is gelukt, na 2 dagen mocht je ’s morgens vroeg weer naar huis. Pap en mam hadden elke dag veel contact met je, jij voelde je alleen en eenzaam. Iedereen was die 2 weken zowat op vakantie, dus je had niet zoveel te doen. En dan was je ook nog is opgenomen geweest…
Je vertelde mij aan de telefoon, op vakantie, dat je een paar maanden eerder moest bloed prikken in het ziekenhuis ter controle. Dat had je nog regelmatig, en Desiree belde als de uitslag bekend was van jouw bloed. Ze had jou gebeld en gezegd dat je onmiddellijk opgenomen moest worden, dit heb jij toen niet aan mam verteld dus die wist op dat moment van niks. Gelukkig is het toen goed gegaan, en heb je het zelf redelijk goed volgehouden, al was het nu wel weer een schrikmoment toen je weer opgenomen was.

Toen wij weer thuis kwamen ging het goed tussen ons. We hadden veel te bespreken en dat deden we dus ook.

Als we iets hadden afgesproken met mam of pap, rekende wij erop. Logisch.
Maar toch kwam jij vaak ’s morgens, bijv. op een zondag na uitgaan, naar beneden om te zeggen dat je geen zin had om mee te gaan en dus thuis wilde blijven. Dan werden wij best pissig, aangezien we er op gerekend hadden.

25 september zat jij gewoon op school (schroevers). Je had tegen mam gezegd dat je tot 3 uur op school zat, en dat we dan even met z’n drietjes de stad in zouden gaan opzoek naar schoenen voor onder ons pak voor school. Mam en ik zaten al een halfuurtje te wachten en jij kwam rond half 4 naar buiten. We liepen richting de stad, gingen naar de eerste beste winkel met hakschoenen en toen we daar klaar waren had jij al meteen zoiets van: ik ben moe, ik wil naar huis. Dus dit zei je tegen ons. Mam werd er een beetje geïrriteerd van, aangezien we het af hadden gesproken en jij nogal vaak afhaakt. Jij zei dat je de bus naar huis zou pakken, en dat wij nog maar even verder moesten kijken.
Op dat moment dacht ik echt: waar gaat het om!? Het is altijd zo’n gedoe, jij kunt nooit gewoon even rustig meelopen opzoek naar hetgeen dat je moet kopen. In plaats daarvan ga jij meteen naar huis, omdat je “moe” bent.
Goed, ik had zoiets van ik loop zelf wel verder, ik zoek het zelf wel zonder jullie. Als het zo moeilijk is om gewoon even normaal de stad in te gaan, ga ik liever alleen. Loop ik rustig op m’n gemak de winkels in zonder continu gezeur en commentaar van jou.
Uiteindelijk gingen mam en ik samen nog even de stad in. Sjongejonge, wat een gedoe.
Toen ik en mam thuis kwamen stelde mam voor om die aanstaande vrijdag een dagje naar Utrecht te gaan om daar de dingen te zoeken die we nodig hadden. Leuk idee vond ik het, en jij ook wel geloof ik. Al werd het een heel gedoe. Ik vroeg of vrijdagmiddag goed was, mam zei van wel en jij zei dat je al een halve afspraak had staan. Heel onduidelijk deed je. Ik vroeg nog een keer of je nou wel of niet kon, waarop jij zei dat je het niet wist. Het leek wel alsof je het niet wilde. Ik vroeg aan je of je die halve afspraak niet kon verplaatsen, zodat we vrijdag gewoon gezellig met z’n drietjes naar Utrecht konden gaan. Nee, dat kon je niet en wilde je niet doen, want ook ik verplaatste nooit dingen voor jou, blablablabla. Ik was weer de foute, zoals altijd.
Ik werd pissig, pissig om het feit dat jij je nooit aan kunt passen aan ons, of aan mij. Ons gezin is al niet echt hecht, dus juist een dagje uit zou leuk zijn.
Je liep geïrriteerd naar boven, bleef daar staan en kwam weer terug de woonkamer in. Het was stil, mam keek tv, jij keek voor je uit en ik zat in stilte op de bank. Jij kwam terug om verder te praten, je was nog niet klaar. Je begon weer over mij dat ik moeilijk deed over de dag dat we naar Utrecht zouden gaan. Daar ging het mij helemaal niet om, het ging mij erom dat jij je een keer zou aan moeten passen, wat je in mijn ogen nooit doet. Je snapte mij niet, ging continu door over die afspraak en het werd zo’n gedoe dat ik er al geen zin meer in had. Ik werd boos, heel boos. Mam zat in stilte voor zich uit te staren naar de beelden op tv, ze zei niks en hielp ons ook niet. Misschien ook wel beter, wij moesten het natuurlijk ook zelf uitzoeken en eventueel oplossen.
Je ging maar door met praten over mij, in negatieve zin. Ik kreeg de tranen al in m’n ogen, en wilde naar boven lopen. Ik zei tegen je dat ik echt niet met je om kon gaan, dat ik niet met je overweg kan. Dat blijkt elke keer wel weer.
Jij stond in de deur opening en ik heef mijn stem en vroeg je aan de kant te gaan, en bij mij uit de buurt te blijven. Dat deed je niet. Ik weet niet meer wie het nou deed, maar een van ons duwde. Ik botste tegen de deurpost aan en toen was het klaar. Ik wilde niet eens meer nadenken of ik het juiste deed, dat maakt me op dat moment helemaal niks uit. Ik duwde jou stevig de kamer in, het was genoeg geweest.
Nu denk ik: had ik dat maar nooit gedaan. Het was het begin van een ruzie die ik niet snel meer zou vergeten. Na ik jou had geduwd, kwam je op mij afgelopen met je vuisten half gebald. Je trapte mij in mijn buik.
De woede kwam omhoog bij ons allebei, we hadden niet meer door wat we deden. We duwden, sloegen, trapten elkaar en scholden elkaar uit voor alles en nog wat. Mam raakte in paniek, ze kwam ertussen staan en begon te roepen dat we op moesten houden met een paniekerige toon. Ik duwde jou op de stoel, mam kwam er tussen staan en jij probeerde mij te slaan. Mam bemoeide zich ermee, gericht op jou. En toen deed je iets wat ik, hoe boos ik ook zou zijn, nooit zou kunnen doen. Je sloeg je eigen moeder.
Ik weet nog heel goed hoe ik mam “au!” hoorde zeggen. Je leek niet geschrokken te zijn van wat je had gedaan, door de woede kreeg je die kans niet.
Toen kwam je weer op mij af, mam stond er weer tussen dus je kon mij niet meer trappen. Ik heb denk ik nog nooit zo hard geschreeuwd, ben ook nog nooit zo overstuur geweest. Je schold me voor alles en nog wat uit, ik huilde en nam mezelf voor niet terug te schelden. Dat lukte. Ik pakte mijn tas van de grond, liep naar de voordeur en sloeg hem hard achter me dicht.
Hoe het binnen verder is gegaan weet ik niet, maar ik wilde weg. Ik wilde jullie niet meer onder ogen komen die dag, dit was véél te ver gegaan.
Al trillend liep ik het park in tegenover ons huis. Ik wist zo snel niet waar ik heen moest gaan. Fabi heeft me opgehaald en ben naar hem toegegaan en in tranen uitgebarsten in de armen van Patries.
Hoe kon ik je nu nog aankijken? Hoe kon ik dit nou vergeten? We hebben erge ruzies gehad, maar dit? Nee. Dit sloeg alles.
Ik moest natuurlijk wel weer naar huis komen. Mam stond in de keuken en deed vrij normaal tegen me. Ik wist niet goed wat ik moest doen, ik wilde jullie allebei negeren maar op de een of andere manier lukte dat me niet. Mam vroeg hoe het ging en ik kon eigenlijk wel janken. Ik hield me in en heb me terug getrokken. Wij hebben een paar dagen nauwelijks een woord gewisseld. We waren klaar met elkaar, dachten we. De spanning was duidelijk te merken in huis, gek werd ik ervan. Na ruim een week leek alles weer wat tot rust te komen. Ik probeerde de ruzie te vergeten, jij net zo naar mijn idee. Er is nooit meer over gesproken tot nu toe en daar baal ik van. We ontliepen het, dat maakte het juist alleen maar erger.

We zijn weer een hele tijd verder. Of het beter gaat? Mmmh, nee.
Het is een cirkel waar je in blijft hangen, alsmaar hetzelfde liedje. Soms lijkt het beter te gaan, maar dan val je terug. Of je krijgt enorme eetbuien.
Laatst leek het er weer op dat er weer sloten op de koelkasten moesten komen en het eten weer verstopt moest worden. Alles was op. Waar je het laat? Dat vraag ik me nog steeds af.
Zolang de pot Nutella ’s morgens maar klaarstaat voor mijn ontbijt, haha.

Er zijn vaak momenten dat ik niet goed weet hoe ik met je om moet gaan. Hoe ik op je moet reageren. De laatste tijd gaan we goed met elkaar om, soms een discussie of woordenwisseling, maar echte ruzies zijn er al een tijdje niet geweest. Gelukkig.
Dat je zo anders bent dan anderen is niet fout, is juist iets goeds van jou. Alhoewel dat soms schaamtelijke momenten oplevert. Dat zal er wel bij horen, en jij bent nou eenmaal zo dus dat heb ik maar te accepteren.
Nu heb je 24 januari (2011) een intake-gesprek gehad bij een kliniek in Warnsveld. Pap en mam waren erbij en die moesten ook beide een gesprek voeren met de man die kijkt of jij in de kliniek past. Nu zijn we ruim een week verder en er is nog niks bekend, dit horen we waarschijnlijk over een week. Ik hoop echt dat je er dit keer achter staat, dat je ervoor gaat en bereid bent weer een hoofdstuk af te sluiten. Het moet een keer ophouden, in ieder geval dat jij zo ver bent dat je er mee om kunt gaan. Normaal patroon terugkrijgt in je leven.
Ook school gaat niet goed, je probeert wel elke dag te gaan, maar vaak blijf je lang in bed liggen. Het slapen ging een tijd heel slecht, je leefde zowat ’s nachts.
Als ik thuiskwam van het uitgaan, was jij beneden brood aan het roosteren. Of als mijn wekker om 6 uur ging, hoorde ik je naar beneden sluipen en eten pakken. Zo ging het elke nacht/ochtend wel. Wel ging je meer eten, je bent inmiddels ook wat kilo’s aangekomen. Je at zelfs weer een keer ’s avonds mee, dat was al heel lang niet meer voorgekomen. Ik weet niet beter dan dat jij niet mee-eet. Heel typisch dat mam altijd de tafel voor je dekt, elke dag weer. En dat terwijl ze weet dat je niet mee-eet. Een soort gewoonte.

Rond kerst ging het even heel slecht met je. We zouden gaan gourmetten op kerstavond, maar jij was onwel geworden. Je voelde je zo slecht en ging ook meteen met mam naar de dokterspost. Echt wijzer werd je daar niet van, wel kreeg je andere medicatie. Kerstavond zouden wij thuis moeten blijven omdat het niet goed met je ging, niet erg natuurlijk. Wel vervelend om alles om te moeten zetten en aan te passen aan je situatie, vond ik. Ik moest Patries vertellen dat het weer niet door kon gaan. Gelukkig is het uiteindelijk goed gekomen en hebben we een leuke kerstavond gehad.
Het was jammer dat het rond kerst zo slecht met je ging. Onze kerst was niet echt een ‘aangename’ kerst. Ik was blij dat het weer voorbij was, als ik eerlijk ben.

Ik had het erover met vrienden dat het niet zo goed met je ging. Zij vroegen mij: “hoe kan het dan dat ik Romy wel elke keer in de stad zie met uitgaan?”
Ik dacht na en bedacht me dat dat inderdaad raar is. Ik net vertellen dat het niet goed met je gaat en dan zien ze je die avond gewoon in de stad.. Dat is typisch iets voor jou, hoe slecht jij je ook voelt, uitgaan doe je toch wel. Je denkt anders dat je wat mist en aan de ene kant is het denk ik ook wel goed dat je gewoon gaat, je hebt afleiding.
Jouw woorden: ‘ik slaap ’s nachts toch niet, kan ik net zo goed de stad ingaan.’

Een tijd was er rust thuis. Geen geruzie, geen grote spanningen.
Het leek goed te gaan. Je was weer goed op gewicht, een nieuwe relatie met Laurens, het zag er allemaal wat beter uit.

Een tijdje terug heb je een kennismakingsgesprek gehad bij “Amarum” en een tijd lang stond je er ook echt achter om je op te laten nemen in deze kliniek.
Ik was blij. Zo blij. Het leek dit keer ein-de-lijk anders te gaan, niet meer die cirkel waar we met z’n allen in vastzitten. Of eigenlijk jij in vastzit.
Alles op de rit is niet het juiste om te zeggen, maar over het algemeen ging het niet slecht.
Daardoor zag je waarschijnlijk ook niet in waarom je naar die kliniek zou moeten gaan.
Natuurlijk wist jij dat ze jou daar goed konden helpen, ook nu het beter met je ging, maar je wilde helemaal niet weg. Je hebt hier je ding.
Amarum is een kliniek waar je in de weekenden naar huis mag, iets wat vaak niet voorkomt in een kliniek, dus een groot voordeel. Dan kun je in de weekenden nog je eigen ding thuis behouden.
De man waarmee je het kennismakingsgesprek had vond je niks.
Naar jouw idee kon hij je niet gericht helpen, hij vertelde dingen die jij allang wist en waar jij niet meer achter hoefde te komen.
Jij bent gelukkig al zover dat je zelf kunt zeggen: “Ik heb een eetstoornis”.
Natuurlijk is het een grote stap om ineens de knop om te zetten en je op te laten nemen.
Al zou je denken dat na alle moeilijkheden die je hebt meegemaakt door je ziekte, het nu mooi geweest is en je je moet laten helpen.
Toch wil je die hulp niet.
Amarum heeft je meerdere keren teruggebeld na het kennismakingsgesprek en jij neemt de telefoon niet op. Ook bel jij niet terug.
Mam vertelde mij dit en ik was echt teleurgesteld. Ik was zo blij om te zien dat jij dit keer, naar mijn idee, achter de beslissing stond om je op te laten nemen.
Dat had ik dus fout. Weer gaat het niet door. Weer terug in de cirkel. Weer.
Zelfs geen psycholoog meer waar je wekelijks heen gaat. Niks.

Alles leek opnieuw te beginnen. Mam begon alweer over de sloten op de koelkasten, badkamer en wc. Ik was het hier mee eens. Ik ergerde mij dagelijks aan jou.
Ik kwam beneden en ja hoor; de pot nutella weer leeg. Rara door wie? Nee natuurlijk niet door jou. Nee, hoe kom ik erbij? Dat doen vast de kaboutertjes. Of de honden. Of jij!
Elke dag was er wel weer iets weg, van de kaas tot de roze koeken.
’s Nachts of ’s morgens hoor ik je naar beneden lopen en eten pakken.
Ook na het uitgaan is het eerste wat ik ruik de broodrooster met aangebrand brood erin.
Zelf wil je op de een of andere manier maar niet geloven dat je anders bent dan anderen.
Jij vindt ook dat ik anders ben dan anderen, dat zou ook maar zo kunnen maar ik probeer wel met alles normaal mee te doen en dat lukt jou vaak niet. Al weet je wel precies hoe het moet.

6 uur. Etenstijd. Ik zat met mam rustig te eten, wel hadden we het over jouw eetgewoontes, dat er toch wel iets moest veranderen.
Een lange periode zwegen wij allemaal thuis over de situatie, niemand zei er wat van. Dat lost natuurlijk niks op.

Op een gegeven moment kwam jij erbij zitten, mam vertelde al dat ze het over het eten wilde hebben. Dat ze ervan baalde, dat als ze iets kocht, jij het meteen opat.
Mam zei laatst: “Eb, haal je even brood? Doe maar 6 halfjes”. En dan kon het maar zo zijn dat je de dag ervoor boodschappen had gegaan en ook aardig wat halfjes brood had gehaald.
Er moest iets veranderen, dat was duidelijk.
We vertelden dat we het vervelend vonden dat je zo omging met het eten en er nu maar is over gesproken moest worden.
Je ging in de aanval. Boos werd je. Ontkende alles.
Alles wat ik zei tegen jou draaide je om, en ik kreeg het net zo hard weer terug.
Volgens jou had ik verzonnen dat de pot nutella op was of het brood, want jij at het niet.
Ik werd boos. Alle woede die ik altijd wegdruk kwam omhoog. Het werd gewoon teveel, het was genoeg geweest. Jij moest maar is weten hoe erg ik het vond om elke dag weer geconfronteerd te worden met alle problemen die je met je meesleurt.
Mijn glas Spa Fruit gooide ik gericht naar jou. Ik was het zat.
Toen begon het, je pakte de bak met doperwten en wilde die naar mij toegooien.
Ik werd zo kwaad, ik stond op en ging voor je staan. Je duwde me aan de kant en het ging van kwaad tot erger. Er ontstond een hele uit de hand gelopen situatie.
Ik hoorde mam roepen dat we moesten stoppen. Was pap er maar bij, die had ons meteen uit elkaar kunnen halen.
Mam sprong ertussen, maar niks leek te helpen.
Het ging maar door. De klappen werden uitgedeeld.
Ik was in paniek. In paniek rende ik naar de voordeur. Ik wilde weg.
Daar stond ik dan om 7 uur ’s avonds op de oprit, in mijn pyjamabroek op sokken met de tranen over mijn wangen. ‘En nu?’ dacht ik.
Ik durfde niet meer naar binnen, bang dat het door zou gaan. Toch moest ik wel.
Ik liep via de achterdeur naar binnen en zag dat jij nog schreeuwend in de gang stond met mam.
Je vroeg me te komen praten, maar na wat er was gebeurd wilde ik niet eens meer met je praten. Het was te ver gegaan en het was niet de eerste keer dat er zoiets gebeurde.
Er viel naar mijn idee niks meer te bespreken, alles was duidelijk.
Je ging voor mij staan, terwijl ik naar boven wilde lopen.
Ik vroeg je meerdere keren aan de kant te gaan, dit deed je niet.
Het maakte me zo boos, je lokt het gewoon uit. Ik duwde je aan de kant en rende naar boven.
Rennend en agressief kwam je achter mij aan de trap op.
Voor het eerst was ik écht bang in mijn eigen huis, voor mijn eigen zus.
Je bleef onderaan de trap staan. Ik pakte snel mijn mobiel en deed een fatsoenlijke broek aan met schoenen.
Je stond nog onderaan de trap, weer wilde ik erlangs dus ik gaf je een zetje zodat ik door kon lopen. Dit had ik beter niet kunnen doen.
Ik struikelde en viel op de grond. Je ging los op mij alsof ik een boksbal was.
Natuurlijk waren we allebei even fout. Woede en agressie waren de enige dingen die we voelden. Die omhoog kwamen na al het zwijgen thuis.
Mam kwam eraan en haalde ons uit elkaar. Ik ben snel door de voordeur weggegaan.

Eenmaal buiten heb ik een rustig plekje opgezocht. Ik moest nadenken. Jij ook.
Dit kon niet, wat er was gebeurd geloofde ik haast niet. In mijn gezin? Wow.
Ik ben gaan lopen. Er brandde iets in mijn gezicht, onder mijn oog. Ik keek in de spiegel van een auto en zag dat er bloeddruppels over mijn wang liepen.
Jouw nagels stonden in mijn gezicht gekrast.
Iedereen vroeg wat er was gebeurd. Mijn bijnaam was: Scarface.
En ik maar: “Ja, de kat was wild! Erg he?”
Een kat als zus.

Ik heb niet thuis geslapen die avond. We hadden allebei rust nodig en tijd om iets goed na te denken wat nou een goede oplossing voor ons allemaal kan zijn.

Ik kwam weer thuis en we negeerden elkaar zo hard als het maar kan. Begrijpelijk na zo’n aanvaarding.
We zaten op het terras met z’n viertjes en mam sneed het onderwerp weer aan over het eten. Prima, want het moest toch een keer uitgesproken worden.
Uren gepraat, geen stap verder.
Voor mij was het duidelijk, van mij hoefde het niet meer.
Hoeveel kansen wij elkaar wel niet hebben gegeven, en geen een kans is met beide handen gegrepen. Elke keer gaat het weer fout.
Dit was het toppunt. De krassen in mijn gezicht deden me elke keer weer terugdenken aan die avond. Bah.
We kwamen er niet uit. Ook was pap er nu bij, of dit het makkelijker maakte weet ik niet.
Je lokte me weer uit. Je zei mij dat ik niet helemaal 100% ben.
De woede kwam weer omhoog. Ik stond op en zei je dat je op moest houden.
Pap stond meteen op. Gelukkig. Hij haalde ons uit elkaar en werd heel boos.
Het scheelde niet veel of we vlogen elkaar weer om de oren.

En nu? Negeren? Zwijgen? Nee. Niet weer.
Ik denk elke keer terug aan onze aanvaarding, hoe heeft het zo ver kunnen komen?

Pap en mam zijn alleen maar bezig met het beschermen van jou. Bang dat jij het niet aankunt zonder hun bescherming. Beide zien ze het niet in.

Nu is er nog niks opgelost. We zijn nog niks verder. Jij wilt geen hulp, dus we blijven hierin hangen.
Toch heb ik geen sterk gevoel van spijt.
Mijn gevoel is zo dubbel. Als ik over onze situatie nadenk kan ik heel boos worden op jou, of net zo hard beginnen te huilen omdat ik het zo erg voor je vindt.
Ik wil je weer zien als mijn grote zus, waar ik altijd tegen opkeek. Soms voelt het alsof ik de oudere ben en jou moet beschermen. Al zie jij het waarschijnlijk totaal niet zo…

Je ligt veel op bed. Urenlang. Ik lag in bed, en hoorde je hard roepen: “HELP!”
Ik dacht dat er iets ergs aan de hand was, dus ging meteen bij je kijken. Ik vroeg of ik pap en mam erbij moest halen. Nee was jouw antwoord na een lange stilte.
Wat er op zulke momenten door jouw hoofd gaat kan ik totaal niet invullen, misschien maar beter ook. Of niet?

Allemaal zijn we het zat, en willen we het anders. Toch gebeurd er niks. We gaan allemaal verder bij het punt waar we gebleven waren. Zwijgend.
Je vertelde mam dat jij meer niet inziet waar je voor vecht. Als jij hulp zoekt, moet je natuurlijk weten waarvoor je het doet. Je wilt de mensen om je heen laten zien dat je het kunt. Jij hebt het gevoel dat niemand om je geeft. Je voelt je waarschijnlijk heel alleen.
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 13-05-2011, 21:51
Eend
Avatar van Eend
Eend is offline
Je zou eens bij bol.com gaan kijken naar boeken van Milou van der Horst. "Mijn allerliefste vijand" is haar eerste boek. En die is erg aangrijpend!


Wijziging:
Ik heb het verhaal gelezen. Het is echt heel erg heftig. Er bestaan praatgroepen voor omstanders. Is dat niet iets?
__________________
Take my future, past, it's fine, but now is mine

Laatst gewijzigd op 13-05-2011 om 22:33.
Met citaat reageren
Oud 14-05-2011, 10:39
e-hazeleger
e-hazeleger is offline
Okay! Misschien wel een goed idee om dat boek te bestellen!

Ja, daar heb ik inderdaad wel is over nagedacht. Alleen dacht ik dat je dan meer hoort over de ervaringen van andere mensen, en zelf niet echt tips of echte hulp krijgt. Maar het kan zijn dat ik dit fout heb. Het is al heel fijn om met mensen te kunnen praten die in hetzelfde schuitje zitten, misschien toch een goede optie. Thanks!
Met citaat reageren
Oud 14-05-2011, 11:01
Verwijderd
Wil je tips van ons hebben hoe je er mee om moet gaan?

Maar een praatgroep of een forum met lotgenoten is misschien wel wat (?)
Een boek bestellen kan. Maar dat is wel heel heftig om zulke boeken te lezen. Ik vraag me af of je dat verder helpt, maar dat is voor elk persoon ook weer verschillend.
Met citaat reageren
Oud 14-05-2011, 12:46
Verwijderd
Citaat:
Okay! Misschien wel een goed idee om dat boek te bestellen!

Ja, daar heb ik inderdaad wel is over nagedacht. Alleen dacht ik dat je dan meer hoort over de ervaringen van andere mensen, en zelf niet echt tips of echte hulp krijgt. Maar het kan zijn dat ik dit fout heb. Het is al heel fijn om met mensen te kunnen praten die in hetzelfde schuitje zitten, misschien toch een goede optie. Thanks!
klinieken voor eetstoornissen bieden vaak ook programma's aan voor gezinnen en andere directe omstanders. behalve praten met lotgenoten worden daar ook tips gegeven en wordt daar ook veel hulp geboden
Met citaat reageren
Oud 14-05-2011, 14:01
Verwijderd
Heel mooi verhaal! knap gedaan.
Ik hoop ook dat de mensen hiermee ook eens gaan nadenken over de mensen naast de "zieke" persoon.
Met citaat reageren
Oud 15-05-2011, 12:42
Edelweiss
Avatar van Edelweiss
Edelweiss is offline
Ik heb het ook gelezen. Helemaal .

*knuffel*

PS. Hoe oud zijn jij en je zus?
Met citaat reageren
Oud 15-05-2011, 16:14
Eend
Avatar van Eend
Eend is offline
Citaat:
Wil je tips van ons hebben hoe je er mee om moet gaan?

Maar een praatgroep of een forum met lotgenoten is misschien wel wat (?)
Een boek bestellen kan. Maar dat is wel heel heftig om zulke boeken te lezen. Ik vraag me af of je dat verder helpt, maar dat is voor elk persoon ook weer verschillend.
Dat boek gaat over iemand met anorexia die vertelt wat ze denkt en hoe ze bepaalde acties doet. En vooral belangrijk: Waarom ze dingen doet!
Het is een waargebeurd verhaal.
__________________
Take my future, past, it's fine, but now is mine
Met citaat reageren
Oud 16-05-2011, 11:17
e-hazeleger
e-hazeleger is offline
Citaat:
klinieken voor eetstoornissen bieden vaak ook programma's aan voor gezinnen en andere directe omstanders. behalve praten met lotgenoten worden daar ook tips gegeven en wordt daar ook veel hulp geboden
Okee, thanks! Dan is dat toch een goede optie. Ik ging er vanuit dat het meer ging om het delen van ervaringen (wat natuurlijk ook al kan helpen) en niet echt om 'echte hulp' krijgen.
Die praatgroepen heb je altijd wel bij hulporganisaties toch? Dan zal ik het is opzoeken.
Met citaat reageren
Oud 16-05-2011, 11:18
e-hazeleger
e-hazeleger is offline
Citaat:
Ik heb het ook gelezen. Helemaal .

*knuffel*

PS. Hoe oud zijn jij en je zus?

Thanks! Mijn zus is 19 en ik ben over 'n weekje 17
Met citaat reageren
Oud 16-05-2011, 17:00
Edelweiss
Avatar van Edelweiss
Edelweiss is offline
Citaat:
Thanks! Mijn zus is 19 en ik ben over 'n weekje 17
Je had um nodig (al was het internet)

Alvast gefeliciteerd!

Hoe is het op dit moment met je zus, en met jou?!

x
Met citaat reageren
Oud 18-05-2011, 17:25
e-hazeleger
e-hazeleger is offline
Citaat:
Je had um nodig (al was het internet)

Alvast gefeliciteerd!

Hoe is het op dit moment met je zus, en met jou?!

x

Dankje!!

Nou het laatste deel van het verhaal heb ik 2 weekjes geleden geschreven, dus het is helemaal up-to-date tot aan nu. Het is nu wat rustiger thuis gelukkig, maar ik en mijn zus ontlopen elkaar een beetje. Spanning is te voelen, dat wel..
XX
Met citaat reageren
Oud 18-05-2011, 18:09
Edelweiss
Avatar van Edelweiss
Edelweiss is offline
Citaat:
Dankje!!

Nou het laatste deel van het verhaal heb ik 2 weekjes geleden geschreven, dus het is helemaal up-to-date tot aan nu. Het is nu wat rustiger thuis gelukkig, maar ik en mijn zus ontlopen elkaar een beetje. Spanning is te voelen, dat wel..
XX
Oké.

Kunnen jullie niet weer een keer praten?
Of gaat dat echt niet?

x
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren

Topictools Zoek in deze topic
Zoek in deze topic:

Geavanceerd zoeken

Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
Lichaam & Gezondheid Anorexia
Ferrywoman
94 21-05-2007 09:11
Psychologie Het-Grote-Lucht-Je-Hart-Topic-#43
Redhair
496 29-11-2005 13:44
Lichaam & Gezondheid Het grote lijntopic, deel 31!
Miracle
502 31-01-2005 16:14
Lichaam & Gezondheid eetstoornissen
Bianca16*
24 16-06-2004 22:40
Lichaam & Gezondheid anorexia/bolumia?!
meissie
44 03-03-2003 19:06
Psychologie Wat kunnen de oorzaken zijn van anorexia?
-Meisje-
31 01-02-2003 07:23


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 10:09.