'k ben zelf maar gaan kijken
en binnen 10 seconden had ik het gevonden
dus probeer 't zelf maar eens...
De tekst hieronder kan je ook downloaden: Uitleg Profiel werkstuk en Tijdpad Profiel werkstuk
Inleiding
In de 2e fase moet je behalve een heleboel vakken volgen, ook een profielwerkstuk maken. Het is hierbij de bedoeling dat je een aantal (profiel)vakken combineert. Hieronder staat beschreven wat je allemaal moet doen. Het is heel belangrijk om te weten dat je vooral zelf verantwoordelijk bent voor het op tijd inleveren en het je houden aan afspraken e.d. En er geldt (net als voor de andere handelingsdelen): 'niet gedaan, of niet af?' dan geen examen! Om aan de begeleider duidelijk te maken wat je gedaan hebt of gaat doen, houd je een logboek bij. In het kort moet:
· het profielwerkstuk voor de krokusvakantie (in havo 5) klaar zijn
· het een groepsopdracht zijn
· er tussen de 40 en 80 uur aan besteed zijn(per persoon)
· het niet onvoldoende zijn (anders geen examen)
· er een logboek bijgehouden worden
Veel plezier en succes !
Wat is een profielwerkstuk?
Een profielwerkstuk is een onderzoek of een ontwerp dat je als 2- of 3-tal uitvoert. Dit kan een literatuuronderzoek, een natuur- of sociaal-wetenschappelijk onderzoek, maar ook een technisch of creatief ontwerp zijn. En het profielwerkstuk levert een eindproduct op dat wordt gepresenteerd.
Verschillende presentatievormen zijn dan mogelijk :
een geschreven verslag (onderzoeksverslag, verhalend verslag, recensie);
een essay of artikel (uiteenzetting, beschouwing, betoog);
een mondelinge voordracht (uiteenzetting, beschouwing of betoog, forumdiscussie);
het product van een ontwerpopdracht en de bijbehorende documentatie;
een presentatie met gebruik van media (bijvoorbeeld audio, video, ICT);
een uitvoering (toneel, muziek, ballet).
Verder heeft het profielwerkstuk betrekking op minstens 2 (deel)vakken, (waarvan minstens één) uit je profieldeel. De vakken uit het gemeenschappelijke deel kunnen eventueel ook een rol spelen, maar een PWS met alleen vakken uit het gemeenschappelijke deel mag niet.
Onderwerpkeuze (april-mei havo 4 / vwo 5):
In vier bijbehorende bijlagen staan (per profiel) een heleboel (mogelijke) onderwerpen. Daar achter staat welke (2 of meer) vakken een rol spelen en bij wie je informatie kan krijgen.
Je kiest met wie je als tweetal of drietal het profielwerkstuk wil maken. Daarna kiezen jullie uit de onderwerpenlijst een onderwerp en krijgen jullie een (hoofd)begeleider toebedeeld. Je kiest dus zelf je eigen partner(s) en onderwerp, maar jullie moeten afwachten welke medewerker jullie begeleider wordt. Er zal ook een 2e begeleider worden aangewezen, deze komt alleen in actie als jullie het met jullie begeleider ergens niet over eens kunnen worden. Hij kan dan bemiddelen.
Na het kiezen van het onderwerp gaan jullie onderzoeksvragen en deelvragen maken en/of jullie gaan onderzoeksmethoden bedenken.
Je probeert dit zo uitgebreid en duidelijk mogelijk te doen!
Want: niet alleen het eindproduct, ook het proces wordt beoordeeld.
Om het proces te beoordelen is het nodig activiteiten te plannen en tijdens de uitvoering op te schrijven. Tijdens de uitvoering van het profielwerkstuk documenteer je
de onderzoeksvraag (zie hieronder)
en de deelvragen en
de hypothesen (zie hieronder),
plan van aanpak, (zie hieronder)
een logboek (zie hieronder) en
de eerste gegevens en informatie.
Als in juni a.s. al deze bovenstaande zaken allemaal klaar zijn, dan maken jullie met je begeleider een (eerste begeleidings-) afspraak om het een en ander door te spreken. Hij zal je dan vertellen, of je meer moet doen, anders moet doen, iets overnieuw moet doen etc.
Al je gegevens kan je opbergen in een map of opschrijven en bijhouden in een schrift. Het is verstandig deze op school te laten, zodat je partners (b.v. bij ziekte) de gegevens ook kunnen gebruiken
De begeleiding en de beoordeling (april-mei havo 4/havo 5 of vwo 5/vwo 6)
Na de vakantie zal in september weer een gesprek met je begeleider plaats vinden, maar nu een officieel 1ste beoordelingsgesprek. In dit gesprek zal bekeken worden of alles inderdaad in orde is en je kan beginnen met de uitvoering van het PWS. Is het antwoord nee, dan zal je veel opnieuw moeten doen en wellicht een ander onderwerp moeten kiezen. Als je wel beginnen mag, dan ga je door naar fase waarin je informatie gaat verzamelen/metingen gaat verrichten/ experimenten gaat uitvoeren etc. Tussendoor kan je je begeleider natuurlijk te hulp roepen., maar bedenk wel dat het juist de bedoeling is zelfstandig te werken. Die zelfstandigheid wordt ook beoordeeld. Aan het eind van deze fase krijg je het 2e beoordelings-gesprek.
Ook hier moet deze fase tenminste als voldoende beoordeeld worden om door te kunnen gaan. Je begeleider bekijkt of je genoeg informatie/materiaal hebt verzameld of experimenten gedaan, om aan het definitieve schrijven/vormgeven van het PWS te beginnen. Daarmee begint dan de derde en afrondende fase van het PWS. Aan het eind (bij de presentatie) vindt het 3e en laatste beoordelingsgesprek/moment plaats.
Er zijn dus 3 beoordelingsmomenten, waarbij jullie worden beoordeeld o.a. op:
een onderwerp herleiden tot een onderzoeksvraag en onderzoeksopzet;
plannen van activiteiten;
informatieve kwaliteit van het logboek en het bronnen- en materialenboek;
de oorspronkelijkheid van het werkstuk/ontwerp;
verzamelen en ordenen van informatiebronnen/gegevens;
het halen van informatie uit verzamelde informatiebronnen/gegevens ;
het gebruik van kennis en inzicht van de verschillende vakken
structureren van de informatie, bijvoorbeeld in tabellen en diagrammen;
conclusies trekken en evalueren van een onderzoek/ontwerp;
het aan anderen presenteren van het onderzoek/de gevonden resultaten.
De uiteindelijke beoordeling van het PWS is 'voldoende' of 'goed'.
Onderzoeksvraag (mei-juni havo 4/september havo 5)
Het venijn zit niet in de staart, maar in de start! Een scherp geformuleerde en goed afgebakende onderzoeksvraag is heel belangrijk voor het slagen van het profielwerkstuk. Het motto luidt: inperken en afbakenen.
Voorkom zoveel mogelijk dat je tijdens het onderzoek de onderzoeksvraag moet aanpassen of aanscherpen.
Vaak is een onderzoeksvraag opgedeeld in meer deelvragen, waarmee je het onderzoek verdeelt in kleinere stappen. Je krijgt daarmee beter zicht op de haalbaarheid en je vergroot de kans dat je alle kanten van de onderzoeksvraag belicht.
In een onderzoeksvraag en de deelvragen wordt gevraagd naar het wie, wat, waar, welke, wanneer, hoe, waarom, waardoor, waarvoor, waarmee, waartoe, enz. Naar aard zijn er verschillende soorten onderzoeksvragen:
beschrijvende of beeldvormende:
op basis van onderzoek beschrijf je een situatie of een persoon;
vergelijkende:
je probeert overeenkomsten en/of verschillen boven tafel te krijgen;
verklarende:
je zoekt antwoord op de vraag: 'Hoe komt het dat ...';
waardebepalende of evaluatieve:
je geeft een oordeel over of een waarde aan een onderwerp;
voorspellende:
je onderzoekt hoe iets in de toekomst zal zijn;
probleemoplossende of regelgevende:
je probeert op basis van onderzoek een probleem op te lossen, of minstens hier een bijdrage aan te leveren.
Hypothese(s) (mei-juni havo 4/september havo 5)
Onderzoek verrast.
Wanneer je iets gaat onderzoeken, formuleer je vooraf welke antwoorden je het meest logisch lijken en waarom. Dit heet het formuleren van een hypothese.
Plan van aanpak(juni havo 4/september havo 5)
Het is belangrijk dat je een volledig beeld krijgt van de activiteiten die nodig zijn om het profielwerkstuk uit te voeren. Schrijf alle activiteiten op in de volgorde die nodig is om het profielwerkstuk uit te voeren. Bijvoorbeeld deelvragen formuleren, onderzoeksopzet uitwerken, achtergrondliteratuur verzamelen en bestuderen, gegevens (data) verzamelen, gegevens (data) ordenen en verwerken, verslag schrijven, etc.
Wanneer alle activiteiten zijn geïnventariseerd zet je er per activiteit het aantal uren bij dat je denkt nodig te hebben om de activiteit uit te voeren. Tenslotte vermelden jullie in een vergelijkbaar schema als hieronder de verschillende activiteiten die je gaat uitvoeren.
In juni voordat je naar de begeleider gaat maken jullie eerst een:
voorlopig plan van aanpak.
Na dit besproken te hebben wordt het definitieve plan van aanpak gemaakt en besproken tijdens het 1ste beoordelingsgesprek.