inkomen, marktprijzen en factorkosten

[Starling]

Ik heb komende dinsdag een economieproefwerk. En de opgave hieronder snap ik dus helemaal niet.
Is er iemand die deze opgave misschien kan uitrekenen en uitleggen?

Dankjewel alvast!


Netto nationaal inkomen tegen factorkosten: 423
Bruto nationaal inkomen tegen factorkosten: 480
Kostprijsverhogende belastingen minus subsidies: 52
Totale bruto investeringen: 112
Voorraadmutaties: -0,25
prijsverandering 1991 t.o.v. 1990: + 3%

a) Bereken het nationaal inkomen tegen marktprijzen
b) bereken het bedrag van de uitbreidingsinvesteringen?

In 1990 bedroeg het netto nationaal inkomen tegen factorkosten 403 miljard euro.

c) Bereken met hoeveel procent het netto nationaal inkomen tegen factorkosten reeel gestegen is?

[Go]

Onthoud:
bruto - netto = afschrijvingen
factorkosten + belastingen - kostprijsverlagende subsidies = marktprijzen

De opgave:

a). Bereken het nationaal inkomen tegen marktprijzen
Besef dat het nationaal inkomen altijd netto moet zijn, omdat de afschrijvingen niet aan de gezinnen uitgekeerd worden.
Dus: 423+52= 475

b). De buro-investeringen kun je opdelen in de netto-investeringen en de vervangingsinvesteringen. De netto-investeringen vervolgens weer in de uitbreidingsinvesteringen (vast kapitaal) en de voorraadinvesteringen (vlottend kapitaal). Het lijkt me verstandig om je docent ook even te vragen, ik kan de vraag namelijk op een hele andere manier benaderen dan hij of zij. De totale afschrijvingen zijn 480-423= 57. De vervangingsinvesteringen (die uit de afschrijvingen worden betaald) bedragen dus 57. Je houdt voor de netto-investeringen over: 112-57= 55. Daarvan weet je dat ze uit de uitbreidings- en voorraadinvesteringen bestaan. Maak van die -2.5 een indexcijfer: 97.5 en stel de totale netto-investeringen gelijk aan 100. Dan krijg je 100= uitbreidingsinvesteringen * 97.5. Het valt nu uit te rekenen: de uitbreidingsinvesteringen zijn met 2,6% toegenomen. Ik weet zo niet of je kunt zeggen met welk bedrag het toegenomen is omdat ik de onderlinge verhoudingen niet weet. Misschien kan iemand dat aanvullen.

c). Lijkt mij niet te beantwoorden. Idee achter deze vraag is dat je de stijging van het nationaal inkomen (de toevoeging netto is dus wat onzinnig) uitdrukt in een indexcijfer en dat deelt door het indexcijfer van de inflatie (103 dus). Maar ik weet niet hoeveel het nationaal inkomen van 1990 naar 1991 is gestegen en kan dus deze vraag ook niet beantwoorden.

Ik weet niet of alles goed is, maar het is volgens mij redelijk in de goede richting. Volgens mij ontbreken er nog wat gegevens om de vraag te kunnen beantwoorden.