Registreer FAQ Ledenlijst Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / Kunst & Cultuur / Verhalen & Gedichten
Reageren
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 04-03-2005, 00:26
Verwijderd
Ik had al te lang niets meer geschreven

- - -

Met vingertoppen die tintelden van ontzag, legde *** het boek op de tafel voor hem. Zonder er bij na te denken en met een glazige blik in zijn ogen, aaide hij de linnen kaft. Blauw linnen, rustig maar hard. *** sloeg het boek nogmaals open, las het voorwoord en de inhoudsopgave. Hij wilde iedere letter die erin stond in zich op slurpen en nooit meer loslaten.

Vier uur later werd *** gevonden door zijn huisgenoot. Na drie flinke tikken in zijn gezicht liet hij het boek vallen en kwam hij bij zinnen. "Het is zo'n mooi boek,... zoveel wijsheid", piepte de lucht tussen zijn stembanden.
"Oh," deed de huisgenoot zijn handen in zijn zij, "van wie is het dan?"
"Cobb," en de kamer werd een vacuüm van stilte, "Wilbur Cobb".

De huisgenoot kende het werk van Wilbur Cobb en wist het te beschrijven als 'een zwetsende berg van kansloze onzin waar niemand iets aan had' en benadrukte het feit dat de bomen die geveld waren voor het maken van het boek beter tot hun recht gekomen waren als brandhout in de Kaleharrie-woestijn. De huisgenoot zei altijd Kaleharrie als hij Kalahari bedoelde.
*** huilde die nacht zacht.

De dag daarop kraste zijn pen over het papier. Achter hem stond een prullenbak die vol was van proppen. Rotte geestesvruchten die te vroeg of te laat ontvallen waren aan de boom van zijn brein. Plus vellen die hem in zijn handen sneden en daardoor zijn toorn hadden gewekt.
*** Twijfelde of hij zijn eigen boek over het boek van Wilbur Cobb moest beginnen met 'Wilbur Cobb schrijft in...' of dat 'Cobb schrijft in...' beter zou zijn. Het eerste klonk alsof hij Wilbur Cobb op de rug sloeg met een ouwe-jongens-krentenbrood-gevoel dat niet terecht was, maar de het alternatief gaf hem het gevoel dat hij met slechts een onderbroek op zijn hoofd de deur van huize Cobb intrapte en zo diens leven binnendenderde.
Op de achtergrond stiefelde de huisgenoot zonder reden en zonder doel rond. Iedere keer dat hij tegen de metalen prullenbak schopte, fluisterde hij 'Kaleharrie'.

*** besloot de eerste passage vooralsnog over te slaan. In plaats van 'Cobb', 'Wilbur Cobb', 'Cobb, Wilbur', ‘Wilbur de verschrikkelijke’ of 'De grote Cobb', besloot hij drie kleine asterisken te plaatsen als vervanging. Kaleharrie fluisterde langs zijn warme oren.
De rest van de eerste zin was makkelijker. Voor hij er erg in had, stond er '*** schrijft in zijn boek "De pro-antagonist ten strijde" dat de beste vorm van kennisproductie is te zeggen dat alles klote is. Op die manier zou men, volgens *** nooit een onwaarheid verkondigen en al snel als geniaal gezien worden.'
Die nacht sliep *** met de eerste bladzijde van zijn manuscript onder zijn kussen. De huisgenoot bleef wakker en naast zijn bed zitten, om te praten over brandhout in de Kaleharrie-woestijn en tandenstokers voor eenden.

De arbeid was slopend. Vaak trok de koude tafel de pen uit zijn handen, als ware zij een eindeloos machtige magneet. *** liet de pen dan vallen en zuchtte met zijn vieze handen tegen zijn vettige voorhoofd. Hij wilde dan zijn trui uitdoen en overal tegelijk kriebelen, maar al dat wilde geschommel in zijn kleding gaf hem de kriebels en maakte hem daarnaast statisch. Zodra hij de verwarming aanraakte om deze lager te zetten, kreeg hij een schok.
Met een flauwe lach dacht hij dan aan ‘een vonk van inspiratie’. Hij pakte weer het blauwlinnen boek, het boek van Wilbur Cobb, en keek naar de foto op de achterkant. Nieuwe moed stroomde door zijn verlaten aderen en met trillende vingers pakte hij zijn pen weer op. Hij zette een punt achter zijn vorige zin, want *** zag een punt meer als introductie van de volgende hoofdletter dan als een afsluiting van de voorgaande zin. Hij was gek op afkortingen. De hoofdletter volgde en zodra die er eenmaal stond, was de rest alweer kinderspel. Totdat de zin ten einde liep en hij nog geen punt kon verzinnen. Het was als een patiënt op een operatietafel die net opengesneden was en daarna aan handen en voeten aan het plafond gebonden werd, met de buikholte naar beneden.

In een hoek van de kamer stond een oude cassetterecorder. Huisgenoot had opgenomen hoe hij een keer 'Kaleharrie' zei en liet dit constant herhalen.

Na tien pagina's benauwd zwoegen, ging *** op zoek naar zijn eerste lezer. Hij maakte een kopie bij de supermarkt en zocht een straathoek op. Als een krantenverkoper uit vervlogen tijden probeerde hij zijn waar te slijten, maar zelfs de straatstenen waarop hij zijn moedeloze blik somtijds rusten liet, moesten er niets van weten. Niemand kende Cobb en wie hem kende, was het niet met hem eens.
Eenmaal kwam de huisgenoot langs met een shirt waarop een stapel brandhout in een woestijn te zien was. Achterop stond de tekst 'MEER NUT'.

Teleurgesteld drapeerde hij zich thuis over zijn tafel. Hij was nu zelf de magneet, en de droefheid van de wereld kleefde aan zijn vingertoppen. De huisgenoot kwam binnen en floot de melodie van een zelfgecomponeerde symfonie die ging over het lot van armzalige bomen die gekapt werden ten behoeve van de pretentieuze zotheid van slechte schrijvers.
Hij zag de droefheid van *** af druipen en volgde diens wijzende vinger naar het manuscript. Met afkeurend gebrom pakte hij het en bladerde hij door de betraande vellen.
Snot bleef aan zijn armen kleven toen *** zijn hoofd ophief. "En," trilde zijn onderlip, "wat vind je ervan?"
"Hm. Wel. Dat is lastig te zeggen. In eerste instantie is het natuurlijk kut. Slecht. We hadden beter houten poten voor verlamde piraten kunnen maken van die bomen. Maar laat ik liever de woorden van een groot filosoof aanhalen, jou zeker niet onbekend. 'Het is klote. Net als al het andere.'

*** Sprong op met een schittering in zijn ogen. Plotseling was het tot hem doorgedrongen hoe futiel zijn arbeid was. Wanneer hij een voortzetting wilde maken van het werk van iemand die alles ontkende en afwees, dan zou de eerste stap zijn om de voorganger zelf af te wijzen. Vol overgave en nog altijd met veel ontzag, flikkerde hij het boek van Cobb in de papierversnipperaar van het merk Kaleharrie, die zijn huisgenoot twee dagen terug voor hem gekocht had. *** las de merknaam en jubelde. "Kaleharrie!", zei hij, en nogmaals "Kaleharrie!" Hij viel op zijn knoestige knieën en vervloekte in een zucht en een traan de volledige schepping. Hij nam een hap van zijn manuscript en sneed zijn tong aan het papier.
Achter hem stond zijn huisgenoot, een magneet nog in de armen geklemd.

- - -

LUH-3417 - Nu; met leeftijd! Schoon aan de haak!
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 05-03-2005, 18:30
Verwijderd
Hm. Het is een vreemd verhaal. Op zich is het verhaal erg leuk, maar je hebt het in een rare, moeilijke vorm gegoten. Die rare schrijver die ook nog eens dezelfde naam heeft als zijn aanbeden Wilbur en dan de (gezochte?) formuleringen af en toe, zoals deze:

Citaat:
Vaak trok de koude tafel de pen uit zijn handen, als ware zij een eindeloos machtige magneet.
Te moeilijk. Dat is jammer, want ik dig de huisgenoot en als je het verhaal gewoon vertelt in plaats van schrijft, is het hartstikke leuk. Die *** is gewoon iets te existentieel. Of hoe dat ook mag heten.

Niet slaan.

Laatst gewijzigd op 05-03-2005 om 18:45.
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 14:54.