Bij het afronden op éen decimaal is het niet zo moeilijk. Daar wordt een 5,48 natuurlijk gewoon een 5,5.
Bij het afronden op hele cijfers ligt het verhaal anders. Als je éen afrondingsstap gebruikt, kom je met een 5,48 niet op een 6 uit, maar op een 5. Logisch ook, want je rondt pas naar boven af vanaf het exacte midden. Een 5,5 wordt een 6 en een 5,49 een 5.
Als je vanaf een 5,48 op een 6 zou willen uitkomen, moet je twee afrondingsstappen hanteren: eerst op éen decimaal, daarna nog hele getallen. En dát is nou juist wat veel scholen (helemaal terecht) niet doen, of in elk geval niet zouden móeten doen, want op die manier kun je élk cijfer wel oneindig ophogen.
|