Advertentie | |
|
05-04-2011, 15:24 | |
Verwijderd
|
Helemaal netjes.
Nou overgaan op het echte werk. De neerslag reacties. We hebben 2 oplossingen (helder, doorzichtig dus) in verschillende reageerbuisjes van zouten. Oplossing 1: kopersulfaatoplossing Oplossing 2: natriumhydroxide oplossing. Vervolgens gooien we beide oplossingen bij elkaar en roeren even. Er ontstaat een blauw neerslag! Hoe kan dat nou, eerst was de inhoud van de buisjes helder en nu onstaat er een blauw, vlokkerige suspensie? Dat is mal! Oplossing 1: kopersulfaat. koper = Cu2+ sulfaat = SO42- kopersulfaat = CuSO4 CuSO4 --> Cu2+ + SO42- Oplossing 2: natriumhydroxide: natrium = Na+ en hydroxide = OH- natriumhydroxide = NaOH NaOH --> Na+ + OH- We hebben de 2 oplossingen bij elkaar geflikkerd en gaan nu kijken welke allemaal met elkaar een neerslag kunnen vormen. neerslag vormen = niet oplossen in water. We hebben de ionen Cu2+, Na+, SO42- en OH- We kijken weer in tabel 45A Koper met sulfaat: g Koper met hydroxide: s Natrium met sulfaat: g Natrium met hydroxide: g Hé we hebben een zout dat niet oplost in water gemaakt. Het neerslag is Koperhydroxide. Koper = Cu2+ hydroxide = OH- hoe is dat nou ontstaan? Cu2+ + 2 OH- -->Cu(OH)2 Laatst gewijzigd op 05-04-2011 om 15:41. |
05-04-2011, 16:00 | |
Verwijderd
|
De volgende casus is zeker ook op het practicum mogelijk. We gaan naar paragraaf 4.4.
We zijn op het chemisch lab en we zijn bezig met expermenteren. We hebben voor onze proef aluminiumhydroxide nodig. We lopen naar de kast met zouten. We zoeken en zoeken. De hele kast staat vol met zouten en we hebben geem aluminiumhydroxide en we hebben het nu nodig. Hoe gaan we dat maken? Aluminiumhydroxide: aluminium en hydroxide Al3+ en OH- alumniumhydroxide = Al(OH)3 Kijken in tabel 45a binas. We zien een s van niet oplosbaar. Al(OH)3 is niet oplosbaar in water. Wij willen de ionen Al3+ en OH- hebben. Deze moeten een neeslag vormen, zodat we het kunnen filtreren en Al(OH)3 kunnen maken. ZOUTEN BESTAAN ALTIJD UIT EEN KATION EN EEN ANION. We moeten dus aan aluminium een anion plakken die in water oplosbaar is. We moeten aan hydroxide een kation plakken die in water oplosbaar is. tabel 45a Aan aluminum nemen we bijvoorbeeld chloride. We nemen aluminium chloride. AlCl3 Aan hydroxide nemen we natrium. We nemen natrium hydroxide. NaOH oplosreacties: AlCl3 --> Al3+ + 3 Cl- NaOH --> Na+ + OH- Wat gebeurt er nu? aluminium geeft een neerslagreactie met OH- (zie tabel 45A) Al3+ + 3 OH- --> Al(OH)3 natrium en chloride blijven oplosbaar in water (zie tabel 45A) Na+ + Cl- Vervolgens uitstorten over een koffiefilter en we hebben onze aluminiumhydroxide in het filter zitten Gouden tip bij deze opgave: Je zout dat je wilt hebben moet niet oplossen in water en let er vervolgens op dat je andere ionen Na+ en Cl- WEL OPLOSSEN IN WATER. Neem niet bijvoorbeeld om aluminiumhydroxide te maken koperhydroxide als reagens, want die LOST OOK NIET OP IN WATER. ALEEN JOU STOFJE MOET NIET OPLOSSEN IN WATER!!! |
05-04-2011, 16:15 | |
Verwijderd
|
paragraaf 4.4, maar dan anders.
We zijn weer bezig op het lab. We gaan vuurwerk maken. Daarvoor hebben we kaliumnitraat nodig. Maar we hebben helemaal geen kaliumnitraat meer in voorraad! Hoe (kunnen) we dat gaan maken? Kaliumnitraat: kalium - K+ nitraat = NO3- kaliumnitraat - KNO3. Binas tabel 45A: kaliumnitraat lost goed op in water. Hoe kunnen we dat nu maken???? Wij willen de ionen K+ en NO3- hebben. Deze moeten geen neeslag vormen, zodat we het kunnen filtreren en indampen en zo KNO3 kunnen maken. ZOUTEN BESTAAN ALTIJD UIT EEN KATION EN EEN ANION. We moeten dus aan kalium een anion plakken die in water slecht oplosbaar is. We moeten aan nitraat een kation plakken die slecht in water oplosbaar is. tabel 45a Aan kalium nemen we bijvoorbeeld carbonaat. We nemen kaliumcarbonaat. K2CO3 Aan nitraat nemen we calcium. We nemen calciumnitraat. Ca(NO3)2 Oplosreacties: K2CO3 --> 2K+ +CO32- Ca(NO3)2) --> Ca2+ + 2 NO3- Wat gebeurt er nu? Calcium slaat neer met carbonaat tot calcium carbonaat. (tabel 45A) Ca2+ + CO32- --> CaCO3 Welke ionen blijven in je oplossing? (tabel 45a) K+ en NO3- De hele oplossing / drap uitstorten over een filter. Het CaCO3 is vast en blijft in je filter zitten. KNO3 is opgelost in het water en gaat door het filter heen. Wat door he filter heen gaat (filtraat) damp je in en je hebt je kaliumnitraat K+ + NO3- ---delta T----> KNO3 Laatst gewijzigd op 05-04-2011 om 16:26. |
Ads door Google |
05-04-2011, 16:24 | |
Verwijderd
|
Ok. Opgave:
Ik heb bariumsulfaat nodig voor een chemisch experiment. Een kanker-onderzoek, de zogeheten 'bariumpap' De medicijnenkast staat vol zouten, maar geen bariumsulfaat. hoe ga ik dat maken. en kan ik toch kankeronderzoek bij de patient verrichten? Geef reactie vergelijkingen. (bij paragraaf 4.5 waterzuiveren weet ik niet wat ik moet verwachten, geef eens wat steekwoorden) |
05-04-2011, 16:46 | ||
Citaat:
Bariumsulfaat = Ba(SO4) Bariumchloride BaCl2 ---> Ba2+ + 2Cl- Natriumsulfaat Na2(SO4) ---> 2Na+ + SO4 Barium en Sulfaat vormen een neerslag. Ba(SO4) ---> Ba2+ + (SO4)2- |
05-04-2011, 16:57 | |
Verwijderd
|
paragraaf 4.5 Water zuiveren:
In een natuurgebied bij een meer waar veel mensen recreeren, zwemmen, spelen, etc hebben vandalen accu's gedumpd en stukgeslagen. het accuzuur en het lood zijn in het water terecht gekomen. Uit analyses van het laboratorium blijkt dat er veel te veel lood in het water zit. Lood is zeer schadelijk voor de gezondheid en dat moet eruit. We gaan het lood vervangen door minder voor de gezondheid schadelijke ionen. Hoe gaan we dat zuiveren? Lood. Het ion is Pb2+ Zoals ik al eerder zei dat elk KATION een ANION heeft. Hier maakt het niet zo veel uit. Er zitten allerlei soort loodzouten in het meer opgelost. Wij willen alleen het lood eruit halen; de anionen willen wij er zo min mogelijk uithalen! Met welk anion lost Pb2+ niet mee op? Tabel 45A binas. lood lost niet op met de anionen Jood (I-), sulfaat (SO42-), sulfide (S2-), hydroxide (OH-), sulfiet (SO32-), Carbonaat (CO32-), fosfaat (PO43-) en oxide (O2-) Je mag zelf kiezen. we gaan het met het anion fosfaat doen. We nemen Kaliumfosfaat om precies te zien 3 Pb2+ + 2 PO43- --> Pb3(PO4)2 Het kalium blijft in het water. K+ Waarom nemen we Kaliumfosfaat om het lood eruit te halen en niet bijvoorbeeld zinkjodide? Het zink kan met veel meer andere ionen neerslaan. In natuurwater is bijvoorbeeld OH-, CO32- en PO43- aanwezig. Dit zou allemaal neerslaan met het zink. Met kalium slaan de ionen OH-, CO32- en PO43- niet neer. Gouden tip bij deze opgave: Zorg ervoor dat je Kation (K+ dus) zo veel mogelijk met andere anionen oplost! Je anion (PO43-) kies je het meest rechts in tabel en je kation (K+) het meest bovenaan in tabel 45A Laatst gewijzigd op 05-04-2011 om 17:05. |
05-04-2011, 17:01 | ||
Verwijderd
|
Citaat:
neerslag reactie is andersom. Wat je daar heb staan is een 'oplosreactie' van ionen die niet oplossen. Dat kost je punten! Geef ook aan welke ionen er in je oplossing achter blijven! Na+ en Cl- Voor de rest helemaal netjes! |
05-04-2011, 17:27 | |
Verwijderd
|
toevoeging op paragraaf 4.5:
Zware metalen zijn metalen (ionen van metalen, kationen) die zeer schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Ze hebben 'zware' atoommassa's en hoge atoom nummers. Je vindt ze daarom altijd achterin het periodiek systeem der elementen. Ze beginnen ergens bij atoomnummer 40 en verder. Voorbeelden van zware metalen: kwik, lood, zilver, cadmium, tin, goud Lichte metalen zijn o.a.: ijzer, mangaan, kalium, natrium, magnesium, lithiu, aluminium. |
05-04-2011, 17:43 | |
Verwijderd
|
We zijn druk bezig in ons laboratorium met experimenten. Onze hele tafel staat vol met chemische stoffen en we werken lekker door. Een uur geleden hebben we een zout-oplossing gemaakt en we willen deze gebruiken. Omdat we zo hard en snel werken in ons lab zijn we helemaal vergeten wat voor zout-oplossing dat is.We weten zeker dat het een acetaat-oplossing was. Maar was het nou een calcium acetaatoplossing of een kalium acetaatoplossing? Toon aan met een eenvoudige proef wat voor oplossing je hebt bereid en hoe je dat aantoont geef reactievergelijkingen
|
05-04-2011, 19:52 | ||
Verwijderd
|
Citaat:
Fluoride is inderdaad een juiste keuze zoals je ziet. Kaliumfluoride lost goed op en calciumfluoride niet. We kunnen dus met fluoride (F-) aantonen of het kalium of calcium dat is bereid. Elk anion heeft een kation. We kunnen niet zomaar F- toevoegen. We nemen natrium fluoride. Als we een kaliumacetaat oplossing zouden hebben, en we zouden er een beetje natriumfluoride aan toevoegen, dan gebeurt er niks, de oplossing blijft helder. (zie tabel 45) KCH3COO --> K+ + CH3COO- NaF --> Na+ + F- Als we een calciumacetaat oplossing zouden hebben, en we zouder er een beetje NaF aan toevoegen dan ontstaat er een suspensie. oplosreacties: Ca(CH3COO)2 --> Ca2+ + 2 CH3COO- NaF --> Na+ F- 2F- + Ca2+ --> CaF2 Na+ en CH3COO- blijven in de oplossing aanwezig. antwoord: Als we een kaliumoplossing hebben en we voegen NaF toe, dan gebeurt er niks. Als we een calciumoplossing hebben en we voegen NaF toe, dan ontstaat er een suspensie: CaF2 Oefen dit goed nog eventjes. Deze krijg je echt op je practicum morgen! |
Advertentie |
|
|
|