|
De islamitische kalender (met tabellen van 2001 tot 2013)
Inleiding
De islamitische maanden
De islamitische jaartelling
De islamitische weekdagen
De schematische of cyclische islamitische kalender
De astronomische islamitische kalender
De ‘heilige’ islamitische maanden
Zonnekalenders in de islamitische wereld
Belangrijke islamitische feestdagen
Tabel voor de islamitische feestdagen
Literatuur voor meer achtergrond en technische gegevens
Inleiding
De islamitische kalender is een zuivere maankalender die de schijngestalten van de maan zo nauwkeurig mogelijk volgt. Net als bij vele andere maankalenders, zoals deze in zwang waren bij de oude Babyloniërs en vele andere antieke culturen, werd het begin van de maand oorspronkelijk vastgesteld door ervaren waarnemers die zo nauwkeurig mogelijk de ‘geboorte’ van de nieuwe maan probeerden te bepalen. Dit is het moment dat de maan, nadat zij een of twee dagen eerder in conjunctie met de zon is geweest (men noemt dit de ‘astronomische nieuwe maan’), weer ver genoeg van de zon is verwijderd zodat zij vlak na zonsondergang met het ongewapende oog als een smalle maansikkel in het westen te zien is.
Omdat het waarnemen van de jonge maansikkel alleen vlak na zonsondergang mogelijk is, begint de eerste dag van een islamitische maand dan ook altijd bij zonsondergang en beginnen alle hierop volgende dagen ook bij zonsondergang. Omdat de dagen in de westerse (Gregoriaanse) kalender om middernacht beginnen, begint een islamitische dag dus in de avond van de ene dag en eindigt deze bij zonsondergang van de daarop volgende dag.
De periode waarin de schijngestalten van de maan een volledige cyclus doorlopen wordt de synodische periode van de maan genoemd en duurt gemiddeld 29.530588861 dagen, ofwel 29 dagen 12 uur 44 minuten en 2.878 seconden. Daar een kalendermaand alleen maar een geheel aantal dagen kan bevatten, gebruikt men in de praktijk steeds afwisselend maanden van 29 dagen en van 30 dagen. Daar 12 van dergelijke maanmaanden maar 354 dagen tellen, komt een zuivere maankalender elk jaar dus ruim 11 dagen te kort om steeds met de wisseling van de seizoenen in de pas te blijven (hiervoor zijn namelijk iets minder dan 365¼ dagen nodig). De meest toegepaste methode om toch in de pas met de seizoenen te blijven lopen is door elke twee à drie jaar een schrikkelmaand in te voeren die meestal aan het einde van jaar kwam. Zo gebruikten de Babyloniërs al sinds de vijfde eeuw vóór Christus een 19-jarige cyclus waarin zeven maal een schrikkelmaand werd ingevoerd en deze cyclus wordt nog steeds in de huidige joodse kalender gebruikt. Ook in de Oud-Arabische kalender was het gebruikelijk om eens in de twee of drie jaar een schrikkelmaand (nasi) in te voegen.
De islamitische maanden
De herkomst en de betekenis van de namen van de maanden in de islamitische kalender zijn omstreden maar de onderstaande tabel geeft de mening weer van Abu al-Raihan Muhammad ibn Ahmad al-Biruni (973-1048), een beroemde Perzische geleerde die onder meer over astrologie, sterrenkunde, aardrijkskunde en tijdrekenkunde schreef.
De maanden van de islamitische kalender Nr. Arabische
benaming Vermoedelijke betekenis Turkse
benaming Lengte
in dagen
1 Muharram heilige maand Muharrem 30
2 Safar maand die leeg is Safer 29
3 Rabi‘ al-Awwal eerste lentemaand Rebiül-evvel 30
4 Rabi‘ al-Akhir tweede lentemaand Rebiül-ahir 29
5 Jumada ’l-Ula eerste droge maand Cemaziyel-evvel 30
6 Jumada ’l-Akhira tweede droge maand Cemaziyel-ahir 29
7 Rajab vereerde maand Recep 30
8 Sha‘ban maand der verdeeldheid Şa’ban 29
9 Ramadan maand van de grote hitte Ramazan 30
10 Shawwal jachtmaand Şevval 29
11 Dhu ’l-Qa‘da rustmaand Zilka’de 30
12 Dhu ’l-Hijja bedevaartsmaand Zilhicce 29 of 30
De namen van de maanden herinneren nog aan de tijd vóór de profeet Mohammed toen de oorspronkelijke Arabische maankalender, die omstreeks de winterzonnewende (eind december) aanving, in de pas met de seizoenen werd gehouden door na elke twee of drie jaar een schrikkelmaand (nasi) in te voegen. Tijdens zijn ‘Laatste Bedevaart’ in maart 632 n.Chr. (Dhu ’l-Hijja, 10 AH) ontving Mohammed een openbaring van Allah die zijn gelovigen voortaan verbood om schrikkelmaanden in te lassen (Koran, soera 9:36-37). Vanaf toen was de Arabische kalender niet meer met de seizoenen verbonden.
Ten gevolge hiervan verschuift het islamitisch jaar elk jaar ongeveer 11 dagen ten opzichte van de seizoenen en doorloopt een willekeurige maand in 32½ jaar tijd alle seizoenen. De islamitische kalender wordt daarom alleen voor religieuze doeleinden gebruikt en voor seizoensgebonden activiteiten (landbouw, veeteelt, handel, inning van belastingen, etc.) heeft men altijd de westerse kalender (of een lokale versie hiervan) gehanteerd.
De islamitische jaartelling
In de eerste jaren van de Islam werden jaren benoemd naar een belangrijke historische gebeurtenis uit het recente verleden en het aantal jaren dat sindsdien was verstreken (zo zou Mohammed zijn geboren in het ‘Jaar van de Olifant’, 570 of 571 n.Chr., toen de Abessinische heerser van Jemen met een leger en een strijdolifant de stad Mekka poogde in te innemen). In april 637 n.Chr. (Rabi‘ al-Awwal, 16 AH) voerde de kalief ’Umar ibn al-Khattab de islamitische jaartelling in die zijn oorsprong had in het jaar waarin de hijra (de ‘emigratie’) plaatsvond, het cruciale moment in het leven van Mohammed toen hij en zijn volgelingen Mekka verlieten en zich in het nabij gelegen Yathrib (deze plaats is nu beter bekend als Medina) vestigden.
Volgens de berekeningen van de meeste islamitische sterrenkundigen en schriftgeleerden viel de eerste dag van dat jaar (1 Muharram, 1 AH) op vrijdag 16 juli 622 n.Chr. (het feitelijke begin was natuurlijk op de avond ervoor, donderdag 15 juli). Het is gebruikelijk om islamitische jaren van westerse jaren te onderscheiden met de afkorting AH (‘Anno Hijra’).
Omdat het islamitisch jaar gemiddeld ongeveer 3% korter is dan ons jaar, haalt de islamitische jaartelling langzaam maar zeker de westerse jaartelling in. Indien beide kalenders in de toekomst niet verder aangepast worden zullen zij in het jaar 20873 hetzelfde jaartal voeren.
Volledigheidshalve dient nog vermeldt te worden dat men in de Noord Afrikaanse staat Libië een afwijkende islamitische jaartelling volgt die niet gerekend wordt vanaf de hijra maar vanaf het sterfjaar van Mohammed (632 n.Chr.). Ook volgt men in Libië een afwijkende zonnekalender die aanvankelijk vanaf het geboortejaar van Mohammed werd gerekend maar nu sinds enkele jaren vanaf zijn sterfjaar. Voor meer informatie hierover, zie The Islamic and Secular Calendars of the Great Socialist People’s Libyan Arab Jamahiriya.
De islamitische weekdagen
In tegenstelling tot de namen van onze weekdagen (die afgeleid zijn van de planeetgoden die naar de Hellenistische astrologische traditie over de weekdagen heersen), zijn de islamitische weekdagen (net zoals bij de joodse weekdagen) doorgaans vernoemd naar hun rangnummer in de week.
De islamitische weekdagen Nr. Arabische
benaming Vertaling (v.h. Arabisch) Turkse
benaming Westerse
benaming
1 Yawm al-Ahad eerste dag Pazar zondag
2 Yawm al-Ithnain tweede dag Pazartesi maandag
3 Yawm al-Thalatha’ derde dag Salı dinsdag
4 Yawm al-Arba‘a’ vierde dag Çarşamba woensdag
5 Yawm al-Khamis vijfde dag Perşembe donderdag
6 Yawm al-Jum‘a dag van de samenkomst Cuma vrijdag
7 Yawm al-Sabt dag van de sabbat Cumartesi zaterdag
De laatste twee dagen van de week zijn genoemd naar de dag van het vrijdaggebed, de belangrijkste dag in de islamitische week, en de dag van de joodse sabbat.
Naast de vrijdag geldt ook de maandag als een bijzondere dag in de islamitische week omdat volgens de overlevering Mohammed zowel op een maandag werd geboren en op een maandag stierf. Ook de eerste openbaring van de Koran aan Mohammed, zijn nachtelijke reis naar de hemel, zijn vertrek uit Mekka en zijn aankomst in Medina zouden volgens diverse overleveringen op een maandag hebben plaatsgevonden.
De schematische of cyclische islamitische kalender
Naar mate de Islam zich gedurende de zevende en achtste eeuw van de christelijke jaartelling over het Nabije Oosten en Noord Afrika uitbreidde, ontstond geleidelijk de behoefte voor een kalender die vooruit berekend kon worden zodat de viering van de rituele feestdagen voor alle delen van de islamitische samenleving beter op elkaar afgestemd konden worden. Alhoewel een dergelijke kalender nooit officieel van hogerhand werd ingevoerd, vindt men zulke schematische of cyclische kalenders al vanaf de negende eeuw in islamitische sterrenkundige handboeken (zij’s) en zij werden ook door islamitische geschiedschrijvers benut. Deze zijn allen gebaseerd op een 30-jarige cyclus waarin elf jaren (meestal de 2de, 5de, 7de, 10de, 13de, 16de, 18de, 21ste, 24ste, 26ste en 29ste) als schrikkeljaren worden benoemd. In zo’n schrikkeljaar (sana kabisa) krijgt de laatste maand een extra dag zodat deze 30 dagen telt en het jaar 355 dagen lang wordt. De inlassing van zo’n schrikkeldag is noodzakelijk om de kalender in de pas te laten lopen met de schijngestalten van de maan.
Elke 30-jarige cyclus telt dus 19 jaren van 354 dagen en 11 jaren van 355 dagen, dus te samen 19 × 354 + 11 × 355 = 10631 dagen die verdeeld worden over 30 × 12 = 360 kalendermaanden. Een (schematische) islamitische kalendermaand duurt dus gemiddeld 10631/360 = 29.53055555… dagen, ofwel 29 dagen 12 uur en 44 minuten (precies), en wijkt nog minder dan 3 seconden af van de gemiddelde duur van de synodische periode van de maan. Men kan berekenen dat pas na zo’n 2430 jaar de schematische islamitische kalender gemiddeld één dag voor gaat lopen op de ware loop van de maan.
De aanvang van deze schematische kalender viel op de avond van donderdag 15 juli 622 n.Chr bij zonsondergang volgens de burgerlijke telling en op de avond van woensdag 14 juli 622 n.Chr bij zonsondergang volgens de sterrenkundige telling. De burgerlijke telling wordt echter het meest gehanteerd en deze vormt dan ook de basis voor de moderne omrekentabellen (de meest bekende zijn die van Wüstenfeld-Mahler in de 3de editie van Mayr en Spuler) en diverse computerprogramma’s waarmee een willekeurige islamitische kalenderdatum naar een westerse kalenderdatum of omgekeerd kan worden omgezet.
De astronomische islamitische kalender
De hierboven beschreven schematische kalender werd tot niet zo lang geleden algemeen toegepast in de islamitische wereld, met uitzondering voor de maanden Muharram, Ramadan, Shawwal en Dhu ’l-Hijja, waarin belangrijke religieuze evenementen plaatsvinden. Het begin van deze maanden is vanaf het begin van de islamitische jaartelling altijd door middel van waarneming van de jonge maansikkel bepaald of uit berekening van het tijdstip waarop dit redelijkerwijs mogelijk zou moeten zijn. Voor meer bijzonderheden hoe dit gedaan wordt, zie De zichtbaarheid van de Ramadan maan. Een gevolg van deze praktijk is dat, afhankelijk van weersomstandigheden en de geografische ligging, dit niet overal ter wereld op dezelfde avond plaatsvindt.
In een aantal islamitische landen is het nu gebruikelijk om het begin alle maanden door middel van berekening te bepalen. Hierbij gaat men uit van sterrenkundige berekeningen die voorspellen op welke avond de jonge maansikkel redelijkerwijs met het ongewapende oog zichtbaar zal zijn. Een dergelijke kalender wordt sinds 1974 in Maleisië toegepast en sinds december 1997 ook in Indonesië. In veel andere islamitische landen overweegt men ook om een dergelijke ‘sterrenkundig berekende’ kalender in te voeren.
Ook Saoedi-Arabië en de aangrenzende staten op het Arabisch Schiereiland gebruiken een sterrenkundig berekende kalender die bekend staat als de Umm al-Qura kalender. Omdat vele moslims geloven dat deze kalender gebaseerd is op de waarneming van de maansikkel leidt dit elk jaar rond de Ramadan tot veel verwarring wanneer men bemerkt dat de hierin aangegeven dagen vaak één of meerdere dagen afwijken van die in andere islamitische landen.
Tot voor kort begon elke maand in de Umm al-Qura kalender op de avond waarop het tijdsinterval van zonsondergang in Saoedi-Arabië en de astronomische nieuwe maan minder dan 12 uur uit elkaar lagen. Omdat de maan zich dan te dicht bij de zon bevindt, was een waarneming van de maansikkel met het ongewapende oog aan het begin van de maand zelfs onder de meest gunstige omstandigheden uitgesloten: deze zou pas één of twee avonden later mogelijk zijn geworden. In ongeveer de helft van alle gevallen ging de maan op de eerste dag van de maand zelfs vóór de zon onder.
Sinds enkele jaren begint men de nieuwe maand in de Umm al-Qura kalender echter op de avond (na de astronomische Nieuwe Maan) dat de maan vanuit Mekka berekend voor het eerst later ondergaat dan de zon. Alhoewel deze regel beter aan de astronomische voorwaarden voldoet dan de eerdere regel zal de maansikkel in de meeste gevallen toch pas op de tweede avond van de maand zichtbaar worden. Voor meer details over deze kalender, zie The Umm al-Qura Calendar of Saudi Arabia.
De ‘heilige’ islamitische maanden
Volgens de Koran (soera 9:36) worden vier maanden in het jaar aangemerkt als haram (‘verboden’ of ‘heilig’) en dienen moslims zich gedurende deze maanden zo veel mogelijk van strijd en gevechtshandelingen te onthouden, een gebod die door Mohammed werd ingevoerd om de toen veel voorkomende onderlinge machtsstrijd tussen lokale Arabische stammen in te perken. Indien dit onvermijdelijk was dan diende dit te gebeuren tijdens de acht andere maanden in het jaar die als halal (letterlijk ‘niet verboden’) werden bestempeld.
Slechts één van deze heilige maanden (Dhu ’l-Hijja) wordt min of meer expliciet genoemd in de Koran (soera’s 2:194, 2:216-218, 5:2 & 5:97), maar volgens de meeste islamitische schriftgeleerden moeten de maanden Muharram, Rajab en Dhu ’l-Qa‘da tot de overige drie heilige maanden gerekend worden. Andere schriftgeleerden menen echter dat hiermee de maanden Muharram, Safar en Rabi‘ al-Awwal bedoeld zijn.
De vastenmaand Ramadan wordt niet gerekend tot de ‘heilige’ maanden zoals die bedoeld zijn in de eerder genoemde vers uit de Koran. Alhoewel het vanzelf spreekt dat strijd en oorlog tijdens de maand van vasten en bezinning niet aangemoedigd dienen te worden, geldt er geen islamitisch verbod hiertegen. Zo vond de slag bij Badr, waarbij Mohammed en zijn volgelingen (na een mislukte overval op een Mekkaanse caravan) een expeditie leger uit Mekka versloegen, plaats tijdens de Ramadan van 2 AH (voorjaar 624). Ook uit een meer recent verleden zijn soortgelijke voorbeelden te vinden: zo staat de aanval van Egypte en Syrië (later bijgestaan door Irak, Saoedi-Arabië en Jordanië) op Israël, die op 6 oktober 1973 begon tijdens de joodse Yom Kippur feest, in de islamitische wereld bekend als de “Ramadan-oorlog”.
Zonnekalenders in de islamitische wereld
Naast de islamitische maankalender, die voornamelijk voor religieuze doeleinden wordt gebruikt, hanteert men natuurlijk ook de westerse zonnekalender voor economische en seizoensgebonden activiteiten. In vele gevallen gebruikt men dan ook de westerse namen voor de maanden maar hierin zijn ook uitzonderingen. De onderstaande tabel laat zien hoe de namen van de westerse maanden in enkele islamitische landen heten.
Westers Turkije Libië Turkmenistan
Januari Ocak Aynar Turkmenbashi
Februari Şubat Al-Ma’a “Nationale vlag”
Maart Mart Al-Rabi’a Navruz
April Nisan Al-Tayr Gurbansoltan-edje
Mei Mayıs Al-Nuwwar Makhtum Kuli
Juni Haziran Al-Sayf Oguz
Juli Temmuz Nasser Gorkut
Augustus Aĝusto Hannibal Alp-Arslan
September Eylül Al-Fateh Rukhnama
Oktober Ekim Al-Tumur “Onafhankelijkheid”
November Kasım Al-Harth Sultan Sanjar
December Aralik Al-Kanoun “Neutraliteit”
Voor meer gegevens over de zonnekalender van Libië, zie The Islamic and Secular Calendars of the Great Socialist People’s Libyan Arab Jamahiriya. De huidige namen van de Turkmenistaanse zonnekalender werden in 2002 ingevoerd door Saparmurat Niyazov, de (voor het leven benoemde) president van deze Centraal-Aziatische staat.
Belangrijke islamitische feestdagen
In tegenstelling tot de westers-christelijke kalender, telt de islamitische kalender niet veel feestdagen. De twee meest belangrijkste perioden in het jaar zijn de vastenmaand Ramadan en de bedevaartsmaand Dhu ’l-Hijja.
Tijdens de Ramadan dient iedere moslim zich te onthouden van drank, voedsel, seksuele omgang en andere menselijke geneugten vanaf het moment in de ochtendschemering dat een witte en een zwarte draad van elkaar onderscheiden kunnen worden tot het moment dat de zon weer ondergaat (Koran, soera 2:183-187). De vastenperiode is verplicht voor iedere moslim met uitzondering van jonge kinderen, zogende en zwangere vrouwen, zieke en oude mensen en personen die op een lange reis onderweg zijn.
Het begin van de Ramadan wordt meestal afgekondigd zodra men het bericht heeft ontvangen dat de maansikkel is gezien en eindigt evenzo wanneer de maansikkel van de volgende maand Shawwal gezien wordt. Is in een van beide gevallen de waarneming van de maan door bewolking of andere omstandigheden niet mogelijk dan hanteert men de regel dat een kalendermaand nooit langer dan 30 dagen mag zijn en begint of eindigt men op de avond na de 30ste dag.
De avond van de 27ste dag van Ramadan staat bekend als de Laylat al-Qadr (de ‘avond van de maat’) en herdenkt de traditie dat de eerste verzen van de Koran gedurende deze maand door de aartsengel Jibril ( Gabriël) aan Mohammed werden geopenbaard. De precieze dag van de eerste openbaring van de Koran is eigenlijk niet bekend (volgens de overlevering was het een van de oneven dagen in de laatste tien dagen van de vastenmaand) maar traditioneel wordt zij op de 27ste avond gevierd. Volgens de Koran (soera 97) is deze avond meer waard dan duizend maanden en dalen de engelen en de andere hemelbewoners af naar de aarde zodat er vrede heerst tot het ochtendgloren.
De eerste dag van Shawwal staat bekend als al-‘Id al-Fitr (het ‘feest van het verbreken van het vasten’) of al-‘Id al-Saghir (de ‘kleine feestdag’) en is het begin van een periode van drie of vier dagen waarmee de afsluiting van de Ramadan wordt gevierd. Onder Turkse Nederlanders is deze periode ook bekend als het ‘Suikerfeest’ (Seker Bayrami) vanwege de zoete gerechten en etenswaren die dan veelal worden genuttigd.
Een van de vijf plichten voor iedere moslim man en vrouw is dat zij, indien gezondheid en financiële middelen dit toelaten, minstens één maal in hun leven een bedevaartstocht naar Mekka ondernemen tijdens de bedevaartsmaand Dhu ’l-Hijja om deel te nemen aan de godsdienstige rituelen die met deze plaats en periode zijn verbonden (Koran, soera’s 2:196-200, 5:95-97 & 22:26-33). Moslims elders ter wereld vieren deze dagen in de moskee en in de huiselijke kring.
De tiende dag van de bedevaartsmaand Dhu ’l-Hijja staat bekend als al-‘Id al-Adha (het ‘offerfeest’), of al-‘Id al-Kabir (de ‘grote feestdag’). Deze dag vormt het hoogtepunt van een reeks van dagen waarin bedevaartgangers de verschillende heilige plaatsen in en rond Mekka bezoeken die met de aartsvader Ibrahim (Abraham), zijn vrouw Hajar (Hagar), zijn zoon Isma‘il (Ismaël) en de profeet Mohammed zijn verbonden en wordt afgesloten met het ritueel slachten van offerdieren (een geit, schaap, rund of kameel) die daarna onder de aanwezigen worden verdeeld.
Veel bedevaartgangers maken in de dagen voor of na het offerfeest ook een reis naar de nabij gelegen stad Medina om de vele moskeeën waaronder die met het grafmonument van Mohammed (al Masjid al-Nabawi) te bezoeken.
Daarnaast zijn er nog enkele dagen in het jaar waarop belangrijke gebeurtenissen uit het leven van de profeet Mohammed en andere profeten worden herdacht. De belangrijkste hiervan zijn de volgende:
De eerste dag van de maand Muharram markeert het begin van het nieuwe jaar maar heeft in de islamitische traditie geen speciale betekenis. Op de tiende dag van Muharram – die ook bekend staat als Ashura – herdenken vele moslims de dag waarop de aartsvader Nuh (Noach) na de Zondvloed de Ark verliet en de dag waarop Musa (Mozes) de Israëlieten uit de handen van de Farao redde. Shi’itische moslims herdenken op deze dag de martelaarsdood van Husain, de kleinzoon van Mohammed, op het slagveld van Karbala in het jaar 61 AH (10 oktober 680 n.Chr.).
De 12de dag van de maand Rabi‘ al-Awwal wordt door veel moslims gevierd als de geboortedag (Mawlid al-Nabi) van Mohammed. Op deze dag wordt ook de aankomst van Mohammed in Medina na zijn emigratie uit Mekka herdacht. Ook de sterfdag van Mohammed wordt vaak op deze dag herdacht alhoewel anderen zijn sterfdag op de volgende dag (13 Rabi‘ al-Awwal) plaatsen. Shi’itische moslims vieren de geboortedag van Mohammed meestal op de 17de dag van deze maand.
De avond van de 27ste dag van de maand Rajab staat bekend als Lailat al-Mi‘raj (de ‘avond van de hemelvaart’). Op deze avond wordt de nachtelijke hemelreis van Mohammed herdacht. Volgens de overlevering zou Mohammed door Buraq, een vrouwelijke wezen die half mens en half dier was, eerst naar Jeruzalem zijn gebracht en vandaar (waar nu de al-Aqsa moskee staat) naar de hemel. Op deze reis werd Mohammed begeleidt door de aartsengel Jibril (Gabriël) en ontving Mohammed tijdens zijn ontmoeting met Allah onder meer instructies over de gebedsrituelen.
Tabel voor de islamitische feestdagen
De onderstaande tabel geeft de westerse equivalenten van de belangrijkste dagen in het islamitische jaar gedurende de komende jaren volgens een aantal van de meest gangbare omrekeningsmethoden voor de islamitische kalender. Als eerste worden de dagen gegeven volgens de schematische (of cyclische) islamitische kalender naar de vroeger veel gebruikte omrekeningstabellen van Wüstenfeld-Mahler (Mayr & Spuler, 1961). Als tweede en derde volgens de dagen volgens de Umm al-Qura kalender (zie de webpagina The Umm al-Qura Calendar of Saudi Arabia voor meer details) en volgens de recente tabellen van Reingold & Dershowitz (2001, 2002). De laatstgenoemde tabellen zijn gebaseerd op de regels voor de zichtbaarheid van de maan opgesteld door de sterrenwacht van Cairo (Egypte) maar zijn berekend voor Los Angeles (V.S.) zodat zij meer relevant zijn voor moslims in Noord Amerika. De laatste kolom geeft de dagen berekend naar de zichtbaarheid van de nieuwe maan in Nederland.
Merk op dat de islamitische dag steeds in de vooravond van de genoemde westerse dag begint (d.w.z. bij zonsondergang op de vorige dag in de westerse kalender). Overeenkomende dagen volgens de verschillende berekeningen zijn aangegeven met dezelfde achtergrondkleur.
De belangrijkste islamitische feestdagen van 2001 tot 2013 Jaar
(A.H.) Feestdag Wüstenfeld-Mahler
(schematisch) Umm al-Qura
(Mekka) Reingold-Dershowitz
(Los Angeles) Nederland
(astronomisch)
1422 1 Muharram 26 maart 2001 26 maart 2001 26 maart 2001 27 maart 2001
12 Rabi‘ al-Awwal 4 juni 2001 4 juni 2001 4 juni 2001 5 juni 2001
1 Ramadan 17 november 2001 16 november 2001 17 november 2001 18 november 2001
1 Shawwal 17 december 2001 16 december 2001 16 december 2001 17 december 2001
10 Dhu ’l-Hijja 23 februari 2002 22 februari 2002 23 februari 2002 23 februari 2002
1423 1 Muharram
15 maart 2002 15 maart 2002 15 maart 2002 16 maart 2002
12 Rabi‘ al-Awwal 24 mei 2002 24 mei 2002 25 mei 2002 25 mei 2002
1 Ramadan 6 november 2002 6 november 2002 6 november 2002 7 november 2002
1 Shawwal 6 december 2002 5 december 2002 6 december 2002 7 december 2002
10 Dhu ’l-Hijja 12 februari 2003 11 februari 2003 12 februari 2003 12 februari 2003
1424 1 Muharram
5 maart 2003 4 maart 2003 4 maart 2003 5 maart 2003
12 Rabi‘ al-Awwal 14 mei 2003 13 mei 2003 14 mei 2003 14 mei 2003
1 Ramadan 27 oktober 2003 26 oktober 2003 27 oktober 2003 28 oktober 2003
1 Shawwal 26 november 2003 25 november 2003 25 november 2003 26 november 2003
10 Dhu ’l-Hijja 2 februari 2004 1 februari 2004 1 februari 2004 3 februari 2004
1425 1 Muharram
22 februari 2004 21 februari 2004 22 februari 2004 22 februari 2004
12 Rabi‘ al-Awwal 2 mei 2004 1 mei 2004 2 mei 2004 2 mei 2004
1 Ramadan 15 oktober 2004 15 oktober 2004 16 oktober 2004 16 oktober 2004
1 Shawwal 14 november 2004 14 november 2004 14 november 2004 15 november 2004
10 Dhu ’l-Hijja 21 januari 2005 21 januari 2005 21 januari 2005 22 januari 2005
1426 1 Muharram
10 februari 2005 10 februari 2005 10 februari 2005 De eerste
zichtbaarheid van
de maansikkel
vanuit Nederland
is voor deze jaren
nog niet berekend
12 Rabi‘ al-Awwal 21 april 2005 21 april 2005 21 april 2005
1 Ramadan 4 oktober 2005 4 oktober 2005 5 oktober 2005
1 Shawwal 3 november 2005 3 november 2005 4 november 2005
10 Dhu ’l-Hijja 10 januari 2006 10 januari 2006 11 januari 2006
1427 1 Muharram 31 januari 2006 31 januari 2006 31 januari 2006
12 Rabi‘ al-Awwal 11 april 2006 10 april 2006 11 april 2006
1 Ramadan 24 september 2006 24 september 2006 25 september 2006
1 Shawwal 24 oktober 2006 23 oktober 2006 25 oktober 2006
10 Dhu ’l-Hijja 31 december 2006 31 december 2006 31 december 2006
1428 1 Muharram 20 januari 2007 20 januari 2007 20 januari 2007
12 Rabi‘ al-Awwal 31 maart 2007 31 maart 2007 31 maart 2007
1 Ramadan 13 september 2007 13 september 2007 14 september 2007
1 Shawwal 13 oktober 2007 13 oktober 2007 14 oktober 2007
10 Dhu ’l-Hijja 20 december 2007 20 december 2007 21 december 2007
1429 1 Muharram 10 januari 2008 10 januari 2008 10 januari 2008
12 Rabi‘ al-Awwal 20 maart 2008 20 maart 2008 20 maart 2008
1 Ramadan 2 september 2008 1 september 2008 2 september 2008
1 Shawwal 2 oktober 2008 1 oktober 2008 2 oktober 2008
10 Dhu ’l-Hijja 9 december 2008 8 december 2008 9 december 2008
1430 1 Muharram 29 december 2008 29 december 2008 29 december 2008
12 Rabi‘ al-Awwal 9 maart 2009 9 maart 2009 9 maart 2009
1 Ramadan 22 augustus 2009 22 augustus 2009 22 augustus 2009
1 Shawwal 21 september 2009 20 september 2009 21 september 2009
10 Dhu ’l-Hijja 28 november 2009 27 november 2009 28 november 2009
1431 1 Muharram 18 december 2009 18 december 2009 18 december 2009
12 Rabi‘ al-Awwal 26 februari 2010 26 februari 2010 26 februari 2010
1 Ramadan 11 augustus 2010 11 augustus 2010 12 augustus 2010
1 Shawwal 10 september 2010 10 september 2010 11 september 2010
10 Dhu ’l-Hijja 17 november 2010 16 november 2010 17 november 2010
1432 1 Muharram 8 december 2010 7 december 2010 7 december 2010
12 Rabi‘ al-Awwal 16 februari 2011 15 februari 2011 15 februari 2011
1 Ramadan 1 augustus 2011 1 augustus 2011 2 augustus 2011
1 Shawwal 31 augustus 2011 30 augustus 2011 31 augustus 2011
10 Dhu ’l-Hijja 7 november 2011 6 november 2011 6 november 2011
1433 1 Muharram 27 november 2011 26 november 2011 27 november 2011
12 Rabi‘ al-Awwal 5 februari 2012 4 februari 2012 5 februari 2012
1 Ramadan 20 juli 2012 20 juli 2012 21 juli 2012
1 Shawwal 19 augustus 2012 19 augustus 2012 20 augustus 2012
10 Dhu ’l-Hijja 26 oktober 2012 26 oktober 2012 26 oktober 2012
1434 1 Muharram 15 november 2012 15 november 2012 15 november 2012
12 Rabi‘ al-Awwal 24 januari 2013 24 januari 2013 24 januari 2013
1 Ramadan 9 juli 2013 9 juli 2013 10 juli 2013
1 Shawwal 8 augustus 2013 8 augustus 2013 9 augustus 2013
10 Dhu ’l-Hijja 15 oktober 2013 15 oktober 2013 16 oktober 2013
Merk op dat het islamitisch jaar 1429 in zijn geheel in het westerse jaar 2008 valt.
Literatuur voor meer achtergrond en technische gegevens (chronologisch geordend)
al-Biruni, Abu al-Raihan Muhammad ibn Ahmad, Al-Athar al-Baqiyah ‘an al-Qurun al-Khaliyah (ca. 1000) – Engelse vertaling: C. Edward Sachau, The Chronology of Ancient Nations: An English Version of the Arabic Text of the Athâr-ul-Bâkiya of Albîrûnî, or “Vestiges of the Past,” Collected and Reduced to Writing by the Author in AH 390-1, AD 1000 (William H. Allen and Co., Londen, 1879) – herdrukt door Minerva Verlag GMBH, Frankfurt am Main, 1984].
Marsden, William, “On the Era of the Mahometans, called the Hejerà”, Philosophical Transactions of the Royal Society of London, 78 (1788), 414-432 JSTOR link.
Ideler, Christian Ludwig, “Ueber die Zeitrechnung der Araber”, Abhandlungen der Königlichen Akademie der Wissenschaften in Berlin 1812/13, Historisch-philologische Klasse (1816), 97-120.
Ciccolini, Lodovico, “Calendrier des turcs”, Correspondance astronomique, géographique, hydrographique et statistique, 11 (1824), 552-567.
Ciccolini, Lodovico, “Sur la conversion de l’ère de l’hégire”, Correspondance astronomique, géographique, hydrographique et statistique, 12 (1825), 348-362.
Zach, Franz Xaver Freiherr von, “Calendrier des turcs”, Correspondance astronomique, géographique, hydrographique et statistique, 12 (1825), 3-53.
Francoeur, Louis-Benjamin, “Sur le calendrier des mahométans”, Connaissance des Temps pour l’an 1844 (Parijs), pp. 111-122.
Mahmoud Effendi, “Mémoire sur le calendrier arabe avant l’islamisme, et sur la naissance et l’âge du prophète Mohammad”, Journal asiatique, ou recueil de mémoires, d’extraits et de notices relatifs a l’histoire, a la philosophie, aux langues et a la littérature des peuples orientaux, sér. 5, 11 (1858), 109-192 – herdrukt in Mémoires couronnés et mémoires des savants étrangers, Publiées par l’académie royale des sciences, des lettres et des beaux-arts de Belgique, 30 (1861), Classe des lettres, 1-45.
Sprenger, Aloys, “Ueber den Kalender der Araber vor Mohammad”, Zeitschrift der Deutsche Morgenländischen Gesellschaft, 13 (1859), 134-175.
Lane, Edward William, An Account of the Manners and Customs of the Modern Egyptians, written in Egypt during the Years 1833, -34 and -35, partly from Notes made during a Former Visit to that Country in the Years 1825, -26, -27 and -28, 5de druk (John Murray, Londen, 1860 [in 2003 herdrukt door The American University in Cairo Press, Cairo/New York]), met name hoofdstukken IX & XXIV-XXVI.
Mukhtar Pasha, Ghazi Ahmed, Islah at-taqwim (Caïro, 1890) [Tekst in het Turks met een Arabische vertaling door Sefiq Bay Mansur Yegen] – verscheen ook in een Franse vertaling door O.N.E. als La réforme du calendrier (E.J. Brill, Leiden, 1893).
Ginzel, Friedrich Karl, Handbuch der mathematischen und technischen Chronologie (J.C. Hinrichs’sche Buchhandlung, Leipzig, 1906), deel 1, pp. 238-274.
Juynboll, Theodoor Willem, Handleiding tot de kennis van de Mohammedaansche wet, volgens de leer der Sjâfi‘itische school, 4de druk (E.J. Brill, Leiden, 1930).
Hartner, Willy, “Zaman”, in: Enzyklopädie des Islam (E.J. Brill, Leiden, 1934), deel 4, pp. 1307-1310 [herdrukt in: Oriens-Occidens: Ausgewählte Schriften zur Wissenschafts- und Kulturgeschichte: Festschrift zum 60. Geburtstag (Georg Olms Verlagsbuchhandlung, Hildesheim, 1968), pp. 260-263].
Taqizadeh, Sayyid Hasan, “Various Eras and Calendars used in the Countries of Islam”, Bulletin of the School of Oriental Studies, 9 (1937/39), 903-922 JSTOR link & 10 (1940/42), 107-132 JSTOR link.
Sauer, M., “Mohammedanische Zeitrechnung, Festtage und Gebetszeiten”, Die Sterne, 34 (1958), 194-196.
Mayr, Joachim, “Das türkische Finanzjahr”, Der Islam, 36 (1961), 264-268.
Mayr, Joachim & Spuler, Bertold, Wüstenfeld-Mahler’sche Vergleichungs-Tabellen zur muslimischen und iranischen Zeitrechnung mit Tafeln zur Umrechnung orient-christlicher Ären, 3de druk (Deutsche Morgenländische Gesellschaft, Wiesbaden, 1961).
Grohmann, Adolph, Mayr, Joachim & Till, Walter Curt, Arabische Chronologie (E.J. Brill, Leiden/Keulen, 1966 [= Handbuch der Orientalistik, Abteilung I, Ergänzungsband II, Halbband I).
Mittwoch, Eugen, “‘Id/‘Id al-Adha/‘Id al-Fitr”, in: The Encyclopaedia of Islam, 2de druk (E.J. Brill, Leiden, 1969), deel 3, pp. 1007-1008.
Grunebaum, Gustave E. von, Muhammadan Festivals, 2de druk (Curzon Press/Rowman & Littlefield, Londen/Totowa, 1976).
Séguy, Marie-Rose (ed.), The Miraculous Journey of Mohammet: Mirâj Nâmeh (George Braziller, New York, 1977).
Tsybulsky, Vladimir Vasiljewich, Calendars of Middle East Countries: Conversion Tables and Explanatory Notes (Institute of Oriental Studies, USSR Academy of Sciences, Moscow, 1979) – de oorspronkelijke Russische editie verscheen in 1976.
Ocaña Jiménez, Manuel, Nuevas tablas de conversión de datas islámicas y cristianas y viceversa: Estructuradas para concodar, dia por dia, años completos (Instituto Hispano-árabe de Cultura, Madrid, 1981).
Ilyas, Mohammad, A Modern Guide to Astronomical Calculations of Islamic Calendar, Times & Qibla (Berita Publishing, Kuala Lumpur, 1984).
Shamsi, F.A., “The Date of Hijrah”, Islamic Studies, 23 (1984), 189-224 & 289-323.
Birashk, A., A Comparative Calendar of the Iranian, Muslim Lunar, and Christian Eras for Three Thousand Years (Mazda Publishers, Costa Mesa, 1993).
Plessner, Martin M., “Ramadan”, in: The Encyclopaedia of Islam, 2de druk (E.J. Brill, Leiden, 1994), deel 8, pp. 417-418.
Berg, C.C., “Sawm”, in: The Encyclopaedia of Islam, 2de druk (E.J. Brill, Leiden, 1995), deel 9, pp. 94-95.
Freeman-Grenville, Greville Stewart Parker, The Islamic and Christian Calendars A.D. 622-2222 (A.H. 1-1650): A Complete Guide for Converting Christian and Islamic Dates and Dates of Festivals, 3de druk (Garnet Publications, Reading, 1995).
Ilyas, Mohammad, “Calendars in Islam”, in: H. Selin (ed.), Encyclopaedia of the History of Science, Technology, and Medicine in Non-Western Cultures (Kluwer Academic Publishers, Dordrecht/Boston/Londen, 1997), pp. 171-173.
Blois, François C. de, “Ta’rikh: I.1”, in: The Encyclopaedia of Islam, 2de druk (E.J. Brill, Leiden, 1998), deel 10, pp. 257-264.
Dalen, Benno van, “Ta’rikh: I.2”, in: The Encyclopaedia of Islam, 2de druk (E.J. Brill, Leiden, 1998), deel 10, pp. 264-271.
Dallal, Ahmad, “Calendar”, in: J.D. McAuliffe (ed.), Encyclopaedia of the Qur’an (Brill, Leiden/Boston/Köln, 2001), deel 1, pp. 272-273.
Reingold, Edward M. & Dershowitz, Nachum, Calendrical Calculations: The Millennium Edition (Cambridge University Press, Cambridge [etc.], 2001), hoofdstuk 6.
Reingold, Edward M. & Dershowitz, Nachum, Calendrical Tabulations 1900-2200 (Cambridge University Press, Cambridge [etc.], 2002).
Schimmel, Annemarie Brigitte, Das islamische Jahr: Zeiten und Feste (C.H. Beck, München, 2001 [= Beck’sche Reihe, nr. 1441]) – Nederlandse vertaling door Carolijn Visschers, Het islamitische jaar: Kalender en feesten (Ten Have, Baarn, 2003).
--------------------------------------------------------------------------------
|