Oud 03-11-2003, 21:48
designerfox
designerfox is offline
Beste allemaal,
[La vie ŕ reculons - Gudule]
Is er iemand onder julie studenten en anderen, die dit boekje gelzen hebben? Ik kan hierover namelijk geen enkele nederlandse samenvatting vinden
Het zou me veel plezier doen als er een aantal mensen me hiervan een korte inhoud van konden geven, of zelf in korte woorden zeggen waarover het gaat.
Frans is namelijk het vervelendst vind om te lezen.
Gelieve te reageren voor donderdag!

Met vriendelijke groeten, fox
Advertentie
Oud 03-11-2003, 21:52
Divina Flor
Avatar van Divina Flor
Divina Flor is offline
Eh, dit hoort toch niet op exacte vakken?

Anders; heeft het boek geen engelse titel? Dan zoeken met google op samenvattingen van het boek.
En een franse samenvatting lijjkt me altijd nog minder erg dan een frans boek. En je hebt babelfish, die ook teksten een beetje vertaald.

In ieder geval succes.
Oud 03-11-2003, 23:52
Tampert
Avatar van Tampert
Tampert is offline
Exacte Vakken -> Moderne talen
__________________
NIZ| tegenpartij|Kriminalpolizei!!|De hele mikmak| Dank voor die bloemen
Oud 04-11-2003, 19:51
designerfox
designerfox is offline
Bedankt
maar nu ben ik nog niet verdergeholpen
Het is echt wel een boekje dat veel door scholen gezamelijk gelezen wordt
echt niemand dan???

Met vriendelijke groeten designerfox
Oud 18-04-2007, 14:36
eeeeeeeeeee
Het leven achteruit

Proloog

Ik bedank jullie, zegt de jonge vrouw, de directrice van de school. Ze heeft helder blauwe ogen, maar ze kijken triest. Ik heb gepraat met de leraren van Thomas, zegt de directrice. En zij zijn in staat zijn geheim goed te bewaren. Zijn vrienden zullen niets weten van zijn gezondheidsprobleem.

Hoofdstuk1

Een dinsdag in september. De zon schijnt en het is het begin van een nieuw schooljaar in een klein voorstadje.
“Hallo!” schreeuwt Elsa tegen haar beste vriendin Melanie.
Met een verscheurde jeans, t-shirt en zeer korte haren, lijkt Elsa meer op een jongen dan op een meisje.
“Jij bent mooi bruin geworden,” zegt Melanie, “waar ben jij geweest?”
“ Op Corsica, en jij?” “In Canada, bij mijn oom!” Er is nu een honderdtal meisjes en jongens tussen elf en zestien jaar op het schoolplein, die veel verschillende kleuren rugzakken dragen, voor school. “Er zijn veel nieuwe leerlingen!” zegt Elsa. “Kijk die jongen!” zegt Melanie. “Niet slecht. Ik geloof dat hij in onze klas zit. ik weet niet. Heb je de kleur van zijn ogen gezien?” Elsa zegt: “Ja!” Ze zijn blauw lichtgevend, grote zeer grote blauwe ogen, haren van de jaren vijftig, grote trui, joggingbroek, grote schoenen.” De vierde 1 wordt plotseling genoemd door een sterke stem. Het is de stem van een man van veertig jaar, met een zwarte polo, “Shit mevrouw Giraudeau als leraar!” zegt Melanie. “Ze lijkt me sympathiek.” zegt Elsa.
“Echt niet! Mijn broer heeft haar vorig jaar gehad. Zodra een leerling geluidshinder veroorzaakt is het nablijven en ze geeft lijsten van werkwoorden. Oh, de koe!” “Een beetje stilte alstublieft,” zegt Giraudeau. “De lijst van de namen is belangrijk. Wie zitten hier allemaal in de klas?” Ze begint... “Shit!” zegt Elsa, “Cedric, Sylain en Mehdi zitten ook bij ons, de 3 verschrikkelijken.” “Xavier ook!” wordt door Melanie met vreugde gezegd. “En Naima en Willy! en Sandrine. Heb je het gezien ze is nog kilo’s afgevallen.” “Thomas Dunoy present!” vervolgt Giraudeau. Elsa schrikt en schreeuwt: “Het is de grote blauwe die zojuist heeft geantwoord met een kleine ironische stem.” Giraudeau kijkt naar de nieuwe die spreekt en lacht met Cedric en Sylvain. “Kom hier!” zegt hij, en hij plaatst Thomas naast Elsa die van plezier rood wordt.

Hoofdstuk 2

Woensdagochtend, rond elf uur neemt ze haar ontbijt, ze is zeer tevreden, want op woensdag, is er nooit school! Het is de dag waarop de leerlingen sporten, muziek spelen of andere dingen kunnen doen. De telefoon rinkelt. “Goedendag, met Elsa.” “Ik moet een boek inleveren bij de bibliotheek, ga je met mij mee?” “Ik ben nog niet aangekleed!” “Alsjeblieft...” “Ik heb geen zin om er heen te gaan.. Nou goed dan!” Om naar de bibliotheek te gaan, moet men de tuin Jules-valles doorgaan.
Dat het is het gebied van Zoulous een gevaarlijke bende. Het hoofd, Frankie, heeft al eens problemen met de politie voor vandalisme, diefstal en agressie gehad. Zijn bendeleden Mourad en Jojo, genoemd tandeloos, omdat hij enkele tanden heeft verloren, bevinden zich vaak op een bank van de tuin Jules-valles. Sigaret in de mond, cola in de hand, geven zij commentaren over de meisjes die voorbijgaan. Vanochtend zijn de Zoulous in vorm zodra Elsa en Melanie door de tuin rijden, beginnen zij, “He grietje, kom je ons geen zoentjes brengen?” schreeuwt Frankie.
Elsa en Melanie kijken. “Wat moeten we doen?” zegt Melanie. “We moeten doorrijden!” Jojo, de tandeloze, plaatst zijn tachtig kilo voor Elsa. “Laat mij erlangs!” zegt Elsa agressief “jij grote lelijkerd.” “Hoe noem je mij?” schreeuwt Jojo, en hij pakt Elsa bij de arm. “He! Blijf van mijn vriendin af!” protesteert Melanie. Maar Mourad pakt Melanie beet en houdt haar tegen door aan haar haren te trekken. “Ole!” schreeuwt Frankie. “Stop onmiddellijk!” zegt een stem plotseling. Het is de stem van een jonge vrouw die van de bibliotheek weggaat. Ze heeft lange en bruine haren, een wit t-shirt, spijkerbroek. Het is Laurence, de bibliothecaresse, zij kent alle jongeren van de wijk goed. Zij woont in de stad van de leeuweriken en spreekt vaak met hen. “Jullie drie,” zegt ze tegen de Zoulous, “als jullie niet in drie minuten zijn vertrokken, bel ik de politie.” “Wij deden niets verkeerd,” protesteert Frankie. “Frankie, jij blijft rustig de politie heeft het je gezegd. De volgende keer zal je in het centrum van herstel komen.” “Als wij ons al niet meer kunnen vermaken.” zegt Frankie. Laurence neemt Elsa en Melanie mee naar binnen en vraagt: “Welke boeken zoeken jullie?”

Hoofdstuk 3

“Is het waar dat ze je hebben aangevallen?” vraagt Thomas aan Elsa tijdens de wiskunde les. Elsa vertelt over de ontmoeting met de Zoulous. Hun tafels bevinden zich dicht bij het raam. Je kijkt uit op de straat pietonne en in de verte zie je de tuin Jules-valles. “Is het daar gebeurd?” vraagt Thomas, hij wijst naar de bomen in de tuin. “Ja, de zoulous hebben mij niet heel erg veel pijn gedaan. maar ik heb wel een blauwe plek overgehouden.” Ze laat haar arm zien. Mevrouw Reine, de wiskundelerares, zegt, “Denken jullie dat jullie bij de biologieles zitten ofzo?” De andere leerlingen lachen. “Genoeg!” schreeuwt mevrouw Reine. “De eerste die ik nu nog hoor zal strafwerk schrijven voor volgende week woensdag.” De waarschuwing helpt, de klas is onmiddellijk stil. “Thomas, jij komt hier vooraan zitten op de eerste rij” “Shit!” zegt Thomas, kijkend naar Elsa. Tijdens de pauze praat Thomas met Cedric, Sylvain en Mehdi over de agressie tegen Elsa en Melanie. “We moeten iets doen, anders zullen de Zoulous opnieuw beginnen.” zegt Thomas. “Jij kent Frankie, en Jojo tandeloos en Mourad niet. Zij zijn zeer gevaarlijk. Vorig jaar hebben ze op het parkeerterrein Willy aangevallen omdat hij een kat verdedigde, die zij wilden mishandelen. Hij heeft nu nog littekens! Geloof je me niet? He Willy kom eens hier. Willy is Ivoriaans, hij is hier sinds de eerste klas en is zeer aardig. Hij maakt tijd om voor de dieren van de stad te zorgen. Zijn droom is om dokter in Afrika te worden. Willy laat zijn litteken in zijn haren zien. Hij had overal bloed hij heeft een halve dag in het ziekenhuis gelegen. Wat hebben je ouders eraan gedaan?” vraagt Thomas. “Niets” zegt Willy. “Mijn vader is gestorven en mijn moeder wil geen problemen.” Thomas is geschrokken: “Zie je, je kan niks doen tegen ze” zegt Cedric. “Maar er komt een tijd dat we er wat tegen kunnen doen, zomaar dieren laten mishandelen en vrienden, dat laat ik niet gebeuren!” zegt Thomas.

Hoofdstuk 4

Het is vier uur. De kerkklok luidt, de deuren van de school gaan open en de leerlingen gaan snel naar huis. Elsa kijkt naar Thomas voordat hij vertrekt. “Jij bent verliefd” zegt Melanie tegen Elsa. “Waarom is hij je vriend niet volgens mij vindt hij jou ook erg leuk?” “Denk je dat?” “Kom we kijken waar Thomas heen gaat en we volgen hem.” Ze worden verrast. De grote blauwe neemt de Emilelaan niet, dat is niet de straat die hij nodig heeft om thuis te komen. Hij gaat naar de tuin Jules-valles. Elsa verbergt zich achter de bomen. Frankie zit op een bank met een walkman op zijn oren. Hij is de enige, Thomas gaat naar hem toe en neemt hem bij de kraag van zijn hemd. “Jij bent gek!” zegt Frankie, terwijl hij zijn walkman wegstopt. “Als jij mijn vriendinnen blijft aanvallen” zegt Thomas. “Ga je me nu bedreigen?” vraagt Frankie? “Wil je soms klappen hebben?” antwoordt Thomas. Twee jongens van hetzelfde postuur kijken als wilde beesten. Gelukkig kijkt Elsa vanaf een afstandje. “Jij bevalt me wel” zegt Frankie en hij lacht. “Als je een van ons wil zijn mag het. Wil je een reep?” Thomas antwoordt: “Ik houd niet van die repen. Ik ga weer verder.” Wanneer hij Elsa achter de bomen ziet stopt hij even. “Je bent fantastisch!” schreeuwt ze. “Als je weet hoe ik voor je heb gevreesd…” Tevreden antwoord de grote blauwe: “Ik begrijp niet waarom de hele wereld angstig is, als zijn bendeleden niet bij hem zijn. Hij is niks waard, het probleem is dat die bendeleden er bijna altijd bij zijn.”

Hoofdstuk 5

Thomas woont in de stad van de leeuweriken, een groep van hlm met een tuin in een slechte staat. “Ga jij naar huis?” vraagt Elsa. “Ik moet eerst nog wat schriften kopen” antwoordt Thomas. Dan ziet Thomas een kleine zwarte jongen huilen. De jam is van zijn boterham afgevallen. Een wilde kat begint het op te eten. “Huil jij door dit gedoe?” vraagt Thomas. Het kind knikt. Thomas grijpt de kat bij de rug en zet hem weg. “Au!” roept Thomas. De kat krabt hem, hij heeft bloed op zijn pols. “Heeft hij je pijn gedaan?” vraagt Elsa ongerust. Ze neemt snel de pols van Thomas en nadert hem met haar lippen. “Nee!” schreeuwt Thomas en hij duwt Elsa bruut weg, Elsa valt. De kleine zwarte jongen houdt op met huilen. “Sorry” zegt Thomas, hij is zeer bleek. Hij zet een zakdoek op zijn pols. Ze stappen in de lift naar Thomas’ huis, die vol graffiti is. Er staat geschreven rv rdv 5h ss. “Wat wil dat zeggen?” vraagt Elsa. “Herve, om vijf uur in de kelderverdieping” legt de grote blauwe uit.

Hoofdstuk 6

Giraudeau begint de les en praat over Diderot. Thomas geeft een propje aan Naima voor Elsa. Naima geeft het door en het komt bij Elsa aan. “Wat is er Naima vraagt Giraudeau?” “Ik heb een vulpen aan Elsa gevraagd.” Giraudeau gaat verder met vragen stellen over Diderot. Elsa begint het propje open te vouwen en het bericht te lezen. Er staat: ‘Kom jij vanavond ook luisteren naar de groep?’ Elsa heft haar hoofd en kijkt naar Thomas op de eerste rij en voelt haar hart kloppen. Ze schrijft een briefje terug en vraagt welke groep. Het balletje gaat weer terug via Naima, Sylvain, Melanie en dan bij Thomas. Willy geeft het antwoord terug als hij naar het toilet gaat: ‘Vanavond, om 8 uur, speelt een orkest van rock in de tuin van Jules-valles. Het zijn vrienden zij zijn echt goed je zal het zien.’ De grote blauwe keert zich terug om te zien of zijn bericht is aangekomen. Zijn ogen ontmoeten Elsa en Elsa glimlacht. Ze steekt haar duim op, Thomas ziet het en is blij.

Hoofdstuk 7

Na een lange discussie tussen Elsa en haar ouders mag Elsa om tien uur s’avonds thuiskomen, op de voorwaarde dat ze haar kamer opruimt. Om 8 uur staat ze klaar met een zwarte jeans en zwarte blouse. Er zijn al veel jongeren in de tuin. De normaal zo stille tuin is nu heel erg luidruchtig met allemaal mensen in de vreemdste kleding. Melanie heeft een Indisch kostuum aan, Xavier draagt een groot t-shirt en Willy een pet van een rappar. Zij volgen allen voorbereidingen van het orkest in de tuin. Twee gitaren, een synthesizer, een drumstel en een zanger. Het hart van Elsa gaat plotseling te keer als ze Thomas heeft gezien. Hij spreekt met de muzikanten. Dan vindt Elsa haar vrienden terug en op dat moment gaan de lantaarnpalen aan. “Bravo!” schreeuwt Melanie. One, two, three en daar beginnen ze te spelen. Het is een explosie van muziek. “Yeah!” schreeuwt Melanie die begint te dansen. “Kom je ook Elsa?” Elsa wil niet mee dansen. Ze wacht tot Thomas naar haar toe komt. Als Thomas komt, vraagt hij haar mee om een stukje verderop te gaan staan, dichtbij een rozenstruik. “Ik ben blij om je te zien.” “Anders ik wel” antwoordt Elsa. “Kan ik je iets vragen?” zegt Elsa. “Natuurlijk waarom niet?” “Ik heb de indruk dat jij… heb jij misschien een vriendin?” “Ik heb geen vriendin zegt de grote blauwe.” “Dan begrijp ik niet waarom je me toen hebt weggeduwd.” Het stuk muziek eindigt. Thomas loopt naar Elsa, zijn ogen kijken naar haar en hij zegt: “Iedereen heeft het recht om zijn geheimen te hebben.” De jongeren juichen de groep die rock speelt toe. Ze beginnen beebop te spelen. “Ken jij het spel ik hou van, ik hou niet van?” “Nee” zegt Thomas, dat ken ik niet. “Je moet zo snel mogelijk vijf dingen zeggen waar je van houdt en waar je niet van houdt.” “Maar je kan toch vals spelen hiermee?” “Niet” zegt Elsa. “Goed, ik begin” zegt Thomas. Ik hou van rock, horrorfilms, ravioli, cassettebandjes… dat zijn er vier…” “Snel, snel of je hebt verloren!” Thomas is heel rustig en zijn lichtgevende blauwe ogen kijken de lichtgevende ogen van Elsa aan en hij zegt: “En ik hou van jou!” Alle jongeren juichen aan het eind van beebop, maar Thomas en Elsa horen niets. Zij zijn in een moment van stilte. “Elsa wil een zoen aan Thomas geven, maar hij draait zijn hoofd. “Hou jij niet van zoenen?” vraagt ze bezorgd. “Acht jaar geleden, na mijn ernstige ongeval in de auto, heb ik zes maanden in het ziekenhuis gelegen met de onderkant van het lichaam open geschaafd en beide benen gebroken…” “Het is verschrikkelijk!” zegt Elsa. “Ik begrijp niet waarom jij eerst bloedtransfusies had gezegd.” “Het is niet slechter dan de rest het maakt niet uit. We spreken niet meer over dit ongeluk.” Ze horen dat de kerkklokken 10 keer slaan. Het is tien uur. “O shit, ik moet naar binnen” zegt Elsa. “Tot morgen!” “Tot morgen!”

Hoofdstuk 8

De volgende dag begint iedereen over de rockgroep van gisteren. “Het was heel erg leuk!” zei Elsa. Elsa verstuurt weer een propje naar Thomas het briefje gaat weer de gewone weg naar Thomas. Mevrouw Giraudeau gaat verder met de geschiedenis les. Het merendeel van de klas weet niks van geschiedenis. Sylvain doet een poging tot een goed antwoord maar er komt niks goeds uit. “Geloof je dat je in de kleuterschool bent ofzo?” vraagt Giraudeau. “Het is om het te herinneren” antwoord Cedric. Hij begint in zijn geschiedenisboek een tekst te lezen en leest wat het antwoord moet zijn. Elsa krijgt een papiertje op tafel en antwoordt hier weer op. Thomas vroeg of ze zich had geamuseerd gister. Elsa antwoordt: ‘Het was vooral jij die me heeft geamuseerd, toen je zei dat je van me hield.’ Het lijkt of Elsa luistert naar Giraudeau, maar ondertussen probeert ze het bericht te verzenden. Giraudeau heeft het dit keer gezien bij Sylvain. “Wat heb jij in je hand?” vraagt ze. “Breng het naar me toe!”’ ‘Shit, shit, shit!’ denkt Elsa in paniek. Sylvain legt het bericht op het bureau van Giraudeau neer. Ze leest het laatste stukje tekst. Zo dus jullie vervelen jullie niet tijdens de wiskundeles. Giraudeau weet dat het bericht van Elsa komt en bestemd is voor Thomas, dat zie je aan haar ogen. “Sylvain je zal moeten overschrijven voor morgen…” “Maar…” protesteert Sylvain. “Dat zal je leren dat je briefjes schrijft.”

Hoofdstuk 9

Als de klas uit is, herleest Giraudeau het bericht. ‘Het was vooral jij die me heeft geamuseerd, wanneer je zei dat je van me hield.’ ‘Het is zeker dat dit van Elsa is, het is haar handschrift… ze is in gevaar en ze weet het niet. Dit gevaar is een jongen van vijftien jaar die de dood in hem draagt. Ik moet een keuze maken,’ denkt Giraudeau. ‘Het geheim van Thomas bij me houden of Elsa redden, maar hoe? Met Thomas en Elsa spreken? Moeilijk… doen alsof ik niks weet? Met de ouders van Elsa praten? Dat is misschien de oplossing.’ Ze staat op, pakt de telefoon en draait het nummer van de ouders van Elsa.

Hoofdstuk 10

“Elsa!” roept haar moeder. Zij hoort het niet, ze ligt op haar bed en luistert naar muziek. De deur gaat open. “Elsa wil je even komen? Jouw vader en ik moeten je even spreken.” Het gezicht van Elsa’s moeder kijkt ernstig. “Wat is er, heb ik iets gedaan?’ denkt Elsa. In de woonkamer staat de televisie niet aan, dat maakt Elsa nog ongeruster. Haar vader kijkt altijd naar het nieuws op dit tijdstip. Elsa gaat op de bank zitten. Jacques, haar vader begint te spreken. “Wij hebben een telefoontje ontvangen van Giraudeau.” “Het is geen misdaad een briefje te schrijven” zegt Elsa. “Natuurlijk niet” antwoordt haar moeder. “Wat is het dan?” vraagt Elsa agressief. “Thomas is seropositief.” Elsa is geschrokken, haar mond blijft open staan en ze herhaalt, “Seropositief, dat is niet waar! Giraudeau zegt dat alleen maar om me te straffen, wat een koe!” Ze voelt zich verontwaardigd. “Thomas is niet ziek, niet, niet en niet!” zegt Elsa. “Zijn ouders hebben gevraagd het geheim te houden aan de directeur” zegt haar vader. Ineens herinnert Elsa het zich van de kat, natuurlijk dat legt de reactie van Thomas meteen uit, dat ik hem niet mocht zoenen. Hij werd met bloed besmet na een ongeval… het is verschrikkelijk! “Ik wil graag weten wat er tussen jou en Thomas is gebeurd.” Elsa antwoordt: “Niks, geen enkele zoen.” “Echt niet?” dringt haar moeder aan. “Echt niet, kan ik naar mijn kamer toe vraagt Elsa?” “Nog 1 klein dingetje” zegt haar vader. “Thomas is vanaf nu alleen een klasgenoot en voor de rest niet. Aids is erg gevaarlijk het virus brengt zich heel gemakkelijk over, als je uit hetzelfde glas drinkt, dezelfde zakdoek gebruikt, te dichtbij met elkaar praten. Jouw leven is te kostbaar om te laten bedreigen met zoiets!” zegt haar vader. “Thomas is niet eerlijk tegen jou geweest, wanneer je van mensen houdt heb je dit soort geheimen niet…” Elsa luistert niet meer en zij vertrekt naar haar kamer. Ze gaat op haar bed zitten en begint te huilen… de beelden van de tuin onder de maan, bij de rozenstruik en de muziek komen terug en de grote blauwe ogen zo mooi hoe hij de liefde uitsprak. Wat was ze gelukkig maar waarom heeft hij me niks verteld? Waarom heeft hij toneel gespeeld, terwijl hij wist dat het niks kon worden tussen ons?

Hoofdstuk 11

Melanie is erg boos als ze het nieuws van Elsa hoort de volgende dat. Hij heeft je zelfs niet gezegd dat hij aids heeft! De hele klas hoort het in het kwartier voordat de lessen beginnen. Aids? Ben je zeker? Zeker het is Elsa die me het vertelde zegt Xavier. Hoe heeft hij die ziekte gekregen dan? Na een auto ongeluk. Het is een ziekte van verdovende middelen en zeer besmettelijk. We moeten goede opletten zegt Melanie, hij is erg gevaarlijk. Sommige dokters weigeren zelfs om de zieke te verzorgen als dat nodig is. Sylvain, Cedric en Mehdi gaan naar Thomas toe en vragen is het waar dat jij aids hebt? Vraagt Cedric. De grote blauwe is geschokt wie heeft je dat vertelt? Iedereen weet het Giraudeau heeft het verteld aan de ouders van Elsa. Thomas denkt aan slechts een persoon die het verteld heeft: Elsa. Ze bevindt zich onder de grote boom in het midden van de tuin, zo klein en zo dun naast Melanie. Rond de 2 meisjes staan kleine groepjes die praten over van alles. Het over mij dat ze praten, denkt Thomas plotseling. Hij voelt alle blikken op hem. En deze blikken branden deze blikken weten zijn geheim en kijken allemaal hetzelfde. Het woord aids. Thomas gaat naar Elsa toe. Iedereen kijkt naar hun hij krijgt het idee alsof hij in een theater scene speelt. En Thomas heeft geen mooie rol. Kunnen we praten vraagt Thomas? Oke zegt Elsa, maar niet nu en hier, om vier uur bij de tuin.

Hoofdstuk 12

Wanneer Elsa om vier uur in de tuin komt, wacht Thomas al op haar naast de rozenstruik waar zij eerder naast hebben gestaan. Ik had niet met Melanie hierover mogen praten zegt Elsa. De wind van oktober blaast rond hen. Waarom heb je het me niet gezegd vraagt Elsa. Ik kan zoiets heus wel geheim houden! Nou Giraudeau heeft ook haar mond voorbij gepraat en jou vriendin een echte roddelaarster. Ais is erg gevaarlijk zegt Elsa. Thomas zegt ik heb geen aids ik ben seropositief, ik weet precies tot waar ik kan gaan. Het virus kan alleen maar door bloed en sperma worden overgebracht. Het was dom dat ik je van me liet houden. Er zijn mensen die seropositief zijn en nog 10 of 15 jaar blijven leven weet je dat, zegt Thomas kalm. Ze leven in goede gezondheid, met regelmatige analyses en goede behandelingen. Is dat in jou geval ook? Thomas schudt ja met zijn hoofd. Ik heb behoefte om gelukkig te zijn en ik wil de jaren die ik nog leef genieten van me leven. Jij en ik het bevalt me als we samen zijn. Jij weet dat ik je niet wil verliezen. Je hebt mij niet verloren, zegt Elsa. Ze kijkt in de lichtgevende blauwe ogen van Thomas. Ze glimlachen en Elsa zegt ik ga je verdedigen! Plotseling zet de regen op. Snel in de kiosk schuilen! Zegt Thomas.

Hoofdstuk 13

De bibliotheek is leeg. Heb je problemen? Vraagt Laurence wanneer ze het gezicht van Melanie ziet. Ik ben in strijd tegen Thomas zegt Melanie. Jij wist dat hij seropositief was? Ja, zijn moeder heeft het me verteld. Hij had het ook tegen Elsa moeten zeggen het is zijn vriendin maar zij wist het niet! Rustig zegt Laurence vertel alles maar rustig! Elsa en Thomas gaan samen sinds het concert in de tuin Jules-valles. Ken je het risico? Hij kon zijn ziekte aan Elsa geven! Ho ho jij gaat een beetje snel. Jij beschuldigt Thomas van een zeer ernstig ding, iedereen weet dat aids besmettelijk is, maar het kan alleen door bloed of sperma worden overgegeven. Mijn broer is ook seropositief verteld Laurence. Melanie kijkt met grote ogen die jongen die je kwam zoeken ‘s avonds? Ja, hij is homoseksueel en hij leeft met een gezonde vriend. Ze moeten alleen goed opletten dat als ze met elkaar naar bed gaan ze een condoom gebruiken. Waarom ben je zo boos op Thomas dan vraagt Laurence? Omdat hij niet heeft gezegd dat hij seropositief is. Hij wou geen problemen op school en daarom had hij gevraagd of niemand het wou zeggen op school de leraren. Heb je hem al gevraagd of hij zijn probleem wou uitleggen. Hij is alleen maar het slachtoffer hij kan er niet veel aan doen. Na dit gesprek is het Melanie allemaal duidelijk geworden. Elsa, Thomas, zijn seropositiviteit, aids…

Hoofdstuk 14

het eerste wat Thomas ziet als hij de klas binnen komt is dat er een condoom op zijn tafel ligt. Alle leerlingen lachen. Wie heeft dat er neergelegd vraagt Giraudeau. Iedereen stil en naar zijn plaats. Thomas bergt de condoom op in zijn rugzak en zegt met ironie in zijn stem: ik bedank de personen die me dit cadeau hebben gegeven. Xavier en Ahmed juichen hem toe. Ze krijgen strafwerk. Thomas zegt Giraudeau ik zie dat je boos op mij bent, maar ik heb veel nagedacht over het probleem en ik geloof dat dit het beste was. Thomas wil protesteren, maar Giraudeau doet teken dat hij stil moet blijven. Ze richt zich tot de klas. En jullie iedereen die het gezondheidsprobleem van Thomas nu kent zal Thomas helpen. Ik heb geen behoefte aan hulp van mijn “kameraden” zegt Thomas.

Hoofdstuk 15

De kamer van Thomas is helemaal wit. Er liggen overal tijdschriften, cd’s en kleding. De angorakat van Thomas slaapt op een t-shirt. Thomas kiest een cd van pink floyd vind je dat leuk vraagt Thomas. die aanbid ik zegt Elsa. Thomas gaat naast Elsa op de matras zitten. Hij verteld een mooie liefdes geschiedenis. Elsa glimlacht. Het is geen mooie geschiedenis van de liefde voor Thomas, maar voor de mensen die haar niet kennen is het een mooie geschiedenis. Ze heeft zelf niet kunnen kiezen of ze verlamd wou blijven of niet. Dit is geweldig zegt Elsa hij offert zich op voor de vrouw waar hij zoveel van houd. Ik ben in staat om iets te doen voor je Thomas ik houdt van… de cd loopt vast, Thomas kiest een andere cd.

Hoofdstuk 16

Het is donderdag, vandaag gaan we altijd zwemmen met gymles. Thomas loopt naar het zwembad toe met zijn zwembroek in zijn rugzak. Elsa glimlacht wanneer zij Thomas ziet. Hoe gaat het? Goed waarom zou het niet goed gaan de toon is niet vriendelijk Elsa verliest haar glimlach. Het is normaal omdat ‘s ochtends te zeggen. Het is 20 x per dag dat je me ziet. Willy komt er bij staan zullen we het water in gaan? Is goed. De gymlerares komt eraan. Ah Thomas zegt zij de directrice wil je spreken. Een beetje bezorgd loopt Thomas naar de deur van de directrice. Het kantoor is groot en Thomas klopt op de deur en loopt naar binnen. Thomas vraagt wat hij heeft gedaan. De directrice zegt niks je resultaten zijn goed! Maar nu de ouders weten dat je seropositief bent willen ze niet dat je met hun kinderen in het zwembad gaat. Maar zegt Thomas het is niet besmettelijk door water! Ik weet dat het vals is zegt de directrice maar ik wil de ouders graag gelukkig zien. Thomas komt schreeuwend thuis. Zijn moeder kijkt raar op, moet jij niet op school zijn? Ik kan niet meer mee zwemmen, antwoord Thomas boos. Hij gooit zijn rugzak en jas op de grond. Rustig aan jij zegt z’n moeder en leg alles uit. Thomas herhaalt het gesprek met de directrice. Het is ongelofelijk antwoord Irene. Zijn moeder wordt rood van woede begint alles dan opnieuw wordt Thomas nu weer gepest omdat Giraudeau zijn geheim in paniek heeft uitgebracht. Dit is het resultaat wat zeggen de leerlingen vraagt zijn moeder? Er zijn mensen die me steunen en mensen die me afvallen. En Elsa? Vraagt zijn moeder. Elsa die laat me niet vallen ze is een soort tweede moeder geworden ze houd van me zegt Thomas.

Hoofdstuk 17

8 uur ’s avonds. Thomas is nog steeds boos. Ik ga even een rondje lopen zegt hij. Hij gaat naar de stad van de leeuweriken en neemt de laan emile-zola. Aan de linkerkant ziet hij de bomen van de tuin Jules-valles. Daar ziet hij Frankie die een sigaret aansteekt. Thomas gaat naast hen zitten ben je tevreden? Vraagt Frankie? We hebben jou vriendinnen niet meer lastig gevallen. Ik heb geen vriendinnen meer! Antwoordt Thomas. wil je een sigaret? Vraagt Frankie? En hij wil hem zijn sigaret geven. Hij kijkt naar Thomas wat kijk je ernstig? Ben je bang? Voor wie? Voor mij? Zegt Frankie. En hij lacht niet. Van aids schreeuwt Thomas. het schijnt dat ze het allemaal op school weten dat ik seropositief ben. Het is jouw probleem zegt Frankie. Wil je nou mijn sigaret of niet? Ik rook niet, maar bedankt, antwoordt Thomas.

Hoofdstuk 18

Wanneer Elsa op school hoort dat Thomas niet meer in het zwembad mag komen ontploft zij. Ik ga naar de directrice. Bij de deur van het kantoor treft Elsa de directrice. Wat wil je Elsa? Vraagt de directrice. Ik kom voor u zegt ze. Ik luister naar je zegt de directrice. Ik vind het niet kunnen dat u Thomas verbiedt in het zwembad te komen! Schreeuwt ze het is onrechtvaardig! Er volgt een stilte. De directrice kijk Elsa aan ze bewondert haar heb je misschien een reden hiervoor vraagt zij. Waarom moet je iemand straffen als die ziek is. Ik heb je vriend niet gestraft. Ik heb hem het probleem uitgelegd en ik heb in het belang van iedereen in de klas gehandeld. Ik heb Thomas op deze school toegelaten, maar ik wist dat het een moeilijke situatie was. Als de leerlingen soms moeilijk zijn, zijn de ouders nog moeilijker en de domheden die ik dan niet ken om de ouders te kalmeren. En als zij willen dat Thomas de school verlaat? Ik heb Thomas op deze school aangenomen hij zal hier blijven maar hij moet begrijpen dat de ouders van zijn vrienden bezorgd zijn. Het gesprek eindigt. Thomas is zeer gelukkig wanneer hij Elsa ziet. Zij lachen zij lachen als een verliefd paar. Wil je wat eten vraagt Thomas? en ze beginnen te eten. Je moet terugkomen Thomas, niet antwoordt Thomas terwijl hij drinkt van zijn thee en eet. Ik ben naar de directrice geweest over het zwembad. Dat had je niet moeten doen ik had het niet gevraagd aan je, antwoord Thomas woedend. Ik heb nooit iemand zo ongelukkig gezien zegt Elsa. Ik probeer je een dienst te verlenen en jij wordt gemeen. Een ziek mens heeft niet alle rechten dat weet je! Oeps! Dat had ik niet mogen zeggen. Thomas ontploft. De zieke, heeft er genoeg van dat men mij als een gehandicapte behandelt. Ik wil een gewoon leven leiden dat is alles! En vooral wil ik dat niemand zich met mij ziekte bezig houdt. Oh dus zou bedank je mij. Ik ga wel weg doei. Des te beter zegt Thomas.

Hoofdstuk 19

Enkele dagen later komt Thomas in de klas terug, maar hij wordt genegeerd niemand ziet hem meer staan, zelfs Elsa niet. Thomas heeft nu nieuwe vrienden de zoulous en heeft de gewoonte aangenomen om met ze af te spreken in de tuin Jules-valles, maar zijn nieuwe vrienden zijn geen engelen. Deze avond stelt Frankie voor om twee kinderen de zoon van een cafehouder en de zoon van een slager aan te vallen, in de emile zola laan. Ga je met ons mee? Vraagt Frankie aan Thomas. kinderen aanvallen is stom deze kinderen zijn kleine burgers die geloven dat alles is toegestaan. Het is zuivere afpersing en eenvoudig zegt Frankie. Ik doe niet mee zegt Thomas. hij vertrekt en gaat een cafe binnen om koffie te drinken. Hij kijkt naar binnen, een jongen van een jaar of 12 staat achter de toonbank. Tegenover hem staat Riri hij koopt postzegels. Riri is acht jaar. Hij gaat weer weg en betaald de koffie. De jongen van een jaar of 12 huilt, gaat het vraagt Thomas? hij mist een euro, zegt Riri. Mijn moeder zal Zic ergeren. Afgelopen week was het het zelfde verhaal. Thomas kijkt bij de postzegels of daar de euro niet ligt. Vrees je voor je moeder vraagt Thomas? volgens mij hebben ze je verkeerd terug betaald het is gewoon racisme. Hij zegt tegen Christophe dat hij de euro moet terug geven. Denk je dat ik een dief ben zegt Christophe nee zegt Thomas maar ik denk dat jij een kleine fout hebt gemaakt. Problemen Christophe? Nee nee ik praat met vrienden! Er zegt erg zachtjes tegen Thomas: opgelet, hij is heftig! Ik zie het zegt Thomas. hij geeft een euro aan Riri en keert terug naar de tuin Jules-valles.

Hoofdstuk 20

Zijn wij in een overeenkomst? Vraagt Frankie. Thomas is met Christophe en Bernard en brengt ze achter de post. En wij, wij houden ons met de rest bezig. We zullen hun de angst van hun leven laten beleven. Ik wil ze alleen maar een lesje leren zegt Thomas. seropositief, zwarte, Arabisch, of pedofiel, het is racisme je weet wat het is. Maak je niet ongerust. Wij willen alleen hun geld dat is alles. Terwijl zij zich voorbereiden, verstopt iemand zich achter de bomen en luister naar hen. Het is Laurence. Thomas zegt tegen Christophe had je misschien reden om Riri het geld af te nemen? Ik ga je een les leren en ik weet hoe je komt naar mij toe. Waar? Achter de post. Er is een hut en Riri speelt er met vrienden na school. Wat is het dan dat wij ons kunnen vermaken. Je zegt het tegen niemand ik verafschuw me, ik verafschuw me, ik verafschuw me, denkt Thomas, maar zij zullen een goede les leren!

Hoofdstuk 21

Vijf uur. De oranje rode zon gaat onder achter de tuin. Thomas gaat naar beneden. Waar zijn Christophe en Bernard zijn ze achter de post. Mourad en tandeloos vallen aan en Frankie zegt, mooi werk. Hij lacht en speelt met zijn mes de bendeleden lachen ook. Christophe en Bernard worden erg bang en het mes was niet voorzien. Ik heb mijn methoden zegt Frankie. Laat mij maar het werk doen. Frankie leidt het plaatje van het mes naar de neus van Christophe. Geef me het geld wat je hebt Christophe zegt Frankie. Hij pakt zijn geld. Morgen wil ik het dubbele! Zegt Frankie, maar… zegt Christophe, maar… ik het dat niet. Dan zoek je het in de kassa van je vader bijvoorbeeld! Dat is niet mogelijk… dat is niet mogelijk… geen discussie zegt Frankie. En gaat met het mes op de keel van Christophe. En gaat naar Bernard. Nou jij Bernard toon je zakken ik heb niets bij me zegt hij. De tandeloze tilt hem op z’n kop en ringeling daar valt geld uit zijn zakken. Liegen tegen mij ik ga je straffen! Zegt Frankie. Laat hem gaan joh schreeuwt Thomas hij is al genoeg gestraft. De volgende dag heeft Laurence met de directrice en Giraudeau gepraat, Thomas en zijn ouders zijn op school in het kantoor van de directrice. Hoe heeft een intelligente jongen als jou nou kunnen deelnemen aan deze agressie? Vraagt de directrice aan Thomas. Thomas heeft er geen verklaring voor. Hij moet zich verontschuldigen zegt zijn moeder. Hij heeft de verkeerde vrienden! Antwoordt de directrice. Onze zoon heeft grote problemen sinds zijn vrienden op school weten dat hij seropositief is, zegt zijn vader. ik weet het en dat is de reden waarom ik hem nog een kans ga geven. En de anderen vraagt zijn moeder plotseling. Wilt u over de zoulous spreken? Zij moeten de middelbare school verlaten. En de ouders van de slachtoffers zullen een klacht indienen bij de politie. Waarom zij wel en ik niet vraagt Thomas? ik ben even schuldig als zei. Thomas schreeuwt zijn vader. ik wil dat je me net als iedereen behandelt. Ik ben niet verschillend van de anderen zegt Thomas.. Het is mijn beslissing antwoord de directrice.

Hoofdstuk 22

Elf uur ‘s avonds. Thomas kan niet slapen en denkt aan de gebeurtenissen van de laatste dagen. Wat zou Elsa nu doen? Ze is aan het dromen? Van wie? Van mij in ieder geval niet. En Melanie, en xavier en de zoulous? Men zegt dat Mourad, zeer erg door zijn vader werd getroffen, dat Frankie en tandeloos in een centrum van herstel zullen gaan… en ik? Mij straft niemand omdat ik ziek ben. Frankie had gelijk niemand vreest voor mij. Ik ben een wezen… ik droomde die nacht dat ik batman of indiana jones was. Het voelt als een opluchting. Hij verlaat zijn bed en loopt in zijn kamer ik ben niet breekbaar. Ik ben veel sterker dan de zoulous. Ik ga laten zien wie ik ben. Hij gaat naar buiten. Hij weet precies waar hij heen gaat via de tuin en komt tot de trap die naar het ondergrondse parkeer terrein leidt. Het parkeerterrein is zwart beton, auto’s, zeer lage plafonds. Brrrr het is koud hij stapt heen en weer tip tap, tip tap. Zijn hart doet doug doug. Zij zullen Thomas zien naderen hij probeert een auto te openen. Tenslotte heeft hij een auto die open gaat. Kijk er zit een autoradio in. Eens zien hoe je dit weg haalt. Met mijn Zwitserse mes haalt hij het eruit. Plotseling hoort hij stemmen weet je zeker dat het daar is? Ja kijk zijn plaats is leeg is dit een hallucinatie? Frankie, Mourad en… tandeloze wat doen zij hier om dit tijdstip, denkt Thomas. zijn eerste reactie is om uit de auto te gaan maar iets houd hem tegen. Plotseling zegt mourad er komt een auto aan pas op verstop je. Het is Laurence ze ziet de zoulous en zegt dat ze weg moeten. Ze gaan niet weg ze staan in een cirkel om haar heen drie messen komen bij haar in de buurt. Jij zal de muis zijn tussen de katten. Wij gaan je eerst enkele littekens geven en daarna zijn we verder. Laat dat zegt Thomas, Laurence schreeuwt. Wat doe jij hier zegt Frankie. Ik hou niet van geweld hij houdt niet van geweld dit arm lief kind zegt Frankie. Ze zal je toch niks geven collabo (scheldwoord). Hoe noem je mij vraagt Thomas? collabo herhaalt tandeloos. Ze raken in gevecht. Het gevecht stopt snel als Laurence hen eraan herinnert dat Thomas aids heeft en ze dan besmet kunnen raken door het bloed de zoulous vertrekken snel voordat de hele stad wakker wordt van dit lawaai.

Hoofdstuk 23

Woensdag ochtend. Ik ga een rondje lopen zegt Thomas. wanneer hij in de lift staat, staat er met een mooi groene viltstift geschreven: rdv 10h sq jv. Lza. Er staat kom om 10 uur naar tuin Jules-valles Elsa. Hij kijkt op zijn horloge het is 5 voor tien. Hij haast zich naar de Jules-valles. Zodra zij hem ziet loopt zij naar hem toe. Hij opent de armen en zij werpt zich tegen hem aan. Laurence heeft me alles verteld je bent zeer moedig en zij heeft veel geluk gehad als jij daar niet was. Maar wat deed je daar om dat tijdstip op het parkeerterrein? Thomas buigt zich voorover naar Elsa’s oor en Elsa opent de ogen. Vervolgens legt Elsa een vinger op zijn lip. En zegt ik hou van je! Jij bent een echte held!
Oud 18-04-2007, 14:57
Verwijderd
Heel lief, maar designerfox had het 4 jaar geleden nodig, ik denk niet dat hij er nu nog iets aan heeft...
Advertentie
Topic gesloten

Topictools Zoek in deze topic
Zoek in deze topic:

Geavanceerd zoeken

Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 09:09.