vraag is al wat ouder zie ik.
Als we één product er even uit lichten, dan zien we de prijs waarvoor het in de winkel ligt. Dat is tegen marktprijzen. in die prijs zit, voor het grootste deel mogen we hopen, arbeid, natuur, kapitaal en ondernemerschap.
Maar er zitten ook enkele kostprijsverhogende belastingen op, de btw met name, en soms ook accijnzen. Haal je die er af, dan heb je de prijs van het product tegen factorkosten.
Overigens kunnen er in dat product ook nog enkele kostprijsverlagende subsidies zitten. Die maken dat dat product, vaak dan een dienst, neem bijv een treinkaartje, tegen de marktprijs juist goedkoper is dan alle factorkosten bij elkaar. Tel je de subsidie er nog bij, dan kom je op de factorkosten.
De laatste twee worden vaak in één adem genoemd, maar de tweede allinea heb ik op deze manier juist lekker kort kunnen houden.
|