Registreer FAQ Ledenlijst Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / Kunst & Cultuur / ARTistiek
Reageren
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 03-09-2001, 21:30
ArvidKeemink
ArvidKeemink is offline
(sorry voor de nieuwe post) Ik ben op vakanie begonnen voor de lol een FANTASY verhaal te schrijven. Het gaat over magiërs, draken, tijd en andere soort dingen. HEt stuk wat hier staat is 4.5 A4 (beetje lang, sorry) Dat komt ook door de vele alinea's, ik heb de alineas gedaan zoals ze ook in andere boeken voorkomen (wisselen bij tekst enzo blablabla)
Ik hoop dat iemand nog wat advies kan geven hoe ik het kan veranderen.... lach niet please


Hoofdstuk 1
Het Paleis

Atka zat aan de rand van de vijver, die middenin de
Paleistuin lag. Hij keek naar de grote spuitende
fonteinen. Het waren eigenlijk stenen vissen die het water de lucht in spoten. Vissen had Atka genoeg gezien. Hij was namelijk matroos en had moeten werken op het schip van zijn vader E'tel. Hij deed dat al zeven jaren en begon er schoon genoeg van te krijgen. Omdat Atka enig kind was, was hij altijd de jongste op het schip, want hij móést mee van zijn vader. De andere matrozen waren allemaal jaren ouder dan hij. Soms had hij vrienden, maar die vertrokken dan weer naar een andere plaats of gingen op andere schepen werken, dus was hij meestal alleen
Het was nu volop Zomer en de zon stond hoog aan de hemel. Atka hoefde niet te werken, omdat hij zes omwentelingen geleden dertien jaar geworden was en aan zijn ouders had verteld dat hij niet meer op het schip wilde werken. Hij had ruzie met zijn vader gekregen, maar die moest de dag daarna een verre reis maken naar de Oostlanden. Dat zou vast wel meer dan twee weken duren.
Atka vond het niet erg dat hij nooit veel geschenken kreeg op zijn verjaardagen, zijn ouders waren wel een van de rijkste van het dorp, maar niet rijk genoeg om zich luxe artikelen te veroorloven.
Ineens voelde hij een hand op zijn schouder. Hij schrok en sprong overeind. Hij botste tegen de Paleiswachter die achter hem stond, verloor zijn evenwicht en tuimelde voorover.
Net voordat hij in het water viel, voelde hij dat iets hem vast greep. Hij keek over zijn schouder en zag het glimlachende gezicht van de Paleiswachter die hem vasthield. De wachter trok hem weer recht.
'D-Dankjewel mijnheer' zei Atka, verlegen naar de grond kijkend.
'Het is niet erg hoor' zei de man en beetje grinnekend. 'Kom, dan vergezel ik je naar het Paleis.' Ze liepen samen richting de Paleisdeuren die de tweede ingang en uitgang van de Paleistuin was. Atka hoorde nog een paar andere kinderen, die ook in de tuin zaten, lachen
'Ik ben Cadel' zei de wachter plotseling. 'Jij bent Atka, hóóp ik'. Hij pakte een verfrommeld stukje perkament uit zijn buidel en liet het aan Atka zien.
'Naam: Atka. Ongeveer twee één derde armlengten lang (1,70 meter). Draagt een donker bruine broek en een lichtbruin overhemd, met zwarte laarzen en een riem. Hij heeft kort bruin haar en bruine ogen.' las hij van het blaadje voor. Dit moest het blaadje zijn dat de andere Paleiswachter had geschreven toen hij moest wachten in de hal en die hem daarna naar de Paleistuin had gestuurd.
De twee naderden de Paleisdeuren en Atka kon het geruis van het water uit de fontein al bijna niet meer horen.
Ze stopten, met voor hen de grote eikenhouten deuren, met elk één gouden klopper. Atka schatte de deuren dertien voet hoog en keek vol verwondering naar de gouden kloppers.
'Doe maar' zei Cadel op vriendelijke toon.
'W-Wat b-bedoelt u?' stamelde Atka.
'Klop maar' zei de man met vreugde in zijn stem, hij leek bijna te grinniken.
'Oh... Oh sorry...' zei Atka en klemde zijn hand om de klopper van de linker deur. Het goud voelde koud aan en voelde warme energie door zijn lichaam vloeien. Van schrik liet hij de klopper los. En keek een beetje bang naar Cadel.
'Wat is er?' vroeg die.
'Ik voelde iets toen ik dat goud aanraakte... een soort van een energiestroom.' antwoordde Atka.
'Vreemd' zei Cadel met één wenkbrauw optrekkend. 'Ik voel niks bijzonders als ik zo'n klopper aanraak.'
Opnieuw pakte Atka de ring, dit keer voelde hij niks speciaals. Hij klopte een keer en liet de ring los.
Tot zijn verbazing klopte de klopper zelf nog twee keer extra. Atka slaakte een kreet en sprong achteruit. Hij keek naar Cadel, die zich kostelijk amuseerde.
'Dat was een geintje van de Paleismagiër Cretal.' zei Cadel even later. 'Hij haalt dat geintje met elk kind uit hier. Ze schrikken bijna allemaal, behalve de kinderen van hoge komaf. Die vinden geintjes maar 'dom'.'
'Paleismagiër?'
'Ken je het verhaal van de Paleismagiër niet?'
Atka schudde zijn hoofd
'Nou oké' begon Cadel terwijl ze door de deur liepen die net van binnenuit was geopend door twee andere Paleiswachters. 'Paleismagiër of eigenlijk; Meestermagiër Cretal, heeft ooit Hertog Elphin gered. Er was eens Ktarische soldaat die zich vermomd had als Paleiswachter. Die bracht de Hertog een kan vergiftigde Aepin-wijn. Gelukkig kwam Cretal net op tijd binnenstormen, omdat hij had gevoeld dat er iets niet in orde was met de wijn. Toen de soldaat zijn mes wou trekken om de Hertog alsnog te doden sprak Cretal een magische bezwering uit om de man uit te schakelen. Hij is later in het gevanghuis Gleis geplaatst. In het zuiden van Kaelin. Sinsdien zijn de Hertog en Meestermagiër Cretal vrienden.'
Atka ,die aan het luisteren was naar het verhaal van Cadel, merkte pas laat op dat ze al aan het eind van de hal waren. Er waren wel meer dan honderd mensen. De hal werd verlicht door het invallende licht dat door de openstaande poort viel. Hij zag kandelaars aan de muur hangen. Hij dacht dat die waarschijnlijk zouden worden aangestoken als het nacht zou worden.
Cadel en hij stapten door een gordijn heen dat naar aan andere hal leidde. Deze hal was zo groot dat de Paleiswachter die aan de andere kant van de hal stond, voor Atka nog niet eens een halve duim groot was.
De muren waren gemaakt van het mooiste witkleurige steen dat Atka ooit gezien had. Stenen huizen waren alleen voor de Hoog Geborene. Atka had er een paar gezien toen hij naar Tenin, de hoofdstad van Kaelin reisde. In die huizen woonden vooral landheren.
Er brandden overal kaarsen, omdat het kleine beetje licht dat door de raampjes bovenin de dertig armlengten hoge hal niet voldoende was om de gehele hal te verlichten.
Ook hingen er verscheidene gouden kroonluchters aan het plafond waar ook kaarsen in brandden die het plafond verlichtten. En de hal had twee poorten links en rechts die naar weer een andere grote hal leidden.
Er hingen ook allemaal schilderijen aan de muren. Veel herkende Atka niet, maar hij kon zien dat een ervan het portret van Elphin was. Hij herkende het gezicht van de Kaelinsche munt, de Jin.
'Kijk,' zei Cadel. 'De muren zijn gemaakt uit puur marmer, dat is niet in Kaelin te vinden. Het komt uit Topiana, ons buurland.'
Atka's vader kwam oorspronkelijk uit Topiana, daarom week diens naam zo af van de normale Kaelinsche namen.
'De kroonluchters worden naar benden gehaald om ze aan te steken met die touwen die langs de wand tot het plafond en naar de luchters lopen. Deze portretten zijn van alle Hertogen en Hertoginnen die ons land gekend heeft.'
Ze gingen de eerste poort links en kwamen in een
andere hal die er precies hetzelfde uitzag als de vorige hal, alleen hingen er andere portretten.
Ze sloegen toen rechtsaf en kwamen in een wat kleinere hal die ook een stuk lager was en de ramen links en rechts waren geplaatst, zodat Atka de Paleistuin links en rechts ver weg de omheining van het Paleis kon zien.
Aan het einde van deze zestig el lange gang waren vier deuren. Met borden erboven hangend die moesten beschrijven wat voor kamer er achter was.
'Deze' zei Cadel en hij wees naar de deur waar een wachter naast stond.
Ze wachtten ongeveer tien zestigtallen. Toen de deur open ging en een meisje van ongeveer dezelfde leeftijd als Atka naar buiten kwam. Ze glimlachte naar Atka die op zijn beurt een beetje bloosde. De andere Paleiswachter begeleide haar en ze liepen terug naar de grotere hallen waar Atka en Cadel net vandaan kwamen.
'Ben je net dertien geworden, of ben je al wat ouder maar heb je nu pas besloten een nieuw beroep te kiezen?' vroeg Cadel.
Atka legde alles uit over zijn leven als matroos. Toen er later iemand riep: 'volgende!'. Het was een zware maar toch aardige stem.
Cadel deed de deur voor Atka open. Atka stapte naar binnen en zag een man achter een bureau zitten en een man staand aan Atka's kant, voorover leunend en met zijn handen steunend op het bureau. Ze praatten nog even door totdat de staande man ging zitten in een stoel die rechts tegen de muur stond.
Atka kon nu zien dat hij al een oude man was met een lange grijze baard. Hij droeg een geel gewaad met rode banden aan de armen, kraag en de sluiting. Hij had een drie el lange staf van goud beslagen met gekleurde edelstenen. Dit was wel een heel vreemd, vond Atka. Een man die een jurk droeg?
Hij keek snel naar de man achter het bureau, toen
Cadel binnen kwam en wat tegen de man in het gewaad fluisterde. Atka zag dat de andere man zwart haar had, maar toch al half kaal was. Hij had een sikje en een bril, een zwarte tuniek met roodwitte banden aan de kraag en mouwen. Dat was de Ambachtsregelaar.
'Zo jongen, ik zie aan je kleding dat je een matroos bent, klopt dat?' vroeg de man achter het bureau.
'Uh... Ja... Edele Heer' antwoordde Atka zachtjes.
'Vertel is wat over je leven, dan kunnen we samen tot een besluit komen wel k beroep je gaat leren' zei de ambachtsregelaar. Als kinderen dertien jaar werden mochten ze kiezen of ze het beroep van hun ouders zouden over nemen of een nieuw beroep te leren. Atka koos voor het laatste.
Hij vertelde over zijn leven als matroos, waar hij was opgegroeid en over zijn familie.
'Kan je lezen en schrijven?' vroeg de ambachtsregelaar daarna.
Atka schudde zijn hoofd en de ambachtsregelaar bleek dingen over zijn leven opgeschreven te hebben op een rol perkament. Hij schreef er nu vast bij dat Atka niet lezen en schrijven kon, dacht Atka.
'Lezen en schrijven is niet zo moeilijk, dat zul je wel gauw leren' zei de man over zijn bril naar Atka kijkend. 'Ik heb opgemerkt uit je verhaal dat je veel van afwisseling houdt en niet graag veel dingen hetzelfde wil doen. Een beroep zoals Paleiswachter zou dus niks voor jou zijn.'
Hij had gelijk, Paleiswachter leek Atka niks.
'Wat voor beroep zou je willen doen?'
Honderden ideeën flitsten door Atka's hoofd. Hij zou drakenhoeder kunnen worden, of ridder, maar ook misschien wel paardenfokker in het oosten van Kaelin. Atka hield namelijk ook veel van paarden.
'Wacht even,' zei de man in het gele gewaad plotseling. 'Zou je mij wat kunnen vertellen wat je voelde toen je die klopper aanraakte?'
Hoe wist die man dat? Had Cadel dat hem misschien verteld?
Atka vertelde het verhaal over de klopper, dat hij een soort energie voelde toen hij de klopper aanraakte en dat Cadel allemaal dingen had verteld over ene Cretal.
'Heb je dat wel eens eerder gevoeld?' vroeg de man die met zijn ogen half dichtgeknepen naar Atka zat te kijken.
'Niet zover ik mij kan herinneren Mijnheer' antwoordde Atka.
'Oh, oké. Raak deze staf eens aan en zeg of je het weer voelt.
Een beetje aarzelend stak Atka zijn rechterhand uit om de groene steen op de top van de staf aan te raken. Hij klemde zijn hand om de steen.
Het was alsof Atka een schok kreeg en met een gil liet hij de steen los. Hij keek naar zijn rechterhand. Tot zijn verschrikking was hij helemaal rood en zaten er allemaal blaren op.
'Laat eens zien' zei de man met de staf een beetje geschrokken.
Atka stak zijn arm uit, proberen zijn huilen in te houden. De magiër keek er naar en mompelde wat, met zijn hand boven die van Atka heen en weer bewegend.
Tot Atka's verbazing hield de brandende pijn op en trok hij zijn hand terug. Toen hij hem bekeek zag hij alleen nog maar een litteken op zijn hand. Hij keek op en liet zijn hand zakken.
'Hoe deed u dat?' vroeg hij. 'Bent u een soort arts?'
De man die met grote ogen naar Atka kijkend in zijn stoel zat antwoordde: 'Nee mijn jongen, ik ben Meestermagiër Cretal. Jij hebt de sterkste 'magische-voeling' die ik ooit heb gezien. Ben jij bereid om magiër te worden?'
Magiër? Magiër?! Daar had Atka nooit aan gedacht. Maar het leek hem wel een spannend beroep alhoewel moest hij dan - dacht hij - zijn paarden en draken missen. Maar hij was bereid om de uitdaging aan te gaan.
'Ja mijnheer Meestermagiër Cretal. Ik ben bereid magiër te worden' zei Atka. Hij zag het al voor zich dat hij ook de hertog zou kunnen redden en mensen zou helpen.
'Ik zal jouw persoonlijke meester worden' zei Cretal 'Een verre afstammeling van jouw vader of moeder moet ooit magiër geweest zijn, misschien kan jij de traditie doorzetten later' want er zijn niet zoveel magiërs meer.
'Magiër... Meester Cretal...' mompelde de Ambachtsregelaar die alles aan het opschrijven was. 'Zo, en dan nu de werkkleding. Je moet net zoals Cretal een gewaad dragen. Omdat je leerling bent moet je verplicht een blauw zijden gewaad met paarse banden dragen. Als je jouw werk goed doet kan je later een nieuw gewaad kiezen.'.
Wauw een zijden gewaad! Dacht Atka.
'Zodra het af is zal ik het jou persoonlijk komen brengen.' zei Cretal.
'Zou je alsjeblieft je stadsnaam, bloknaam en deurnummer willen opgeven?' vroeg de ambachtsregelaar.
'Aiptep, blok Quinon, deurnummer drieënveertig.' antwoordde Atka braaf. Atka wist aan de tekens op de deur van zijn huis dat het zijn huis was. Hij wist dat die tekens drieënveertig betekenden, andere tekens kon hij niet lezen.
'Ik vergezel je we leven naar de uitgang' zei Cretal, die opstond uit zijn stoel. Hij opende de deur en wenkte Atka dat hij mee moest komen.
Atka zag weer een nieuwe wachter met een andere jongen. Die zou vast ook naar de ambachtsregelaar willen, dacht Atka.
'Heb jij wel eens een draak gezien' vroeg Cretal opeens.
'Ja, meester, ik heb er ooit eens een gezien die een magiër bracht naar ons dorp. Hoezo?'
'Ben je er bang voor?' zei Cretal, niet op Atka's vraag antwoordend.
'Nee, ik vind het hele mooie dieren, ik had anders voor drakenhoeder of paardenfokker gekozen als ik niet magiër geworden was.' zei Atka.
'Maak je maar geen zorgen. De magiëropleiding is wel een van de zwaarste maar de leukste die er bestaat. Je moet de eerste lesdag een draak kiezen bij de drakenboerderij in Falian, in zuid Topiana. En paardrijden zullen we genoeg.'
'Waarom moet ik een draak hebben?' vroeg Atka.
'Iedere Magiër heeft een draak. Ik ook. Die van mij is volwassen, ik heb hem moeten opvoeden. Hij heet Vence en is een bergdraak, en dat soort komt oorspronkelijk uit S'Cera, duizend mijl hier vandaan. Het is een van de dingen die een magiër moet doen. Een draak opvoeden is niet makkelijk, je moet zorgen dat jullie goede vrienden worden in ieder geval. Draken kunnen praten, alleen als dat van hun meester, jij dus, mag. Vence is mijn beste vriend. Ik laat hem alles doen wat hij wilt. Hij vliegt mij overal naar toe als ik dat aan hem vraag.' legde Cretal uit.
Een tijdje later waren ze bij de uitgang van het paleis en zag Atka de stad Tenin voor zich. Met al haar houten huisjes en allemaal mensen aan het werk.
'Ik zie je over ongeveer twee weken, mijn jongen' zei Cretal en hij liep weer terug naar het Paleis.
__________________
Ik rule
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 04-09-2001, 07:59
Verwijderd
Erg mooi... B-) Zeker voor iemand van 13, Wow!

Puntje van kritiek: ten eerste lijkt het erg veel op Magier van Feist behalve, en dat is het tweede puntje van kritiek, dat het veel te snel gaat (maar dat hoeft geen slecht iets te zijn kan ook juist de spanning erin houden) had me trouwens wel leuk geleken als Atka juist voor drakenhoeder had gekozen en na zijn eerste klunzige ervaringen met de draken pas word overgehaald om zijn lot(?) te vervolgen. Maar goed, ben benieuwd naar de volgende hoogdstukken Laat je ook even weten wat je van Tollshirr vind? (is wel weer een duisterder soort fantasy maar toch
Met citaat reageren
Oud 04-09-2001, 15:18
ArvidKeemink
ArvidKeemink is offline
:0 ik heb pas het boek van Magiër (van E feist gelezen) sommige dingen lijken er wel een beetje op. Misschien is dat nog niet eens zo een slecht idee dat hij eerst drakenhoeder of iets anders word... dan kan ik het verhaal een stuk langer krijgen... ik zal ff kijke , dan doe ik wel dat idee van die drakenhoeder
Sorry, maar Tollshir ken ik niet , spijt me
__________________
Ik rule
Met citaat reageren
Oud 04-09-2001, 15:25
Verwijderd
SPR heeft gelijk,. het gaat allemaal zo snel.. als je echt een boek wil schrijven zal er dan op dit tempo zo veel in gebeuren dat het echt niet meer te volgen is... bovendien ben je zo snel uitverzonnen...

probeer gebeurtenissen te rekken... lat mensen veel nadenken ofzo... geef goede beschrijvingen van de omgeving dat soort zaken...
Met citaat reageren
Oud 04-09-2001, 19:57
stroopwafel
Avatar van stroopwafel
stroopwafel is offline
Citaat:
ArvidKeemink schreef:
:0 ik heb pas het boek van Magiër (van E feist gelezen) sommige dingen lijken er wel een beetje op. Misschien is dat nog niet eens zo een slecht idee dat hij eerst drakenhoeder of iets anders word... dan kan ik het verhaal een stuk langer krijgen... ik zal ff kijke , dan doe ik wel dat idee van die drakenhoeder
Sorry, maar Tollshir ken ik niet , spijt me
dat is van um zelf

__________________
de havenmeester is ook niet perfect, maar zolang de worst vliegt, heerst de bloemkool de wereld..
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
Verhalen & Gedichten MIJN VERHAAL: Nina's droom
Nandje
24 30-07-2006 20:41
Verhalen & Gedichten [Schrijfadviezen]
Verwijderd
0 22-03-2006 15:04
Liefde & Relatie Vertel jouw liefdesverhaal hier!
Mark
153 20-05-2005 17:32
Levensbeschouwing & Filosofie Het evangelie van Judas
Verwijderd
24 02-05-2005 19:55
Verhalen & Gedichten Verhaaltje lees en keur dit eens aub
lestat080
14 08-12-2004 21:01
ARTistiek Mijn verhaal, veranderd en helft van hfdst 2!!!!
ArvidKeemink
9 08-09-2001 21:32


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 03:48.